LET OP!
Als u blijft rijden met een oververhit
koelsysteem, kan dit schade aan de
auto veroorzaken. Wanneer de tem-
peratuurmeter in de H-zone staat,
zet dan de auto veilig stil langs de
kant van de weg. Laat de auto met
uitgeschakelde airco stationair
draaien tot de meternaald weer in
het normale bereik staat. Als de me-
ternaald in de H-zone blijft staan en
u continue geluidssignalen hoort, zet
dan de motor direct af en neem con-
tact op met uw dealer.WAARSCHUWING!
Een te warm koelsysteem is gevaar-
lijk. Hete koelvloeistof en stoom uit
de radiateur kunnen ernstige brand-
wonden veroorzaken. Bel een erkend
dealerbedrijf wanneer de motor van
uw auto oververhit is. Als u besluit
zelf onder de motorkap te kijken,
raadpleeg dan "Onderhoud van uw
voertuig". Volg de waarschuwingen
in de paragraaf Vuldop expansiere-
servoir.21. Controlelampje mistachterlicht
Dit lampje gaat branden wan-
neer de mistachterlichten aan
zijn. (Raadpleeg "Verlich-
ting" in "De functies van uw
voertuig" voor meer informatie.) MINI-BOORDCOMPUTER
MET KOMPAS (CMTC)
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten) OPMERKING:
Als de auto is uitgerust met een
navigatieradio voor het globaal
plaatsbepalingssysteem (GPS),
worden de kompasafwijking en
het kalibratiemenu uitgeschakeld.
De mini-boordcomputer met kompas
bevindt zich in de instrumentengroep
en bevat een interactief scherm
waarop de buitentemperatuur, kom-
pasrichting (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) en ritinforma-
tie wordt getoond. OPMERKING:
Bij het starten geeft het systeem de
laatst bekende buitentemperatuur weer. Het systeem heeft mogelijk
meerdere minuten rijtijd nodig
voordat de werkelijke buitentem-
peratuur weergegeven wordt. De
temperatuur van de motor kan van
invloed zijn op de weergave van de
buitentemperatuur, daarom wordt
de weergegeven temperatuur niet
geüpdate wanneer het voertuig stilstaat. RESETKNOPPENResetknop
Druk op de STEP-toets op het stuur-
wiel om door de submenu's te blade-
ren (bijv. Odometer (Kilometerteller),
Trip A (Rit A), Trip B (Rit B), DTE
(Afstand tot lege tank), Speed (Snel-
heid), AVG Fuel (Gemiddeld brand-
stofverbruik), Ambient Temp (Omge-vingstemperatuur)).
Als u op de resetknop drukt terwijl
een van de submenu's (bijv. Trip A
(Rit A), Trip B (Rit B), AVG Fuel
(Gemiddeld brandstofverbruik)) is
geopend, wordt de weergegeven
waarde teruggesteld op nul.184
WAARSCHUWING!
Wanneer u door blijft rijden terwijl
het waarschuwingslampje versnel-
lingsbaktemperatuur brandt, kan
onder bepaalde omstandigheden de
vloeistof overkoken, in aanraking
komen met de hete motor of uitlaat-
componenten en brand veroorza-ken.
Olieverversing vereist
Uw voertuig is uitgerust met een
oliebeurt-indicatielampje. Indien
aanwezig knippert het bericht "Olie
verversen" op het EVIC-scherm ge-
durende 10 seconden na één geluids-
ignaal om de volgende oliebeurt aan
te geven. Het indicatielampje voor
oliebeurten is gebaseerd op de belas-
ting van de motor, wat betekent dat de
periodieke oliebeurten afhankelijk
zijn van uw persoonlijke rijstijl.
Als dit bericht niet wordt gereset, ver-
schijnt het iedere keer dat u de con-
tactschakelaar in de stand ON/RUN
zet. Om het bericht tijdelijk uit te
schakelen, drukt u de knop BACK
(terug) kort in. Raadpleeg uw Lancia dealer om het olieverversingsindica-
tielampje te resetten. BRANDSTOFVERBRUIK
Druk de toets OMHOOG of OMLAAG
en houd deze vast totdat de melding
"Fuel Economy" (Brandstofverbruik)
verschijnt in het EVIC en druk dan
SELECTEER. De volgende functies
voor brandstofverbruik worden in het
EVIC getoond:
Average Fuel Economy (AVG) (Ge-
middeld brandstofverbruik (AVG))
Distance To Empty (Afstand tot lege tank) (DTE)
Liter per 100 km (l/100km)
Average Fuel Economy
(Gemiddeld brandstofverbruik)
Geeft het gemiddelde brandstofver-
bruik weer sinds de laatste reset. Het
gemiddelde brandstofverbruik kan
worden gereset door in het EVIC de
aanduidingen voor het gebruik van de
toets SELECTEREN te volgen. Wan-
neer het brandstofverbruik wordt ge-
reset, wordt op het scherm gedurende
twee seconden de waarde 'nul' weer-
gegeven. De historische gegevens wor-
den dan gewist en het nieuwe gemid- delde wordt berekend op basis van het
laatste gemiddelde brandstofverbruik
van voor de reset.
