103
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
FRONTAIRBAGS
De auto is uitgerust met frontairbags, aan
bestuurders- en passagierszijde, en een
knie-airbag aan bestuurderszijde (voor be-
paalde uitvoeringen/markten).
De frontairbags (bestuurder en passagier)
en de knie-airbag aan bestuurderszijde
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) be-
schermen de inzittenden voor bij middel-
zware en zware frontale botsingen, door
het opblazen van een luchtkussen tussen
de inzittende en het stuurwiel of het dash-
board.
Als de airbags niet worden geactiveerd
bij andere soorten botsingen (zijdelings,
van achter, over de kop slaan enz.), be-
tekent dit niet dat het systeem niet goed
functioneert.
Bij een frontale botsing zorgt een regel-
eenheid ervoor, indien nodig, dat het kus-
sen wordt opgeblazen. Het kussen blaast
onmiddellijk op, waardoor het lichaam van
de inzittenden voor wordt opgevangen en
de kans op letsel beperkt wordt. Direct
daarna loopt het kussen weer leeg.
De frontairbags (bestuurder en passagier)
en de knie-airbag aan bestuurderszijde
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) zijn
geen vervanging voor de veiligheidsgor-
dels, maar een aanvulling. Draag dus altijd veiligheidsgordels. Bo-
vendien is het dragen van veiligheidsgor-
dels wettelijk verplicht in Europa (en in de
meeste landen daarbuiten).
Als de frontairbags volledig opgeblazen zijn,
vullen zij het grootste deel van de ruimte
tussen het stuurwiel en de bestuurder en
het dashboard en de voorpassagier.
Bij een ongeval kan een inzittende die geen
veiligheidsgordel heeft omgelegd, in con-
tact komen met een airbag die nog niet
volledig opgeblazen is. Hierdoor wordt
de inzittende minder door de airbag
beschermd.
Het is mogelijk dat de frontairbags in de
volgende gevallen niet worden geactiveerd:
❒bij frontale botsingen, met een ander
deel van de auto dan het front, tegen
makkelijk vervormbare objecten (bijv.
als het voorspatbord tegen de vangrail
komt of tegen grindhopen);
❒als de auto onder andere auto’s of vei-
ligheidsvoorzieningen schuift (bijvoor-
beeld onder vrachtwagens of de vang-
rail); omdat geen enkele aanvullende
bescherming wordt geboden op de vei-
ligheidsgordels. Als de airbags in deze
gevallen niet geactiveerd worden, be-
tekent dit niet dat het systeem niet
goed functioneert.
Plaats geen stickers of ande-
re objecten op het stuurwiel,
op het deksel van de airbag aan pas-
sagierszijde of op de zijkant van de
hemelbekleding. Plaats geen voor-
werpen op het dashboard aan de pas-
sagierszijde (bijv. een mobiele tele-
foon), omdat deze het correct openen
van de airbag aan passagierszijde
kunnen hinderen en de inzittenden
ernstig kunnen verwonden.
ATTENTIE!
Bij lichte aanrijdingen (waarbij de be-
scherming door de veiligheidsgordel vol-
doende is) worden de airbags niet geacti-
veerd. Daarom is het gebruik van de
veiligheidsgordels absoluut noodzakelijk,
want de gordel houdt de inzittende bij een
zijdelingse botsing in de juiste positie en
voorkomt dat de inzittende uit de auto
wordt geslingerd bij zware botsingen.
104
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
ZEER GEVAARLIJK: Monteer
absoluut geen kinderzitje
achterstevoren op de pas-
sagiersstoel voor als de air-
bag aan passagierszijde is
ingeschakeld (ON). Als bij
een ongeval de airbag wordt geacti-
veerd, kan het kind hierdoor dodelij-
ke verwondingen oplopen. Als er geen
andere mogelijkheid is, moet in ieder
geval de airbag aan passagierszijde
uitgeschakeld worden als het kinder-
zitje op de passagiersstoel voor wordt
geplaatst. Bovendien moet de passa-
giersstoel zo ver mogelijk naar ach-
teren zijn geschoven om te voorko-
men dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
Ook als het niet wettelijk verplicht is,
raden wij u aan, voor een optimale
bescherming van de volwassenen, de
airbag onmiddellijk weer in te scha-
kelen zodra er geen kinderen meer
vervoerd worden.
ATTENTIE!
