102
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
ST
ARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHE GEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
F0U185Abfig. 100F0U186Abfig. 101
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN fig. 101
Als een noodstart wordt uitgevoerd met een hulpaccu mag
de minkabel (−) vanaf de hulpaccu nooit met de minpool
A van de accu van de auto worden verbonden, maar moet
de minkabel op een massapunt op de motor of de
versnellingsbak worden aangesloten.
Opmerking Het is in alle gevallen mogelijk de motor
draaiend te houden door het Start&Stop-systeem uit te
schakelen.
STORINGEN
Bij een storing schakelt het Start&Stop-systeem uit.
De storing wordt aan de bestuurder getoond door het
branden van het algemene storingslampje A-fig. 99,
indien aanwezig, het verschijnen van een melding en
een symbool voor een systeemstoring B-fig. 99 op het
instrumentenpaneel. Wendt u in dat geval tot het
Abarth Servicenetwerk.
AUTO LANGERE TIJD STALLEN fig. 100
Als de auto langere tijd niet wordt gebruikt, dan moet
er in het bijzonder op worden gelet dat de elektrische
voeding van de accu wordt losgemaakt. Hiervoor moet
de aansluiting A (door bediening van knop B) worden
losgekoppeld van de accuconditiesensor C, die op de
Wendt u voor het vervangen van de accu
altijd tot het Abarth Servicenetwerk.
Vervang de accu door een accu van hetzelfde
type (HEAVY DUTY) en met dezelfde specificaties.
ATTENTIE
minpool D van de accu is gemonteerd. Deze sensor mag
nooit worden losgekoppeld van de accu, behalve als de
accu wordt vervangen.
069-108 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:12 Pagina 102
130
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHE GEGEVENS
ALFABETISCH REGISTERBedenk dat als de contactsleutel in
stand MAR staat, ook bij uitgezette
motor de airbags geactiveerd kunnen worden
als de auto wordt aangereden door een andere
auto. Daarom mogen, ook als de auto stilstaat,
absoluut geen kinderen op de passagiersstoel
voor worden geplaatst. Als de contactsleutel
echter in stand STOP staat, wordt bij een
ongeval geen enkel beveiligingssysteem (airbag
of gordelspanners) geactiveerd; als een systeem
niet in werking treedt, betekent dit niet dat het
systeem niet goed werkt.
ATTENTIE
Laat bij diefstal of een poging tot
diefstal, bij beschadiging of als de auto
bij een overstroming onder water is geweest, het
airbagsysteem door het Abarth Servicenetwerk
controleren.
ATTENTIE
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje “(met de
frontairbag aan passagierszijde ingeschakeld)
enkele seconden knipperen, om u eraan te
herinneren dat de airbag aan passagierszijde bij
een botsing wordt geactiveerd. Hierna moet het
lampje doven.
ATTENTIE
De stoelen mogen niet met water
worden afgenomen of met stoom
worden gereinigd (met de hand of in een
automatisch wasapparaat).
ATTENTIE
De frontairbag treedt in werking als de
botsing zwaarder is dan een botsing
waarbij alleen de gordelspanners worden
geactiveerd. Bij aanrijdingen die tussen die twee
drempelwaarden in liggen, treden alleen de
gordelspanners in werking.
ATTENTIE
Haak geen harde voorwerpen aan de
kledinghaakjes en aan de
steunhandgrepen.
ATTENTIE
De airbag is geen vervanging voor de
veiligheidsgordels, maar een aanvulling.
Omdat de frontairbags niet worden geactiveerd
bij frontale botsingen bij lage snelheid, bij
zijdelingse aanrijdingen en als de auto van
achter wordt aangereden of over de kop slaat,
worden in deze gevallen de inzittenden
uitsluitend door de veiligheidsgordels
beschermd. De gordels moeten dus altijd
gedragen worden.
