9.45
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAGANTWOORDOPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussende verschillende geluidsbronnen(radio, CD...).
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, muziekstijl, loudness) voor elke geluidsbron afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een anderegeluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn.
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, muziekstijl, loudness) zijnafgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen,hoge tonen, fader, balans) in de middelste standte zetten, de muziekstijl "Geen" te selecteren ende functie Loudness in de stand "Actief" te zettenals de CD-speler is geselecteerd, en in de stand"Inactief" te zetten als de radio is geselecteerd.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteemdat niet door de autoradio wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde bovenin de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel isbeschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD'sis onvoldoende om deze door de autoradio te laten afspelen.
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, muziekstijl) zijn niet op deCD-speler afgestemd.
Zet het niveau van de bassen of de hoge tonenop 0, zonder een muziekstijl te selecteren. In de onderstaande tabel vindt u de antwoorden op de meest
gestelde vragen.
9.50
01
11
55
101
22
334466
131
111
99
144155
77881212161
1. Motor afgezet: - Kort indrukken: aan/uit
.- Lang indrukken: CD pauzeren, geluidsweergave radio onderbreken. Draaiende motor: - Kort indrukken: CD pauzeren, geluidsweergaveradio onderbreken. - Lang indrukken: resetten van het systeem.2. Volumeregeling (individueel voor iedere geluidsbron, inclusief berichten en waarschuwingen van hetnavigatiesysteem). 3. To egang tot het Menu "Radio". Weergave van het zenderoverzicht.4. To egang tot het Menu "Muziek". Weergave van tracks.
5. To egang tot het Menu "SETUP". Lang indrukken: toegang tot het GPS-bereik ende demo-modus. 6. To egang tot het Menu "Telefoon". Weergave van het logboek gesprekken. 7. To egang tot het Menu "MODE". Selecteren van het achtereenvolgens weergevenvan: Radio, Kaart, NAV (tijdens navigatie), Telefoon(tijdens een gesprek), Boordcomputer. Lang indrukken: black-panelfunctie (DARK).8. To egang tot het Menu "Navigatie". Weergave van de laatst gekozen bestemmingen.9. To egang tot het Menu "Verkeer". Weergave vande actuele verkeersinformatie.10. ESC: huidige bewerking afbreken.11. CD uitwerpen.
12.Selecteren van de vorige/volgende radiozender in het overzicht. Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst. Selecteren van het vorige/volgende pagina in een lijst.
13. Selecteren van de vorige/volgende radiozender. Selecteren van de vorige/volgende titel van een CD of vorig/volgend MP3-bestand. Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst.
14. Toetsen 1 t/m 6: Selecteren van een in het geheugen opgeslagenradiozender. Lang indrukken: in het geheugen opslaan van de huidige radiozender.
15. SD-kaartlezer, uitsluitend voor navigatie.
16. Selectieknop voor de weergave op het display, afhankelijk van de context van het menu. Kort indrukken: contextmenu of bevestigen. Lang indrukken: specifi ek contextmenu van de weergegeven lijst.
BASISFUNCTIES
BEDIENINGSPANEEL MyWay
3 - 4. Lang indrukken: toegang tot de audio-instellingen: geluidsverdeling voor/achter,ggg
links/rechts, lage-/ hogetonenregeling,gg g
sfeerinstellingen, loudness, automatische volumecorrectie, standaardinstellingen.
9.66
07MULTIMEDIASPELERS
CD, CD MET MP3- OF WMA-BESTANDEN
INFORMATIE EN TIPS
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de standaardISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnenafspelen.
Als de
CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat dezeniet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één
CD niet meer dan één standaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam de
standaard Joliet te gebruiken.
De MyWay speelt bestanden met de extensie ".mp
3" en een bitrate
van 8 tot 320 Kbps en bestanden met de extensie ".wma" en een
bitrate van 5 tot 384 Kbps af.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden
afgespeeld.
Geluidsbestanden met een andere extensie
(.mp4, .m3u...) kunnen
niet worden afgespeeld. De
formaten MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Audio Layer 3) en WMA (afkorting van Windows Media Audio, eigendom
van Microsoft) zijn standaarden voor het comprimeren van geluid
die de mogelijkheid bieden enkele tientallen nummers op één CD
te plaatsen.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwi
jder speciale tekens (bijv.: " " ? ; ù) om problemen met het afspelen of de weergave te voorkomen.
9.68
07
43 1
2
MULTIMEDIASPELERS
Sluit het externe apparaat (mp3-/WMA-speler…) met deJACK-RCA audiokabel aan op
de RCA-audioaansluitingen(wit en rood).
Druk op de toets MUSIC en druk
no
gmaals op de toets of selecteer defunctie Menu "Muziek" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de
geluidsbron AUXen druk op de draaiknop om tebevestigen, waarna het afspelen automatisch begint.
Selecteer de functie "Aux-ingang" en
druk op de draaiknop om het externe
apparaat te activeren.
