Page 130 of 297

126
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De verantwoordelijkheid tijdens het parkeren en
andere gevaarlijke handelingen ligt altijd en over-
al bij de bestuurder. Controleer als u de auto par-
keert of zich geen personen (in het bijzonder kinderen) of
dieren in de buurt van de auto bevinden. Het systeem moet
als een hulpmiddel voor de bestuurder beschouwd worden.
De bestuurder moet tijdens eventueel gevaarlijke par-
keermanoeuvres altijd volledig zijn aandacht behouden,
ook als deze met lage snelheid worden uitgevoerd.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Let tijdens parkeermanoeuvres altijd zeer goed op obstakels die
zich boven of onder de sensoren kunnen bevinden.
Obstakels die zich dicht bij de achterkant van de auto bevinden,
worden onder bepaalde omstandigheden niet door het systeem
gesignaleerd en kunnen dus de auto beschadigen of zelf be-
schadigd worden.
Hierna staan enkele omstandigheden vermeld die een goede wer-
king van het parkeersysteem kunnen beïnvloeden:
❍een verminderde gevoeligheid van de sensoren en minder goe-
de werking van het parkeerhulpsysteem kan worden veroor-
zaakt door de aanwezigheid op de sensoren van: ijs, sneeuw,
modder, meerdere laklagen;
❍de sensoren signaleren een niet-bestaand object („echo-storing”);
dit wordt veroorzaakt door mechanische storingen, bijvoorbeeld:
wassen van de auto, regen (met veel wind) en hagel;
❍de metingen van de sensoren kunnen beïnvloed worden door
ultrasone systemen (bijv. luchtdrukremmen van vrachtwagens
of pneumatische hamers) die zich in de nabijheid bevinden;
❍de werking van de sensoren kan ook worden beïnvloed door
de stand van de sensoren. Bijvoorbeeld als de stand van de au-
to wordt gewijzigd (door slijtage van schokdempers, wielop-
hanging) of door de banden te verwisselen, de auto te zwaar
te beladen of door speciale aanpassingen waardoor de auto
verlaagd wordt;
❍Obstakels aan de bovenzijde van de auto kunnen niet wor-
den waargenomen, aangezien het systeem alleen obstakels
waarneemt die de auto aan de onderzijde kunnen raken.
Wendt u uitsluitend tot het Alfa Romeo Service-
netwerk voor het opnieuw spuiten van de bumpers
of het eventuele bijwerken van de lak in de buurt
van de sensoren. Als het bijwerken van de lak niet op de
juiste manier wordt uitgevoerd, kan de werking van de
parkeersensoren in gevaar worden gebracht.
Page 197 of 297
20
20
20
5
5
7,5
15
15
20
15
15
15
15
15
5
7,5155
155
155
155
155
155
157
157
157
157
157
157
153
153
153
153
193
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F43
F47
F48
F49
F51
F53
F60
F61
F62
F63
F64
F65
F85
F86
F87
F88
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE FIGUUR
Tweeweg-pomp ruitensproeiers
Elektrische ruitbediening voor (bestuurderszijde)
Elektrische ruitbediening voor (passagierszijde)
Verschillende verbruikers
Verschillende verbruikers
+30
Lendensteunverstellingen
Stoelverwarming voor
BOSE versterker + Subwoofer
Stoelverstelling linksvoor
Stoelverstelling rechtsvoor
Elektrisch bedienbaar opendak
Aansteker/stekkerdoos
12V-stekkerdoos in bagageruimte
Accuconditiesensor IBS voor Start&Stop-systeem
Verwarming buitenspiegels
Page 199 of 297
195
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
UITVOERINGEN MET
Start&Stop-SYSTEEM fig. 158
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ga voor het opladen als volgt te werk:
❍koppel de aansluiting A (door bediening van knop B) los van
de accuconditiesensor C, die op de minpool D van de accu
is gemonteerd;
fig. 158A0K0200m
❍verbind de pluskabel van de acculader met de pluspool E van
de accu en de minkabel met de aansluiting op sensor D zoals
in de figuur is aangegeven;
❍schakel de acculader in. Schakel aan het einde van het opla-
den de acculader uit;
❍sluit, na het loskoppelen van het laadapparaat, de stekker
A weer aan op sensor C zoals in de figuur is aangegeven.
Page 293 of 297

289
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Parkeerlichten (inschakelen) .... 74
Parkeren ................................ 153
Plafondverlichting achter ........... 83
– gloeilampen vervangen ....... 182
Plafondverlichting voor ......... 81-82
– gloeilampen vervangen ....... 182
Portieren ................................ 95
– kinderveiligheidsslot ............ 95
– noodportiervergrendeling
achter .............................. 97
– openen/sluiten met
afstandsbediening.............. 95
Portiervergrendeling ................. 86
Prestaties
(maximum snelheid)............. 237
RAB-systeem ......................... 112
Radiozendapparatuur en
mobiele telefoons .................. 124
Reinigen en onderhoud
– carrosserie........................ 221Ruitenwissers
– bediening.......................... 77
– niveau controleren ....... 208-211
– ruitensproeiers ................... 219
– wisserbladen..................... 217
Safe-lock (systeem)................ 45
SBR-systeem .......................... 133
Sensoren
– automatisch
inschakelende koplampen
(schemersensor) ................ 74
– parkeersensoren ................. 124
– regensensor ...................... 78
Setup-menu ............................ 24
Sidebag ................................. 148
Skiluik ................................... 89
Slepen van de auto .................. 196
Sleutels
– batterij vervangen van sleutel
met afstandsbediening ........ 44 – interieur............................ 223
– kunststof interieurdelen ....... 223
– leren bekleding .................. 224
– motorruimte ...................... 222
– ruiten ............................... 222
– stoelen ............................. 223
Remlichten
– gloeilampen vervangen ....... 179
Remmen
– Brake Assist ...................... 112
– handrem ........................... 153
– specificaties ....................... 231
Richtingaanwijzers
– bediening.......................... 75
– gloeilampen
vervangen .................178-179
Rim protector .......................... 233
Ruitbediening, elektrisch ........... 98
Ruiten (reinigen)..................... 221
Page:
< prev 1-8 9-16 17-24