Page 6 of 402
VEILIGHEID RIJDEN VOORZIENINGEN VEILIG VERVOEREN
VAN KINDEREN
192Elektrische parkeerrem200 Handbediende parkeerrem201 Handgeschakelde
versnellingsbak202Opschakelindicator203EGS 6-versnellingsbak207 Automatischeversnellingsbak211 Hill Start Assist212Stop & Start215 Lane Departure Warning System (LDWS)216Dode-hoekdetectie220 Snelheidsbegrenzer222Snelheidsregelaar224Parkeerplaatsassistent226 Parkeerhulp
172 Richtingaanwijzers
172 Alarmknipperlichten
173 Claxon
173 Urgence-oproep of
Assistance-oproep
174 Controlesysteem
bandenspanning
176Hulpsystemen bij hetremmen
17 7 Stabiliteitscontrolesystemen(ESP)
179Veiligheidsgordels
183Airbags
160Kinderzitjes
166 ISOFIX-kinderzitjes
169 Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen
142Inrichting interieur
148Armleuning vóór
15 3Inrichting van bagageruimte
008008009009006006007007
Page 16 of 402
Cockpit
1.
Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer. 2.
Schakelaars extra functies. 3.
Hendel stuurwielverstelling. 4.
Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers. 5.
Instrumentenpaneel.
6.Airbag bestuurder. Claxon. 7.
Schakelaars audio-installatie ennavigatiesysteem.8.Schakelaars Bluetooth-functies of telefoon. 9.
Hendel motorkapontgrendeling.10.Schakelaars buitenspiegels.
Schakelaars ruitbediening.11. Zekeringkast.12.Handmatige koplampverstelling.
Paneel met schakelaars linksonder.13.Knop voor openen van brandstoftankklep.Paneel met schakelaars linksboven. 14 .Verstelbaar en afsluitbaar zijventilatierooster. 15. Zijruitontwaseming.
Page 17 of 402
15
Eerste kennismaking
Cockpit
1.
Contact-/stuurslot. 2.Flippers van EGS 6-versnellingsbak.3.Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer.4.
Luidspreker (tweeter).
5. Voor r uitont waseming.
6.Zonnesensor. 7. Airbag aan passagierszijde.8.Handschoenenkastje / Aansluitingen audio/video / Uitschakeling airbag aan passagierszijde. 9.
Schakelaar stoelverwarming.10.Schakelaar lendenmassage.11.
Elektrische parkeerrem.12.
Selectiehendel EGS 6-versnellingsbak.13.Groot multifunctioneel opbergvak.
Page 18 of 402
Dakconsole - Centrale consoles
A.
Binnenspiegel.
B
. Microfoon van audio-/datacommunicatiesysteem.C.
Sfeerverlichting. D.Urgence-toets / Assistance-toets.E.Plafonnier / Kaar tleeslampjes.
1
.Verstelbare en afsluitbare middelsteventilatieroosters.2. Monochroom display en display met gordel- en passagiersairbaglampje of kleurendisplay met kaartweergave. 3.
Radio of navigatiesysteem eMyWay.4.Schakelaars op centraal bedieningspaneel.
5.Bedieningspaneel ver warming/
airconditioning.
6. USB-/JACK-aansluiting en aansteker/
12V- aansluiting. 7.Versnellingshendel handgeschakelde
versnellingsbak of selectiehendel
EGS-versnellingsbak. 8. Handbediende of elektrische parkeerrem.9.Ver wijderbare asbak.
10. Armleuning vóór.
Page 28 of 402
Veiligheid voor de inzittenden
1.
Open het dashboardkastje.2.
Steek de sleutel in de schakelaar. 3.Selecteer de stand:
"OFF"
(uitschakelen) wanneer een kinderzitje "met de rug in de rijrichting" is
bevestigd,
"ON"
(inschakelen) wanneer een passagier
op de voorstoel zit of een kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" is bevestigd. 4. Ver wijder de sleutel zonder de stand van de schakelaar te veranderen.
Airbag voorpassagier
184A
. Controlelampje veiligheidsgordel linksvoor.
B. Controlelampje veiligheidsgordel
rechtsvoor.C. Controlelampje veiligheidsgordel
rechtsachter.D.Controlelampje veiligheidsgordel
middenachter. E.Controlelampje veiligheidsgordellinksachter.
F. Controlelampje airbag vóór aan
passagierszijde uitgeschakeld.
G.Controlelampje airbag vóór aan
passagierszijde ingeschakeld.
Veiligheidsgordels en airbag
vóór aan passagierszijde
179, 185
Page 49 of 402

