23
Uw auto in één oogopslag
DASHBOARD, OVERZICHT
1. Airbag bestuurder* ..................................3-44
2. Schakelaar verlichting/richtingaanwijzers.................................................................4-67
3. Instrumentenpaneel ................................4-40
4. Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers .................................................................4-74
5. Cruise control-schakelaars*....................5-42
6. Contactslot .................................................5-4
7. Stuurwiel ..................................................4-33
8. Digitale klok* ..........................................4-109
9. Audioafstandsbediening* ......................4-121
10. Schakelaar alarmknipperlichten ...........4-67
11. Verwarmings- en ventilatiesysteem* ....4-91
12. Stoelverwarming* ....................................3-9
13. Selectiehendel .......................................5-17
14. Aansteker.............................................4-105
15. Aansluiting ...........................................4-108
16. Houder Smart Key* of asbak* ...5-13/4-106
17. Airbag voorpassagier* ..........................3-44
18. Knop uitstoomopening ..........................4-85
19. Dashboardkastje .................................4-103
20. Parkeerrem*...........................................5-32
21. Remsystem ...........................................5-31
22. Gaspedaal .............................................5-6
* : indien van toepassing
OCM010002L
B020000AFD
4
Sleutels / 4-3
Portiervergrendeling met afstandsbediening / 4-6Smart key / 4-8
Antidiefstalsysteem / 4-11Sloten / 4-14Achterklep / 4-18Ruiten / 4-20Motorkap / 4-24
Tankdopklep / 4-26 Schuif-/kanteldak / 4-29
Stuurwiel / 4-33Spiegels / 4-35Instrumentenpaneel / 4-40Parkeerhulp / 4-63Achteruitrijcamera / 4-66Alarmknipperlichten / 4-67
Verlichting / 4-67
Ruitenwissers en ruitensproeiers / 4-74Interieurverlichting / 4-78Ontwaseming / 4-81Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem / 4-82
Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem / 4-91
Kenmerken van uw auto
Kenmerken van uw auto
8
4
Met de Smart Key kunt u de portieren (en
achterklep) ver- en ontgrendelen en zelfs
de motor starten zonder dat u de sleutel
ergens in hoeft te steken. De toetsen op
de Smart Key werken hetzelfde als die
van de afstandsbediening. (Raadpleeg
"Portiervergrendeling metafstandsbediening" in dit hoofdstuk.) Smart Key-functies
Wanneer u de Smart Key bij u hebt, kunt
u de portieren (en de achterklep)
vergrendelen en ontgrendelen. U kunt
ook de motor starten. Meer informatie
hierover vindt u in de volgende
paragraaf.
Vergrendelen
Alle portieren (en de achterklep) worden
vergrendeld als u op de toets in de
portiergrepen van de voorportieren of de
greep van de achterklep drukt, terwijl een
van de portieren (of de achterklep)
ontgrendeld is. De alarmknipperlichten
knipperen eenmaal om aan te geven dat
alle portieren (en de achterklep)
vergrendeld zijn.
De toets werkt alleen als de Smart Key zich
binnen een afstand van 0,7 m van de
portiergrepen aan de buitenzijde bevindt.
Als u wilt controleren of een portier is
vergrendeld, kunt u het beste de
vergrendelknop in de auto controleren of
aan de portiergreep aan de buitenzijde
trekken.
Ook al drukt u op de toets, de portieren
worden niet vergrendeld en de zoemer
klinkt in een van de volgende situaties:
De Smart Key bevindt zich in de auto.
De toets ENGINE START/STOP staat in
de stand ACC of ON.
Een portier, maar niet de achterklep, is open.