FRONTAIRBAG AAN
PASSAGIERSZIJDE fig. 16
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen
met een groter volume dan dat aan be-
stuurderszijde. Het kussen is in een daar-
voor bestemde ruimte in het dashboard
geplaatst.
fig. 16F0M0053mfig. 15F0M0627m
FRONTAIRBAG AAN
BESTUURDERSZIJDE fig. 15
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen
dat in een daarvoor bestemde ruimte in
het midden van het stuurwiel is geplaatst.
105
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
FRONTAIRBAG EN SIDEBAG
AAN PASSAGIERSZIJDE
HANDMATIG UITSCHAKELEN
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als het absoluut noodzakelijk is een kind
op de passagiersstoel voor te vervoeren,
moeten de frontairbag en de sidebag (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) aan pas-
sagierszijde worden uitgeschakeld.
Het waarschuwingslampje
“op het dash-
board blijft continu branden totdat de
frontairbag en de zij-airbag (sidebag) (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) aan pas-
sagierszijde opnieuw worden ingeschakeld.
Raadpleeg voor het hand-
matig uitschakelen van de
frontairbag en zij-airbag (sidebag)
(voor bepaalde uitvoeringen/mark -
ten) aan passagierszijde, de paragra-
fen “Digitaal display” en “Multifunc-
tioneel display” in het hoofdstuk
“Dashboard en bediening”.
ATTENTIE!
ZIJ-AIRBAGS
De auto is uitgerust met zij-airbags voor
(sidebags voor) aan bestuurders- en pas-
sagierszijde (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) voor bescherming van borst-bek-
ken en headbags voor en achter (wind-
owbags) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten).
De zij-airbags (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten) beschermen de inzittenden
bij middelzware en zware zijdelingse aan-
rijdingen, door het opblazen van een lucht-
kussen tussen de inzittende en de interi-
eurdelen aan de zijkant van de auto.
Als de zij-airbags niet worden geactiveerd
bij andere soorten botsingen (frontaal, van
achter, over de kop slaan enz.), betekent
dit niet dat het systeem niet goed functi-
oneert.
Bij een zijdelingse aanrijding zorgt de cen-
trale regeleenheid ervoor, indien nodig,
dat het kussen opblaast. Het kussen blaast
onmiddellijk op, waardoor het lichaam van
de inzittenden wordt opgevangen en de
kans op letsel wordt beperkt. Direct daar-
na loopt het kussen weer leeg.
De zij-airbags (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten) zijn geen vervanging voor de
veiligheidsgordels, maar een aanvulling.
Draag dus altijd veiligheidsgordels. Bo-
vendien is het dragen van veiligheidsgor-
dels wettelijk verplicht in Europa (en in de
meeste landen daarbuiten).ZIJ-AIRBAGS VOOR
BESCHERMING VAN BORSTKAS/
BEKKEN (SIDEBAGS) fig. 17
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze sidebags zijn kussens die zich snel
opblazen en bevinden zich in de rugleuning
van de voorstoelen, en hebben tot doel de
borstkas en het bekken van de inzittenden
te beschermen bij middelzware en zware
zijdelingse aanrijdingen.
fig. 17F0M0140m
106
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
BELANGRIJK De frontairbags en/of zij-air-
bags kunnen ook worden geactiveerd bij
krachtige stoten aan de onderzijde van de
carrosserie, bijvoorbeeld bij zware bot-
singen tegen drempels of stoepranden of
obstakels op het wegdek of als de auto te-
recht komt in grote gaten of verzakkingen
in het wegdek.
BELANGRIJK Als de airbags in werking
treden, ontsnapt een beetje rook. Deze
rook is niet schadelijk en duidt niet op
brand; bovendien kan het oppervlak van
het opgeblazen kussen en het interieur van
de auto bedekt zijn met een laagje poeder:
dit poeder kan de huid en de ogen irrite-
ren. Als u hiermee in aanraking bent ge-
komen, moet u zich met neutrale zeep en
water wassen.
De geldigheidsduur van de pyrotechnische
lading en van het spiraalmechanisme is ver-
meld op het betreffende plaatje in het
dashboardkastje. Laat ze voor het ver-
strijken van deze termijn door het Fiat
Servicenetwerk vervangen.BELANGRIJK Na een ongeval waarbij een
of meerdere veiligheidssystemen zijn geac-
tiveerd, dient u contact op te nemen met
het Fiat Servicenetwerk om de geactiveer-
de systemen te laten vervangen en de wer-
king van het systeem te laten controleren.
Alle controlewerkzaamheden, reparaties
en vervanging van de airbag moeten door
het Fiat Servicenetwerk worden uitge-
voerd.