ATTENTIE
109-130 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:14 Pagina 130
MOTOR OPWARMEN NA HET STARTEN
Ga als volgt te werk:
❒rijd rustig weg, laat de motor niet met hoge
toerentallen draaien en trap het gaspedaal niet
bruusk in;
❒verlang de eerste kilometers geen maximale
prestaties. Wij raden u aan te wachten tot de
wijzernaald van de koelvloeistoftemperatuurmeter
begint te bewegen.
132
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEV
ALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHE GEGEVENS
ALFABETISCH REGISTERHoud er rekening mee dat de rem- en de
stuurbekrachtiging niet werken zolang de
motor niet is aangeslagen, waardoor
meer kracht nodig is voor de bediening van het
rempedaal en het stuur.
Probeer auto’s nooit te starten door ze
aan te duwen, te slepen of van een
helling af te laten rijden. Op die wijze kan
er onverbrande brandstof in de katalysator
terechtkomen, waardoor deze onherstelbaar zal
beschadigen.
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan;
❒zet de versnellingspook in de vrijstand;
❒trap het koppelingspedaal geheel in, zonder het
gaspedaal in te trappen;
❒draai de contactsleutel in stand AVV en laat de
sleutel los zodra de motor is aangeslagen.
Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet
u de sleutel terugdraaien in stand STOP voordat
u opnieuw start.
Als met de contactsleutel in stand MAR het lampje
Yop het instrumentenpaneel samen met het lampje
Ublijft branden, raden wij u aan de sleutel in stand
STOP te draaien en vervolgens weer in stand MAR; als
het lampje nog steeds blijft branden, probeer het dan
met de andere geleverde sleutels.
BELANGRIJK Als het lampje
Yop het
instrumentenpaneel constant blijft branden, wendt u dan
onmiddellijk tot het Abarth Servicenetwerk.
BELANGRIJK Laat de contactsleutel niet in stand MAR
staan als de motor is uitgezet.
131-140 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:13 Pagina 132
133
MOTOR UITZETTEN
Draai bij stationair draaiende motor de contactsleutel in
stand STOP.
BELANGRIJK Het is beter om de motor na een zware
rit even „op adem” te laten komen. Zet de motor niet
onmiddellijk uit, maar laat hem even stationair draaien.
Hierdoor kan de temperatuur in de motorruimte dalen.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEV
ALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Gasgeven voordat u de motor uitzet heeft
geen enkel nut, verspilt brandstof en is,
vooral voor motoren met
turbocompressor, schadelijk.
F0U124Abfig. 124
PARKEREN
Ga als volgt te werk:
❒zet de motor uit en trek de handrem aan;
❒schakel een versnelling in (de 1eals de weg omhoog
loopt, de achteruit als de weg omlaag loopt) en zet
de voorwielen iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling staat, blokkeer de
wielen dan met stenen of wiggen. Laat de
contactsleutel nooit in het contactslot zitten omdat
hierdoor de accu ontlaadt. Neem bovendien de sleutel
altijd uit het contactslot als u de auto verlaat.
Laat kinderen nooit alleen achter in de
auto. Neem de sleutel altijd uit het
contactslot als u de auto verlaat en neem de
sleutel mee.
ATTENTIE
131-140 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:13 Pagina 133
136
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEV
ALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHE GEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
RIJSTIJL
Starten
Laat bij stilstaande auto de motor niet warmdraaien met
stationair toerental en ook niet met een verhoogd
toerental: onder deze omstandigheden warmt de motor
veel langzamer op, terwijl het verbruik en de schadelijke
uitlaatgasemissie toenemen. Het is beter om rustig weg
te rijden en geen hoge toerentallen te gebruiken: op
deze manier warmt de motor sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in als u stilstaat voor een
stoplicht of voordat u de motor afzet. Deze handeling
heeft evenals het overschakelen met tussengas, geen
enkel nut. Het kost brandstof en verhoogt de uitstoot
van schadelijke uitlaatgassen.