SMART KEY (INDIEN VAN TOEPASSING)
OCM040007
OCM040011
Type A
Type BOCM040006E
OCM040006
Type A
Type B
49
Kenmerken van uw auto
Ontgrendelen
Alle portieren (en de achterklep) worden
ontgrendeld als u op de toets in de
portiergrepen van de voorportieren of de
greep van de achterklep drukt terwijl alle
portieren (en de achterklep) gesloten en
vergrendeld zijn. De alarmknipperlichten
knipperen tweemaal om aan te geven dat
alle portieren (en de achterklep)
ontgrendeld zijn. De toets werkt alleen
als de Smart Key zich binnen een
afstand van 0,7 m van de portiergrepen
aan de buitenzijde bevindt. Als de Smart
Key zich binnen 0,7 meter van de
portiergrepen aan de buitenzijde bevindt,
kunnen ook personen zonder Smart Key
een portier openen.
Starten
U kunt de motor starten zonder de
sleutel in het contactslot te plaatsen. Zie
voor meer informatie "Starten met een
Smart Key" in hoofdstuk 5.Voorzorgsmaatregelen voor de
Smart Key
✽✽
AANWIJZING
Kenmerken van uw auto
10
4
Beperkingen voor het gebruik van sleutels
Voer de volgende procedure uit om te
voorkomen dat het dashboardkastje kan
worden geopend, als u uw auto parkeert
en de sleutel erbij moet bliijven.
1. Houd toets (1) ingedrukt en verwijder
de mechanische sleutel (2).
2. Sluit het dashboardkastje en vergrendel het vervolgens met de mechanische sleutel.
3. Geef de Smart Key af. Het dashboardkastje kan niet worden
geopend zonder de mechanischesleutel. Vervangen van batterij
De batterij van een Smart Key zou een aantal jaren mee moeten gaan, maar
vervang als uw Smart Key niet correct
werkt eerst de batterij door een nieuwe.
Raadpleeg voor vragen over het gebruik
van de Smart Key of voor het vervangen
van de batterij een officiële HYUNDAI-
dealer.
✽✽
AANWIJZING
Als de Smart Key aan vocht of statische elektriciteit wordt blootgesteld, kunnen
er storingen ontstaan in het circuit van
de Smart Key. Raadpleeg voor vragen
over het gebruik van de Smart Key of
voor het vervangen van de batterij een
officiële HYUNDAI-dealer.
1. Wrik het deksel aan de achterzijde van de Smart Key los.
2. Vervang de batterij door een nieuwe. Plaats de nieuwe batterij op de
aangegeven manier met de pluskant
"+" naar beneden gericht.
3. Plaats de batterij in omgekeerde volgorde van verwijderen.
✽✽ AANWIJZING
Kenmerken van uw auto
12
4
D030200ACM
Alarm geactiveerd
Het alarm wordt geactiveerd als een van
de volgende situaties zich voordoet
terwijl het alarm is ingeschakeld.
Een van de portieren voor of achter
wordt geopend zonder dat deze door de contactsleutel (*) of de
afstandsbediening (Smart key) is
ontgrendeld.
De achterklep wordt geopend zonder dat deze door de contactsleutel (*) of
de afstandsbediening (Smart key) is
ontgrendeld.
De motorkap wordt geopend.
Het alarm klinkt en de
alarmknipperlichten knipperengedurende 27 seconden, tenzij het
systeem wordt uitgeschakeld. Het alarm
kan worden uitgeschakeld door de
portieren te ontgrendelen met decontactsleutel (*) of afstandsbediening. (*): Raadpleeg uw HYUNDAI Erkend
Reparateur voor de functies van decontactsleutel. D030400ACM
Alarm uitgeschakeld
Het alarm zal in de volgende situaties
worden gedeactiveerd:
De portieren worden ontgrendeld door
de afstandsbediening, de smart key of de contactsleutel(*).
De motor wordt gestart.
Het contact staat gedurende 30 seconden of meer in de stand ON.
Na het drukken op de ontgrendeltoets
knipperen de alarmknipperlichten
tweemaal om aan te geven dat het alarm
is uitgeschakeld.
