Wij hebben uw auto ontworpen en gebouwd en kennen er dan ook werkelijk elk detail en onderdeel van.
In de erkende Alfa Romeo Service garagesbieden rechtstreeks door ons opgeleide technici u kwaliteit
en professionaliteit voor alle onderhoudswerken.
De Alfa Romeo garages staan altijd tot uw beschikking voor het periodieke onderhoud, de seizoenscontroles
en voor praktische adviezen door onze deskundigen.
Met de Originele Alfa Romeo-onderdelen behoudt u steeds de betrouwbaarheid,
het comfort en de prestaties van uw nieuwe wagen: daarvoor heeft u ook voor deze wagen gekozen.
Vraag altijd om Originele Onderdelen voor de componenten in onze auto's; wij bevelen u deze aan omdat ze het resultaat
zijn van ons engagement bij de research en de ontwikkeling van uiterst innovatieve technologieën.
Vertrouw daarom op Originele Onderdelen omdat zij alleen specifiek door Alfa Romeo
voor uw auto ontworpen zijn.
VEILIGHEID:
REMSYSTEEMECOLOGIE: ROETFILTERS,
ONDERHOUD AIRCONDITIONINGCOMFORT: WIELOPHANGING
EN RUITENWISSERS PERFORMANCE: BOUGIES,
INSPUITVENTIELEN EN ACCU'SLINEACCESSORI:
STANGEN IMPERIAAL, VELGEN
WAAROM KIEZEN VOOR
ORIGINELE ONDERDELEN
Cop Alfa Giulietta NL:Alfa 159 cop. LUM ITA 16-09-2011 9:18 Pagina 2
117
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
HET SYSTEEM HANDMATIG IN-/UITSCHAKELEN
Druk voor het handmatig in en uit schakelen van het systeem op
de knop
Tfig. 82 die zich op het schakelaarpaneel op het dash-
board bevindt.
Inschakeling Start&Stop-systeem
De inschakeling van het Start&Stop-systeem wordt aangegeven
door een melding op het display. In deze situatie is het lampje
A-fig. 82 boven knop
Tgedoofd.
Uitschakeling Start&Stop-systeem
❍Uitvoeringen met multifunctioneel display: de uitschakeling van
het Start&Stop-systeem wordt aangegeven door een melding
op het display.
❍Uitvoeringen met instelbaar multifunctioneel display: de uit-
schakeling van het Start&Stop-systeem wordt aangegeven door
de weergave van symbool
T+ een melding op het display.
Bij uitgeschakeld systeem brandt het lampje A-fig. 82 .
fig. 82A0K0121m
OMSTANDIGHEDEN WAARBIJ
DE MOTOR NIET WORDT UITGEZET
Als het systeem ingeschakeld is, dan wordt, vanwege comfortei-
sen, ter beperking van de uitstoot en om veiligheidsredenen, de
motor niet uitgezet onder de volgende omstandigheden:
❍nog koude motor;
❍bijzonder lage buitentemperaturen;
❍onvoldoende opgeladen accu;
❍ingeschakelde achterruitverwarming;
❍ruitenwisser ingeschakeld op maximale snelheid;
❍tijdens regeneratie van het roetfilter (DPF) (alleen dieseluit-
voeringen);
❍geopend bestuurdersportier;
❍niet omgelegde veiligheidsgordel bestuurder;
❍ingeschakelde achteruit (bijv. bij inparkeren);
❍bij uitvoeringen met automatische klimaatregeling met ge-
scheiden regeling (voor bepaalde uitvoeringen/markten), zo-
lang nog niet een comfortabele temperatuur in het interieur is
bereikt of als de MAX-DEF-functie is ingeschakeld;
❍in de eerste gebruiksperiode als het systeem zichzelf instelt.
In deze gevallen verschijnt een melding en (voor bepaalde uit-
voeringen/markten) knippert symbool
Uop het display.
