05
1
1
2
3
USB-BOX
Het systeem stelt playlists samen (tijdelijk geheugen). De tijd die
hiervoor nodig is, hangt af van de capaciteit van de USB-uitrusting.
Gedurende deze tijd zijn andere bronnen beschikbaar.
De playlists worden iedere keer dat het contact wordt afgezet of een USB-stick wordt aangesloten, geactualiseerd.
Bij een eerste aansluiting wordt een indeling in mappen als indelingaangeboden. Bij een volgend gebruik wordt de laatstgekozen
mappenstructuur aangehouden. Sluit de USB-stick direct of via een snoer aan o
p
de USB-poort. Als de autoradio is ingeschakeld,
wordt de USB-bron gedetecteerd zodra deze
wordt aangesloten. Het lezen begint automatisch na een bepaalde tijd, afhankelijk van de capaciteit van de USB-stick.
De herkende bestandsformaten zi
jn .mp3(uitsluitend mpeg1 layer 3), .wma (uitsluitend standaard 9, comprimeren met 128 kbit/s), .waven .ogg.
Uitsluitend playlists van het type m3u, .pls en .wpl
worden geaccepteerd.
Deze module bestaat uit een USB-poort en een
Jack-aansluiting *
. De bestanden op het externe
apparaat, zoals een draagbare MP3-speler of een USB-stick, worden overgebracht op uw Autoradio.Via de luidsprekers van de auto wordt de muziekweergegeven.
USB-stick
(1.1, 1.2 en 2.0) of iPod ® van de vijfde generatie of hoger:
- de USB-stick moet in FAT of FAT 32geformateerd zijn (niet compatibel met
NTFS-formaat),
- het snoer van de iPod ® is noodzakelijk,
- navigatie door de bestanden is mogelijk via de
bedienin
g op het stuurwiel,
- de iPod-software moet voor een optimale
verbinding regelmatig geüpdatet worden.
Een lijst met geschikte uitrustingen en compatible compressies is beschikbaar bij het CITROËN-netwerk. jg gGEBRUIK VAN DE USB-BOX
AANSLUITEN VAN EEN USB-STICK
iPod ® 's van oudere generaties en spelers diegebruik maken van het MTP-protocol *
:
- afspelen uitsluitend via een Jack-Jack-snoer
(niet meegeleverd),
- navigatie door de bestanden is mogelijk via het externe apparaat.
*
Afhankeli
jk van de uitvoering.
05
1
21
2
De weergave- en bedieningsfuncties verlopen via
de externe apparatuur zelf.
Stel eerst het volume van uw draagbare
apparatuur af.
Stel vervolgens het volume van deautoradio af.
AUX-INGANG GEBRUIKEN
JACK- of USB-AANSLUITING
(afhankelijk van de uitvoering van de auto)
VOLUMEREGELING EXTERNE
APPARATUUR
USB-BOX
De AUX-aansluiting JACK of USB dient om een extern apparaat (mp3-speler…) aan te sluiten.
Sluit eenzelfde extern apparaat niet te
gelijkertijd aan via deJACK-aansluiting en de USB-aansluiting.
Sluit het externe apparaat
(mp3-speler...) met behulp van een
adapterkabel (niet meegeleverd)op de JACK- of USB-aansluiting aan.
Druk herhaalde malen op de toets
SOURCE om AUX te selecteren.
06
2
3
4
5
6
7
8
9
10
291
BLUETOOTH FUNCTIES
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-systeem
van uw autoradio mag om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder
vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met
aangezet contact.
Druk op de toets MENU.
Er wordt een venster weergegeven met de tekst "Bezig met
zoeken...".
A
ctiveer de functie Bluetooth van uw telefoon.
Ki
es in het menu:
- Bl
uetooth-telefoon - Audio
- Bluetooth confi
guratie
-
Zoeken via Bluetooth
De beschikbare functies zijn afhankelijk van het netwerk, de SIM-kaart ende compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparatuur.jjjj
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon of neem contact op met uw provider voor meer informatie over de beschikbare functies. Een overzicht van de meestpg g jg p pgjg pp
geschikte telefoons is verkrijgbaar via het netwerk. Raadpleeg het CITROËN-netwerk.