Keuze van de versnellingen
Gebruik als het verkeer en de weg het toelaten de
hoogste versnelling. Het inschakelen van een lage
versnelling voor een snelle acceleratie verhoogt het
brandstofverbruik. Bij het oneigenlijke gebruik van een
hoge versnelling neemt het verbruik en de schadelijke
uitlaatgasemissie toe. Bovendien slijt de motor hierdoor
sneller.
Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of skidrager als u deze niet
gebruikt. Ze verminderen de aerodynamica van de auto,
waardoor het brandstofverbruik toeneemt. Gebruik
voor het vervoer van volumineuze voorwerpen bij
voorkeur een aanhanger.
Stroomverbruikers
Gebruik elektrische accessoires uitsluitend als u ze
nodig hebt. De achterruitverwarming, de verstralers,
de ruitenwissers en de aanjager van het ventilatie-/
verwarmingssysteem vragen veel stroom, waardoor
het brandstofverbruik toeneemt (tot aan 25% in
stadsverkeer).
Airconditioning
De airconditioning gebruikt zeer veel energie, waardoor
het brandstofverbruik sterk toeneemt (tot gemiddeld
20%): gebruik wanneer de buitentemperatuur het
toelaat, bij voorkeur de functies van het
ventilatiesysteem.
Aerodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde aerodynamische
accessoires kan de aerodynamica negatief beïnvloeden,
waardoor het brandstofverbruik zal toenemen.
131-140 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:13 Pagina 136
141
LAMPJES EN MELDINGEN
ALGEMENE OPMERKINGEN
Het branden van enkele lampjes/symbolen gaat gepaard
met een specifiek bericht en/of een akoestisch signaal.
Deze meldingen zijn beknopt en uit voorzorg en moeten
als een aanvulling worden gezien en niet als alternatief
voor de informatie in dit Instructieboek. Wij raden
u daarom aan dit Instructieboek goed door te lezen.
Houdt u bij een storing altijd aan de aanwijzingen die in
dit hoofdstuk beschreven worden.
BELANGRIJK De storingsmeldingen die op het
instelbare multifunctionele display verschijnen, zijn
onderverdeeld in twee categorieën: ernstige storingen
en minder ernstige storingen.
De meldingen voor ernstige storingen worden langdurig
„cyclisch” herhaald.
De meldingen voor minder ernstige storingen worden
gedurende een kortere tijd „cyclisch” herhaald.
U kunt de weergavecyclus van beide categorieën
onderbreken door op de knop MENU ESC te drukken.
De lampjes op het instrumentenpaneel blijven branden,
totdat de oorzaak van de storing is verholpen.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERLAMPJES EN MELDINGEN
Als het lampje xtijdens het rijden gaat
branden (er verschijnt ook een melding
op het display), stop dan onmiddellijk en wendt
u tot het Abarth Servicenetwerk.
ATTENTIE
TE LAAG
REMVLOEISTOFNIVEAU (rood)
AANGETROKKEN HANDREM (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje
doven.
Te laag remvloeistofniveau
Het lampje gaat branden als het remvloeistofniveau in
het reservoir onder het minimum niveau is gedaald,
bijvoorbeeld door lekkage in het remsysteem.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
x
Aangetrokken handrem
Het lampje gaat branden als de handrem wordt
aangetrokken.
Als de auto in beweging is, hoort u bij enkele
uitvoeringen ook een akoestisch signaal.
BELANGRIJK Als het lampje tijdens het rijden gaat
branden, controleer dan of de handrem niet is
aangetrokken.
141-150 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:11 Pagina 141
145
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait en het lampje Ugaat niet
branden of het gaat branden of knipperen
tijdens het rijden (er verschijnt ook een melding
op het display), wendt u dan zo snel mogelijk
tot het Abarth Servicenetwerk. De werking van
het lampje U kan met speciale apparatuur
door de verkeerspolitie gecontroleerd worden.
Houdt u aan de wetgeving van het land waarin
u rijdt.
