FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en geeft
het multifunctionele display een foutcode
weer.
Als het multifunctionele display foutcodes
toont, noteer deze dan en vraag een
Yamaha dealer om het voertuig te controle-
ren.LET OP
DCA11790
Wanneer het multifunctionele display
een foutcode aangeeft, moet het voer-
tuig zo spoedig mogelijk worden gecon-
troleerd om motorschade te voorkomen.Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem.
Als in de circuits van het startblokkeersys-
teem een storing wordt gedetecteerd, gaat
het controlelampje startblokkering knippe-
ren en geeft het multifunctionele display een
foutcode weer wanneer de sleutel naar
“ON” is gedraaid.OPMERKINGAls het multifunctionele display foutcode 52
weergeeft, betreft dit mogelijk een storing in
het transpondersignaal. Als deze fout zich
voordoet, probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.OPMERKINGHoud andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-
start.2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem (op-
tie) Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
U1CYD1D0.book Page 12 Tuesday, July 20, 2010 10:44 AM
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10271
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
DAU46632
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. In dat geval
wordt op het multifunctionele display
foutcode 30 weergegeven, maar dit
betreft geen storing. Draai de sleutel
naar “OFF” en vervolgens naar “ON”
om de foutcode te wissen. Als u dat
niet doet zal de motor niet starten, on-
danks dat de motor wordt aangezwen-
geld als u op de startknop drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. In dat geval
wordt op het multifunctionele display
foutcode 70 weergegeven, maar dit
betreft geen storing. Druk op de start-
schakelaar om de foutcode te wissen
en de motor opnieuw te starten.
DAU39895
Starten van de motor Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-31 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op“” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje olieni-
veau
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
Controlelampje startblokkering
ABS-waarschuwingslampje
LET OP
DCA11833
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet gaat branden wanneer de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid, of
wanneer een waarschuwings- of contro-
lelampje niet dooft, zie dan pagina 3-3
U1CYD1D0.book Page 1 Tuesday, July 20, 2010 10:44 AM
INDEX
AABS ...................................................... 3-16
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-4
Accessoirebox ...................................... 3-24
Accu...................................................... 6-32
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-30
Achteruitkijkspiegels ............................. 3-26
Achterwielophanging, smeren .............. 6-30
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ......... 3-12BBanden ................................................. 6-21
Bougies, controleren............................. 6-12
Brandstof .............................................. 3-18
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-3CCardanolie ............................................ 6-16
Claxonschakelaar ................................. 3-13
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-3
Controlelampje startblokkeersysteem .... 3-4DDimlichtschakelaar ............................... 3-13GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren ............................................... 6-27
Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ........................................ 3-33
Gereedschapsset ................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen........................................... 6-36
HHoogte bestuurderszadel, verstellen..... 3-21IIdentificatienummers ............................... 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............. 6-27
Klepspeling............................................ 6-20
Koelvloeistof .......................................... 6-17
Koplampgloeilamp.................................6-35
Koplamphoogte, aanpassen ................. 3-25
Koppelingshendel.........................3-14, 6-23LLichtsignaalschakelaar .......................... 3-13
Luchtfilterelement, reinigen ................... 6-18MMatkleur, let op........................................ 7-1
Middenbok en zijstandaard,
controleren en smeren ........................ 6-29
Modelinformatiesticker ............................ 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................. 6-13
Multifunctioneel display ........................... 3-6NNiveaus rem- en koppelingsvloeistof,
controleren .......................................... 6-25
Noodstopschakelaar ............................. 3-14OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-3
Opbergcompartimenten ........................ 3-23PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-9
Parkeerlichtgloeilamp ............................ 6-37
Parkeren..................................................5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1Problemen oplossen ............................. 6-37
RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren........................ 6-28
Rem- en koppelingsvloeistof,
verversen ............................................ 6-27
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren........................................... 6-28
Remhendel ........................................... 3-15
Remlichtschakelaars............................. 6-24
Rempedaal ........................................... 3-16
Richtingaanwijzergloeilamp of
gloeilamp in remlicht/achterlicht,
vervangen ........................................... 6-35
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 3-13SSchakelaar alarmverlichting.................. 3-14
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ...................................... 3-15
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-28
Smering en onderhoud, periodiek........... 6-5
Snelheidsmeter ....................................... 3-5
Specificaties............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Stand van het stuur, verstellen ............. 3-25
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startknop .............................................. 3-14
Startspersysteem .................................. 3-31
Stationair toerental, controleren............ 6-20
Stelknop handvatverwarming ............... 3-30
Storingzoekschema’s............................ 6-38
Stroomlijnpanelen, openen en
sluiten ................................................. 3-25
U1CYD1D0.book Page 1 Tuesday, July 20, 2010 10:44 AM