Controle tijdens het rijden
Stuurbekrachtigingpermanent. Er is een storing met betrekking tot de
stuurbekrachtiging.Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het CITROËN-netwerk
o
f een gekwalificeerde werkplaats.
Bandenspanning te laagpermanent. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.De controle dient bij voorkeur bij koude banden te worden uitgevoerd.
Bochtverlichting knippert. Er is een storing in de bochtverlichting.Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Voet op het rempedaal
permanent. Het rempedaal is niet ingetrapt. Trap bij de EGS 6-versnellingsbak het rempedaal in om
de motor te star ten (selectiehendel in stand N ).
Als u de handrem wilt vrijzetten zonder het rempedaalin te trappen blijft dit lampje branden.
knippert. Als u de auto met een EGS 6-versnellingsbak op een helling telang probeert tegen te houden door
het gaspedaal in te trappen, raakt de koppeling over verhit .
Gebruik het rempedaal en/of de elektrischeparkeerrem.
Airbags
t
ijdelijk.Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact
wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storin
g in een van de
airbags of de pyrotechnische gordelspanners. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk o
f een gekwalificeerde werkplaats.
Page 52 of 402

Dimmer dashboardverlichting
permanent. De lichtsterkte wordt ingesteld. U kunt de lichtsterkte instellen van 1 tot 16.
Airbag aanpassagierszijdepermanent op het
display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels en de airbag vóór aan passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "ON".De passagiersairbag vóór is geactiveerd.
Plaats in dit geval geen kinderzitje met de rug in de rijrichting op de stoel
van de voorpassagier.Z
et de schakelaar in de stand "OFF"
om depassagiersairbag vóór uit te schakelen.
In dit geval kunt u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting plaatsen.
Automatische ruitenwissers
permanent. De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van deruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zetde hendel in een andere stand.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Stop & Start
permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-standgezet(verkeerslicht, stopbord,
opstopping, enz.).Het lamp
je gaat uit en de motor wordt automatisch gestart als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat dan uit.De
STOP-stand is nu nietbeschikbaar. of De motor wordt automatisch gestart. Raadplee
g het hoofdstuk "Rijden - § Stop & Start-systeem" voor bijzonderheden van de Stop- en Start-stand.
Parkeerplaatsassistentpermanent. De parkeerplaatsassistent isgeselecteerd. Bedien de richtingaanwijzer naar de kant waar u eenparkeerplaats wilt meten en zorg dat u niet harder dan
20 km/h rijdt. Er verschijnt een bericht op het display
a
ls de meting klaar is.
Page 53 of 402

51Controle tijdens het rijden
Passagiersairbagpermanent, op het display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aanpassagierszijde. De schakelaar in het dashboardkast
je
staat in de stand "
OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde isuitgeschakeld. Z
et de schakelaar in de stand " ON
" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de rug in de rijrichting.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
ESP/ASRpermanent. De toets linksonder op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorende
verklikkerlampje gaat branden.
De functie ESP/ASR wordt uitgeschakeld.
ESP: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antispinregeling.Druk op de toets om de
functie ESP/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie ESP/ASR wordt automatisch ingeschakeldals de motor wordt gestart.Na uitschakelen van het systeem, wordt het automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelhedenhoger dan ongeveer 50 km/h.
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.