Als u het interieur in de auto wilt blijven koelen, dan
moet u het Start&Stop-systeem uitschakelen, zo-
dat de airconditioning continu kan blijven werken.
201
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSI
ALFABETISCH
REGISTER
2 Als de auto overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt en in elk geval als de auto jaarlijks minder dan 10 000 km
rijdt, dan moet de motorolie en het oliefilter om de 12 maanden worden vervangen.
30 60 90 120 150 180
24 48 72 96 120 144
●●● ●●●
●
●
●●● ●●●
●●●
●●● ●●●
●●●
●●● ●●●
1 Om de juiste werking te garanderen en om ernstige schade aan de motor te voorkomen, is voor de uitvoeringen
1.4 Turbo Benzine en 1.4 Turbo MultiAir het volgende van fundamenteel belang:
– gebruik uitsluitend het merk en type bougies dat specifiek voor deze motoren is voorgeschreven (zie de paragraaf
„Motor” in het hoofdstuk „Technische gegevens”);
– houdt u strikt aan het vervangingsinterval van de bougies dat in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema staat
aangegeven;
– Wendt u voor het vervangen van de bougies tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
x 1000 km
Maanden
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Aandrijfriem(en) voor hulporganen vervangen
Getande distributieriem vervangen (*)
Bougies vervangen 1
Luchtfilterelement vervangen
Motorolie en oliefilter vervangen (of om de 24 maanden) 2
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 15 maanden)
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsverkeer, langdurig stati-
onair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
203
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSI
ALFABETISCH
REGISTER
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsverkeer, langdurig sta-
tionair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
(**) De motorolie en het oliefilter moeten worden vervangen bij een brandend waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel (zie de paragraaf „Lamp-
jes op het instrumentenpaneel” in het hoofdstuk „Wegwijs in uw auto”) of ieder geval om de 12 maanden.
x 1000 km
Maanden
Uitlaatgasemissie controleren
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Aandrijfriem(en) voor hulporganen vervangen
Getande distributieriem vervangen (*)
Bougies vervangen
Luchtfilterelement vervangen
Motorolie en oliefilter vervangen (of om de 12 maanden) (**)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 15 maanden)35 70 105 140 175
24 48 72 96 120
●●●● ●
●●●● ●
●
●
●●
●●
●●
●●●● ●
205
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSI
ALFABETISCH
REGISTER
35 70 105 140 175
24 48 72 96 120
●
●
●●
●●
●●
●● ● ● ●
x 1000 km
Maanden
Aandrijfriemen voor hulporganen vervangen
Getande distributieriem vervangen (*)
Brandstoffilter vervangen
Luchtfilterelement vervangen
Motorolie en oliefilter vervangen (**) (of om de 24 maanden)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 15 maanden)
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsverkeer, langdurig sta-
tionair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
(**) De motorolie en het oliefilter moeten worden vervangen als het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel brandt of in ieder geval om
de 24 maanden.
Als de auto overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt, dan moet de motorolie en het oliefilter om de 12 maan-
den worden vervangen.
206
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
PERIODIEKE CONTROLES
Iedere 1.000 km of voor een lange reis controleren en eventueel
bijvullen:
❍koelvloeistofniveau, remvloeistofniveau en niveau van de rui-
tensproeiervloeistof;
❍conditie en spanning van de banden;
❍werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaan-
wijzers, waarschuwingsknipperlichten enz.);
❍werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter en stand/slijtage
wisserbladen voor/achter.
Iedere 3000 km controleren en eventueel bijvullen: motorolieniveau.
