116
LAMPJES EN
MELDINGEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ZEKERINGEN
VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE fig. 37
De zekeringen dienen als beveiliging van
de elektrische installatie: zij branden voor-
namelijk door bij een storing of bij onei-
genlijk gebruik van de installatie.
Als een elektrisch onderdeel niet werkt,
moet gecontroleerd worden of de zeke-
ring niet is doorgebrand: de geleidende
band Amag niet onderbroken zijn. Als dit
wel het geval is, dan moet de zekering
worden vervangen door een nieuw exem-
plaar met dezelfde stroomsterkte (zelfde
kleur).
Bintacte zekering.
Czekering met doorgebrande geleiden-
de band.
Voor een overzicht van de zekeringen
wordt verwezen naar de zekeringentabel
op de volgende pagina’s.
❒open de lampafdekking B-fig. 36en
vervang de vastgeklemde lamp C;
❒sluit de lampafdekking Bweer over het
lampenglas;
❒monteer de plafondverlichting door de-
ze eerst aan een zijde correct te mon-
teren en vervolgens de andere zijde er-
van aan te drukken, totdat het hoorbaar
vastklikt.
fig. 36F0S109Abfig. 37F0S110Ab
Vervang een doorgebrande
zekering nooit door een me-
talen draad of ander mate-
riaal.
Vervang een zekering nooit
door een zekering met een
hogere ampèrewaarde; BRANDGE-
VAAR.
Als een hoofdzekering (MEGA-FUSE,
MIDIFUSE, MAXI-FUSE) doorbrandt,
neem dan contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
Alvorens een zekering te vervangen,
moet men controleren of de contact-
sleutel uit het slot is genomen en of
alle stroomverbruikers uit staan en/of
zijn uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
Neem contact op met het
Abarth Servicenetwerk als de
zekering opnieuw doorbrandt.
WAARSCHUWING
095-122 ABARTH 500 2ed NL.qxd:099-126 FIAT 500 IT 7-07-2011 16:15 Pagina 116
117
LAMPJES EN
MELDINGENI
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
TOEGANG TOT DE
ZEKERINGEN
Zekeringen in het dashboard
Deze zekeringen zijn toegankelijk wanneer
de geklemde kap Ewordt verwijderd.
De 5A-zekering voor de verwarming van
de buitenspiegels bevindt zich in de zone
van de diagnosestekker, zoals afgebeeld in
fig. 38.
Aan de onderzijde naast de pedalen be-
vindt zich de zekeringenkast die is afge-
beeld in fig. 39.
fig. 38F0S111Ab
fig. 39F0S112Ab
Als een hoofdzekering voor
veiligheidsinrichtingen (air-
bagsysteem, remsysteem), motorsy-
stemen (motorsysteem, transmissie-
systeem) of stuurinrichting door-
brandt, neem dan contact op met het
Abarth Servicenetwerk.
WAARSCHUWING
095-122 ABARTH 500 2ed NL.qxd:099-126 FIAT 500 IT 7-07-2011 16:15 Pagina 117
121
LAMPJES EN
MELDINGENI
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
DE ACCU OPLADEN
BELANGRIJK De beschrijving voor het
opladen van de accu geldt slechts ter infor-
matie. Raadpleeg bij voorkeur het Abarth
Servicenetwerk om deze werkzaamheden
te laten uitvoeren.
Het verdient aanbeveling de accu langzaam
en met een laag ampèrage gedurende on-
geveer 24 uur op te laden. Een langere
oplading kan de accu beschadigen.
Ga als volgt te werk om de accu op te la-
den:
❒maak de minklem van de accu los;
❒sluit de kabels van de acculader aan op
de accupolen; let daarbij op de polari-
teit;
❒schakel de acculader in;
❒schakel na het opladen eerst de accu-
lader uit alvorens de accu los te kop-
pelen;
❒maak de minklem van de accu weer va-
st;
Accuvloeistof is giftig en cor-
rosief: vermijd contact met
huid en ogen. Het opladen van de ac-
cu moet worden uitgevoerd in een
goed geventileerde ruimte, uit de
buurt van open vuur en vonken:
brand- en ontploffingsgevaar.
WAARSCHUWING
Probeer een bevroren accu
niet op te laden: eerst moet
hij ontdooid worden om het risico op
ontploffing te voorkomen. Als de ac-
cu bevroren is geweest, moet door
vakbekwaam personeel worden ge-
controleerd of de cellen niet bescha-
digd zijn en of de behuizing geen
scheuren vertoont, waardoor de gif-
tige en corrosieve vloeistof kan we-
glekken.
WAARSCHUWING
OPHEFFEN VAN HET
VOERTUIG
Vanwege zijn sportieve karakter is de auto
aan de onderkant voorzien van aerodyna-
mische spoilers en aan de zijkanten van mi-
niskirts. Als het voertuig opgeheven moet
worden, ga dan naar een Abarth dealer die
is uitgerust met een garagekrik of een hef-
brug.
