WAARSCHUWING!
Het ABS-systeem kan niet voorko-
men dat de auto onderhevig is aan
de natuurkundige wetten en kan
evenmin zorgen voor meer grip op
het wegdek. ABS kan geen ongeluk-
ken voorkomen, zeker geen onge-
lukken die worden veroorzaakt door
te hoge snelheden in bochten, het
rijden op een zeer glad wegopper-
vlak of aquaplaning. Buit de moge-
lijkheden van een auto met ABS niet
uit op roekeloze of gevaarlijke wijze,
die de veiligheid van de bestuurder
of van anderen in gevaar kan
brengen.
TRACTION CONTROL
SYSTEM (TCS)
Dit systeem bewaakt de mate van
wielspin van de aangedreven wielen.
Als het doorslippen van een of meer
wielen wordt geconstateerd, worden
de doorslippende wielen afgeremd en
wordt het motorvermogen vermin-
derd voor een betere acceleratie enstabiliteit. BRAKE ASSIST SYSTEM (BAS)
De remassistent (BAS) vormt een
aanvulling op het ABS en optimali-
seert de remwerking van de auto tij-
dens noodstops. Het systeem herkent
een noodremsituatie aan de hand van
de snelheid en kracht waarmee het
rempedaal wordt ingetrapt en opti-
maliseert de remdruk dienovereen-
komstig. Dit systeem kan helpen om
de remweg in te korten.
Wanneer u heel snel op het rempedaal
trapt, is de assistentie van BAS opti-
maal. Om de voordelen van dit sys-
teem optimaal te benutten, moet u het
rempedaal tijdens de noodstop onon-
derbroken intrappen. Verminder de
druk op het rempedaal niet, tenzij u
niet langer hoeft te remmen. Zodra u
het rempedaal loslaat, wordt het BASuitgeschakeld.
WAARSCHUWING!
Het BAS-systeem kan niet voorko-
men dat de auto onderhevig is aan
de natuurkundige wetten en kan
evenmin zorgen voor meer grip op
het wegdek. BAS kan geen ongeluk-
ken voorkomen, zeker geen onge-
lukken die worden veroorzaakt door
te hoge snelheden in bochten, het
rijden op een zeer glad wegopper-
vlak of aquaplaning. Gebruik de
mogelijkheden van een auto met
BAS nooit op een roekeloze of risico-
volle wijze die de veiligheid van de
bestuurder of anderen in gevaar
brengt.
ELEKTRONISCHE
STABILITEITSREGELING
(ELECTRONIC STABILITY
CONTROL, ESC)
Dit systeem verbetert de veiligheid en
stabiliteit van het voertuig in diverse
rijomstandigheden. Het ESC-systeem
corrigeert overstuur en onderstuur
door het juiste wiel of de juiste wielen
af te remmen. Ook kan het systeem
het motorvermogen reduceren om te
helpen overstuur of onderstuur tegen 205
schakeld, ook wanneer dit eer-
der werd uitgeschakeld.
Het ESC-systeem maakt zoe- mende of klikkende geluiden
wanneer het actief is. Dit is nor-
maal. De geluiden houden op
wanneer ESC inactief wordt na
de manoeuvre die de activering
van het ESC-systeem heeft ver-oorzaakt.
Het controlelampje elektro-
nisch stabiliteitspro-
gramma UIT duidt aan dat
de elektronische stabili-
teitsregeling (ESC) is uitgeschakeld.
ESC SYNCHRONISEREN
Bij onderbroken voeding
(accu losgekoppeld of ont-
laden) en draaiende motor
kan het controle-/
storingslampje elektronisch stabili-
teitsprogramma ESC gaan branden.
Als dat gebeurt, draai dan het stuur-
wiel helemaal linksom tot de aanslag
en daarna helemaal naar rechts tot de
aanslag. Het storingslampje van het
elektronisch stabiliteitsprogramma
moet nu uitgaan. Als het lampje nog steeds blijft branden, laat dan het
ESC- en BAS-systeem zo spoedig mo-
gelijk door een erkende dealer contro-
leren.
