STARTPROCEDURES
Voordat u uw auto start: stel uw stoel
in, stel de binnen- en buitenspiegels
in, doe uw veiligheidsgordel om en
verzoek eventuele passagiers ook hun
veiligheidsriemen om te doen.WAARSCHUWING!
Verwijder altijd uw sleutelhouderbij het verlaten van het voertuig
en doe uw voertuig op slot.
Laat nooit kinderen alleen in een
auto achter of daar waar ze toe-
gang tot een niet afgesloten auto
hebben. Kinderen zonder toezicht
in een auto achterlaten is om ver-
schillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden kunnen ern-
stige of dodelijke verwondingen
oplopen. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de versnellingspook mo-
gen komen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter
in of in de buurt van de auto en
laat Keyless Enter-N-Go niet in de
stand ACC of ON/RUN staan. Een
kind zou de elektrische raambe-
diening of andere schakelaars
kunnen bedienen of de auto in
beweging kunnen brengen.
AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK
De versnellingspook moet in de stand
NEUTRAL of PARK staan voordat u
de auto kunt starten. Trap het rempe-
daal in voordat u de versnellingspook
in een rijstand zet.LET OP!
De versnellingsbak kan beschadigd
raken indien de volgende voorzorgs-
maatregelen niet in acht genomen
worden:
Zet de versnellingspook alleen in de stand PARK als de auto volle-
dig stilstaat.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
Zet de versnellingspook alleen in
of uit de stand REVERSE, als de
auto volledig stilstaat en de motor
stationair draait.
Schakel niet naar PARK, RE-
VERSE, NEUTRAL of DRIVE bij
een hoger motortoerental dan sta-
tionair.
Voordat u naar een versnelling
schakelt, moet u het rempedaal
stevig intrappen.
KEYLESS ENTER-N-GO Met deze functie
kan de bestuurder
via een druk op de
toets de contact-
schakelaar bedie-
nen, mits de af-standsbediening
(RKE) zich in het passagierscompar-
timent bevindt.
183
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter
in of in de buurt van de auto en
laat Keyless Enter-N-Go (indien
aanwezig) niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedie-
nen of de auto in beweging kun-
nen brengen.
SLEUTELBLOKKERING
Deze auto is uitgerust met sleutel-
blokkering waardoor de versnellings-
pook in de stand PARK moet worden
gezet voordat de motor kan worden
uitgeschakeld. Hiermee wordt voor-
komen dat de bestuurder per ongeluk
uit de auto stapt zonder de versnel-
lingspook in de stand PARK te zetten.
Het systeem vergrendelt ook de ver-
snellingspook in de stand PARK wan-
neer de contactschakelaar in de stand
OFF staat. REM-/ SCHAKELBLOKKERING
Deze auto is voorzien van rem-/
schakelblokkering die ervoor zorgt
dat de versnellingspook in de stand PARK blijft tenzij het rempedaal
wordt ingetrapt. Om de keuzehendel
uit de PARK-stand te krijgen, moet
het contactslot in de stand ON/RUN
of START zijn gedraaid (met draai-
ende motor of niet) en moet het rem-
pedaal worden ingedrukt. ACHTTRAPS
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK – 3,6LMOTOR
De indicator voor de standen van de
versnellingspook (PRND) (op het in-
strumentenpaneel) geeft de versnel-
lingen aan. De stand van de versnel-
lingspook wordt ook getoond in het
scherm op de versnellingspook. De
versnellingspook heeft een veerstand
en keert terug naar de uitgangspositie
als hij wordt losgelaten. Om een ver-
snelling te kiezen, drukt u op de ont-
grendelknop op de versnellingspook
en beweegt u de pook naar voren of
achteren. U moet ook het rempedaal
ingedrukt houden om de versnellings-
pook uit de stand PARK te halen
(raadpleeg "Rem-/
schakelblokkering" in dit hoofdstuk).
