Page 118 of 262

WEGWIJS IN UW AUTO117
1
AUTO LANGERE TIJD NIET IN GEBRUIK
(met Start&Stop-systeem voorzien van
secundaire minpool)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als de auto langere tijd niet wordt gebruikt, dan moet er bijzon-
der op worden gelet dat de elektrische voeding van de accu wordt
losgemaakt. Hiervoor moet de minklem met de snelspanner A-
fig. 73 worden losgekoppeld van de secundaire minpool B, om-
dat minpool C van de accu is voorzien van een sensor D voor de
controle van de accuconditie, die nooit mag worden losgekoppeld
(behalve als de accu wordt vervangen).
AUTO LANGERE TIJD NIET IN GEBRUIK
(met Start&Stop-systeem zonder secundaire
minpool)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als de auto langere tijd niet wordt gebruikt, dan moet er bijzon-
der op worden gelet dat de elektrische voeding van de accu wordt
losgemaakt. Hiervoor moet de aansluiting A-fig. 74 (door bedie-
ning van knop B) worden losgekoppeld van de accuconditiesen-
sor C, die op de minpool D van de accu is gemonteerd. Deze sen-
sor mag nooit worden losgekoppeld van de accu, behalve als de
accu wordt vervangen.
fig. 73A0J0249m
Wendt u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk als de accu moet worden vervangen. Vervang de accudoor een accu van hetzelfde type (HEAVY DUTY)
en met dezelfde specificaties.
fig. 74A0J0207m
Page 119 of 262
118WEGWIJS IN UW AUTO
Als u het interieur in de auto wilt blijven koelen, danmoet u het Start&Stop-systeem uitschakelen, zo-dat de airconditioning continu kan blijven werken.
NOODSTART (met Start&Stop-systeem
voorzien van secundaire minpool)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als een noodstart wordt uitgevoerd met een hulpaccu mag de min-
kabel (–) vanaf de hulpaccu nooit met de minpool B-fig. 75 van
de accu van de auto worden verbonden, maar moet de minkabel
of met secundaire minpool A of met een massapunt op de motor
of versnellingsbak worden verbonden.
fig. 75A0J0251m
NOODSTART (met Start&Stop-systeem zonder
secundaire minpool)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als een noodstart wordt uitgevoerd met een hulpaccu mag de
minkabel (–) vanaf de hulpaccu nooit met de minpool A-fig.
76 van de accu van de auto worden verbonden, maar moet de
minkabel op een massapunt op de motor of de versnellingsbak
worden aangesloten.
fig. 76A0J0323m
Page 198 of 262
NOODGEVALLEN197
4
UITVOERINGEN ZONDER Start&Stop fig. 46
(met secundaire minpool)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ga voor het opladen als volgt te werk:
❍koppel de minklem met de snelspanner A los van de secun-
daire minpool B, omdat minpool C van de accu is voorzien
van een sensor D voor de controle van de accuconditie, die nooit
van de minpool C mag worden losgekoppeld (behalve als de
accu wordt vervangen);
❍verbind de pluskabel van de acculader met de pluspool E van
de accu en de minkabel met de secundaire minpool B;
❍schakel de acculader in. Schakel aan het einde van het opla-
den eerst de acculader uit en koppel dan de acculader los;
❍sluit, na het loskoppelen van het laadapparaat, de minklem
met de snelspanner A weer aan op de secundaire minpool B.
fig. 46A0J0337m
Page 199 of 262
198NOODGEVALLEN
fig. 47A0J0338m
UITVOERINGEN MET Start&Stop fig. 47
(zonder secundaire minpool)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ga voor het opladen als volgt te werk:
❍koppel de stekker A (door bediening van knop B) los van de
accuconditiesensor C, die op de minpool D van de accu is ge-
monteerd.
❍verbind de pluskabel van de acculader met de pluspool E van
de accu en de minkabel met de aansluiting op sensor D zoals
in figuur is aangegeven;
❍schakel de acculader in. Schakel aan het einde van het opla-
den de acculader uit;
❍sluit, na het loskoppelen van het laadapparaat, de stekker A
weer aan op sensor C zoals in figuur is aangegeven.