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO
Als de auto overwegend onder één van de volgende bedrijfsom-
standigheden wordt gebruikt:
❍trekken van aanhangers of caravans;
❍rijden op stoffige wegen;
❍veel korte ritten (minder dan 7-8 km) en bij buitentempera-
turen onder nul;
❍veel langdurig stationair draaiende motor of lange ritten bij
lage snelheden of als de auto lang stilstaat;
is het noodzakelijk de volgende controles vaker uit te voeren, dan
in het Onderhoudsschema staat aangegeven:
❍remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage con-
troleren;
❍vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep op ver-
vuiling controleren en mechanismen smeren;
❍visueel de conditie controleren van: motor, versnellingsbak, aan-
drijfassen, uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen
(stofkappen, hoezen enz.) en rubber slangen van rem- en
brandstofsysteem;
❍acculading en niveau van het elektrolyt in de accu controleren;
❍conditie van aandrijfriemen voor hulporganen visueel controleren;
❍motorolie en oliefilter controleren en eventueel vervangen;
❍pollenfilter controleren en eventueel vervangen;
❍luchtfilter controleren en eventueel vervangen.
60 –
8 - 10 –
6,4 5,7
5,0 4,25
5,1 4,35
1,87 1,6
0,83 0,78
2,8 2,5
(4,6) (4,1)60 –
8 - 10 –
5,7 5,0
3,1 2,6
3,5 2,9
1,87 1,6
0,83 0,78
2,8 2,5
(4,6) (4,1)60 –
8 - 10 –
5,7 5,0
2,75 2,3
3,1 2,6
1,87 1,6
0,83 0,78
2,8 2,5
(4,6) (4,1)Loodvrije benzine
ten minste 95 R.O.N.
(specificatie EN228)
Mengsel van gedemineraliseerd
water en 50 % PARAFLU
UP(▲)
SELENIA STAR P.E.
TUTELA TRANSMISSION
GEARFORCE
TUTELA TOP 4
Mengsel van water en vloeistof
TUTELA PROFESSIONAL SC 35
240
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VULLINGSTABEL
(▲) Voor extreem koude klimatologische omstandigheden raden wij een mengsel aan van 60 % PARAFLUUPen 40 % gedemineraliseerd water.
(*) De waarden tussen haakjes hebben betrekking op de uitvoeringen met koplampsproeiers.
Voorgeschreven
brandstoffen
1.4 Turbo Benzine 1.4 Turbo Multi Air 1750 Turbo Benzine en originele
liter kg liter kg liter kgsmeermiddelen
Brandstoftank:
incl. een reserve van:
Motorkoelsysteem– met airconditioning:
Motorcarter:
Carter en oliefilter:
Versnellingsbak/
differentieel:
Hydraulisch remcircuit
met ABS:
Reservoir ruitensproeiers
voor/achter/
koplampsproeiers (*):
Diesel voor motorvoertuigen
(specificatie EN590)
Mengsel van gedemineraliseerd
water en 50 % PARAFLU
UP(▲)
SELENIA WR P.E.
TUTELA TRANSMISSION
GEARFORCE
TUTELA TOP 4
Mengsel van water en vloeistof
TUTELA PROFESSIONAL SC 35
241
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
60 –
8 - 10 –
6,7 5,9
4,0 3,4
4,2 3,5
1,87 1,6
0,83 0,78
2,8 2,5
(4,6) (4,1)60 –
8 - 10 –
6,8 6,0
4,0 3,4
4,2 3,5
1,87 1,6
0,83 0,78
2,8 2,5
(4,6) (4,1)
(▲) Voor extreem koude klimatologische omstandigheden raden wij een mengsel aan van 60 % PARAFLUUPen 40 % gedemineraliseerd water.
(*) De waarden tussen haakjes hebben betrekking op de uitvoeringen met koplampsproeiers.
Voorgeschreven
brandstoffen
1.6 JTD
M2.0 JTDMen origineleliter kg liter kgsmeermiddelen
Brandstoftank:incl. een reserve van:
Motorkoelsysteem
– met airconditioning:
Motorcarter:
Carter en oliefilter:
Versnellingsbak/
differentieel:
Hydraulisch remcircuit met ABS:
Reservoir ruitensproeiers
voor/achter/koplampsproeiers (*):