Als u langs meerdere versnellings-
standen tegelijk wilt schakelen (zoals
van PARK naar DRIVE), beweegt u
de pook voorbij de eerste (of tweede)
klikstand. Kies de stand DRIVE voor
normaal rijden.
De elektronisch geregelde versnel-
lingsbak zorgt voor een nauwkeurig
schakelpatroon. Het elektronisch sys-
teem van de versnellingsbak is zelf-
kalibrerend; vandaar dat de eerste
schakelingen bij een nieuwe auto in
het begin wat abrupt kunnen zijn. Dat
is echter normaal. Het nauwkeurige
schakelpatroon ontwikkelt zich bin-
nen enkele honderden kilometers rij-den.
U mag uitsluitend van DRIVE naar
PARK of REVERSE schakelen nadat
u het gas hebt losgelaten en de auto
tot stilstand is gekomen. Houd altijd
uw voet op het rempedaal als naar
deze standen schakelt.
De versnellingspook heeft de standen
PARK, REVERSE, NEUTRAL,
DRIVE en LOW. Met de stand LOW
schakelt u de versnelling handmatig
189
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Ongewenste beweging van de auto
kan lichamelijk letsel tot gevolg
hebben van mensen in en bij de
auto. Net als bij alle andere voer-
tuigen, mag u een auto nooit ver-
laten terwijl de motor loopt. Zet
voordat u de auto verlaat altijd de
versnellingspook in de stand
PARK, trek de handrem aan en zet
de motor af. Wanneer het contact
is uitgeschakeld (OFF), wordt de
versnellingspook in de stand
PARK vergrendeld, waardoor de
auto niet ongewenst in beweging
kan komen.
Verwijder altijd uw sleutelhouder
bij het verlaten van het voertuig
en doe uw voertuig op slot.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat nooit kinderen alleen in een
auto achter of daar waar ze toe-
gang tot een niet afgesloten auto
hebben. Kinderen zonder toezicht
in een auto achterlaten is om ver-
schillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden kunnen ern-
stige of dodelijke verwondingen
oplopen. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de versnellingspook mo-
gen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter
in of in de buurt van de auto en
laat Keyless Enter-N-Go niet in de
stand ACC of ON/RUN staan. Een
kind zou de elektrische raambe-
diening of andere schakelaars
kunnen bedienen of de auto in
beweging kunnen brengen.
LET OP!
Voordat u de versnellingspook uitde stand PARK zet, moet u de
contactschakelaar van de stand
LOCK/OFF in de stand ON/RUN
zetten en tevens het rempedaal in-
getrapt houden. Anders kan de
versnellingspook beschadigd ra-ken.
Laat de motor NOOIT met hoge
toerentallen draaien als u vanuit
de standen PARK of NEUTRAL
naar een andere versnelling scha-
kelt, want anders kan schade aan
de aandrijflijn ontstaan.
De volgende punten zijn van belang
om er zeker van te zijn dat u de ver-
snellingspook in de stand PARK hebtgezet:
Als u de versnelling in PARK wilt zetten, drukt u op de vergrendel-
knop op de versnellingspook en
duwt u de pook volledig naar voren
tot hij niet verder kan. Als u de
pook loslaat, beweegt de pook naar
de uitgangspositie.
191
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Uw auto kan zich in beweging zet-
ten en u en anderen verwonden
wanneer hij niet volledig in de
stand PARK staat. Controleer dit
door te proberen de versnellings-
pook naar achteren te bewegen
(rempedaal los) nadat u hem in de
stand PARK hebt gezet. Zorg er-
voor dat de transmissie in PARK
staat voordat u de auto verlaat.
