203
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
RUITENSPROEIERVLOEISTOF
fig. 180-181-182-183-184
Verwijder voor het bijvullen de dop D m.b.v. het lipje.
Gebruik een mengsel van water en TUTELA PROFES-
SIONAL SC35 in de volgende mengverhouding:
30% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en 70% water in de
zomer.
50% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en 50% water in de
winter.
Bij temperaturen onder ¯20 °C, TUTELA PROFESSION-
AL SC 35 onverdund gebruiken.
Controleer visueel het niveau van de vloeistof in het re-
servoir.
Sluit de dop D door op het midden van de dop te drukken. MOTORKOELVLOEISTOF
fig. 180-181-182-183-184
Het niveau van de koelvloeistof moet gecontroleerd wor-
den bij een koude motor en moet tussen het MIN- en
MAX-merkteken op het expansiereservoir staan. Een te
laag niveau bijvullen door een mengsel van gedeminerali-
seerd water en 50% PARAFLU
UPvan PETRONAS LU-
BRICANTSlangzaam via de vulopeningCvan het ex-
pansiereservoir te gieten tot aan het MAX-merkteken.
Een mengsel van PARAFLU
UPen gedemineraliseerd wa-
ter in een mengverhouding van 50% beveiligt tot een tem-
peratuur van ¯35 °C. Voor extreem koude klimatologische
omstandigheden raden wij een mengsel aan van 60% PA-
RAFLU
UPen 40% gedemineraliseerd water.
Het motorkoelsysteem is gevuld met PARAF-
LU
UP-koelvloeistof. Gebruik voor het eventu-
eel bijvullen vloeistof met dezelfde specifica-
ties als waarmee het motorkoelsysteem is gevuld. PA-
RAFLU
UP-koelvloeistof kan niet worden gemengd met
welke andere koelvloeistof dan ook. Als dit toch ge-
beurt, mag de motor absoluut niet worden gestart en
moet u zich tot het Fiat Servicenetwerk wenden.
Het koelsysteem staat onder druk. Vervang
de dop zo nodig alleen door een exemplaar
van hetzelfde type, anders kan de werking van het
systeem in gevaar worden gebracht. Draai bij een
warme motor de dop van het expansiereservoir nooit
los: gevaar voor verbranding.
ATTENTIE!
Rijd niet met een leeg ruitensproeierre-
servoir: de ruitensproeiers zijn van funda-
menteel belang voor een optimaal zicht.
Enkele in de handel verkrijgbare ruitensproeier-
vloeistoffen zijn licht ontvlambaar. In de motor-
ruimte bevinden zich warme onderdelen die bij
contact de vloeistof kunnen doen ontbranden.
ATTENTIE!
REMVLOEISTOF fig.180-181-182-183-184
Draai de dop E los: controleer of het remvloeistofniveau
nog op het maximum niveau staat.
Het niveau mag nooit het MAX-merkteken overschrijden.
Als vloeistof moet worden bijgevuld, dan raden wij u aan
de remvloeistof te gebruiken die staat vermeld in de ta-
bel „Vloeistoffen en smeermiddelen” (zie het hoofdstuk
„Technische gegevens”).
OPMERKING Maak de dop E van het reservoir en het om-
ringende oppervlak zorgvuldig schoon.
Wees bij het openen van de dop bijzonder voorzichtig zo-
dat er geen vuil in het reservoir komt.
Gebruik voor het bijvullen altijd een trechter met een in-
gebouwde filterzeef van maximaal 0,12 mm.
BELANGRIJK De remvloeistof is hygroscopisch (trekt wa-
ter aan). Als de auto overwegend wordt gebruikt in ge-
bieden met een hoge luchtvochtigheid, dan moet de vloei-
stof vaker worden vervangen dan in het „Onderhouds-
schema” staat aangegeven.
204
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Voorkom contact tussen de zeer corrosie-
ve remvloeistof en de lak. Als remvloeistof
wordt gemorst, moet de lak onmiddellijk
met water worden afgespoeld.
De remvloeistof is giftig en zeer corrosief.
Als per ongeluk remvloeistof wordt ge-
morst, moeten de betreffende delen onmiddellijk
worden gewassen met water en neutrale zeep en
daarna met veel water worden afgespoeld. Bij in-
slikken dient onmiddellijk een arts te worden ge-
raadpleegd.