BANDEN — ALGEMENE
INFORMATIE
BANDENSPANNING
Voor een veilig en prettig gebruik van
uw auto is een juiste bandenspanning
absoluut noodzakelijk. Als de ban-
denspanning niet juist is, heeft dit de
onderstaande gevolgen:
Veiligheid
WAARSCHUWING!
Een verkeerde bandenspanning is
gevaarlijk en kan leiden tot onge- lukken.
Bij een te lage bandenspanning
veert de band te veel in en kan de
band te warm worden en lek ra-ken.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Bij een te hoge bandenspanning
zal de band schokken op het wiel
minder goed opvangen. Rommel
op de weg en gaten in het wegdek
kunnen de banden beschadigen
waardoor ze lek raken.
Banden met een te hoge of te lage
spanning kunnen het rijgedrag
van de auto beïnvloeden en kun-
nen een klapband veroorzaken
waardoor u de controle over de
auto kunt verliezen.
Als niet alle banden dezelfde
spanning hebben, kunnen bestu-
ringsproblemen optreden. U kunt
de controle over de auto verliezen.
Bij een ongelijke bandenspanning
aan beide zijden van de auto kan
deze naar links of rechts gaan
trekken.
Zorg dat alle banden altijd op de
juiste spanning (voor koude ban-
den) zijn.
Brandstofbesparing
Een onjuiste bandenspanning kan lei-
den tot een onregelmatig slijtagepa-
troon over het loopvlak van de band.
Deze abnormale slijtagepatronen ver-
210
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
3. GAWR
4. Disselgewichtwaarde voor de ge-
bruikte trekhaak. (Deze eis kan er-
toe leiden dat geen 10 tot 15% van
het aanhangergewicht op de aan-
hangerkogel komt te rusten.)
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger – Banden
Probeer de aanhanger niet te tr ek-
ken wanneer een noodreservewiel
is gemonteerd.
Voor een comfortabel en veilig ge-
bruik van uw auto is een juiste ban-
denspanning absoluut noodzake-
lijk. Raadpleeg "Banden –
algemene informatie" in "Starten
en rijden" voor meer informatie
over bandenspanning en voor het
op de juiste wijze op spanning
brengen van de banden.
Controleer de bandenspanning van de aanhanger alvorens deze te ge-
bruiken. Controleer de banden op slijtage of
zichtbare beschadigingen alvorens
de aanhanger te gebruiken. Raad-
pleeg "Banden – algemene infor-
matie" in "Starten en rijden" voor
meer informatie over slijtage-
indicatoren en de juiste controle-
procedure.
Raadpleeg bij het vervangen van banden "Banden - Algemene infor-
matie" in "Starten en rijden" voor
informatie over het vervangen van
banden en voor de juiste vervan-
gingsprocedures. Het vervangen
van banden door exemplaren met
een hogere belastingscapaciteit
leidt niet tot verhoging van de
GVWR- en GAWR-limieten van deauto.
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger –Aanhangerremmen
Sluit het hydraulische remsysteem of vacuümsysteem van uw auto niet aan op dat van de aanhanger.
Dit kan leiden tot onjuist r emge-
drag en lichamelijk letsel. Voor het trekken van een
aanhan-
ger met elektronisch geregelde
remmen is een elektronische rem-
regelmodule voor de aanhanger
vereist. Bij het trekken van een
aanhanger met hydraulisch gere-
gelde remmen is geen elektronische
remregelmodule voor de aanhan-
ger vereist.
Aanhangwagenremmen worden aanbevolen voor aanhangwagens
van meer dan 454 kg en zijn ver -
plicht op aanhangwagens van meer
dan 907 kg.
LET OP!
Als de aanhangwagen geladen meer
weegt dan 454 kg, moet deze zijn
voorzien van eigen remmen met vol-
doende capaciteit. Wanneer dit niet
het geval is, slijten de remvoeringen
sneller, is meer pedaalkracht vereist
en wordt de remweg langer.