Het is gevaarlijk om de versnel-
lingspook uit de stand PARK of
NEUTRAL te schakelen wanneer
het motortoerental hoger is dan
het stationaire toerental. Als u uw
voet niet stevig op het rempedaal
hebt geplaatst, kan de auto snel
naar voren of achteren schieten. U
loopt in dat geval het risico de
controle over de auto te verliezen
en een persoon of voorwerp te ra-
ken. Schakel uitsluitend in een
versnelling als de motor normaal
stationair draait en u het rempe-
daal stevig intrapt.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Ongewenste beweging van de auto
kan lichamelijk letsel tot gevolg
hebben van mensen in en bij de
auto. Net als bij alle andere voer-
tuigen, mag u een auto nooit ver-
laten terwijl de motor loopt. Zet
voordat u de auto verlaat altijd de
versnellingspook in de stand
PARK, trek de handrem aan en zet
de motor af. Wanneer het contact
is uitgeschakeld (OFF), wordt de
versnellingspook in de stand
PARK vergrendeld, waardoor de
auto niet ongewenst in beweging
kan komen.
Verwijder altijd uw sleutelhouder
bij het verlaten van het voertuig
en doe uw voertuig op slot.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat nooit kinderen alleen in een
auto achter of daar waar ze toe-
gang tot een niet afgesloten auto
hebben. Kinderen zonder toezicht
in een auto achterlaten is om ver-
schillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden kunnen ern-
stige of dodelijke verwondingen
oplopen. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de versnellingspook mo-
gen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter
in of in de buurt van de auto en
laat Keyless Enter-N-Go niet in de
stand ACC of ON/RUN staan. Een
kind zou de elektrische raambe-
diening of andere schakelaars
kunnen bedienen of de auto in
beweging kunnen brengen.
195
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat nooit kinderen alleen in een
auto achter of daar waar ze toe-
gang tot een niet afgesloten auto
hebben. Kinderen zonder toezicht
in een auto achterlaten is om ver-
schillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden kunnen ern-
stige of dodelijke verwondingen
oplopen. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de versnellingspook mo-
gen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter
in of in de buurt van de auto en
laat Keyless Enter-N-Go (indien
aanwezig) niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedie-
nen of de auto in beweging kun-
nen brengen.
Controleer of de handrem volledig
vrij staat voor u gaat rijden. Als u
dit niet doet, kan dit leiden tot het
uitvallen van de remmen, wat tot
een aanrijding kan leiden.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
De handrem moet altijd goed wor-
den aangetrokken wanneer u de
auto verlaat. Anders kan de auto
wegrollen en schade of letsel ver-
oorzaken. Zorg ook dat u de ver-
snellingsbak in PARK laat. Als dit
wordt nagelaten kan de auto gaan
rollen en zo schade of letsel ver-oorzaken.LET OP!
Als het waarschuwingslampje van
het remsysteem aan blijft nadat de
handrem is losgelaten, duidt dit op
een defect van het remsysteem. Laat
de remmen onmiddellijk nakijken
door een erkende dealer.
ANTIBLOKKEERREM- SYSTEEM
Het antiblokkeersysteem (ABS) zorgt
voor extra voertuigstabiliteit en meer
remwerking als er geremd moet wor-
den. Het systeem gaat automatisch
pompend remmen in moeilijke remsi-
tuaties, om zo het blokkeren van de
wielen te voorkomen. De elektronische remkrachtverdeling
(EBD) zorgt voor verdeling van de
remdruk en meer controle over de
remkracht op de achterwielen.
Wanneer u sneller rijdt dan 11 km/u
hoort u mogelijk ook een zacht klik-
kend geluid, samen met wat geluid uit
de motor. Deze geluiden horen bij een
zelftest die het systeem uitvoert om te
controleren of het ABS naar behoren
functioneert. Deze zelftest wordt
steeds uitgevoerd na het starten van
de motor, zodra de auto een snelheid
van 11 km/u bereikt.
ABS wordt geactiveerd onder be-
paalde rijomstandigheden en remcon-
dities. ABS grijpt mogelijk in als de
auto over ijs, sneeuw, grint, kuilen,
spoorrails of losse rommel rijdt of
wanneer u een noodstop maakt.
