portieren worden ontgrendeld. Raad-
pleeg om de actuele instellingen te
veranderen "Uconnect Touch™ in-
stellingen" in "Uw instrumentenpa-
neel begrijpen" voor meer informatie.
Lichten knipperen bij vergrendelen
Bij deze functie knipperen de rich-
tingaanwijzers wanneer u de portie-
ren vergrendelt of ontgrendelt met de
afstandsbediening. Deze functie kunt
u in- of uitschakelen. Raadpleeg om
de actuele instellingen te veranderen
"Uconnect Touch™ instellingen" in
"Uw instrumentenpaneel begrijpen"
voor meer informatie.
Koplampen aan bij ontgrendelen
met afstandsbediening
Bij deze functie schakelen de koplam-
pen gedurende 90 seconden in zodra u
de portieren ontgrendelt met de af-
standsbediening. De tijd van deze
functie kan worden geprogrammeerdbijauto's met Uconnect Touch™.
Raadpleeg om de actuele instellingen
te veranderen "Uconnect Touch™ in-
stellingen" in "Uw instrumentenpa-
neel begrijpen" voor meer informatie. PORTIEREN VERGRENDELEN
Druk kort op de vergrendeltoets van
de afstandsbediening om alle portie-
ren te vergrendelen. De richtingaan-
wijzers knipperen om aan te geven dat
het vergrendelsignaal is ontvangen.
Als de auto is uitgerust met Passive
Entry, raadpleeg dan voor meer infor-
matie "Keyless Enter-N-Go" onder
"Zaken die u moet weten voordat u de
motor start". KOFFERDEKSEL ONTGRENDELEN
Druk tweemaal binnen vijf seconden
op de kofferdekselknop op de af-
standsbediening om de kofferbak te
ontgrendelen.
Als de auto is uitgerust met Passive
Entry, raadpleeg dan voor meer infor-
matie "Keyless Enter-N-Go" onder
"Zaken die u moet weten voordat u de
motor start".
EXTRA
AFSTANDSBEDIENINGENPROGRAMMEREN
Sleutelhouders of RKE-
afstandsbedieningen kunnen worden
geprogrammeerd door een erkende
dealer.
VERVANGING BATTERIJ
AFSTANDSBEDIENING
Als vervangende batterij wordt een
CR2032-batterij aanbevolen. OPMERKING:
Materiaal uit perchloraat — kan
speciale behandeling vereisen.
Accu's kunnen gevaarlijke stof-
fen bevatten. Voer ze af in over-
eenstemming met de milieu-
voorschriften en plaatselijk
geldende voorschriften.
Raak de batterijaansluiting op de achterzijde en de printplaat
niet aan.
1. Verwijder de noodsleutel door de
mechanische vergrendeling aan de
achterzijde van de afstandsbediening
met uw duim opzij te schuiven en
18
PORTIERVERGRENDELINGHANDMATIGE
PORTIERVERGRENDELING
Als u alle portieren wilt vergrendelen,
drukt u de portiervergrendelknop op
ieder bekledingspaneel omlaag. Als u
de voorportieren wilt ontgrendelen,
trekt u de binnenhandgreep in de eer-
ste klikstand. Als u de achterportieren
wilt ontgrendelen, trekt u de portier-
vergrendelknop op het bekledings-
paneel omhoog.
Wanneer de vergrendelknop is inge-
drukt als u het portier sluit, is het
portier vergrendeld. Zorg daarom dat
de sleutelhouder niet binnen in de
auto is voordat u het portier dichtdoet.
WAARSCHUWING!
Voor uw persoonlijke veiligheid enbeveiliging in geval van een onge-
luk moet u de portieren tijdens het
rijden vergrendelen en wanneer u
het voertuig parkeert en verlaat.
Verwijder altijd uw sleutelhouder
bij het verlaten van het voertuig
en doe uw voertuig op slot.
Laat nooit kinderen alleen in een
auto achter of daar waar ze toe-
gang tot een niet afgesloten autohebben.