BLUETOOTH-TELEFOON DISPLAY C
Met het menu TELEFOON krijgt u onder andere toegang tot de volgende
functies: Adresboek * , Logboek gesprekken, Beheer van de koppelingen.
De eerste vier herkende telefoons worden in dit venster
weergegeven.
Op het scherm wordt een toetsenbord
weergegeven: voer een code van
minimaal 4 ci
jfers in.
Bevestig met OK.
Op het scherm verschijnt "Koppeling Naam_telefoon geslaagd".
Selecteer in de li
jst de te koppelen telefoon. U kunt slechts één
telefoon per keer koppelen.
Op het scherm van de geselecteerde telefoon wordt een
bericht weergegeven: voer, om de koppeling te accepteren,
in de telefoon dezelfde code in en bevestig vervolgens met OK.
De toegestane automatische verbinding wordt geactiveerd nadat
de telefoon is geconfi gureerd.
Het adresboek en het logboek gesprekken zijn na de synchronisatie
beschikbaar.
KOPPELEN VAN EEN TELEFOON
U kunt ook via de tele
foon de koppeling tot stand brengen.
(AFHANKELIJK VAN MODEL EN UITVOERING)
*
Als uw telefoon volledi
g compatibel is.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn dan kunt u het, een
onbeperkt aantal keren, nogmaals proberen.
06
2
1
2
2
3
EEN GESPREK ONTVANGEN
verschijnen van een venster op het multifunctionele display. Start de koppelingsprocedure tussen de telefoon en
de auto. Deze procedure kan gestart worden via het
t
elefoonmenu van de auto of via het toetsenbordvan de telefoon; zie hiervoor de eerder beschrevenstappen 1 t/m 10. Tijdens de koppeling moet deauto stilstaan en het contact aanstaan.
Selecteer in het telefoonmenu de te ko
ppelen telefoon.
Het audios
ysteem wordt automatisch verbonden met de zojuistgekoppelde telefoon.
Selecteer met behulp van de
toetsen de knop JA op het scherm
en bevestig met OK.
Druk op de toets
OK op het stuurwiel om het gesprek te accepteren.
BLUETOOTH STREAMING AUDIO
Draadloze overdracht van muziekbestanden van de telefoon naar
het audiosysteem van de auto. De telefoon moet de desbetreffende
Bluetooth-profi elen (A2DP/AVRCP) kunnen ondersteunen.
*
In sommige gevallen moet het afspelen van audiobestanden via het
toetsenbord worden geactiveerd.
**
Al
s de telefoon deze functie ondersteunt.
Activeer de bron
Streaming door opde toets SOURCE *
te drukken. Via
de toetsen op het bedieningspaneel
van de radio en de bediening op het
stuurwiel kunt u op de gebruikelijke
wijze de muziekstukken aansturen ** .
De informatie over de muziekstukkenkan op het display worden
weergegeven.
BELLEN
Selecteer in het menu Bluetooth-telefoon - Audio, Beheer van het
telefoongesprek en vervolgens Bellen, Logboek gesprekken of
Adresboek.
Druk gedurende meer dan twee seconden op het uiteinde van de hendel aan de stuurkolom om
toegang te krijgen tot uw adresboek.
Of
Gebruik, als de auto stilstaat, het toetsenbord van
uw telefoon om een nummer in te voeren.
BLUETOOTH FUNCTIES
09 MENUSTRUCTUREN DISPLAYS
RADIO-CD
BASISFUNCTIE
*
De parameters variëren afhankelijk van de auto.
KEUZE
A
KEUZE B....
