WAARSCHUWING!
Bestuurders moeten voorzichtig
achteruit rijden, ook al wordt er ge-
bruik gemaakt van de achteruitrij-
camera. Kijk altijd goed vóór of ach-
ter uw auto, controleer of zich daar
geen voetgangers, dieren, andere
voertuigen of obstakels bevinden en
let op dode hoeken voordat u voor-
of achteruitrijdt. U bent verant-
woordelijk voor de veiligheid van uw
omgeving en moet blijven opletten
als u achteruitrijdt. Anders bestaat
er een risico op ernstig of dodelijkletsel.LET OP!
Om schade aan het voertuig tevoorkomen mag ParkView® al-
leen worden gebruikt als parkeer-
hulp. De ParkView® camera kan
niet elk obstakel of voorwerp de-
tecteren.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
Om schade aan het voertuig te
voorkomen moet u langzaam rij-
den bij gebruik van de achteruit-
rijcamera, zodat u tijdig kunt
stoppen als u een obstakel ziet.
Het wordt de bestuurder aanbe-
volen om regelmatig over zijn/
haar schouder te kijken bij het
gebruik van ParkView®.
OPMERKING:
Wanneer de cameralens bedekt is
met sneeuw, ijs, modder of ander
vuil, moet de lens worden gerei-
nigd, met water worden gespoeld
en met een zachte doek worden
gedroogd. De lens niet afdekken.
ParkView® in- of
uitschakelen — met het
aanraakscherm van deradio
1. Zet de radio aan.
2. Druk op de schermtoets " More". 3. Druk de schermtoets " Settings".
4. Druk op de schermtoets "Safety &
Driving Assistance".
5. Druk op het vakje naast de knop
"Parkview® Backup Camera" om het
systeem in of uit te schakelen. DAKCONSOLE
De dakconsole bevat de lampjes van
de binnen-/leesverlichting en een op-
bergvak voor zonnebrillen. Er kunnen
ook schakelaars voor een elektrisch
schuifdak aanwezig zijn (voor be-
paalde uitvoeringen/markten).
Dakconsole
121
BERICHTENAANTALLEN . . . . . . . . . . . . . . . 157
MENU UITSCHAKELEN . . . . . . . . . . . . . . . . 157
Uconnect TOUCH™ INSTELLINGEN . . . . . . . . . 157 TOETSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
SCHERMTOETSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
PERSOONLIJK TE PROGRAMMERENFUNCTIES — INSTELLINGEN Uconnect
Touch™ SYSTEEM 8.4 . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
GELUIDSSYSTEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
NAVIGATIESYSTEEM (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
ANALOGE KLOK INSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . 168
BEDIENING iPod®/USB/MP3 (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
HARMAN KARDON® Logic7® HIGH PERFORMANCE MULTICHANNEL
SURROUND SOUND-SYSTEEM MET
DRIVER-SELECTABLE SURROUND (DSS)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . 168
STUURBEDIENING VOOR AUDIO . . . . . . . . . . . 169
Bediening van de radio . . . . . . . . . . . . . . . . . 169
Cd-speler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169
ONDERHOUD VAN CD/DVD-SCHIJFJES . . . . . . 170
RADIOWEERGAVE EN MOBIELE TELEFOONS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
KLIMAATREGELING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170 ALGEMEEN OVERZICHT . . . . . . . . . . . . . . . 171
138
ELEKTRONISCH VOER-
TUIGINFORMATIECEN-
TRUM (EVIC)
Het Elektronisch voertuiginformatie-
centrum (EVIC) heeft een interactief
scherm dat zich in de instrumenten-
groep bevindt.
