Page 138 of 378

Uw auto handhaaft dan de ingestelde volgaf-
stand totdat:
•het voorliggende voertuig versnelt tot een
waarde die hoger ligt dan de ingestelde
rijsnelheid.
• het voorliggende voertuig naar een andere
rijstrook gaat of buiten het bereik van de
sensor raakt.
• het voorliggende voertuig vertraagt tot een
snelheid beneden 24 km/u en het systeem
zichzelf uitschakelt.
• u de volgafstand wijzigt.
• het systeem uitschakelt. (zie de informatie
over het activeren van de ACC).
De maximale remvertraging van de ACC is
beperkt, maar indien nodig kunt u altijd zelf
bijremmen.
OPMERKING:
De remlichten gaan aan als het ACC-
systeem de remmen in werking stelt.
Een naderingswaarschuwing attendeert u erop
dat de ACC voorspelt dat de maximale remver-
traging onvoldoende is om de ingestelde af- stand te handhaven. In een dergelijke situatie
verschijnt de waarschuwing
BRAKE knippe-
rend op het EVIC-scherm en klinkt er een
geluidssignaal, terwijl de ACC de maximale
remvertraging uitoefent. U dient dan onmiddel-
lijk de remmen te bedienen om een veilige
afstand tot uw voorligger te handhaven.
Menu van de Adaptieve Cruise
Control (ACC)
Het EVIC-scherm toont de huidige instellingen
van het ACC-systeem. De EVIC-display be-
vindt zich in het bovenste deel van het instru-
mentenpaneel tussen de snelheidsmeter en de toerenteller. De getoonde informatie is afhanke-
lijk van de ACC systeemstatus.
Menu-toets
Druk herhaaldelijk op de toets
MENU (op het stuurwiel), totdat
een van de volgende meldingen
verschijnt op het EVIC-scherm:
Adaptive Cruise Control Off
(Adaptieve Cruise Control uit) Als de ACC is uitgeschakeld, verschijntop het scherm de melding Adaptive
Cruise Control Off”.
Adaptive Cruise Control Ready
(Adaptieve Cruise Control gereed) Als de ACC is ingeschakeld, maar derijsnelheid niet is ingesteld, verschijnt op
het scherm de melding Adaptive Cruise
Control Ready .
ACC SET Bij ingeschakelde ACC verschijnt de in-gestelde rijsnelheid.
Brake Alert (remwaarschuwing)
134
Page 145 of 378

Als het cruisecontrolsysteem wordt uitgescha-
keld en vervolgens weer ingeschakeld, acti-
veert het systeem de laatste instelling van de
bestuurder (ACC of Normale Cruise Control).
Anti-ongevalsysteem Forward
Collision Warning — Indien
aanwezig
Het FCW-systeem (Forward Collision Warning)
waarschuwt de bestuurder voor een mogelijke
aanrijding met het voertuig voor u en raadt de
bestuurder aan actie te ondernemen om een
aanrijding te voorkomen.
Het FCW-systeem overziet de informatie van
de vooruitkijkende sensor, van de elektronische
remregeling EBC (Electronic Brake Controller)
en van de wielsnelheidsensoren om te bereke-
nen of zich het gevaar van een kop-
staartbotsing voordoet. Wanneer het systeem
bepaald heeft dat een kop-staartbotsing waar-
schijnlijk is, wordt een visuele waarschuwing
weergegeven op het elektronisch voertuiginfor-
matiecentrum (EVIC) en klinkt tevens een waar-
schuwingssignaal. Wanneer het systeem be-
paalt dat een aanrijding met het voertuig voor uniet langer waarschijnlijk is, worden de waar-
schuwingen gedeactiveerd.
WAARSCHUWING!
Het FCW-systeem (Forward Collision War-
ning) is niet bedoeld om zelfstandig een aan-
rijding te voorkomen. Het is de verantwoorde-
lijkheid van de bestuurder om het voertuig
door middel van rem- en stuuracties te con-
troleren en een aanrijding te voorkomen. Het
niet opvolgen van deze waarschuwing kan tot
ernstige verwondingen of de dood leiden.
Aanpassen van de FCW-status
(voorwaartse waarschuwingstijd)
De FCW-functie kan ingesteld worden op veraf
of dichtbij en kan worden uitgeschakeld door
de voorwaartse waarschuwingstijd in het elek-
tronisch voertuiginformatiecentrum (EVIC) aan
te passen. Raadpleeg voor nadere informatie
hoofdstuk
elektronisch voertuiginformatiecen-
trum (EVIC) onder de functies op uw dash-
board . De FCW-status Off, Near of Far (Uit,
Dichtbij of Veraf) wordt weergegeven in het
EVIC.
FCW-melding
Ter illustratie
141
Page 184 of 378