Wanneer het ABS-systeem actief is,
kunt u dit als volgt merken:
De ABS-pompmotor draait (deze
kan nog korte tijd aan blijven nadat
de auto al stilstaat),
De hydraulische magneetkleppen maken klikgeluiden,
203
Instelbare snelheidsregeling
(ACC) (Snelheidsregeling) . . . 100
Instelbare stuurkolom . . . . . 95,96Instructieboekje
(bedrijfshandboek) . . . . . . . . . . 6
Instructies voor het
opkrikken . . . . . . . . . . . . . . . 247
Instrumentenpaneel . . . . . . . . 141
Instrumentenpaneel en
bedieningen . . . . . . . . . . . . . 140
Instrumentenpaneel reinigen . . 281
Intensiteit overdag,
interieurverlichting . . . . . . . . . 92
Intensiteit, interieurlicht . . . . . . 91
Interieur, verzorging en
onderhoud . . . . . . . . . . . . . . 280
Interieur, zekeringen . . . . . . . 281
Interieurverlichting . . . . . . . . . 91
Intervalstand ruitenwissers
(intervalschakeling van de
ruitenwissers) . . . . . . . . . . . . . 93
Keuze van de koelvloeistof
(antivries) . . . . . . . . . . . 273,291
Keuze van de olie . . . . . . . . . . 265
Keyless Enter-N-Go . . . . . . 22,183
Kilometerteller . . . . . . . . . . . 142
Kinderbeveiliging . . . . . . . . 48,51
Kinderen beveiligen . . 48,51,53,55Kinderstoeltje . . . . . . . . . . . . . 49Kinderzitje,
gordelverankering . . . . . . . . . . 53
Klimaatregeling, airco . . . . . . 170
Klokje . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
Klokje instellen . . . . . . . . . . . 168
Kniebescherming . . . . . . . . . . . 38Knipperlichten
Richtingaanwijzers . . 60,90,141
Waarschuwingsknipperlich-
ten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239
Knipperlichten,
richtingaanwijzers . . . . 60,90,141
Koelmiddel . . . . . . . . . . . . . . 268
Koelsysteem . . . . . . . . . . . . . 272 Belangrijke punten . . . . . . . 275
Controle . . . . . . . . . . . . . . 274Inhoud
koelvloeistofreservoir . . . . . 290
Keuze van de koelvloeistof
(antivries) . . . . . . . 273,290,291
Koelvloeistof bijvullen
(antivries) . . . . . . . . . . . . . 273
Koelvloeistofpeil . . . . . 272,274
Oude koelvloeistof
verwijderen . . . . . . . . . . . . 274
Radiatordop . . . . . . . . . . . . 274
Vloeistof laten aflopen en
nieuw bijvullen . . . . . . . . . 272 Vuldop expansievat . . . . . . . 274
Koelvloeistof (antivries)
toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . 273Koelvloeistofdop
(Radiatorvuldop) . . . . . . . . . . 274
Kofferdeksel . . . . . . . . . . . . . . 27
Kofferdeksel, elektrische
ontgrendeling . . . . . . . . . . . . . 27
Kofferdeksel,
noodontgrendeling . . . . . . . . . . 27
Kofferdekselslot
Ontgrendeling, Noodgevallen . . 27Koolstofmonoxide,
waarschuwing . . . . . . . . . . . . . 58
Koplampen . . . . . . . . . . . . . . 288
Automatisch . . . . . . . . . . . . 87
Grootlichtschakelaar/dimmerschakelaar
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
Inschakelen met
ruitenwissers . . . . . . . . . . 87,94
Inschakelvertraging . . . . . . . 87
Lampen vervangen . . . . . . . 288
Passeersignaal . . . . . . . . . . . 90
Reiniging . . . . . . . . . . . . . . 280
Schakelaar . . . . . . . . . . . . . 86
Sproeiers . . . . . . . . . . . . 95,270
Uitschakelvertraging . . . . . . . 87
Waarschuwingssignaal
ingeschakelde lichten . . . . . . 89
309