Let bijzonder op bij het plaat-
sen van de hefarmen van de
brug of de garagekrik, zodat
de spoilers en de miniskirts
niet beschadigd raken.
fig. 41a
169,5 mm 150,7 mm
F0S139Ab
095-122 ABARTH 500 2ed NL.qxd:099-126 FIAT 500 IT 7-07-2011 16:15 Pagina 121
BELANGRIJK De servicebeurten van het
Geprogrammeerde Onderhoud zijn door
de fabrikant voorgeschreven. Als ze niet
worden uitgevoerd, vervalt de garantie.
Het geprogrammeerde onderhoud wordt
door alle dealers van het Abarth Service-
netwerk tegen vaste tarieftijden uitge-
voerd.
Eventuele reparaties die nodig blijken tij-
dens het uitvoeren van de diverse inspec-
ties en controles van het geprogram-
meerde onderhoud, mogen uitsluitend
worden uitgevoerd na toestemming van
de klant.BELANGRIJK Het verdient aanbeveling
eventuele kleine defecten onmiddellijk
door de Abarth-dealer te laten verhelpen
en daarmee niet te wachten tot de vol-
gende servicebeurt.GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is uiterst belangrijk voor
een lange levensduur van de auto onder
optimale omstandigheden.
Om die reden heeft Abarth een reeks
controles en onderhoudsbeurten opge-
steld die elke 30.000 kilometer uitgevoerd
moeten worden.
Het geprogrammeerde onderhoud is ech-
ter niet volledig toereikend om de auto in
optimale toestand te houden: zowel in de
beginperiode vóór de servicebeurt bij
30.000 kilometer als daarna, tussen twee
servicebeurten in, is regelmatig wat extra
aandacht vereist, zoals bijvoorbeeld de
vloeistofniveaus controleren en eventueel
bijvullen en de bandenspanning controle-
ren.
124
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 124
ONDERHOUDSSCHEMA
De servicebeurten moeten elke 30.000 km worden verricht
km x 1000
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel
op spanning brengen
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte- en interieurverlichting,
lampjes op instrumentenpaneel, enz.) controleren
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo nodig
de sproeiers afstellen
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers
voor/achter controleren
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor
en werking van indicator remblokslijtage controleren
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
bodemplaatbescherming, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)
Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid
van vuil controleren, mechanismen reinigen en smeren
Spanning van aandrijfriemen hulporganen controleren
en eventueel afstellen
Conditie van aandrijfriemen hulporganen visueel controleren
Aandrijfriemen hulporganen vervangen
Slag van handrem controleren en afstellen
125
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
30 60 90 120 150 180
●●●●● ●
●●●●● ●
●●●●● ●
●●●●● ●
●●●●● ●
●●●●● ●
●●●●● ●
●●
●●
●
●●●●● ●
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 125
30 60 90 120 150 180
●●●●● ●
●●●●● ●
●●●●● ●
●●
●
●●●●● ●
●●●●● ●
●●
●●●●● ●
●●●
●●●●● ●
●●●●● ●
km x 1000
Remblokken van schijfremmen achter op conditie en slijtage controleren
Luchtfilterelement vervangen
Vloeistofniveaus bijvullen
(koelsysteem, remmen, ruitensproeiers, accu enz.)
Conditie van getande distributieriem controleren
Getande distributieriem vervangen (*)
Bougies vervangen (❍)
Motormanagementsystemen controleren
(m.b.v. diagnosestekker)
Olieniveau handgeschakelde versnellingsbak controleren
Motorolie en oliefilter vervangen (of elke 24 maanden)
Remvloeistof vervangen (of elke 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of ten minste elk jaar)
Emissies bij de uitlaat controleren
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koud klimaat, gebruik in de stad,
langdurig stationair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in elk geval om de 5 jaar
126
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
Als de auto voornamelijk in de stad wordt gebruikt of jaarlijks minder dan 10.000 km rijdt, dan moet de motorolie
en het motoroliefilter elke 12 maanden worden vervangen.
(❍) Om de correcte werking van de motor te garanderen en ernstige schade te voorkomen is het volgende noodza-
kelijk:
– gebruik uitsluitend specifiek voor de 1.4 TB BZ Abarth motor gecertificeerde bougies. Alle bougies moeten van hetzelf-
de type en merk zijn (zie aanbevelingen in de paragraaf “Motor”);
- neem het vervangingsinterval in het Geprogrammeerde Onderhoudsschema strikt in acht;
- het wordt aanbevolen zich tot het Abarth Servicenetwerk te wenden.
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 126
129
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
Motorolieverbruik
Gewoonlijk ligt het maximaal motorolie-
verbruik op 400 gram per 1000 km.