Distance To Empty (Afstand tot
lege tank) (DTE)
Geeft de geschatte afstand weer die
nog kan worden afgelegd met de
brandstof die in de tank aanwezig is.
Deze geschatte afstand wordt bepaald
door een gewogen gemiddelde van het
onmiddellijke en gemiddelde brand-
stofgebruik volgens het huidige tank-
peil. DTE kan niet opnieuw worden
ingesteld met de toets SELECTEER. OPMERKING:
Aanmerkelijke veranderingen in
de rijstijl of de belading van de
auto zullen een groot effect hebben
Weergave gemiddeld
brandstofverbruik
193
op de afstand die de auto kan rij-
den, ongeacht de getoonde DTE-waarde.
Als de DTE-waarde minder bedraagt
dan de geschatte rijafstand van
48 km, verandert het DTE-scherm en
verschijnt het bericht "LOW FUEL"
(brandstofpeil laag). Dit wordt con-
tinu getoond totdat de auto geen ben-
zine meer heeft. Het bericht "LOW
FUEL" (BRANDSTOF BIJNA OP)
verdwijnt en er verschijnt een nieuwe
DTE-waarde nadat u een flinke hoe-
veelheid brandstof in de tank doet.
Liter per 100 km (L/100km)
Deze weergave toont tijdens het rijden
het huidige verbruik in liter per
100 km (L/100km) in een staafgra-
fiek. Hierdoor wordt het brandstof-
verbruik constant tijdens het rijden
bewaakt, zodat u uw rijstijl kunt aan-
passen om minder brandstof te ver-bruiken.
VOERTUIGSNELHEID
Druk de toets OMHOOG of OMLAAG
en houd deze vast totdat de melding
"Vehicle Speed" (Voertuigsnelheid)
verschijnt in het EVIC en druk danSELECTEER. Druk op de toets SE-
LECTEREN om de huidige snelheid
weer te geven in km/u of mph. Druk
nogmaals op de toets SELECTEREN
om te schakelen tussen de maateenhe-
den km/u en mph. OPMERKING:
Door de maateenheid te wijzigen
in het menu Voertuigsnelheid wij-
zigt u niet de maateenheid in hetEVIC.
RITINFORMATIE
Druk de toets OMHOOG of OMLAAG
en houd deze vast totdat de melding
"Trip info" (ritinformatie) verschijnt
in het EVIC en druk dan SELECT
(selecteren). Druk kort op de toetsen
OMHOOG/OMLAAG om een van de
volgende functies te markeren als u
deze wilt resetten:
Trip A (Rit A)
Toont de totale afstand voor Trip A
die werd afgelegd sinds de laatste re-set.
Trip B (Rit B)
Toont de totale afstand voor Trip B die
werd afgelegd sinds de laatste reset.
Elapsed Time (Verstreken tijd)
Toont de totale reistijd die is verstre-
ken sinds de laatste reset, wanneer het
contactslot in de stand ACC staat. De
verstreken tijd wordt aangepast wan-
neer het contactslot in de stand ON of
START staat.
Een ritfunctie resetten
Het resetten zal uitsluitend plaatsvin-
den als er een functie wordt geselec-
teerd (gemarkeerd) die kan worden
teruggesteld op nul. Druk eenmaal
kort op de toets SELECTEREN om de
getoonde resetbare functie te resetten.
BANDENSPANNING
Druk kort op de toets OMHOOG of
OMLAAG totdat de melding "Tire
BAR" (Bandenspanning in BAR)
wordt gemarkeerd in het EVIC. Druk
op de toets SELECT om een grafiek
van de auto weer te geven waar in de
hoeken de waarde van de banden-
spanning is aangegeven.