ATTENTIE
Als het lampje knippert, moet het gaspedaal minder diep
worden ingetrapt om het motortoerental te verlagen
totdat het lampje stopt met knipperen; u kunt met
matige snelheid doorrijden waarbij rij-omstandigheden
moeten worden vermeden die kunnen leiden tot het
opnieuw gaan knipperen van het lampje. Wendt u zo
snel mogelijk tot het Abarth Servicenetwerk. TE HOGE
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR
(rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje
doven. Het lampje gaat branden als de motor te warm
is. Als het lampje gaat branden, moeten de volgende
maatregelen worden genomen:
❒ bij normale rij-omstandigheden: stop de auto, zet de
motor uit en controleer of het niveau van de
koelvloeistof in het reservoir onder het MIN-
merkteken staat. Als dat het geval is, wacht dan
enkele minuten zodat de motor kan afkoelen, open
vervolgens langzaam en voorzichtig de dop, vul
koelvloeistof bij en controleer of de koelvloeistof
tussen het MIN- en MAX-merkteken op het
reservoir staat. Controleer ook of er geen vloeistof
weglekt. Als bij het starten van de motor het lampje
opnieuw gaat branden, wendt u dan tot het Abarth
Servicenetwerk.
❒ Als de auto onder zware bedrijfsomstandigheden
wordt gebruikt (bijvoorbeeld het trekken van een
aanhanger bergopwaarts of met volbeladen auto):
verlaag de snelheid en zet, als het lampje blijft
branden, de auto stil. Wacht 2 tot 3 minuten met
draaiende motor en geef iets gas voor een snellere
circulatie van de koelvloeistof. Zet vervolgens de
motor uit. Controleer het vloeistofniveau zoals
hiervoor beschreven.
ç
141-150 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:11 Pagina 145
149
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERCONTROLEER BANDENSPANNING
(geel)
TE LAGE BANDENSPANNING (geel)
BANDENSPANNING NIET
AANGEPAST AAN SNELHEID
(geel)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Controle bandenspanning
Het symbool wordt op het display weergegeven om een
zachte band aan te geven. Als twee of meer banden te
zacht zijn, dan wordt achtereenvolgens iedere band
apart aangegeven.
In dat geval raden wij u aan om zo snel mogelijk de
juiste bandenspanning te herstellen (zie de paragraaf
„Bandenspanning in koude toestand” in het hoofdstuk
„Technische gegevens”).
Te lage bandenspanning
Het symbool wordt op het display weergegeven als de
spanning van een of meer banden onder een bepaalde
drempelwaarde komt. Op deze manier waarschuwt het
TPMS-systeem de bestuurder op het mogelijk leeglopen
van de band(en) en dus op een mogelijke lekke band.
n
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of meerdere
zachte banden omdat de rijveiligheid van de auto in
gevaar kan worden gebracht. Stop de auto zonder
bruusk te remmen en vermijd heftige stuurbewegingen.
Repareer de band met de daarvoor bestemde set (zie de
paragraaf „Fix&Go Automatic, snelle bandenreparatieset”
in het hoofdstuk „Noodgevallen”) en wendt u zo snel
mogelijk tot het Abarth Servicenetwerk.
Bandenspanning niet aangepast aan snelheid
Wanneer constant harder dan 160 km/h wordt gereden,
moet de bandenspanning verhoogd worden naar de
waarde die is aangegeven in de paragraaf
„Bandenspanning”.
Als het TPMS-systeem signaleert dat de spanning van
een of meer banden niet is aangepast aan de snelheid
van de auto, wordt het symbool op het display
weergegeven en verschijnt een melding (zie de paragraaf
„Te lage bandenspanning” in dit hoofdstuk). Het
symbool blijft weergegeven, totdat de snelheid van de
auto weer onder de drempelwaarde komt.
BELANGRIJK Verlaag in dat geval onmiddellijk de
snelheid, omdat door te warme banden de prestaties en
de levensduur van de banden in gevaar kunnen worden
gebracht, en zelfs, in een beperkt aantal gevallen, tot een
klapband kunnen leiden.
141-150 GPUNTO EVO Abarth NL 2ed 8-11-2010 14:11 Pagina 149