Aux-ingang
AUX-INGANG GEBRUIKEN
Menu "Muziek"
AUDIOKABEL JACK-RCA NIET
BIJGELEVERD
De weergave- en bedieningsfuncties verlopen via de externe
apparatuur zelf.
9.78
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORD OPLOSSING
Er i
s een verschil in geluidskwaliteit tussende verschillende geluidsbronnen(radio, CD...).Voor een optimaal luister
genot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) voor elke geluidsbronafzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een anderegeluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn. Controleer of de audio-instellin
gen (volume,
bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn
afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen,hoge tonen, fader, balans) in de middelste stand
te zetten, de geluidssfeer Geen te selecteren en de functie Loudness in de stand "Actief" te zetten
als de CD-speler is geselecteerd en in de stand"Inactief" te zetten als de radio is geselecteerd.
D
e CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door
de CD-speler. De
CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveili
gingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
-
Controleer of de CD met de juiste zijde boven
in de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf
is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk "Audio".
- De CD-speler van de autoradio kan geen
DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's
is onvoldoende om deze door de autoradio telaten afspelen.
De CD-speler levert een
slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is bekrast of van slechte kwaliteit. Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen
(bassen, hoge tonen, geluidssfeer) zijn niet op de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen
op 0, zonder een geluidssfeer te selecteren.
9.83
AUTORADIO
Uw Autoradio is zodanig gecodeerd dat deze uitsluitendin uw auto functioneert. Raadplaag het CITROËN-netwerk als u het systeem voor gebruik inpg
een andere auto wilt laten confi gureren.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen
die zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Enk
ele minuten na het afzetten van de motor kan deautoradio zichzelf uitschakelen om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
AUTORADIO / BLUETOOTH
01 Basisfuncties
02 Stuurkolomschakelaars
03 Hoofdmenu
04 Audio
05 USB Box
06 Bluetooth functies
07 Configuratie
08 Boordcomputer
09 Menustructuur displays blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz. 9.84
9.85
9.86
9.87
9.90
9.93
9.95
9.97
9.98
INHOUD
Veelgestelde vragen blz. 9.103
9.84
01
1
22
10101111
133144155
33445566778899
122
BASISFUNCTIES
1. Aan/uit en volumeregeling.2. Uitwerpen van de CD. 3. Selecteren van de weergave op het display: Audiofuncties (AUDIO), Boordcomputer (TRIP) en Telefoon (TEL).4. Selecteren van de geluidsbron: radio, audio-CD-/MP3-CD-speler, USB, Jack-aansluiting, streaming audio. 5. Selecteren van het golfbereik FM1, FM2,FMast en AM.6. Instellen van de geluidsweergave: geluidsverdeling voor/achter, links/rechts, loudness, geluidssferen. 7. Weergave van de lijst radiozenders, de nummers van de CD of deMP3-afspeellijsten.
8. Annuleren van de bewerking.
9. Functie TA (verkeersinformatie) AAN/UIT. Lang indrukken: toegang tot de PTY-functie(programmatypen radio).
10. Bevestigen.
11. Automatisch zoeken naar zenders inafl opende/oplopende volgorde. Selecteren van het vorige/volgende nummer van de CD, MP3 of USB.
12. Selecteren van een lagere/hogereradiofrequentie. Selecteren van de vorige/volgendeMP3-afspeellijst. Selecteren van bestandenlijst / muziekstijl / artiest / vorige of volgende afspeellijst van het USB-apparaat.
13. Weergave van het algemene menu.
14. Toetsen 1 t/m 6:
Selecteren van een opgeslagen voorkeuzezender
.
Lang indrukken: opslaan van een zender alsvoorkeuzezender.
15. Met de toets DARK kan de weergave vanhet display worden gewijzigd voor extrarijcomfort 's nachts.
1keer indrukken: alleen verlichting van hetr
bovenste gedeelte.
2keer indrukken: display volledig r
uitschakelen.
3keer indrukken: terugkeren naar de normaler
weergave.
9.87
04
1
2
3
4
1
2
3
4
AUDIO
Druk herhaalde malen op de toetsSOURCE om de radiofunctie teselecteren.
Druk op de toets BAND A
ST om het golfbereik te selecteren: FM1, FM2,
FMast of AM.
Druk kort op een van de toetsen om
automatisch naar zenders te zoeken.
Druk op een van de toetsen om
handmatig naar zenders te zoeken.
Druk op de toets LI
ST REFRESH
voor een lijst van de beschikbare zenders in het gebied waar u zich
bevindt (maximaal 30 zenders).
Druk lan
ger dan 2 seconden op de
toets om deze lijst bij te werken.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de
RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets
te maken met een storing in de autoradio.
RDS
RADIO
SELECTEREN VAN EEN ZENDER
Druk op de toets MENU.
Selecteer AUDIOFUNCTIES en druk
op OK.
Selecteer de functie VOORKEUZE
FM-BAND en druk op OK.
Selecteer RDS VOLGENACTIVEREN en druk op OK. Op het display verschijnt de aanduiding
RDS.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar
de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar kunt blijven
luisteren. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele land teontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele land
dekken. Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden kan wegvallen.