•Blind spot system off (Dodehoeksysteem
niet beschikbaar sensor geblokkeerd)
• Blind spot system unavailable astronomy
zone (Dodehoeksysteem niet beschikbaar
luchthavengebied) — Wanneer de dode-
hoekmodule een verkeerstoren waarneemt
op dezelfde frequentie welke door zijn wer-
king gestoord zou kunnen worden, zal deze
automatisch het dodehoeksysteem uitscha-
kelen.
• Normal Cruise Ready (Normale cruisecontrol
gereed) — Melding dat de normale cruise-
control beschikbaar is na uitschakeling van
de adaptieve cruisecontrol (ACC). Raad-
pleeg “Adaptieve cruisecontrol (ACC)” on-
der “De functies van uw voertuig (indien
aanwezig).
• Adaptive Cruise Off (Cruisecontrol uitge-
schakeld) — Wanneer de adaptieve cruise-
control (ACC) is uitgeschakeld. Raadpleeg
“Adaptieve cruisecontrol (ACC)” onder “De
functies van uw voertuig (indien aanwezig).
• ACC Ready (ACC gereed) — Als het ACC-
systeem geactiveerd wordt. Raadpleeg “Adaptieve cruisecontrol (ACC)” onder “De
functies van uw voertuig (indien aanwezig).
• ACC Set (ACC ingesteld) — Na instellen
gewenste snelheid op het ACC-systeem.
Raadpleeg “Adaptieve cruisecontrol (ACC)”
onder “De functies van uw voertuig (indien
aanwezig).
• ACC Cancelled (ACC uitgeschakeld) —
Voor het uitschakelen van het ACC-systeem.
Raadpleeg “Adaptieve cruisecontrol (ACC)”
onder “De functies van uw voertuig (indien
aanwezig).
• Sensed Vehicle Indicator (Indicatie van ge-
detecteerd voertuig) — Het systeem detec-
teert een langzamer rijdend voertuig op de-
zelfde rijstrook. Raadpleeg “Adaptieve
cruisecontrol (ACC)” onder “De functies van
uw voertuig (indien aanwezig).
• Driver Override (Uitschakeling door bestuur-
der) — Als u het gaspedaal indrukt nadat de
gewenste snelheid op het ACC-systeem is
ingesteld. Raadpleeg “Adaptieve cruisecon-
trol (ACC)” onder “De functies van uw voer-
tuig (indien aanwezig). •
Distance Set (Afstand ingesteld) — Nadat
de gewenste volgafstand op het ACC is
ingesteld verschijnt dit bericht kortstondig.
Raadpleeg “Adaptieve cruisecontrol (ACC)”
onder “De functies van uw voertuig (indien
aanwezig).
• Brake (Remmen) — Dit bericht knippert op
het scherm en er klinkt een geluidssignaal
wanneer het ACC-systeem voorziet dat de
maximale remvertraging niet voldoende is
om de ingestelde volgafstand te handhaven.
Het ACC-systeem blijft intussen de maxi-
male remvertraging uitvoeren. U dient dan
onmiddellijk de remmen te bedienen om een
veilige afstand tot uw voorligger te handha-
ven. Raadpleeg “Adaptieve cruisecontrol
(ACC)” onder “De functies van uw voertuig
(indien aanwezig).
• Clean Radar Sensor in the Front of Vehicle
(Reinig de radarsensor aan de voorzijde van
het voertuig) — Wanneer het ACC-systeem
uitschakelt als gevolg van beperkende om-
standigheden. Raadpleeg “Adaptieve
cruisecontrol (ACC)” onder “De functies van
uw voertuig (indien aanwezig).
180