232
Locatie Patroonzekering Minizekering Omschrijving
18 50 A rood — Radiatorventilator 2
19 50 A rood — Stuurbekrachtiging 2
20 30 A roze — Ruitenwissermotor
21 30 A roze — Koplampsproeiers
22 — — Zekering – Reserve
23 — — Zekering – Reserve
24 — — Zekering – Reserve
28 — 25 amp Blanco Brandstofpomp
29 — 15 A blauw Transmissie/versnellingspook
30 — — Zekering – Reserve
31 — 25 amp Blanco Motormodule
32 — — Zekering – Reserve
33 — — Zekering – Reserve
34 — 25 amp Blanco Aandrijflijn 1
35 — 25 amp Blanco Aandrijflijn 2
36 — 10 A rood ABS-module
37 — 10 A rood Motormanagement/relais Rad-ventilator
38 — 10 A rood Airbagmodule
39 — 10 A rood Stuurbekrachtigingsmodule/koppelingsrelais airconditio-ning
48 — — Zekering – Reserve
49 — — Zekering – Reserve
50 — — Zekering – Reserve
(51) — 20 A geel Vacuümpomp
52 — — Zekering – Reserve
53 — — Zekering – Reserve
283
Aanhangergewicht . . . . . . . . . 230
Aanhangwagen . . . . . . . . . . . 227Bedrading . . . . . . . . . . . . . 233
Gewicht trailer en dissel . . . 230
Minimumvereisten . . . . . . . 231
Tips . . . . . . . . . . . . . . . . . 235
Tips voor koeling . . . . . . . . 236
Trekhaak . . . . . . . . . . . . . . 236
ABS (antiblokkeersysteem) . . . 203
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 266 Locatie . . . . . . . . . . . . . . . 267
Achtermistlamp . . . . . . . . . . . . 89
Achterruit, onderdelen . . . . . . 133
Achterruitontdooiing . . . . . . . 133
Achterste mistlampen . . . . . . . . 89Achteruitkijkspiegels,
elektrisch bediend . . . . . . . . . . 70
Additieven, brandstof . . . . . . . 222
Afstandsbediening autoradio . . 169
Afstandsbediening autoradio
op stuurwiel . . . . . . . . . . . . . 169
Afstandsbediening deurslot,
programmering . . . . . . . . . . . . 15
Afstandsbediening deurslot,
vervanging . . . . . . . . . . . . . . . 14
Afstandsbediening kofferklep . . 27Afvalverwijdering Antivries
(motorkoelvloeistof) . . . . . . 274 Motorolie . . . . . . . . . . . . . . 266
Airbag . . . . . . . . . . . . . . . . 38,45Airbag-
waarschuwingslampje . . 43,44,47,
58,144
Airbag, onderhoud . . . . . . . . . . 46
Airbag, ontplooien van . . . . . . . 45
Airbag, raam
(zijgordijn) . . . . . . . . . . 40,42,45
Airco, koelvloeistof . . . . . 267,268
Airco, onderhoud . . . . . . . . . . 267
Aircofilter . . . . . . . . . . . . 177,268
Aircosysteem . . . . . . . . . . 175,267
Alarmknipperlichten . . . . . . . 239
Alarmlampje . . . . . . . . . . . . . 146
Alarmsysteem (beveiliging) . . . . 15
Algemene informatie . . . . . . 15,19
Anti-ongevalsysteem FCW
(Forward Collision
Warning) . . . . . . . . . . . . 113,150Anti-slingerinrichting
aanhanger (TSC) . . . . . . . . . . 228Antiblokkeersysteem
(ABS) . . . . . . . . . . . . . . 203,204Antiblokkeersysteem,
waarschuwingslampje . . . . . . 146Antivries
(motorkoeling) . . . . . . . . 273,290 Afvalverwijdering . . . . . . . . 274 Asvloeistof . . . . . . . . . . . . . . 292
Automatisch controlelampje
Olie verversen . . . . . . . . . . . . 153
Automatisch dimmen van de
spiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Automatisch ontgrendelen,
portieren . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Automatisch openen van de
ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Automatische koplampen . . . . . 87Automatische
portiervergrendelingen . . . . . . . 21
Automatische sluitfunctie
elektrische raambediening . . . . 25Automatische
temperatuurregeling (ATC) . . . 175
Automatische transmissie . . . 189,
193,277,278
Autostick . . . . . . . . . . . . . . 198
Soort vloeistof . . . . . . . . . . 292
Speciale additieven . . . . . . . 277
Vloeistof en filter
vervangen . . . . . . . . . . . . . 278
Vloeistof toevoegen . . . 278,292
Vloeistof vervangen . . . . . . 278
Vloeistofpeil controleren . . . 277
Automatische versnelling
thuiskomertje-modus . . . . . . . 193
306
Krik, gebruik . . . . . . . . . . . . 247
Krik, locatie . . . . . . . . . . . . . 246
Laden van het voertuig . . 225,226 Lage
bandenspanningsysteem . . . . . 216
Lampje Check Engine
(storingslampje) . . . . . . . . . . 144
Lampjes . . . . . . . . . . . . . . . 60,86ABS . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
Airbag . . . . . . 43,44,47,58,144
Alarm . . . . . . . . . . . . . . . . 146Alarmsysteem
(diefstalbeveiliging) . . . . . . 146
Automatische koplampen . . . 87
Bandenspanningscontrole . . 142, 216
Buitenverlichting . . . . . . . . . 60Diefstalalarm
(beveiliging) . . . . . . . . . . . 146Dimmer
instrumentenpaneel . . . . . . . 91
Dimschakelaar, koplamp . . . . 90
Elektronisch
Stabiliteitsprogramma
(ESP) . . . . . . . . . . . . . . . . 209
Gevaarknipperlichten . . . . . 239
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . . 90
Grootlicht/dimmer . . . . . . . . 90 Indicatielampje grootlicht . . 142
Instapverlichting . . . . . . . . . 17
Instrumentenpaneel . . . . . . . 86
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . 91
Kaartleeslampjes . . . . . . 90,122
Knipperlichten . . . . . . . . . . . 90
Koplampen . . . . . . . . . . 86,288
Koplampen aan met
ruitenwisser . . . . . . . . . . 87,94
Koplampschakelaar . . . . . . . 86Langzaam-rijdenfunctie(instrumentenverlichting
overdag) . . . . . . . . . . . . . . . 92
Licentie . . . . . . . . . . . . . . . 289
Make-upspiegeltje . . . . . . . . 71
Mistlampen . . . . . . . . . . . . 142
Onderhoud . . . . . . . . . 287,288
Richtingaanwijzer . . . . . . 60,90
Service Engine Soon
(storingslampje) . . . . . . . . . 144
SmartBeams . . . . . . . . . . . . 88Storingslampje
(motorcontrole) . . . . . . . . . 144
Tractiecontrole . . . . . . . . . . 209
Vervangen . . . . . . . . . . 287,288
Waarschuwing (Beschrijving
instrumentenpaneel) . . . . . . 141
Waarschuwing aan
koplampen . . . . . . . . . . . . . 89Waarschuwing
brandstofniveau . . . . . . . . . 151
Waarschuwing lichten aan . . . 89
Waarschuwing
rembekrachtiging . . . . . . . . 209
Waarschuwing remmen . . . . 145
Waarschuwing
veiligheidsgordel . . . . . . . . 147
Wachten om te starten . . . . 151
Lampjes vervangen . . . . . 287,288
Lampjes, vervanging . . . . . 60,287
Lane Change Assist . . . . . . . . . 90
Lastverdelingssysteem . . . . . . 135
LATCH-systeem (Onderste
bevestigingspunten en -banden
voor kinderzitjes) . . . . . . . . . . . 53
Lekke band vervangen . . . . . . 246
Lekken, vloeistof . . . . . . . . . . . 60
Levensduur van de banden . . . 214