Kinderen zonder toezicht in een
auto achterlaten is om verschil-
lende redenen gevaarlijk. Kinde-
ren of derden kunnen ernstige of
dodelijke verwondingen oplopen.
Waarschuw kinderen dat ze niet
aan de handrem, het rempedaal of
de versnellingspook mogen ko-men.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter
in of in de buurt van de auto en
laat Keyless Enter-N-Go niet in de
stand ACC of ON/RUN staan. Een
kind zou de elektrische raambe-
diening of andere schakelaars
kunnen bedienen of de auto in
beweging kunnen brengen.
Centrale portiervergrendeling
Op het bekledingspaneel van beide
voorportieren vindt u een knop voor
elektrische portiervergrendeling. Met
deze schakelaar kunt u de portieren
vergrendelen en ontgrendelen.
Portiervergrendelknop
Schakelaar centrale
portiervergrendeling
20
De portieren kunnen ook worden ver-
grendeld en ontgrendeld met het
Keyless Enter-N-Go (Passive Entry)
systeem. Raadpleeg voor meer infor-
matie "Keyless Enter-N-Go" in "Za-
ken die u moet weten voordat u de
motor start".
Wanneer u op de schakelaar van de
portiervergrendeling drukt als het
contact in de stand ACC of ON/RUN
staat en een voorportier is geopend,
zal de centrale portiervergrendeling
niet werken. Hierdoor wordt voorko-
men dat u per ongeluk de sleutelhou-
der achterlaat in de auto. De centrale
portiervergrendeling wordt weer in-
geschakeld door het contact naar de
stand OFF te draaien of het portier te
sluiten. Als een portier is geopend en
het contact staat in de stand ACC of
ON/RUN, klinkt een geluidssignaal
om u eraan te herinneren de sleutel-
houder te verwijderen. Automatische
portiervergrendeling (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De automatische portiervergrendeling
is standaard uitgeschakeld. Wanneer
deze ingeschakeld is, worden de por-tieren automatisch vergrendeld als de
rijsnelheid hoger is dan 24 km/u. De
automatische portiervergrendeling
kan door de erkende dealer in of bui-
ten werking worden gesteld op schrif-
telijk verzoek van de klant. Bezoek uw
erkende servicedealer.
Automatisch portieren
ontgrendelen bij uitstappen
Bij auto's met elektrische vergrende-
ling worden de portieren automatisch
ontgrendeld, wanneer:
1. de functie voor het automatische
ontgrendelen van de portieren bij uit-
stappen is ingeschakeld.
2. de auto in de versnelling staat en
de auto tot stilstand is gekomen,
3. de versnellingsbak in NEUTRAL
of PARK staat,
4. het bestuurdersportier is geopend,
5. de portieren niet al eerder werden
ontgrendeld,
6. de auto stilstaat.
Programmeren van de functie
automatisch portieren
ontgrendelen bij uitstappen
Raadpleeg om de actuele instellingen
te veranderen "Uconnect Touch™ in-
stellingen" in "Uw instrumentenpa-
neel begrijpen" voor meer informatie. OPMERKING:
Gebruik de functie voor het auto-
matisch ontgrendelen van portie-
ren in overeenstemming met de
plaatselijke geldende wettelijkevoorschriften.
KINDERSLOTEN —
ACHTERPORTIEREN
Voor de veiligheid van kleine kinde-
ren die meerijden op de achterste zit-
plaatsen, zijn de achterportieren uit-
gerust met een kinderslot.
Activeren en deactiveren van het kinderslot
1. Open het achterportier.
2. Steek het uiteinde van de nood-
sleutel in het slot en draai de sleutel
naar de stand LOCK (vergrendelen)
of UNLOCK (ontgrendelen).
21
3. Herhaal stappen 1 en 2 voor het
andere achterportier.WAARSCHUWING!
Zorg dat bij een aanrijding niemand
in de auto wordt opgesloten. Vergeet
niet dat u de achterportieren uitslui-
tend vanaf de buitenzijde kunt ope-
nen wanneer het kinderslot is geac-
tiveerd.
