INHOUDSOPGAVE
Zekeringen vervangen .................. 6-28
Koplampgloeilamp vervangen ...... 6-29
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen ................................. 6-30
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen ................................. 6-30
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen ................................. 6-31
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen ................................. 6-31
Ondersteunen van de
motorfiets .................................. 6-31
Voorwiel ........................................ 6-32
Achterwiel ..................................... 6-33
Problemen oplossen ..................... 6-34
Storingzoekschema’s ................... 6-36
VERZORGING EN STALLING VAN
DE MOTORFIETS.............................. 7-1
Verzorging ......................................7-1
Stalling ............................................7-3
SPECIFICATIES ................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE.............. 9-1
Identificatienummers ......................9-1
U22BD2D0.book Page 2 Monday, August 9, 2010 10:14 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
DAU45213
Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
1. Verwijder het koplamppaneel samen
met de koplampunit door de bouten te
verwijderen en het geheel omhoog te
trekken zoals afgebeeld.
2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Bout
1
1
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1. Gloeilamphouder
U22BD2D0.book Page 29 Monday, August 9, 2010 10:14 AM
SPECIFICATIES
8-3
8
Achterwielophanging:Type:
Achterbrug (link-ophanging)
Veer/schokdempertype:
WR125R Schroefveer/gas-oliedemper
WR125X Schroefveer/oliedemper
Veerweg:
WR125R 230.0 mm (9.06 in)
WR125X 185.0 mm (7.28 in)Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:
Transistorontsteking
Laadsysteem:
Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:
12N5.5-4A
Voltage, capaciteit:
12 V, 5.5 AhKoplamp:Type gloeilamp:
HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage × aantal:Koplamp:
12 V, 35 W/35 W × 1
Achterlicht/remlicht unit:
12 V, 21.0 W/5.0 W × 1
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W × 1Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
Zekeringen:Hoofdzekering:
20.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
5.0 A
U22BD2D0.book Page 3 Monday, August 9, 2010 10:14 AM
INDEX
AAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-22
Accu...................................................... 6-27
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-25BBanden ................................................. 6-15
Bougie, controleren ................................ 6-8
Brandstof ................................................ 3-8
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................... 3-5
Contactslot/stuurslot ............................... 3-1
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-2
Controlelampje grootlicht ........................ 3-2
Controlelampje richtingaanwijzers .......... 3-2DDimlichtschakelaar ................................. 3-5GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren ............................................... 6-23
Gereedschapsset ................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen........................................... 6-31
Gloeilamp remlicht/achterlicht,
vervangen........................................... 6-30
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen........................................... 6-30IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren............. 6-23
Klepspeling ........................................... 6-15Koelvloeistof .......................................... 6-11
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-29
Koppelingshendel.................................... 3-6
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen............................................... 6-17
LLichtsignaalschakelaar ............................ 3-5
Luchtfilterelement en aftapslang,
vervangen en reinigen ........................ 6-13MModelinformatiesticker ............................ 9-1
Motorolie en oliefilterelement .................. 6-9
Multifunctioneel display ........................... 3-3NNoodstopschakelaar ............................... 3-5OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-2
Ondersteunen van de motorfiets ........... 6-31PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-7
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ......... 6-31
Parkeren..................................................5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen .............................6-34RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ........................ 6-24
Remhendel .............................................. 3-6
Rempedaal .............................................. 3-7
Rempedaal, controleren en smeren ...... 6-24
Remvloeistofniveau, controleren ........... 6-20
Remvloeistof, verversen........................ 6-21
Richtingaanwijzerschakelaar................... 3-5
SSchakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ........................................ 3-6
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-10
Smering en onderhoud, periodiek........... 6-3
Spanning aandrijfketting ....................... 6-21
Specificaties............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Starten van de motor .............................. 5-1
Startknop ................................................ 3-5
Startspersysteem .................................. 3-12
Stationair toerental................................ 6-13
Storingzoekschema’s............................ 6-36
Stuurschakelaars .................................... 3-5
Stuursysteem, controleren .................... 6-26TTankdop .................................................. 3-7UUitlaatkatalysatoren ................................ 3-9VVeiligheidsinformatie............................... 1-1
Verzorging .............................................. 7-1
Voertuigidentificatienummer ................... 9-1
Voor- en achterremblokken,
controleren.......................................... 6-19
Voorremhendel, controleren van vrije
slag ..................................................... 6-18
Voorvork, controleren ........................... 6-25
Vrije slag van de gasgreep, afstellen .... 6-14
Vrije slag van rempedaal, afstellen ....... 6-19
Vrijstandcontrolelampje .......................... 3-2WWaarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur ...................... 3-2
U22BD2D0.book Page 1 Monday, August 9, 2010 10:14 AM