Luchtfilter, motor
(luchtreinigingsfilter motor) . . 266
Make-upspiegeltjes . . . . . . . . . 71 Maximaal
voertuiggewicht . . . . . . . . 226,227
Maximale asbelasting . . . . 226,227Meters Brandstof . . . . . . . . . . . . . 144
Snelheidsmeter . . . . . . . . . . 144
310
Opnieuw instellen
controlelampje olie
verversen . . . . . . . . . . . . 142,153
Opslag van het voertuig . . 176,287
Over uw remmen . . . . . . . . . . 202
Overdrive . . . . . . . . . . . . . . . 197
Overdrive OFF schakelaar . . . 197
Oververhitting van de
motor . . . . . . . . . . . . . . . 147,239
Parkeerhulp achter . . . . . . . . 115
Parkeerrem, handrem . . . . . . 202
Passeersignaal . . . . . . . . . . . . . 90
Pedalen, verstelbaar . . . . . . . . . 97PeilstokkenMotorolie . . . . . . . . . . . . . . 265
Portierontgrendeling met
afstandsbediening . . . . . . . . . . 17
Portiersloten . . . . . . . . . . . . . . 20
Portiersloten, automatisch . . . . 21
Programmeerzenders(afstandsbediening
portiervergrendeling) . . . . . . . . 17
Radiaalbanden . . . . . . . . . . . 212 Radiatorvuldop
(koelvloeistofdop) . . . . . . . . . 274
Radio (geluidssystemen) . . . . . 167
Radio, afstandsbediening . . . . 169 Radio, bediening . . . . . . . . . . 170Regengevoelig
ruitenwissersysteem . . . . . . . . . 94Reinigen
Ruitenwisserbladen . . . . . . . 269
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . 279
Reinigen van
glasoppervlakken . . . . . . . . . . 280
Rem, handrem . . . . . . . . . . . . 202Rem/versnellingsbak
vergrendeling . . . . . . . . . . . . 189
Remhulpsysteem . . . . . . . . . . 205
Remmen . . . . . . . . . . . . . . . . 275
Remregelsysteem,
elektronisch . . . . . . . . . . . . . . 204
Remsysteem . . . . . . . . . . . . . 275 Antiblokkeersysteem
(ABS) . . . . . . . . . . . . . . . . 203
Handrem . . . . . . . . . . . . . . 202
Hoofdremcilinder . . . . . . . . 276Remvloeistofpeil
controleren . . . . . . . . . 276,292
Waarschuwingslampje . . . . . 145
Remvloeistof . . . . . . . . . . . . . 292
Reservewiel . . . . . . . 212,213,246
Reservewielen . . . . . . . . . . . . 214
Richtingaanwijzer . . . . . . . . . . 90
Richtingaanwijzers . . . . . . 90,141
Richtingaanwijzers, bediening . . 90 Rijden
Door stromend, hoog of
ondiep, niet-stromend
water . . . . . . . . . . . . . . . . 199
Rijden op gladde wegen . . . 199
Rijden bij vriesweer . . . . . . . . 185
Rijden zonder sleutel . . . . . . . . 12
Rijwinddruk . . . . . . . . 26,124,127
Roestbescherming . . . . . . . . . 278
Rotatie, banden . . . . . . . . . . . 216
Ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Elektrische bediening . . . . . . 24
Ruitensproeier, reservoir
vullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
Ruitensproeiers . . . . . . . . . . 92,93
Ruitensproeiers voorruit . . . 93,270
Ruitenwisserbladen . . . . . . . . 269
Ruitenwissers vooraan . . . . . . . 92Ruitenwissers,
intervalschakeling . . . . . . . . . . 93
Ruitenwissers, regengevoelig . . . 94
Ruitenwissers, wisbladen
vervangen . . . . . . . . . . . . . . . 269
Ruitontdooiing . . . . . . . . . . . . 59 Schakelaar
UCI . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168 Universeel
gebruikersinterface (UCI) . . 168
312