OPMERKING:
Ga als volgt te werk om de auto bij
noodgevallen ook vanaf de achter-
ste zitplaatsen te kunnen verlaten
terwijl het kinderslot is geacti-
veerd: trek de portiervergrendel-
knop met de hand omhoog naar de
ontgrendelde stand, doe het raam
omlaag en open het portier via debuitenhandgreep. KEYLESS ENTER-N-GO
Het Passive Entry-systeem biedt ver-
beteringen ten opzichte van het sys-
teem met afstandsbediening (RKE)
en is een functie van Keyless Enter-N-
Go. Met deze functie kunt u de portie-
ren van uw auto vergrendelen en ont-
grendelen zonder dat u op de
afstandbediening de vergrendel- en
ontgrendelknoppen hoeft in te druk-ken. OPMERKING:
Passive Entry kan ON/OFF (aan/
uit) worden geprogrammeerd,
raadpleeg voor meer informatie
"Uconnect Touch™ instellin-
gen" in "Uw instrumentenpa-
neel begrijpen".
Als u handschoenen draagt of als de portierhandgreep met
Passive Entry is natgeregend, is
het mogelijk dat de handgreep
minder gevoelig wordt en daar-
door langzamer ontgrendelt.
Als de auto wordt ontgrendeld met de afstandsbediening of
Passive Entry en er wordt bin-
nen 60 seconden geen portier ge- opend, worden de portieren
weer vergrendeld en wordt (voor
bepaalde uitvoeringen/
markten) het alarmsysteem in-geschakeld.
Ontgrendelen vanaf debestuurderszijde:
Houd een geldige afstandsbediening
met Passive Entry binnen 1,5 m van
de handgreep van het bestuurderspor-
tier en pak deze handgreep vast om
het bestuurdersportier automatisch te
ontgrendelen. De vergrendelknop aan
de binnenzijde van de portieren zal
omhoog komen wanneer het portier
wordt ontgrendeld. OPMERKING:
Als "Unlock All Doors 1st Press"
(ontgrendel alle portieren na één
Functie kinderslot
Handgreep van het
bestuurdersportier vastpakken
22
KOFFERRUIMTE
VERGRENDELEN ENOPENEN
Het kofferdeksel kan vanuit de auto
worden geopend door op de ontgren-
delknop voor de kofferruimte te druk-
ken. Deze bevindt zich op het instru-
mentenpaneel links naast hetstuurwiel. OPMERKING:
De transmissie moet in PARK
staan, anders werkt de knop niet.Het kofferdek-
sel kan van
buitenaf wor-
den ontgren-
deld door twee
keer binnen
vijf seconden
op de koffer-dekselknop
van de af-standsbedie-
ning te drukken, of door gebruik te
maken van de externe ontgrendel-
schakelaar aan de onderzijde van het kofferdeksel. De ontgrendelfunctie
werkt alleen als het voertuig niet is
vergrendeld.
Met het contact in de stand ON/RUN
verschijnt het symbool voor open kof-
ferbak op de instrumentengroep om
aan te geven dat de kofferruimte ge-
opend is. Nadat het kofferdeksel is
gesloten verschijnt de kilometerteller
weer.
Als het contactslot in de stand OFF
staat, blijft het symbool voor koffer-
bak open zichtbaar tot de kofferbak isgesloten.
Raadpleeg "Keyless Enter-N-Go" in
"Wat u moet weten voordat u de auto
start" voor meer informatie over be-
diening van de kofferbak met de func-
tie Passive Entry.
WAARSCHUWING KOFFERRUIMTE
WAARSCHUWING!
Zorg dat kinderen niet in de koffer-
ruimte kunnen komen. Zij mogen
niet van buitenaf naar binnen kun-
nen klimmen of zich vanuit het inte-
rieur toegang kunnen verschaffen.
Sluit het kofferdeksel altijd af wan-
neer u de auto onbeheerd achterlaat.
Eenmaal in de bagageruimte zullen
kleine kinderen niet altijd weer zelf
kunnen ontsnappen, ook niet als ze
via de achterbank waren binnenge-
komen. Kinderen die in de bagage-
ruimte vastzitten, kunnen overlijden
door verstikking of door extremehitte.
