Page 16 of 180

14
In een oogopslag
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Instrumentenpaneel
Rij drukschakelaars
A.
Als het contact wordt aangezet, geeft
de wijzer de resterende hoeveelheid
brandstof aan.
Bij draaiende motor gaat het bijbehorende
waarschuwingslampje uit. Als het blijft
branden, is het minimumniveau van de
brandstofvoorraad bereikt.
B.
Als het contact wordt aangezet, geeft de
wijzer de koelvloeistoftemperatuur aan.
Bij draaiende motor gaat het bijbehorende
waarschuwingslampje uit.
C.
Als het contact wordt aangezet, blijft het
waarschuwingslampje motorolieniveau niet
branden.
Ga indien nodig tanken of vul koelvloeistof of
olie bij.
A.
Intelligent Traction Control.
117
1.
Als het contact wordt aangezet, gaan
de oranje en rode verklikker- en
waarschuwingslampjes branden.
2.
Bij draaiende motor moeten deze lampjes
weer uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek als er
lampjes blijven branden.
Verklikker- en waarschuwingslampjes
29
of
Antislipregeling (ASR).
115
B.
Stop & Start-systeem.
55
C.
Alarmknipperlichten.
113
D.
Achterruit- en buitenspiegelverwarming.
102
E.
Vergrendeling /Ontgrendeling laadruimte
(Bedrijfswagen).
39
22
Page 26 of 180

24
Cockpit
Verklikkerlampje
status
signaleert
Wat te doen
Airbag vóór
Zijairbag knippert of blijft
branden. een defecte airbag. Zo snel mogelijk laten controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalifi ceerde
werkplaats. Rubriek 5, onderwerp "Airbags".
Airbag passagier
uitgeschakeld brandt.
dat de airbag bewust is uitgeschakeld
i.v.m. plaatsing van een kinderzitje
met de rug in de rijrichting. In te stellen in het menu MENU van de
boordcomputer. Rubriek 3, onderwerp "Menu".
ABS blijft branden. een storing in het
systeem.
Het remsysteem werkt normaal, maar zonder bekrachtiging.
Wij raden u aan te stoppen en het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats te raadplegen.
blijft branden, samen met
het waarschuwingslampje
handrem. een storing in
de elektronische
remdrukregelaar.
Stop de auto, zet het contact af en neem
contact op met het PEUGEOT-netwerk of met
een gekwalificeerde werkplaats.
Stabiliteitscontrolesysteem
knippert enkele
seconden. een ingreep van het ESP. Ingreep van het systeem waardoor de koers van
de auto wordt gecorrigeerd.
brandt in combinatie met
het controlelampje van de
toets "ASR OFF"
en een
melding op het display.
een storing in het ESP. Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
brandt, met een
melding op het display. een storing in de
ASR/MSR. Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
brandt. een storing in de Intelligent
Traction Control. Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
Hill holder brandt. een storing in de hill
holder. Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
Remblokken vóór brandt. dat de remblokken
versleten zijn.
Laat de remblokken vervangen door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 119 of 180

5
VEILIGHEI
D
Veiligheid tijdens het rijden
Intelligent Traction Control
Systeem dat zorgt voor extra tractie in
situaties met weinig grip (sneeuw, ijzel,
modder...).
Deze functie signaleert situaties met weinig
grip en zorgt ervoor dat u onder deze
omstandigheden kunt wegrijden en kunt
blijven rijden.
In dergelijke omstandigheden, neemt de
Intelligent Traction Control
de ASR
-functie
over door de aandrijfkracht over te brengen
op de wielen met de meeste grip, waardoor
de tractie en de bestuurbaarheid optimaal
zijn.
Inschakelen
Bij het starten van de auto is de functie
uitgeschakeld.
Druk op de toets op het dashboard om de
functie in te schakelen; het lampje van de
toets gaat branden.
De functie blijft actief tot ongeveer 30 km/h.
Zodra u sneller rijdt dan 30 km/h, wordt de
functie automatisch uitgeschakeld, maar
blijft het lampje branden.
De functie wordt automatisch weer
ingeschakeld zodra u weer langzamer
dan 30 km/h rijdt.
Uitschakelen
Druk op de toets op het dashboard om de
functie uit te schakelen. Het lampje gaat uit
en de ASR
is weer actief.
Storing
Dit lampje blijft branden op het
instrumentenpaneel in het geval
van een storing aan de functie.
Page 175 of 180
Verwarming, ventilatie,
airconditioning .............103, 104-105
Voorzieningen voorin ..............106-107
●
dashboardkastje,
●
rokersset,
●
12V-aansluiting,
●
schrijftafel,
●
brillenvakje,
●
zonneklep.
Ontdooien, ontwasemen................ 102
Vergrendeling laadruimte............38-39
Autoradio, CD/MP3.....................73-76
Bediening aan het stuurwiel van de
autoradio / handsfree set ...74, 77-94
Versnellingsbakken......... 48-49, 50-52
Parkeerhulp achter .......................... 72
Antispinregeling / Intelligent Traction
Control ................................. 115-117
Stop & Start-systeem..................55-57
Alarmknipperlichten ....................... 113
Schakelindicator .............................. 49
17
3
8
WEGWIJZER