Aan het einde van de lange levensduur van
uw auto, moet u contact opnemen met
het Fiat Servicenetwerk om het systeem
buiten werking te laten stellen. Bovendien
moet bij verkoop van de auto de nieuwe
eigenaar op de hoogte gesteld worden van
het gebruik en de instructies, en moet hij
het instructieboekje ontvangen.
BELANGRIJK Het in werking treden van
de gordelspanners, de frontairbags en de
zij-airbags voor wordt door de elektro-
nische regeleenheid bepaald, afhankelijk
van het type ongeval. Als een van deze on-
derdelen niet wordt geactiveerd, dan hoeft
dit niet op een storing in het systeem te
duiden. HEADBAGS (WINDOWBAGS)
fig. 18
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De headbag is een “gordijn”-systeem en
bevindt zich aan de rechter- en aan de lin-
kerzijde in de hemelbekleding aan de zij-
kant en is afgedekt met een afwerklijst.
De headbags bieden bescherming aan het
hoofd van de inzittenden voor en achter
tijdens een zijdelingse botsing, dankzij het
grote effectieve oppervlak van de kussens.
BELANGRIJK De inzittende wordt bij een
zijdelingse botsing optimaal door het sys-
teem beschermd als hij/zij in de juiste po-
sitie in de stoel zit. Hierdoor kunnen
de zij-airbags op de juiste wijze worden
opgeblazen.
fig. 18F0M0141m
107
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
Steun niet met het hoofd, de
armen of de ellebogen tegen
het portier, de ruiten of in het gebied
van de headbag (Window Bag) om
verwondingen tijdens het opblazen te
voorkomen.
ATTENTIE!
Steek nooit het hoofd, de
armen of de ellebogen uit
het raam.
ATTENTIE!
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden (op het
multifunctionele display verschijnt
ook een bericht – indien aanwezig),
dan is er mogelijk een storing in de
veiligheidssystemen; in dat geval kun-
nen de airbags of gordelspanners niet
geactiveerd worden bij een ongeval
of, in een zeer beperkt aantal geval-
len, niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, dient
u contact op te nemen met het Fiat
Servicenetwerk om het systeem direct
te laten controleren.
ATTENTIE!
Bedek de rugleuning van
de stoelen voor en achter
niet met hoezen of kleden die niet
zijn voorbereid op het gebruik met
sidebags.
ATTENTIE!
Reis niet met voorwerpen op
schoot of voor de borst en
houd vooral geen pijp, potlood enz.
in de mond. Bij een ongeval waarbij
de airbag in werking treedt, kan dit
ernstig letsel veroorzaken.
ATTENTIE!
Als de contactsleutel in stand
MAR staat, kunnen, ook bij
uitgezette motor, de airbags inscha-
kelen als de auto stilstaat en de auto
frontaal wordt aangereden door een
andere auto. Daarom mogen, ook als
de auto stilstaat, absoluut geen kin-
deren op de passagiersstoel voor wor-
den geplaatst. Als de contactsleutel
echter in stand STOP staat, wordt bij
een ongeval geen enkel beveiligings-
systeem (airbag of gordelspanners)
geactiveerd; als een systeem niet in
werking treedt, betekent dit niet dat
het systeem niet goed werkt.
ATTENTIE!
108
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
De stoelen mogen niet met
water worden afgenomen of
met stoom worden gereinigd (met de
hand of in een automatisch wasap-
paraat).
ATTENTIE!
De frontairbag treedt in wer-
king als de botsing zwaarder
is dan een botsing waarbij alleen de
gordelspanners worden geactiveerd.
Bij aanrijdingen die tussen deze twee
drempelwaarden in liggen, treden al-
leen de gordelspanners in werking.
ATTENTIE!
Haak geen harde voorwer-
pen aan de kledinghaakjes
en aan de steunhandgrepen.
ATTENTIE!
De airbag is geen vervanging
voor de veiligheidsgordels,
maar een aanvulling. Omdat de fron-
tairbags niet worden geactiveerd bij
frontale botsingen bij lage snelheid,
bij zijdelingse aanrijdingen en als de
auto van achter wordt aangereden of
over de kop slaat, worden in deze ge-
vallen de inzittenden uitsluitend door
de veiligheidsgordels beschermd. De
gordels moeten dus altijd gedragen
worden.
ATTENTIE!
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait, gaat het
lampje
“(met de frontairbag aan
passagierszijde ingeschakeld) enkele
seconden knipperen, om u eraan te
herinneren dat de airbag aan passa-
gierszijde bij een botsing wordt geac-
tiveerd. Hierna moet het lampje
doven.
ATTENTIE!