NOODONTGRENDELING KOFFERDEKSEL
Ter beveiliging is in het kofferdeksel-
slot een inwendige noodontgrendeling
ingebouwd. Mocht iemand in de ba-
gageruimte ingesloten raken, dan kan
het kofferdeksel eenvoudig worden
geopend door aan de lichtgevende
Kofferruimteont- grendelingsknop
27
vrijkomt. De zich opblazende zij-
airbag komt via de voegnaad in de
stoel naar buiten in de ruimte tussen
de inzittende en het portier. De zij-
airbag worden volledig opgeblazen in
ongeveer 10 milliseconden. De zijair-
bag wordt zo snel en krachtig opge-
blazen dat u gewond kunt raken wan-
neer u niet goed in de stoel zit, of
wanneer zich voorwerpen bevinden in
de ruimte waar de airbag zich ont-
vouwt. Dat geldt vooral voor kinde-
ren.
Opblaasmodules voor de extra gordijn-zijairbag
Tijdens botsingen waarbij de inwer-
king beperkt blijft tot een bepaalde
zone aan de zijkant van het voertuig,
zal het ORC mogelijk de extra
gordijn-zijairbags opblazen. Dit is af-
hankelijk van de kracht en de aard
van de botsing. In deze gevallen blaast
het ORC alleen de gordijn-zijairbag
op aan de kant van de botsing.
Er ontwikkelt zich een grote hoeveel-
heid niet-giftig gas om de gordijn-
zijairbag op te blazen. De gordijn-
zijairbag drukt de buitenrand van de
hemelbekleding opzij en bedekt hetzijraam. De airbag wordt in circa 30
milliseconden opgeblazen (ongeveer
een kwart van de tijd die nodig is om
met de ogen te knipperen). Dit ge-
beurt met zoveel kracht dat u letsel
kunt oplopen als u niet correct op uw
stoel zit en/of uw gordel niet (correct)
heeft vastgemaakt of als de gordijn-
zijairbag bij het opblazen een voor-
werp in uw richting wegdrukt. Dat
geldt vooral voor kinderen. De
gordijn-zijairbag heeft na het opbla-
zen slechts een dikte van circa 9 cm.
Omdat airbagsensoren de vertraging
van het voertuig schatten, zijn de
snelheid van het voertuig en de schade
geen goede indicatoren voor de nood-
zaak van het wel of niet opblazen van
een airbag.
Sensors frontale en zijbotsingen
Bij frontale en zijdelingse botsingen
kunnen de botsingsensors het ORC
helpen bij het bepalen van de juiste
reactie op de botsingen.
Verbeterd ongelukkenresponssysteem
Bij een botsing die leidt tot het opbla-
zen van de airbags zal het ORC, als
het communicatienetwerk en de voe-
ding intact blijven en afhankelijk van
de aard van de botsing, bepalen of het
geavanceerde ongelukkenresponssys-
teem de volgende functies uitvoert:
De brandstoftoevoer naar de motor
afsluiten.
De waarschuwingsknipperlichten inschakelen zo lang de accu energie
heeft of het contact wordt afgezet.
De binnenverlichting inschakelen en ingeschakeld laten zolang de
accu werkt, totdat de contactsleutel
wordt verwijderd of de contactsleu-
tel in de UIT-stand wordt gedraaid
met behulp van de Keyless GoStart/Stop-knop.
De deuren automatisch ontgrende- len.
Als een airbag wordt opgeblazen
Het ontwerp van de geavanceerde
frontairbags is zodanig uitgevoerd,
dat deze airbags na het opblazen on-
middellijk leeglopen. OPMERKING:
De voor- en/of zijairbags worden
niet bij alle botsingen opgeblazen.
45
Portieren ontgrendelen bijuitstappen (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer u deze functie selecteert,
worden alle portieren ontgrendeld
wanneer het voertuig stopt, de trans-
missie in de stand PARK of NEU-
TRAL geschakeld wordt en het be-
stuurdersportier geopend wordt.