MONOCHROOM A
Keuze A1
Keuze A2
MODE REG
CD HERHALEN
RANDOM PLAY
CONFIG AUTO *
RW ACHTER AAN
OPTIES
FOLLOW-ME-HOMEDIAGNO
SE
RDS VOLGEN
RAADPLEGEN
BEËINDIGEN
EENHEDEN
TEMPERATUUR: °CELSIUS/°FAHRENHEIT
BRANDSTOFVERBRUIK:
KM/L - L/100 - MPG
1
2
3
31
2
2
2
2
1
2
3
2
3
1
2
2
1
2
2
09MENUSTRUCTUREN DISPLAYS
Wanneer u op de toets OK drukt, komt u in de verkorte menu's terecht, afhankelijk
van de weergave op het scherm:
MONOCHROOM DISPLAY C
aanzetten/uitzetten RDS
aanzetten/uitzetten modus REG
aanzetten/uitzetten radiotext
RADIO
aanzetten/uitzetten Intro
CD/MP3-CD
aanzetten/uitzetten herhalen tracks(de hele huidige CD voor CD, de hele
huidige map voor MP3-CD)
aanzetten/uitzetten random play (de hele
huidige CD voor CD, de hele huidige map voor MP3-CD)
aanzetten/uitzetten herhalen van tracks(van de map / artiest / genre / huidige afspeellijst)
USB
aanzetten/uitzetten random play (shuffl e)(van de map / artiest / genre / huidige afspeellijst)
1
1
1
1
1
1
1
1
09
299
MONOCHROOM DISPLAY C
MENUSTRUCTUREN DISPLAYS
AUDIOFUNCTIES
RDS-functie
inschakelen
/uitschakelen
VOORKEUZE FM
REG-functie
in
schakelen/uitschakelen
weer
gave radiotext (RDTXT)
inschakelen/uitschakelen
1
2
3
4
3
4
3
4
AFSPEELMOGELIJKHEDEN
RPT-functie
(CD herhalen)
inschakelen/uitschakelen
RDM-functie
(random)
inschakelen
/uitschakelen
2
3
4
3
4
BOORDCOMPUTER
Afstand : x
km
INVOEREN AFSTAND TOT EINDBESTEMMING
Diagnose
LOGBOEK WAARSCHUWINGEN
Functies in- of uitgeschakeld
STATUS VAN DE FUNCTIES *
1
2
3
3
2
3
2
regeling weergave CONFIGURATIE BEELDSCHERM
PARAMETERS VAN DE AUTO DEFINIËREN *
PERSOONLIJKE INSTELLING - CONFIGURATIE
normale weergave
om
gekeerde weergave
re
geling helderheid (- +)
datum en tijd instellen
da
g/maand/jaar instellen
uren/minuten instellen
keuze c
yclus 12u/24u
keuze van eenheden
l/100 km - mp
g - km/l
°
Celsius / °Fahrenheit
TA ALKEUZE
1
2
4
3
2
4
4
3
3
4
4
2
3
4
4
Door het indrukken van de toets MENU is de
volgende weergave mogelijk:
*
De parameters variëren afhankelijk van de auto.
301
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORD
OPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussende verschillende geluidsbronnen(radio, CD...).
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) voor elke geluidsbronafzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een anderegeluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn.
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen,hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het israadzaam de AUDIO-functies (bassen, hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in de middelste stand tezetten, de geluidssfeer "Geen" te selecteren en defunctie Loudness in de stand "Actief" te zetten als deCD-speler is geselecteerd en in de stand "Inactief" tezetten als de radio is geselecteerd.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde bovenin de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel isbeschadigd.
-Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD'sis onvoldoende om deze door de autoradio te laten afspelen.
Op het display wordt demelding "Storing USB-randapparatuur" weergegeven.
De Bluetooth-verbinding wordt onderbroken.
De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag. Laad de batterij van de randapparatuur op.
De USB-stick wordt niet herkend.
De stick is misschien defect.
Formateer de stick opnieuw.
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, geluidssfeer) zijn niet op de CD-speler afgestemd.
Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op 0, zonder een geluidssfeer te selecteren.