Rijd altijd met beide handen
op de stuurwielrand, zodat
bij het in werking treden van de air-
bag, het kussen niet wordt gehinderd
door obstakels. Rijd niet met voorover
gebogen lichaam, maar ga goed recht-
op zitten en steun tegen de rugleuning.
ATTENTIE!
Laat bij diefstal of een poging
tot diefstal, bij beschadiging
of als de auto bij een overstroming on-
der water is geweest, het airbagsys-
teem door het Fiat Servicenetwerk
controleren.
ATTENTIE!
121
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
LAMPJES
EN BERICHTEN
ALGEMENE OPMERKINGEN ........................................... 122
TE LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU ............................... 122
AANGETROKKEN HANDREM ...................................... 122
STORING AIRBAGSYSTEEM ............................................ 123
TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ............. 123
ACCU WORDT NIET
VOLDOENDE OPGELADEN ........................................... 124
TE LAGE MOTOROLIEDRUK -
OLIEKWALITEIT ONVOLDOENDE .............................. 124
STORING ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING “DUALDRIVE” ................... 125
NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN .......................... 125
MINIMUM MOTOROLIEPEIL ........................................... 125
STORING EBD ..................................................................... 125
STORING INSPUITSYSTEEM
(Multijet-uitvoeringen) ......................................................... 126
STORING MOTORMANAGEMENTSYSTEEM
(EOBD) (benzine-uitvoeringen) ....................................... 126
AIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD ......... 127
STORING ABS ..................................................................... 127
BRANDSTOFRESERVE ....................................................... 127
NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDEL ................ 127
VOORGLOEI-INSTALLATIE ............................................. 128
STORING VOORGLOEI-INSTALLATIE ........................ 128WATER IN BRANDSTOFFILTER .................................... 128
STORING ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING – FIAT CODE ............................. 129
DEFECTE BUITENVERLICHTING .................................. 129
MISTACHTERLICHTEN ..................................................... 129
ALGEMENE STORINGSMELDING ................................. 129
DPF (Multijet-uitvoeringen) ................................................ 130
STORING ESP ....................................................................... 130
VERSLETEN REMBLOKKEN ............................................. 130
STORING HILL HOLDER ................................................. 130
BUITENVERLICHTING EN DIMLICHTEN ................... 131
FOLLOW ME HOME .......................................................... 131
MISTLAMPEN VOOR ......................................................... 131
RICHTINGAANWIJZER LINKS ....................................... 131
RICHTINGAANWIJZER RECHTS ................................... 131
INSCHAKELING ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING “DUALDRIVE” ................... 131
GROOTLICHT ..................................................................... 131
KANS OP GLADHEID ....................................................... 132
BEPERKTE ACTIERADIUS ................................................ 132
ASR-SYSTEEM ....................................................................... 132
SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN ........................... 132
L L
A A
M M
P P
J J
E E
S S
E E
N N
B B
E E
R R
I I
C C
H H
T T
E E
N N
123
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
LAMPJES
EN BERICHTEN
STORING
AIRBAGSYSTEEM
(rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Als het lampje continu blijft branden, geeft
dit een storing in het airbagsysteem aan.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
¬Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veilig-
heidssystemen; in dat geval kunnen
de airbags of gordelspanners niet ge-
activeerd worden bij een ongeval of,
in een zeer beperkt aantal gevallen,
niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, dient
u contact op te nemen met het Fiat
Servicenetwerk om het systeem direct
te laten controleren.
ATTENTIE!
Een defect lampje ¬(lamp-
je gedoofd) wordt aangege-
ven doordat het lampje voor de
uitgeschakelde frontairbag aan pas-
sagierszijde
“langer dan de nor-
male 4 seconden knippert.
ATTENTIE!
TE HOGE KOELVLOEI -
STOFTEMPERATUUR
(rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als de motor te
warm is.
Als het lampje gaat branden, moeten de
volgende maatregelen worden genomen:
❒bij normale rij-omstandigheden:
stop de auto, zet de motor uit en con-
troleer of het niveau van de koelvloei-
stof in het reservoir niet onder het
MIN-merkteken staat. Als dat wel het
geval is, wacht dan enkele minuten zo-
dat de motor kan afkoelen, open ver-
volgens langzaam en voorzichtig de dop,
vul koelvloeistof bij en controleer of de
koelvloeistof tussen het MIN- en MAX-
merkteken op het reservoir staat. Con-
troleer ook of er geen vloeistof weglekt.
Als bij het starten van de motor het
lampje opnieuw gaat branden, wendt
u dan tot het Fiat Servicenetwerk.
ç