Als er op de ontgrendeltoets van de
afstandsbediening wordt gedrukt en er
binnen 30 seconden geen portier wordt
geopend, wordt het alarm weer
ingeschakeld.✽✽ AANWIJZING - A uto's zonder
startblokkeersysteem
415
Kenmerken van uw auto
Portiersloten van binnenuit
vergrendelen/ontgrendelen
D050201ACM
Met de vergrendelknop
Zet de vergrendelknop (1) in standONTGRENDELD om het portier te
ontgrendelen. Het rode merkteken (2)
op de knop zal zichtbaar worden.
Zet de vergrendelknop (1) in stand VERGRENDELD om het portier te
vergrendelen. Als het portier juist
vergrendeld is, zal het rode merkteken(2) op de knop niet zichtbaar zijn.
Trek aan de portiergreep (3) om het portier te openen. Als aan de binnenste portiergreep van
het voorportier wordt getrokken terwijl
de vergrendelknop in de stand
VERGRENDELD staat, wordt het
portier ontgrendeld en kan het
geopend worden. (indien vantoepassing)
De voorportieren kunnen niet worden vergrendeld als de sleutel in het
contact zit (of als de Smart Key zich in
de auto bevindt) en een voorportier
geopend is.
- Voor Europa
Als een van de portieren wordt
geopend terwijl op de schakelaar wordt
gedrukt, zullen de portieren niet
worden vergrendeld. D050202AUN
Met schakelaar portiervergrendeling
Schakel deze in door de toets
portiervergrendeling in te drukken.
Als op het voorste deel (1) van de
schakelaar portiervergrendeling wordt
gedrukt, worden alle portieren
vergrendeld.
Als op het achterste deel (2) van de schakelaar portiervergrendeling wordt
gedrukt, worden alle portieren
ontgrendeld.
OCM040008
Vergrendeld
Ontgrendelen
OCM040009
Bestuurdersportier
Kenmerken van uw auto
16
4
Als de sleutel echter nog in het contact
zit en een van beide voorportieren
geopend is, kunnen de portieren niet
worden vergrendeld door op het
voorste deel (1) van de schakelaar
portiervergrendeling te drukken.
- Voor Europa
Als een van de portieren wordt
geopend terwijl op de schakelaar wordt
gedrukt, zullen de portieren niet
worden vergrendeld. D050600ANF
Supervergrendeling
(indien van toepassing)
Bepaalde uitvoeringen zijn uitgerust met
supervergrendeling. Supervergrendeling
voorkomt dat een portier vanaf de
binnen- of buitenkant geopend wordt en
dient als extra beveiliging. Vergrendel de
portieren met de sleutel (Smart key) ofmet de afstandsbediening om de
supervergrendeling in te schakelen.
Gebruik de sleutel (Smart key) of de
afstandsbediening om de auto weer te
ontgrendelen.
Druk de schakelaar van de centrale
vergrendeling in en sluit de portieren om
de auto te vergrendelen zonder
supervergrendeling.
WAARSCHUWING
-
Ontgrendelde auto
Als u de auto niet vergrendeld
achterlaat, geeft u gelegenheid tot
diefstal. Verwijder altijd de
contactsleutel, bedien de
parkeerrem, sluit alle ruiten en
vergrendel alle portieren als u uw
auto onbeheerd achterlaat.
WAARSCHUWING -
Kinderen alleen achterlaten
Een afgesloten auto kan binnenin
erg warm worden, waardoor
achtergelaten kinderen ofhuisdieren die niet uit de auto
kunnen komen, letsel kunnen
oplopen. Bovendien kunnen
kinderen ernstig gewond raken
door het bedienen van bepaalde
systemen in de auto. Laat kinderen
en huisdieren nooit zonder toezicht
achter in de auto.WAARSCHUWING -
Portieren
De portieren moeten tijdens het rijden altijd volledig gesloten en
vergrendeld blijven om het
onverwachts openen van de
portieren te voorkomen.
Vergrendelde portieren schrikken
ook mogelijke indringers afwanneer de auto langzaam rijdtof stopt.
Let bij het openen van portieren goed op of er geen ander verkeer
aankomt. Anders kan er schadeof letsel ontstaan.