Dit systeem biedt u op een handige
manier toegang tot verschillende nut-
tige gegevens via een druk op de
stuurwielschakelaars. Het EVIC be-
vat de volgende onderdelen:
Radio informatie
Informatie brandstofverbruik
Informatie cruisecontrol
Digitale snelheid voertuig
Ritinformatie Bandenspanning
Voertuiginformatie
Opgeslagen waarschuwingsberich-
ten
Menu uitschakelen
Met dit systeem kan de bestuurder
informatie selecteren door op de vol-
gende knoppen op het stuurwiel tedrukken:
Toets "OMHOOG" Druk kort op de toets Om-
hoog om omhoog te blade-
ren door het hoofdmenu en
de submenu's voor voer-
tuiginformatie en ritinformatie
(brandstofverbruik, voertuiginfor-
matie, bandenspanning, cruisecon-
trol, berichten, ritinformatie, voer- tuigsnelheid en uitschakelen menu)
en andere submenu's.
Toets "OMLAAG"
Druk kort op de toets Om-
laag om omlaag te bladeren
door het hoofdmenu en de
submenu's voor voertuigin-
formatie en ritinformatie (brandstof-
verbruik, voertuiginformatie, ban-
denspanning, cruisecontrol,
berichten, ritinformatie, voertuig-
snelheid en uitschakelen menu) en
andere submenu's.
Toets "SELECTEREN" Druk kort op de toets SE-
LECT (Selecteren) voor
toegang tot informatie-
schermen of submenus-
chermen of een hoofdschermonder-
deel. Druk twee seconden op de toets
SELECT om de getoonde/
geselecteerde functies terug te stellen
waarvoor dat mogelijk is.
Elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)
Stuurwieltoetsen voor EVIC
148
Eenheden (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Wanneer u toegang hebt tot dit
scherm kunt u de eenheden van het
EVIC, kilometerteller en het naviga-
tiesysteem (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) van Ameri-
kaanse in metrische eenheden veran-
deren en omgekeerd. Druk op US of
Metric tot een vinkje naast de instel-
ling verschijnt, wat aangeeft dat de
instelling is geselecteerd. Druk op de
schermtoets met de pijl naar links om
naar het vorige menu terug te keren.
Voice Response Length (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm
hebt, kunt u de instelling van de Voice
Response Length (lengte van gespro-
ken antwoorden) veranderen. Om de
lengte van de gesproken antwoorden
te veranderen, drukt u op de scherm-
toets Brief (kort) of Detailed (uitge-
breid) tot het vinkje naast de instel-
ling verschijnt, dat aangeeft dat de
instelling is voltooid. Druk op de
schermtoets met de pijl naar links om
naar het vorige menu terug te keren. Pieptonen aanraakscherm (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm
hebt, kunt u schermtoetstonen in- of
uitschakelen. Druk op de schermtoets
Touchscreen Beep tot een vinkje naast
de instelling verschijnt, wat aangeeft
dat de instelling is voltooid. Druk op
de schermtoets met de pijl naar links
om naar het vorige menu terug te
keren.
Turn-by-turn-navigatie in instrumentengroep (navigatie van
afslag naar afslag in
instrumentengroep) (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Als deze functie is geselecteerd, ver-
schijnen precieze richtingaanwijzin-
gen op het scherm wanneer de auto
een afslag in een geprogrammeerde
route nadert. Druk om uw keuze te
maken op de schermtoets Navigation
Turn-By-Turn in Cluster tot een
vinkje naast de instelling verschijnt,
dat aangeeft dat de instelling is vol-
tooid. Druk op de schermtoets met de
pijl naar links om naar het vorige
menu terug te keren. Brandstofbesparingsscherm in
instrumentengroep (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Het "ECO" bericht wordt getoond op
het scherm in de instrumentengroep,
dit bericht kan worden in- en uitge-
schakeld. Druk om uw keuze te ma-
ken op de schermtoets Fuel Saver Dis-
play tot een vinkje naast de instelling
verschijnt, dat aangeeft dat de instel-
ling is voltooid. Druk op de scherm-
toets met de pijl naar links om naar
het vorige menu terug te keren. Klok
Nadat u op de schermtoets Clock hebt
gedrukt, zijn de volgende instellingenmogelijk.
