Page 6 of 324
VEILIGHEID RIJDEN VOORZIENINGEN VEILIG VERVOEREN
VAN KINDEREN
156Parkeerrem
157 Handgeschakelde
versnellingsbak
158Opschakelindicator
15 9"SensoDrive"-
versnellingsbak
162Automatischeversnellingsbak
166Stop & Start-systeem
169Snelheidsbegrenzer
171Snelheidsregelaar
173 Parkeerhulp achter
140 Richtingaanwijzers
140 Alarmknipperlichten
141 Claxon
141 Urgence-oproep of
Assistance-oproep
142 Hulpsystemen bij hetremmen
14 3Stabiliteitscontrolesystemen
145 Veiligheidsgordels
148Airbags
128 Kinderzitjes
134ISOFIX-kinderzitjes
120 Voorzieningen interieur
124Voorzieningen bagageruimte
008008009009006006007007
Page 13 of 324
11In een oogopslag
Cockpit
1.
Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer. 2.Koplampverstelling. 3.Hendel stuurwielverstelling.4.
Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers.
5. Instrumentenpaneel.
6.Airbag bestuurder.
Claxon. 7. Versnellingspook.8.12V- aansluiting.
USB-/Jack-aansluitingen.9. Schakelaar stoelverwarming.10.Hendel motorkapontgrendeling.11.
Schakelaars buitenspiegels.
Schakelaars ruitbediening. 12. Zekeringkast. 13.Schakelaar Stop & Start.
Schakelaar elektronischstabiliteitsprogramma (ESP/ASR). 14 .Zijruitontwaseming. 15.Luidspreker (tweeter). 16. Voor r uitont waseming.
Page 14 of 324
Cockpit
1.
Contact-/stuurslot. 2.
Stuurkolomschakelaar autoradio.3.
Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer.4.
Parfumeur.5.
Schakelaar centrale vergrendeling.
6.Multifunctioneel display.7. Schakelaar alarmknipperlichten.8.Middelste verstelbare en afsluitbare
ventilatieroosters.9. Zonnesensor.
Middelste luidspreker hifi-audiosysteem.10.Airbag passagier.11. Verstelbaar en afsluitbaar zijventilatierooster. 12.Dashboardkastje / Uitschakeling passagiersairbag. 13.Parkeerrem.14 .Middenarmsteun met opbergvakken. 15.
Bovenste en onderste opbergvakken. 16.
MyWay of Autoradio.17.Bedieningspaneel ver warming/airconditioning.
Page 21 of 324

In een oogopslag
Veiligheid voor alle inzittenden
1.Open het dashboardkastje.2.
Steek de sleutel in de schakelaar. 3.
Selecteer de stand: "ON"(inschakelen) wanneer eenpassagier op de voorstoel zit of een kinderzitje voor ver voer met het gezicht
in de rijrichting is bevestigd,
"OFF"
(uitschakelen) wanneer een kinderzitje voor ver voer met de rug in derijrichting is bevestigd.4.
Ver wijder de sleutel zonder de stand vande schakelaar te veranderen.
Airbag voorpassagier
14 9
A.
Waarschuwingslampje niet-vastgemaakte/losgemaakte autogordels voor.
Autogordels voor en
frontairbag aan passagierszijde
150
Personal styling
De stickers hebben een speciale behandelingondergaan waardoor ze slijtage- en
vandalismebestendig zijn.Ze zijn gemaakt om de buitenkant van decarrosserie een persoonlijk tintje te geven.
Ze zijn ook leverbaar als accessoire; wij raden
u evenwel aan ze door het CITROËN-netwerkof door een gekwalificeerde werkplaats te laten
aanbrengen.
Fraaie bestickering
Houd, wanneer u uw auto wast, voor de waterstraal een minimale afstand van 30 centimeter van de bestickering aan. B
. Controlelampje uitgeschakelde frontairbagaan passagierszijde. C.
Controlelampje ingeschakelde frontairbagaan passagierszijde. 14
5
Page 32 of 324

De controle- en waarschuwingslampjes geven
de bestuurder informatie over de werking van een systeem (controlelampje dat aangeeft of een systeem ingeschakeld of uitgeschakeld is)
of waarschuwen de bestuurder in het geval van een storing (waarschuwingslampje).
Controle- en
waarschuwin
gslampjes
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige lampjes kunnen gaan branden incombinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
De lampjes kunnen constant brandenof knipperen.
Een aantal lampjes heeft beide mogelijkheden. Of het constant branden of knipperen van een lampje duidt op een storing, is afhankelijk van
de werkingsfase van de auto.
Als het lampje blijft branden, controleer dan voordat u gaat rijden welke functie het betreft. Het controlelampje voor de passagiersairbag blijft na het aanzetten van het contact nog ongeveer een minuut
branden, ook nadat de motor is gestart.
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
waarschuwingslampjes enkele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Page 35 of 324

33Controle tijdens het rijden
Voet op hetrempedaal
permanent. Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Tr a p b ij de "SensoDrive" versnellingsbak het
rempedaal in om de motor te star ten (selectiehendel in stand N). Bij de automatische versnellingsbak moet u bij eendraaiende motor en voordat u de handrem vrijzet het
rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuitstand Pin een andere stand te kunnen zetten. Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal in te
trappen, zal dit controlelampje blijven branden.
knippert. Als u de auto met een "SensoDrive"
versnellingsbak op een helling te
lan
g probeert tegen te houden door het gaspedaal in te trappen, raakt de
koppeling over verhit.
Gebruik het rempedaal en/of de handrem.
Automatische ruitenwisserspermanent. De ruitenwisserschakelaar is naar beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór isgeactiveerd.
Passagiersairbagpermanent. De schakelaar in het dashboardkastje staat in de stand " ON
".De passagiersairbag is ingeschakeld.
Plaats in dit geval geen kinderzitje metde "rug in de rijrichting".Z
et de schakelaar in de stand " OFF
" om de passagiersairbag uit te schakelen. U kunt nu een kinderzitje plaatsen met de "rug in de rijrichting".
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Page 36 of 324

Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Passagiersairbag
permanent. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF".
De frontairbag aan passagierszijde is uitgeschakeld. In dit geval kunt u een kinderzitje met de "rug in de rijrichting" plaatsen. Z
et de schakelaar in de stand "ON
" om de frontairbag
aan passa
gierszijde in te schakelen. Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".
ESP/ASR
permanent. De toets links onder op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorendecontrolelampje gaat branden.
De functie ESP/ASR wordt uitgeschakeld.
ESP: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipegeling. Druk opnieuw op de toets om de functie ESP/ASR
weer te activeren. Het controlelamp
je dooft.
Het systeem wordt automatisch opnieuw geactiveerdbij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h(uitgezonderd bij de benzinemotoren 1.6 THP 150 enRACING).
De functie ESP/ASR wordt automatisch geactiveerd als
de motor wordt gestart.
Page 41 of 324

39Controle tijdens het rijden
Airbags
tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkeleseconden en dooft als het contact
wordt aangezet.Het lamp
je moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de airbags
of de pyrotechnische gordelspanners.Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Veiligheidsgordelniet vastgemaaktof losgemaakt
permanent, en knippert
ver volgens in combinatiemet een in volumetoenemend geluidssignaal.
De bestuurder en/of de voorpassagier
heeft zijn veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.Trek aan de
gordel en klik de gesp vast in degesphouder.
Stuurbekrachtiging permanent. Er is een storing met betrekking tot de
stuurbekrachti
ging.Ri
jd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het s
ysteem nakijken door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.