Page 201 of 257

Om schade aan uw auto te voorkomen
is de juiste sleepuitrusting vereist. Ge-
bruik uitsluitend sleepstangen en an-
dere uitrusting die speciaal voor dit
doel zijn gemaakt en volgt de instruc-
ties van de fabrikant van de uitrus-
ting. Het gebruik van veiligheidsket-
tingen is verplicht. Bevestig
sleepstangen of andere sleepuitrus-
ting altijd aan een dragend deel van
de auto, nooit aan bumpers of hieraan
bevestigde beugels. De verkeersvoor-
schriften met betrekking tot het sle-
pen van voertuigen moeten worden
opgevolgd.
Wanneer u tijdens het slepen accessoi-
res wenst te gebruiken (ruitenwissers,
ruitontdooier, enz.), dient de contact-
schakelaar in stand ON/RUN te staan
en niet in stand ACC.
LET OP!
Gebruik geen takelsysteem metsleeplus om de auto te slepen. Dit
kan het bumperpaneel beschadi-
gen.
Bij het vastmaken van de auto op
een autoambulance mogen de on-
derdelen in de wielophanging
vóór of achter niet worden vastge-
maakt. Door een foutieve sleep-
wijze kan uw auto worden bescha-
digd.
Duw of sleep deze auto niet met
een ander voertuig, omdat anders
het bumperpaneel en de versnel-
lingsbak beschadigd kan raken.
Als de te slepen auto bestuurbaar
moet blijven, moet het contactslot
in de stand ON staan en niet in de
standen LOCK of ACC. AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
De fabrikant raadt aan de auto op een
autoambulance te vervoeren (alle
wielen VAN de grond).
Als geen autoambulance beschikbaar
is en de versnellingsbak nog werkt,
kan de auto onder de volgende voor-
waarden met alle wielen op de grond
worden gesleept:
De schakelhendel moet in de stand
NEUTRAL staan.
De sleepafstand mag niet langer zijn dan 24 km.
De rijsnelheid mag niet hoger dan 40 km/u zijn.
194
Page 202 of 257

Als de transmissie niet werkt of de
auto moet worden gesleept met een
snelheid van meer dan 40 km/u of
over een afstand van meer dan
24 km, mogen de voorwielen tij-
dens het slepen niet de weg raken
(gebruik een flatbed-truck, dolly
of hefapparatuur die de voorwie-
len omhoog houdt).LET OP!
Als met een snelheid van meer dan
40 km/u of over een afstand van
meer dan 24 km wordt gesleept met
de voorwielen op de weg, kan zware
schade aan de transmissie ontstaan.
Dergelijke schade wordt niet gedekt
door de standaardgarantie.ZONDER
CONTACTSLEUTEL
Er moeten speciale voorzorgsmaatre-
gelen worden genomen wanneer de
auto wordt gesleept met de contact-
schakelaar in de stand LOCK. De
beste methode om uw auto te vervoe-
ren is op een trailer of dieplader. Als
deze echter niet beschikbaar is, mag
uw auto met een takelwagen met een
"bril" worden gesleept. Het achter-
waarts slepen (met de voorwielen op
de grond) is niet toegestaan, omdat de
transmissie dan wordt beschadigd.
Als het achterwaarts slepen het enige
alternatief is, moeten de voorwielen
op een dolly worden geplaatst. Om
schade aan uw auto te voorkomen is
de juiste sleepuitrusting vereist.
LET OP!
Als u deze sleepmethoden niet volgt,
kan dit ernstige schade aan de ver-
snellingsbak tot gevolg hebben. Der-
gelijke schade wordt niet gedekt
door de standaardgarantie.
195
Page 215 of 257

breng dan de auto tot stilstand, zet de
motor af en laat hem afkoelen. Laat
onmiddellijk daarna onderhouds-
werkzaamheden uitvoeren, met inbe-
grip van het afstellen van de motor
volgens specificaties van de fabrikant.
Houd rekening met het volgende om
mogelijke schade aan de katalysator
tot een minimum te beperken:
U mag nooit de motor uitzetten ofhet contact uitschakelen tijdens het
rijden en wanneer de versnellings-
bak in een versnelling is gescha-
keld.
Probeer de auto niet te starten door deze te duwen of te slepen.
Laat de motor niet stationair draaien als een of meerdere bougies
zijn losgekoppeld of verwijderd,
bijvoorbeeld tijdens diagnosetests,
of gedurende langere perioden
waarbij de motor zeer onregelmatig
stationair draait of sprake is van
afwijkende bedrijfsomstandighe-
den. KOELSYSTEEM
WAARSCHUWING!
Als u werkzaamheden gaat ver-
richten in de buurt van de radia-
torventilator, moet u de ventila-
tormotor loskoppelen of de
contactschakelaar in de stand
LOCK zetten. De ventilator is
temperatuurgeregeld en kan op
elk moment gaan draaien als de
contactschakelaar in de stand ON
staat.
Hete koelvloeistof (antivries) en
stoom uit de radiateur kunnen
ernstige brandwonden veroorza-
ken. Als u stoom van onder de
motorkap hoort of ziet komen,
mag u de motorkap pas openen
nadat de radiateur voldoende is
afgekoeld. Open nooit de vuldop
van het koelsysteem als de radi-
ateur heet is.
LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, raden
wij u aan om het juiste gereedschap,
originele reserveonderdelen van
LANCIA en de vereiste vloeistoffen
te gebruiken. Voer geen onderhoud
uit als u geen ervaring hebt.
Controle van koelvloeistof
Controleer de koelvloeistof (antivries)
ieder jaar (bij voorkeur voordat de
vorst invalt). Als de koelvloeistof (an-
tivries) vuil of roestig lijkt, moet het
systeem worden afgetapt en doorge-
spoeld en daarna met nieuwe koel-
vloeistof (antrivries) worden gevuld.
Controleer of de voorzijde van de
airco-condensor vrij is van insecten-
resten, bladeren, enz. Spuit de voor-
zijde van de condensor indien nodig
voorzichtig verticaal vanaf de boven-
kant schoon met een tuinslang.Controleer de slangen van het koel-
vloeistofreservoir op broos rubber, bar-
sten, scheuren, insnijdingen en vloei-
208
Page:
< prev 1-8 9-16 17-24