Tijdsaanduiding synchroniseren met GPS (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm
hebt, kunt u de tijd automatisch door
de radio laten instellen. Druk, om de
gesynchroniseerde tijdsinstelling te
veranderen op de schermtoets Sync
with GPS Time tot een vinkje naast de
instelling verschijnt, wat aangeeft dat
de instelling is voltooid. Druk op de
159
ParkView® achteruitrijcamera(voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Uw auto is mogelijk voorzien van een
ParkView® achteruitrijcamera. Hier-
mee kunt u het gebied achter de auto
op het scherm zien wanneer de scha-
kelhendel in de stand REVERSE
(achteruit) wordt gezet. De afbeelding
wordt aan de bovenzijde van het aan-
raakscherm van de radio weergege-
ven, samen met de waarschuwing
"Controleer de gehele omgeving". Na
vijf seconden verdwijnt deze opmer-
king. De ParkView® camera bevindt
zich aan de achterzijde van het voer-
tuig boven de kentekenplaat. Druk
om uw keuze te maken op de scherm-
toets ParkView® Backup Camera
(ParkView® achteruitrijcamera) tot
een vinkje naast de instelling ver-
schijnt, dat aangeeft dat de instelling
is geselecteerd. Druk op de scherm-
toets met de pijl naar links om naar
het vorige menu terug te keren. Regensensor (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Wanneer de functie geselecteerd is,
schakelt het systeem automatisch de
ruitenwissers in wanneer de sensor
vocht op de ruit detecteert. Druk om
uw keuze te maken op de schermtoets
Rain Sensing tot een vinkje naast de
instelling verschijnt, dat aangeeft dat
de instelling is geselecteerd. Druk op
de schermtoets met de pijl naar links
om naar het vorige menu terug te
keren.
Wegrijhulp op hellingen (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer deze functie is geselecteerd,
is het Hill Start Assist (HSA) systeem
actief. Raadpleeg "Elektronisch rem-
systeem in "Starten en rijden" voor de
werking van het systeem en de bedie-
ningsinformatie. Druk om uw keuze
te maken op de schermtoets Hill Start
Assist tot een vinkje naast de instel-
ling verschijnt, dat aangeeft dat de
instelling is geselecteerd. Druk op de
schermtoets met de pijl naar links om
naar het vorige menu terug te keren. Lampjes
Nadat u op de schermtoets Lights
hebt gedrukt, zijn de volgende instel-
lingen mogelijk.
Uitschakelvertraging koplampen
(voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Als u deze functie selecteert, kunt u
kiezen of bij uitstappen de koplampen
nog 30, 60 of 90 seconden blijven
branden. Om de instelling van de uit-
schakelvertraging te wijzigen, drukt u
op de schermtoets 0, 30, 60 of 90.
Druk vervolgens op de schermtoets
met de pijl naar links.
Koplampen inschakelen bij
nadering (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als deze functie is geselecteerd, zullen
de koplampen worden ingeschakeld
en gedurende 0, 30, 60, of 90 secon-
den blijven branden wanneer de por-
tieren worden ontgrendeld via de af-
standsbediening. Druk op de
schermtoets + of - knop om de status
van de verlichting bij nadering te wij-
zigen en het gewenste interval te se-
lecteren. Druk op de schermtoets met
162
naast de instelling verschijnt, dat aan-
geeft dat de instelling is geselecteerd.
Druk op de schermtoets met de pijl
naar links om naar het vorige menu
terug te keren. OPMERKING:
De stoel keert terug naar de
geheugenstand (als Geheugen op-
roepen op ON is ingesteld met de
afstandsbediening) zodra de af-
standsbediening wordt gebruikt
om het portier te ontgrendelen.
Raadpleeg voor nadere informatie:
"Geheugen bestuurdersstoel" on-
der "De functies van uw voertuig".
