LET OP!
Zet de ruitenwissers uit als u dooreen automatische autowasstraat
gaat. De ruitenwissers kunnen be-
schadigd raken als u ze niet uit-schakelt.
Laat bij koud weer de ruitenwis-
sers eerst in hun beginstand te-
rugkeren voor u het contact uitzet
en zorg dat de ruitenwisserscha-
kelaar uitstaat. Als de ruitenwis-
serschakelaar in de stand ON
blijft staan, vriezen de ruitenwis-
sers aan de voorruit vast en kan de
ruitenwissermotor doorbranden
wanneer de motor weer wordt ge-start.
Verwijder altijd achtergebleven
sneeuw als die verhindert dat de
wisserbladen terugkeren naar de
ruststand. Wanneer u de ruiten-
wisserschakelaar UIT zet en de
wisserbladen kunnen niet terug-
keren naar de ruststand, kan dit
schade toebrengen aan de ruiten-
wissermotor. INTERVALSTAND
Gebruik de intervalstand wanneer het
door de weersomstandigheden wense-
lijk is om de ruitenwissers met varia-
bele interval te laten wissen. Draai de
multifunctionele hendel in de eerste
klikstand en draai daarna aan het uit-
einde en kies de gewenste intervaltijd.
Er zijn vijf verschillende intervaltij-
den waarmee u de interval kunt rege-
len, van 1 wiscyclus per seconde tot 1
wiscyclus per ca.18 seconden. De ver-
tragingsintervallen worden twee keer
zo lang als de snelheid van het voer-
tuig 16 km/u of minder bedraagt. TIPFUNCTIE
Draai het einde van de hendel naar de
tipstand voor één wisbeweging om de
ruit schoon te vegen. De wisbewegin-
gen stoppen pas als u de multifuncti-
onele hendel loslaat. OPMERKING:
De tipfunctie schakelt de sproeier-
pomp niet in. Er wordt daarom
geen ruitensproeiervloeistof op de
voorruit gesproeid. De wisfunctie moet worden gebruikt om de voor-
ruit te sproeien met ruitensproei-ervloeistof. RUITENSPROEIERS
Voor het gebruik van de ruiten-
sproeier drukt u de multifunctionele
hendel naar binnen (in de richting
van de stuurkolom) tot de tweede
klikstand en houdt u deze vast zolang
sproeien nodig is.
Als u de sproeier gebruikt terwijl de
ruitenwissers in intervalstand staan,
maken de wissers twee volledige wis-
bewegingen nadat u de hendel hebt
losgelaten en hervatten daarna de ge-
kozen interval.
Als u de ruitensproeier gebruikt ter-
wijl de ruitenwissers zijn uitgescha-
keld, maken de wissers drie volledige
wisbewegingen en worden daarna
weer uitgeschakeld.
93