Page 10 of 268
Interieur
8
COCKPIT
1.
Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
2.
Instrumentenpaneel met display.
3.
Schakelaar ruitenwissers,
ruitensproeiers, boordcomputer.
4.
Versnellingshendel.
5.
Contact.
6.
Bediening autoradio.
7.
Airbag bestuurder, claxon.
8.
Stuurwielverstelling in hoogte en
diepte.
9.
Koplampverstelling.
10.
Schakelaar snelheidsregelaar/-
begrenzer.
11 .
12V-aansluiting (max. 120 W), type
aansteker.
12.
Asbak.
13.
Dashboardkastje, AUX-aansluiting,
schakelaar uitschakeling
passagiersairbag.
Page 156 of 268

9.4
01
2
8
16
18 17
71114 3
59
4 1512 13
61
10
BASISFUNCTIES
1. Aan/uit en volumeregeling.
2. Selecteren van de geluidsbron: radio,Jukebox, CD en externe apparatuur (AUX,indien geactiveerd in het confi guratiemenu). Lang indrukken: de CD naar de harde schijf kopiÎren.
3. Audio-instellingen: balans voor/achter, links/rechts, loudness, geluidssferen.
4. Weergave van de lijst radiozenders, de nummers van de CD of de MP3/USB/Jukebox-speellijsten. Lang indrukken:bijwerken van de lijst radiozenders.
5. Automatisch zoeken naar zenders inafl opende/oplopende volgorde. Selecterenvan het vorige/volgende nummer van deCD, MP3, USB of Jukebox
. Lang indrukken: snel vooruit en snelachteruit.
6. Selecteren van het golfbereik FM1, FM2, FMast, AM.
7. TA -functie (verkeersinformatie) AAN/UIT. Lang indrukken: toegang tot de PTY-functie(programmatypen radio).
8. Uitwerpen van de CD.
9. Opening voor SIM-kaart.
10. Alfanumeriek toetsenbord voor invoeren van omschrijvingen.
11. To egang tot het dienstenmenu "CITROÀN".
12. Selecteren en bevestigen.
13. Selecteren van de vorige/volgende MP3/USB/Jukebox-speellijst.
14. Annuleren van de bewerking. Langindrukken: terugkeren naar de actieve functie.
15. Weergave van het algemene menu.
16. Wijzigen van de schermweergave. Langindrukken: resetten van het systeem.
17. Selecteren van de weergave op het display van de functies TRIP, TEL, NAV en AUDIO.
18. Lang indrukken van de toets SOS: noodoproep.
Page 160 of 268
9.8
03SCHERM EN HOOFDMENU
Gebruik voor het schoonmaken van het displayeen zacht, niet-schurend doekje (bijvoorbeeld eenbrillendoekje) zonder schoonmaakmiddel.
VERKEERSINFORMATIE:TMC-informatie, meldingen.
KAART: oriëntatie, details,weergave.
NAVIGATIE: GPS, etappes,opties.
DIAGNOSE AUTO: logboekwaarschuwingsmeldingen, status van functies.
VIDEO: activeren, parameters.
CONFIGURATIE: parameters van de auto, weergave, tijd, talen, stem, AUX-aansluiting.
TELEMATICA: telefoon,index, SMS.
AUDIO FUNCTIES: radio, CD-speler, Jukebox, opties.
MENU-toets even ingedrukthouden: Help.
Page 182 of 268
9.30
06
1
2
AUDIO/VIDEO
Sluit het externe apparaat (MP3-speler…) aan op de
audioaansluitingen (wit en rood, type RCA) in het dashboardkastje met eengeschikte kabel (JACK-RCA). Druk op de toets MENU en selecteer achtereenvol
gens de functies "Confi guratie", "Geluid" en "Activeren externe geluidsbron" om de AUX-ingang van de NaviDrive te activeren.
Het is niet mo
gelijk om bestanden vanaf de externe apparatuur naar de harde schijf te kopiÎren. Druk herhaalde malen op de toets
SOURCE om "AUX" te selecteren.
AUX-INGANG GEBRUIKEN
AUDIOKABEL (JACK-RCA) NIET BIJGELEVERD
De weer
gave en bedieningsfuncties verlopen via de externe
apparatuur zelf.
Page 195 of 268

9.43
10
automatisch
handmatig
5
5
duur gesprekken
beschikbare netwerken
3
4
op nul zetten4
PIN-code beheren3
activeren/deactiveren
PIN-code o
pslaan 4
4
PIN-code wijzigen 4
belopties3
telefoongesprekken confi gureren
tonen van m
ijn nummer
automatisch opnemen na x keer over
gaan
5
5
4
opties beltonen
voor
gesprekken
voor
SMS-berichten
5
5
4
nummer voicemail
geluidssignaal SMS 6
3
de gesprekkenlijst wissen3
wijze van activeren3
BLUETOOTH FUNCTIES 2
niet actief
actief en zichtbaar
actief en niet zichtbaar
4
4
4
lijst met gekoppelde randapparatuur3
de naam van de radiotelefoon wijzigen3
identifi catiecode3
wijze van synchroniseren van de index3
geen synchronisatie
de index van de telefoon zien
de index van de SIM-kaart zien
4
4
4
alle indexen zien
4
CONFIGURATIE
de kleur kiezen
CONFIGURATIE DISPLAY
1
2
3
lichtsterkte regelen3
datum en tijd instellen3
eenheden kiezen3
gesproken berichten instellen
GELUIDEN2
3
instellingen spraaksturing3
volume van de instructies
v
olume andere berichten
4
4
een vrouwelijke/mannelijke stem kiezen4
AUX-ingang activeren/deactiveren3
TAALKEUZE
2
PARAMETERS VAN DE AUTO DEFINIËREN*2
MENUSTRUCTUUR DISPLAY
*
De parameters variëren afhankelijk van de auto.
Page 220 of 268
9.68
07
43 1
2
MULTIMEDIASPELERS
Sluit het externe apparaat (mp3-/WMA-speler…) met deJACK-RCA audiokabel aan op
de RCA-audioaansluitingen(wit en rood).
Druk op de toets MUSIC en druk
no
gmaals op de toets of selecteer defunctie Menu "Muziek" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de
geluidsbron AUXen druk op de draaiknop om tebevestigen, waarna het afspelen automatisch begint.
Selecteer de functie "Aux-ingang" en
druk op de draaiknop om het externe
apparaat te activeren.
Aux-ingang
AUX-INGANG GEBRUIKEN
Menu "Muziek"
AUDIOKABEL JACK-RCA NIET
BIJGELEVERD
De weergave- en bedieningsfuncties verlopen via de externe
apparatuur zelf.
Page 244 of 268
9.92
05
1
21
2
de externe apparatuur zelf.
Stel eerst het volume van uw draagbare
apparatuur af.
Stel vervolgens het volume van deautoradio af.
AUX-INGANG GEBRUIKEN
VOLUMEREGELING EXTERNE
APPARATUUR
USB-BOX
JACK- of USB-aansluiting (afhankelijk van de uitvoering van de auto)
Sluit eenzelfde extern apparaat niet te
gelijkertijd aan via de JACK-aansluiting en de USB-aansluiting.
Sluit het externe apparaat (mp3-speler...)met behulp van een adapterkabel (nietmeegeleverd) op de JACK- of USB-aansluiting aan.
Druk herhaalde malen op de toets
SOURCE om AUX te selecteren.
De AUX-aansluitin
g JACK of USB dient om een extern apparaat(mp3-speler…) aan te sluiten.