Opties bij stilstaande motor
Nadat u op de schermtoets Engine Off
Options hebt gedrukt, zijn de vol-
gende instellingen mogelijk.
Stoel met Easy Exit-functie (voorgemakkelijk uitstappen (voor
bepaalde uitvoeringen/markten))
Deze functie zorgt ervoor dat de be-
stuurder makkelijker kan in- en uit-
stappen. Druk om uw keuze te maken
op de schermtoets Easy Exit Seats tot
een vinkje naast de instelling ver-
schijnt, dat aangeeft dat de instelling is geselecteerd. Druk op de scherm-
toets met de pijl naar links om naar
het vorige menu terug te keren.
Stroom bij stilstaande motor
(voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Als deze functie is geselecteerd, blij-
ven de elektrisch bedienbare ruiten,
de radio, het Uconnect™ telefoonsys-
teem (voor bepaalde uitvoeringen/
markten), het dvd-videosysteem
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten), het elektrisch bedienbare
schuifdak (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) en de aan-
sluitcontacten nog maximaal 10 mi-
nuten werken nadat de contactscha-
kelaar in de stand OFF is gezet. Door
het openen van een voorportier wordt
deze functie uitgeschakeld. Voor het
wijzigen van de instelling van stroom
bij stilstaande motor op de scherm-
toets 0 seconden, 45 seconden, 5 mi-
nuten of 10 minuten. Druk vervolgens
op de schermtoets met de pijl naarlinks. Uitschakelvertraging koplampen
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u deze functie selecteert, kunt u
kiezen of bij uitstappen de koplampen
nog 30, 60 of 90 seconden blijven
branden. Druk op de schermtoets + of
- om de status van Headlight Off De-
lay (uitschakelvertraging koplam-
pen) te veranderen en het gewenste
interval te selecteren. Druk op de
schermtoets met de pijl naar links om
naar het vorige menu terug te keren.
Compass Settings (instellingen
van het kompas)
Nadat u op de schermtoets Compass
Settings hebt gedrukt, zijn de vol-
gende instellingen mogelijk.
Afwijking (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
De kompasafwijking is het verschil
tussen het magnetische noorden en
het geografische noorden. Ter com-
pensatie van de verschillen moet de
kompasafwijking aan de hand van de
zonekaart worden ingesteld voor de
zone waarin de auto wordt gebruikt.
Nadat u het kompas correct heeft in-
gesteld, worden de verschillen auto-
165
ANALOGE KLOK INSTELLEN
Om de klok midden boven op het
instrumentenpaneel in te stellen,
drukt u op de knop tot de instelling
juist is. BEDIENING
iPod®/USB/MP3 (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze voorziening maakt het mogelijk
een iPod® of extern USB-apparaat
aan te sluiten op de USB-poort.
iPod® regeling is compatibel met
mini-, 4G-, foto-, nano-, 5G-, iPod®
en iPhone® apparaten. Sommige ver-
sies van de iPod® software zijn moge-
lijk niet volledig compatibel met deiPod® functies. Ga in dat geval naar
de website van Apple om de recentste
softwareversies te downloaden.
Raadpleeg voor meer informatie de
Uconnect Touch™ handleiding.
HARMAN KARDON®
Logic7® HIGHPERFORMANCE
MULTICHANNELSURROUND
SOUND-SYSTEEM MET
DRIVER-SELECTABLE
SURROUND (DSS) (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Uw auto is uitgerust met een Harman
Kardon® audiosysteem met Gree-
nEdge™ technologie, dat u superi-
eure geluidskwaliteit, hogere geluids-
drukniveaus en een lager
energieverbruik biedt. Het nieuwe
systeem maakt gebruik van eigen
versterker- en speakertechnieken
waardoor de efficiëntieniveaus van de
componenten en het systeem aanzien-
lijk worden verbeterd.De hoogwaardige 12-kanaals Klasse
D GreenEdge versterker heeft een
stroomvoorziening met hoog voltage
en stuurt een 7.5-kanaals weergave
aan. Het Harman Kardon® audiosys-
teem biedt u de mogelijkheid de optie
Logic 7 surround sound te kiezen voor
iedere geluidsbron. Het hoogwaardige
GreenEdge luidsprekerontwerp zorgt
ervoor dat het systeem beschikt over
een hoog geluidsdrukniveau en een
indrukwekkende dynamische ge-
luidskwaliteit. De luidsprekers zijn
afgestemd op maximale efficiëntie en
zijn perfect aangepast aan het uit-
gangsniveau van de versterkers zodat
u verzekert bent van de beste sur-
round sound op elke zitplaats.