VOERTUIGINFORMATIE
(INFORMATIEFUNCTIES
VOOR DE KLANT)
Druk de toets OMHOOG of OMLAAG
en houd deze vast totdat de melding
194
en blijft daarna continu branden. Bo-
vendien verschijnt op het Elektro-
nisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC) het bericht "SERVICE TPM
SYSTEM" (TPM-systeem controle-
ren) en op het display verschijnt "- -"
in plaats van de spanningswaarde van
de vier banden. Wanneer de auto op-
nieuw wordt gestart, geeft het TPM-
systeem geen geluidssignaal meer,
gaat het verklikkerlampje banden-
spanning niet meer branden en ver-
schijnt er geen tekstbericht meer op
het EVIC. De grafiek toont echter nog
steeds “- -.“
Om het TPMS weer in werking te
stellen moet u eerst alle vier banden-
en wielstellen (wegbanden) vervan-
gen met banden met TPM-sensors
(bandenspanningscontrole). Rij
daarna tot 20 minuten met een snel-
heid van meer dan 24 km/u. Het
TPM-systeem geeft een geluidssig-
naal, het verklikkerlampje banden-
spanning knippert gedurende 75 se-
conden, op het EVIC verschijnt het
bericht "SERVICE TPM SYSTEM"
(TPM-systeem controleren) en het
grafisch display toont de waardenvoor de bandenspanning om aan te
geven dat het systeem de sensorsigna-
len ontvangt. BRANDSTOFVEREISTEN
— BENZINEMOTOR
Alle motoren voldoen aan alle
emissie-eisen, hebben een laag brand-
stofverbruik en bieden optimale rijei-
genschappen als u hoogwaardige
loodvrije benzine met een minimum
octaangehalte van 91 gebruikt. Het
gebruik van superbenzine wordt afge-
raden, omdat dit voor deze motoren
geen voordelen ten opzichte van nor-
male benzine biedt.
Licht pingelen bij lage motortoeren-
tallen is niet schadelijk voor uw mo-
tor. Aanhoudend zwaar pingelen bij
hoge motortoerentallen kan echter
schade veroorzaken en vereist onmid-
dellijk onderhoud.
Benzine van slechte kwaliteit kan pro-
blemen veroorzaken zoals slecht star-
ten, afslaan en haperen van de motor.
Als u last heeft van dergelijke storin-
gen, probeer dan eerst een ander merk
benzine voordat u contact opneemt
met uw dealer.Meer dan 40 automobielfabrikanten
overal ter wereld hebben uniforme
specificaties opgesteld voor de kwali-
teit van brandstoffen (het World Wide
Fuel Charter oftewel het WWFC).
Deze specificaties definiëren de nood-
zakelijke eigenschappen voor de opti-
male emissiewaarden, prestaties en
duurzaamheid van uw auto. De fabri-
kant raadt het gebruik van brandstof-
fen aan die voldoen aan de WWFC-
specificaties voldoen, indien
verkrijgbaar. METHANOL
Methanol (methyl- of houtalcohol)
wordt in uiteenlopende concentraties
gemengd met loodvrije benzine. Er
zijn brandstoffen op verkrijgbaar die
3% of meer methanol bevatten, sa-
men met andere alcoholsoorten die
co-solventen worden genoemd.
Voor problemen die het gevolg zijn
van gebruik van methanol/benzine of
E-85-ethanolmengsels is de fabrikant
niet aansprakelijk. Hoewel MTBE een
zuurstofverbinding op basis van me-
thanol is, heeft het niet de negatieve
effecten van methanol.
280
ZEKERINGEN/TIPM
Locatie Patroonzekering Minizekering Omschrijving
J1 40 A groen — Elektrisch neerklapbare stoel
J2 30 A roze — Module elektrisch bediende achterklep
J3 30 A roze — Module achterportier (RR-portier knooppunt)
J4 25 amp Blanco — Knooppunt bestuurdersportier
J5 25 amp Blanco — Knooppunt passagiersportier
J6 40 A groen — Pomp antiblokkeerrem/stabiliteitssysteem
J7 30 A roze — Ventiel antiblokkeerrem/stabiliteitssysteem
J8 40 A groen — Bestuurdersstoel met geheugenfunctie (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
J9 40 A groen — Gedeeltelijke nul-emissie automotor/flexifuel
J10 30 A roze — Relais koplampsproeier/afstelklep spruitstuk
J11 30 A roze — Module elektrische schuifdeur/module inbraakbeveiliging relais vergrendeling voeding
J12 30 A roze Motor aanjager achterin/koelventilator
J13 60 A geel — Spanning bij uitgeschakeld contact (IOD) – hoofd
J14 40 A groen — Achterruitontwasemer
J15 40 A groen — Aanjager vóór
J17 40 A groen — Elektromagnetische startschakelaar
J18 20 Amp blauw — Regelmodule aandrijflijn versnellingen
J19 60 A geel — Radiatorventilator
J20 30 A roze — Ruitenwisser voor LO/HI (laag/hoog)
J21 20 Amp blauw — Sproeier vóór/achter
J22 25 amp Blanco — Module schuifdak
M1 — 15 A blauw Remlicht midden achter/remschakelaar
M2 — 20 A geel Aanhangerverlichting/mistlampen
333