Druk om uw keuze te maken op de
schermtoets Auto Unlock on Exit
(portieren ontgrendelen bij verlaten)
tot een vinkje naast de instelling ver-
schijnt, dat aangeeft dat de instelling
is geselecteerd. Druk op de scherm-
toets met de pijl naar links om naar
het vorige menu terug te keren.
Ontgrendelen met één druk op de sleutelhouder (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer de optie ontgrendelen met
één druk op de sleutelhouder is gese-
lecteerd, wordt alleen het bestuur-
dersportier ontgrendeld bij de eerste
druk op de toets UNLOCK van de
afstandsbediening. Wanneer de optie
ontgrendelen met één druk op de sleu-
telhouder is geselecteerd, moet u twee
keer op de toets UNLOCK van de afstandsbediening drukken om de an-
dere portieren te ontgrendelen. Wan-
neer u All Doors 1st Press selecteert,
ontgrendelen alle portieren bij de eer-
ste keer indrukken op de UNLOCK-
toets op de afstandsbediening. OPMERKING:
Als ontgrendelen met één druk op
de sleutelhouder is geprogram-
meerd, ontgrendelen alle portie-
ren, ongeacht welke Passive Entry-
portiergreep wordt vastgepakt. Als
ontgrendelen met één druk op de
sleutelhouder is geprogrammeerd,
wordt alleen het bestuurderspor-
tier ontgrendeld wanneer dit
wordt vastgepakt. Wanneer bij
Passive Entry de functie ontgren-
delen met één druk op de sleutel-
houder is geprogrammeerd en de
handgreep meer dan één keer
wordt aangeraakt, wordt alleen
het bestuurdersportier geopend.
Wanneer de functie "Ontgrendel
bestuurdersportier na één keer
drukken" is geselecteerd en het
bestuurdersportier is geopend,
dan kunnen de overige portieren
ontgrendeld worden met behulpvan de ontgrendel-/
vergrendelschakelaar in het voer-
tuig (of gebruik de afstandsbedie-ning).
Passive Entry (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Met deze functie kunt u de portieren
van uw auto vergrendelen en ontgren-
delen zonder dat u de vergrendel- en
ontgrendelknoppen op de afstandsbe-
diening hoeft in te drukken. Druk om
uw keuze te maken op de schermtoets
Passive Entry tot een vinkje naast de
instelling verschijnt, dat aangeeft dat
de instelling is geselecteerd. Druk op
de schermtoets met de pijl naar links
om naar het vorige menu terug te
keren. Raadpleeg "Keyless Enter-N-
Go" in "Zaken die u moet weten voor-
dat u de motor start".
Persoonlijke instellingen van de sleutelhouder (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze functie zorgt ervoor dat de be-
stuurder makkelijker kan in- en uit-
stappen. Druk, om uw keuze te ma-
ken op de schermtoets Memory
Linked to FOB (geheugen gekoppeld
aan sleutelhouder) tot een vinkje
164
5
STARTEN EN BEDIENEN
STARTPROCEDURES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 183 AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK . . . . . 183
KEYLESS ENTER-N-GO . . . . . . . . . . . . . . . . 183
NORMAAL STARTEN — BENZINEMOTOR . . 184
EXTREEM KOUD WEER (TEMPERATUURLAGER DAN 29°C) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
ALS DE MOTOR NIET START . . . . . . . . . . . . 185
Na het starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
NORMAAL STARTEN — DIESELMOTOR . . . . 185
AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK . . . . . . . 188 SLEUTELBLOKKERING . . . . . . . . . . . . . . . . 189REM-/SCHAKELBLOKKERING . . . . . . . . . . . 189
ACHTTRAPS AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK – 3,6L MOTOR . . . . . . . 189
VERSNELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
VIJFTRAPS AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK – 3,0L
DIESELMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193
VERSNELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
AUTOSTICK® . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198 BEDIENING – 3,0L DIESELMOTOR . . . . . . . . 198
179