De Logic7® multichannel surround-
soundtechniek zorgt voor een volle en
perfecte geluidskwaliteit op elke zit-
plaats. Dit surroundeffect is beschik-
baar voor elke bron - AM/FM/CD/
satellietradio of AUX-ingang op het
dashboard en wordt geactiveerd met
het Uconnect Touch™ systeem.
Raadpleeg "Surround Sound" bij
"Uconnect Touch™ instellingen" in
Analoge klok instellen
168
"Uw instrumentenpaneel begrijpen"
voor meer informatie.
Het selecteren van "Audio Surround"
via de DSS modi activeert de Harman
Kardon® Logic7® multichannel
surround-soundtechniek in uw voer-
tuig. De modus "Video Surround"
wordt beschreven onder Driver-
Selectable Surround (DSS). De Video
Surround-modus is alleen beschik-
baar voor videobronnen (dvd's,
video-cd's of andere videomedia die
door de radio worden ondersteund).
Sommige audio zal beter klinken in de
DSS-modi, terwijl andere audio beter
tot zijn recht komt in de stereomodus.
Als de modus "Audio Surround" is
geactiveerd, wordt de balans automa-
tisch ingesteld. De faderregeling is be-
schikbaar in de surroundmodus,
maar moet worden ingesteld op de
middelste positie voor de beste sur-
roundkwaliteit. STUURBEDIENING
VOOR AUDIO
De afstandsbediening voor het audio-
systeem bevindt zich op het stuurwiel,
in de standen 3 uur en 9 uur.De knop aan uw rechterhand is een
tuimelschakelaar met een drukknop
in het midden. Hiermee kunt u het
volume regelen en de modus van de
geluidsinstallatie bepalen. Als u de
bovenzijde van de tuimelschakelaar
indrukt, neemt het geluidsvolume toe.
Als u de onderzijde indrukt, wordt het
volume verminderd.
Door op de drukknop in het midden te
drukken, kunt u schakelen tussen de
verschillende beschikbare modi voor
het geluidssysteem (MW/LW/CD en-zovoort).
De knop aan de linkerkant is een tui-
melschakelaar met een drukknop in
het midden. De functie van de knopaan uw linkerhand is afhankelijk van
de modus waarin de geluidsinstallatie
zich bevindt.
Hier volgt een beschrijving van de
functies van de knop aan uw linker-
kant in de verschillende modi.
Bediening van de radio
Als u de bovenzijde van de schakelaar
indrukt, wordt omhoog gezocht naar
de volgende goed te ontvangen zen-
der. Als u de onderzijde van de scha-
kelaar indrukt, wordt omlaag gezocht
naar de volgende goed te ontvangen
zender.
Als u op de drukknop midden op de
tuimelschakelaar aan uw linkerkant
drukt, stemt de radio af op de vol-
gende vooraf ingestelde zender die u
hebt geprogrammeerd onder de druk-
knop voor radiovoorinstellingen. Cd-speler
Bij eenmaal indrukken van de boven-
zijde van de schakelaar gaat u door
naar het volgende nummer op de cd.
Druk eenmaal op de onderkant van de
schakelaar om het begin van het hui-
dige nummer of het begin van het
vorige nummer te beluisteren. Doe dit
Afstandsbediening geluidssysteem
(achteraanzicht stuurwiel)
169