ATTENTIE!
Het symbool πop het reservoir geeft aan
dat synthetische remvloeistof en geen mi-
nerale vloeistof moet worden gebruikt. Het gebruik
van minerale vloeistoffen moet absoluut worden
vermeden, omdat de rubbers in het remsysteem
door deze vloeistoffen worden beschadigd.
ATTENTIE!
246
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
1.3 Multijet 1.4
VULLINGSTABEL
1.6 Multijet2.0 Multijet
liter
60
8-10
–
2,35
2,7
1,76
_
–
2,2 (*)/
6 (▼)kg
–
2
2,3
1,5
0,900
0,450
_liter
60 ()
8-10
–
3
3,2
2
_
–
2,2 (*)/
6 (▼)kg
–
2,5
2,7
1,7
0,900
0,450
_liter
60 ()
8-10
–
4,5
4,9
2 (
■)
_
–
2,2 (*)/
6 (▼)kg
–
3,6
3,9
1,7
0,900
0,450
_liter
60 ()
8-10
–
4,5
4,9
2 (■)
_
–
2,2 (*)/
6 (▼)kg
–
3,6
3,9
1,7
0,900
0,450
_
Brandstoftank:
incl. een reserve van:
Motorkoelsysteem
– met airconditioning:
Motorcarter:
Carter en oliefilter:
Versnellingsbak en
differentieel:
Hydraulische
stuurbekrachtiging
Hydraulisch remcircuit
met ABS:
Vloeistofreservoir
ruitensproeiers en
achterruitsproeier
(▲) Onder extreem koude klimatologische omstandigheden raden wij een mengsel aan van 60% PARAFLUUPen 40% gedemineraliseerd water.
(*) Alleen bij Doblò-uitvoeringen zonder koplampsproeiers.
(▼) Bij uitvoeringen Doblò/ Doblò Combi/ Doblò Cargo met koplampsproeiers.Voorgeschreven brandstof
Originele producten
Loodvrije benzine octaangetal
ten minste 95 R.O.N
(specificatie EN228)
() Diesel voor motorvoertuigen
(specificatie EN590)
Mengsel van
gedemineraliseerd water
en 50% PARAFLU
UP(▲)
SELENIA K P.E.
SELENIA WR P.E.
TUTELA CAR TECHNYX
(
■) TUTELA GEARTECH
TUTELA GI/R
TUTELA GI/E
TUTELA TOP 4
Mengsel van water en
TUTELA
PROFESSIONAL SC 35
261
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Achterlichtunits
– gloeilampen vervangen .......... 175
Achterruitsproeier ....................... 62
– inschakelen ............................... 62
– niveau controleren
en bijvullen ............................... 203
– sproeier .................................... 213
Achterruitverwarming ....... 46-49-58
Achterruitwisser
– inschakelen ............................... 62
– ruitensproeiervloeistof
(specificaties) ........................... 248
– wisserblad vervangen ............. 212
Achteruitrijverlichting
– gloeilamp vervangen ............... 175
Afmetingen van de auto ....... 230-231
Afstandsbediening ......................... 6– achterklep openen .................. 7
– batterij vervangen ................... 7
– extra afstandsbedieningen ..... 8
– ministeriële
goedkeuring .............256-257-258
– openen/sluiten met
afstandsbediening .................... 6
Airconditioning, handbediend .... 47
Antivries
– niveau controleren
en bijvullen ............................... 202
– specificaties .............................. 248
Armsteun voor ............................. 71
Asbak ............................................... 75
ASR (systeem) ............................... 100
Auto langere tijd stallen .............. 142Aansteker....................................... 74
ABS .................................................. 96
Accu opladen.................................. 188
Accu.................................................. 206
– onderhoud ............................... 208
– opladen....................................... 188
– praktische tips om
de levensduur te verlengen ... 208
– starten met een hulpaccu ..... 155
– vervangen ................................. 207
Achterdeuren ................................ 80
– afstandsbediening .................... 6
Achterklep
– openen met
afstandsbediening .................... 6-7
– openen van binnenuit
in noodgevallen .................. 85-86
ALFABETISCH REGISTER