BESCHRIJVING
INSTRUMENTENGROEP
1. Toerenteller
Duidt het toerental van de motor aan in omwen-
telingen per minuut (RPM).
2. Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteemDit lampje licht bij wijze van test
gedurende vier tot acht seconden
op wanneer u het contact voor het
eerst inschakelt. Wanneer het
lampje niet brandt tijdens het star-
ten, continu blijft branden of pas
gaat branden tijdens het rijden, moet het sys-
teem zo snel mogelijk door een erkende dealer
worden nagekeken. Raadpleeg Gordelsyste-
men in Wat u moet weten voordat u de auto
start voor meer informatie.
3. Storingsindicatielampje (MIL) Het foutmeldingslampje maakt deel
uit van het boorddiagnosesysteem
OBD II dat de elektronische regelin-
gen voor de motor en de automati-
sche versnellingsbak controleert. Het
lampje gaat branden als de contactsleutel in de stand ON/RUN wordt gezet, voordat de
motor start. Als het lampje niet gaat branden
wanneer u de sleutel van OFF naar ON draait,
laat uw auto dan direct controleren op storin-
gen.
Door sommige condities, zoals een losse of
afwezige tankdop, slechte brandstofkwaliteit
e.d., kan het lampje gaan branden terwijl de
motor draait. De auto moet worden afgeleverd
voor onderhoud als het lampje aan blijft tijdens
een paar ritten zoals die voor u gebruikelijk zijn.
In de meeste gevallen kan dan normaal met de
auto worden gereden en is slepen niet nodig.
LET OP!
Langdurig rijden met het lampje aan kan
schade aan de motorbediening veroorzaken.
Het kan ook van invloed zijn op de brandstof-
zuinigheid en de rijprestatie. Als het lampje
knippert, zal de katalysator vrij snel ernstig
defect raken en zal het motorvermogen afne-
men. Raadpleeg onmiddellijk uw dealer.
WAARSCHUWING!
Een niet goed werkende katalysator kan war-
mer worden dan een katalysator die wel goed
werkt.. Hierdoor kan brand ontstaan als u
langzaam rijdt of boven brandbare stoffen
parkeert, zoals droge planten of hout of karton
enz. Dit kan de dood of ernstig letsel tot
gevolg hebben voor de bestuurder, de passa-
giers of anderen.
4. Controle-/storingslampje elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESC) — indien
aanwezig Het controle-/storingslampje elek-
tronisch stabiliteitsprogramma
(ESC) op het instrumentenpaneel
gaat branden wanneer het contact
wordt ingeschakeld. Wanneer de
motor draait, behoort dit lampje uit
te gaan. Wanneer het ESC-indicatie-/
storingslampje permanent blijft branden terwijl
de motor draait, is een storing gedetecteerd in
het ESC-systeem. Als het lampje blijft branden
nadat er verschillende keren is gestart en het
voertuig meerdere kilometers heeft gereden
172
Knipperlichten, richtingaanwijzers . . 62,173,322,323
Koelmiddel .................304
Koelsysteem ................306
Belangrijke punten ...........309
Controle .................307
Inhoud koelvloeistofreservoir ......325
Keuze van de koelvloeistof
(antivries) .............. 307,325
Koelvloeistof bijvullen (antivries) ....308
Koelvloeistofpeil .............309
Oude koelvloeistof verwijderen ....308
Radiatordop ...............308
Vloeistof laten aflopen en nieuw
bijvullen .................307
Vuldop expansievat ...........308
Koetswerklak, onderhoud .........315
Kofferruimte ................160
Verlichting ................160
Kompas ...................191
Kompas kalibreren .............191
Kompas, afwijkingen ...........191
Kompasafwijkingen ............191
Koolstofmonoxide, waarschuwing .....60
Koplampen .................322
Inschakelen met ruitenwissers .....116
Lampen vervangen ...........322 Reiniging
.................317
Vervangen ................322
Koppelomvormer, koppeling .......228
Krik, gebruik .............. 285,286
Krik, locatie .................285
Lakschade .................314
Lampjes ................. 62,115
ABS ...................176
Achterlichten ..............323
Achtermistlicht ..............178
Airbag ............. 45,49,61,172
Alarmsysteem (diefstalbeveiliging) . . 177
Automatische koplampen .......116
Bagageruimte ..............160
Bandenspanningscontrole .......174
Buitenverlichting .............62
Contourverlichting ............323
Daglichten ................117
Derde remlicht ..............324
Dimschakelaar, koplamp ........115
Elektronisch Stabiliteitsprogramma
(ESP) ...................252
Gevaarknipperlichten ..........284
Indicatielampje grootlicht ........173Indicator regeling neergaande
helling
..................173
Instapverlichting .............17
Kaartleeslampjes ..........
120,151
Koplampen ...............322
Koplampen aan met ruitenwisser . . . 116
Make-upspiegeltje ............73
Mistlampen .......... 119,173,322
Onderhoud ...............322
Reserve .................323
Richtingaanwijzer .....62,115,322,323
Service Engine Soon
(storingslampje) .............172
Service, achter .............323
Sleep-/aanhangerindicator .......173
SmartBeams ...............116
Storingslampje (motorcontrole) ....172
Tractiecontrole ..............252
Vervangen ................322
Waarschuwing brandstofniveau ....185
Waarschuwing rembekrachtiging . . . 252
Waarschuwing remmen .........175
Waarschuwing veiligheidsgordel ....175
Zekeringen ................317
Lampjes vervangen ..........321,322
Lampjes, vervanging ............62
367