Tijdens de beginperiode van de auto
wordt de motor ingereden. Daarom is het
motorolieverbruik pas stabiel na de eer-
ste 5.000 ÷ 6.000 km.
BELANGRIJK Het motorolieverbruik
hangt af van de rijstijl en de omstandighe-
den waaronder de auto wordt gebruikt.
BELANGRIJK Laat na het bijvullen of het
verversen van motorolie de motor enke-
le seconden draaien alvorens hem uit te
zetten en wacht enkele minuten alvorens
het oliepeil te controleren. MOTOROLIE fig. 1
Controleer ongeveer 5 minuten na het
uitzetten van de motor het oliepeil met de
auto op een vlakke ondergrond.
Controleer of het olieniveau tussen het
MIN- en het MAX-merkteken op de olie-
peilstok Bstaat.
Het verschil tussen het MIN en MAX-te-
ken komt overeen met ongeveer 1 liter
olie.
Wanneer het olieniveau nabij of onder het
MIN-teken komt, moet men olie bijvul-
len via de vulopening Atot aan het MAX-
teken.
Het olieniveau mag nooit boven het MAX-
teken komen.
Wees erg voorzichtig bij het
uitvoeren van werkzaamhe-
den in de motorruimte wanneer de
motor nog warm is: gevaar voor
brandwonden. Vergeet niet dat bij
een warme motor de ventilator on-
verwacht kan inschakelen: kans op
verwonding. Pas op voor sjaals, das-
sen of loszittende kledingstukken: de-
ze kunnen door de bewegende on-
derdelen worden vastgegrepen.
WAARSCHUWING
Vul nooit olie bij met andere
eigenschappen dan de olie
waarmee de motor is gevuld.
De uitgewerkte motorolie en
het vervangen motoroliefilter
bevatten stoffen die schade-
lijk zijn voor het milieu. Het is
raadzaam om het verversen van de olie
en het vervangen van de filters door het
Abarth Servicenetwerk te laten uitvoe-
ren, dat is uitgerust voor het op mi-
lieuvriendelijke wijze en overeenkom-
stig de wettelijke voorschriften verwer-
ken van uitgewerkte olie en filters.
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 129
130
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
VLOEISTOF VOOR
RUITENSPROEIERS/ACHTERRUI
TSPROEIER fig. 1
Verwijder, om vloeistof bij te vullen, de
dop Dmet behulp van het lipje.
Gebruik een mengsel van water en TU-
TELA PROFESSIONAL SC 35, in de vol-
gende mengverhouding:
30% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en
70% water in de zomer.
50% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en
50% water in de winter.
Gebruik bij temperaturen onder –20°C,
onverdunde TUTELA PROFESSIONAL
SC 35 vloeistof.
Controleer het vloeistofniveau in het re-
servoir.
Sluit de dop Ddoor in het midden ervan
te drukken. MOTORKOELVLOEISTOF fig. 1
Controleer het koelvloeistofniveau bij
koude motor. Het niveau moet tussen het
MIN- en MAX teken op het expansiere-
servoir staan.
Vul een te laag niveau bij met een meng-
sel van 50% gedemineraliseerd water en
50% PARAFLU
UPvan PETRONAS
LUBRICANTSdoor het langzaam via de
vulopening Cte gieten totdat het niveau
bijna MAX bereikt.
Een 50/50 mengsel van PARAFLU
UPen
gedemineraliseerd water beschermt tot
een temperatuur van −35°C.
Wanneer de auto onder bijzonder extre-
me klimaatomstandigheden wordt ge-
bruikt, adviseren wij een 60/40 mengsel
van PARAFLU
UPen gedemineraliseerd
water.Het motorkoelsysteem moet
worden gevuld met PARAF-
LU
UPantivries. Vul koelvloei-
stof bij met dezelfde kenmer-
ken als de koelvloeistof waarmee het
koelsysteem reeds is gevuld. PARAFLU
UP
mag niet met andere typen vloeistof-
fen worden gemengd. Mocht dit toch
gebeuren, start de motor dan in geen
geval en neem contact op met het
Abarth Servicenetwerk.
Het motorkoelsysteem staat
onder druk. Vervang de dop
indien nodig alleen door een origineel
exemplaar, om de werking van het
systeem niet in gevaar te brengen.
Draai bij warme motor de dop van
het expansiereservoir niet los: gevaar
voor brandwonden.
WAARSCHUWING
Rijd nooit met een leeg rui-
tensproeierreservoir: ruiten-
sproeiers zijn van fundamenteel be-
lang voor een goed zicht.
Sommige in de handel verkrijgbare
ruitensproeiervloeistoffen zijn licht
ontvlambaar. De motorruimte bevat
warme onderdelen die bij contact met
de vloeistof brand kunnen veroorza-
ken.
WAARSCHUWING
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 130