303
AUTORADIO
FUNCTIES CD-SPELER/CD-
WISSELAAR SELECTEREN
Druk herhaaldelijk kort op de toets cd om
achtereenvolgens de volgende audiobron-
nen te selecteren:
❒CD (alleen bij geladen cd);
❒WISSELAAR (cd-wisselaar - alleen als een
cd-wisselaar is aangesloten).
GEHEUGENFUNCTIE
AUDIOBRON
Als u naar een cd luistert en u selecteert een
andere audiobron (bijvoorbeeld de radio),
dan wordt de weergave onderbroken. Als de
cd-speler weer wordt gekozen, dan wordt
de weergave hervat op het punt waarop de
weergave eerder was onderbroken.
Als u naar de radio luistert en u selecteert
een andere audiobron en daarna weer de
radio, dan wordt afgestemd op het laatst
gekozen station.
VOLUMEREGELING
Stel het volume in met de toets/draaiknop
ON/OFF.
Als het volume wordt gewijzigd tijdens de
weergave van verkeersinformatie, dan blijft
deze nieuwe instelling slechts gehandhaafd
tot het einde van de verkeersinformatie.
FUNCTIE SPEED VOLUME
(uitgezonderd uitvoeringen met
Bose HI-FI systeem)
Met deze functie wordt automatisch het vo-
lume verhoogd als de snelheid toeneemt,
waardoor het volumeniveau wordt aange-
past aan het achtergrondgeluid in het inte-
rieur.
Raadpleeg de paragraaf MENU voor het in-
en uitschakelen van de functie.
AUTORADIO INSCHAKELEN
Druk kort op de toets/draaiknop ON/OFF
om de autoradio in te schakelen.
Als u de radio inschakelt, wordt het volu-
me ingesteld op de waarde 20 als het daar-
voor was ingesteld op een hogere waarde.
Als de radio wordt ingeschakeld terwijl de
contactsleutel uit het contact is gehaald, dan
schakelt de radio automatisch na circa 20
minuten uit. Na het automatisch uitschake-
len, kan de autoradio weer 20 minuten wor-
den ingeschakeld door op de
toets/draaiknop ON/OFF te drukken.
AUTORADIO UITSCHAKELEN
Houd de toets/draaiknop ON/OFF inge-
drukt.
FUNCTIES RADIO SELECTEREN
Druk herhaaldelijk kort op de toets FM-AS
om achtereenvolgens de volgende audio-
bronnen te selecteren:
❒TUNER (“FM1”, “FM2”, “FMT”);
Druk herhaaldelijk kort op de toets AM om
achtereenvolgens de volgende audiobron-
nen te selecteren:
❒TUNER (“MW”, “LW”).
F F
U U
N N
C C
T T
I I
E E
S S
E E
N N
I I
N N
S S
T T
E E
L L
L L
I I
N N
G G
E E
N N
293-318 Alfa 159 NL 31-03-2009 10:12 Pagina 303
304
AUTORADIO
AUDIO-INSTELLINGEN
De mogelijke instellingen in het menu zijn
afhankelijk van de gekozen audiobron:
AM/FM/CD/CDC.
Druk kort op de toets AUDIO om de Audio-
instellingen te wijzigen. Op het display ver-
schijnt het opschrift “BASS”.
De menufuncties kunnen worden doorlopen
met toets
NofO. De instelling van de ge-
selecteerde functie kan worden gewijzigd
met de knop
÷of˜.
Op het display verschijnt de huidige status
van de geselecteerde functie.
De menufuncties zijn:
❒BASS (lage-tonenregeling);
❒TREBLE (hoge-tonenregeling);
❒BALANCE (regeling van balans
links/rechts);
❒FADER (regeling van balans voor/ ach-
ter);
❒LOUDNESS (uitgezonderd uitvoeringen
met Bose HI-FI-systeem) (in-/uitschake-
len van de LOUDNESS-functie);
❒EQUALIZER (uitgezonderd uitvoeringen
met Bose HI-FI-systeem) (inschakelen en
kiezen van de voorgeprogrammeerde
equalizerinstellingen);
❒USER EQUALISER (uitgezonderd uitvoe-
ringen met Bose HI-FI-systeem) (instel-
len van persoonlijke equalizerinstellingen).
TOONREGELING
(bassen/hoge tonen)
Ga als volgt te werk:
❒Selecteer met de knop NofOde in-
stelling “BASS” of “TREBLE” in het AU-
DIO-menu;
❒druk op de knop ÷of˜voor het
versterken/ verzwakken van de bassen
of de hoge tonen.
Als u de toets kort indrukt, wijzigt het ge-
luidsniveau in stappen. Als u de toets inge-
drukt houdt, is de wijziging sneller.
BALANSREGELING
Ga als volgt te werk:
❒Selecteer met de knop NofOde in-
stelling “BALANCE” in het AUDIO-menu;
❒ druk op knop ÷om het geluid uit de
rechterluidsprekers te versterken of op
knop
˜om het geluid uit de linker-
luidsprekers te versterken.
Als u de toets kort indrukt, wijzigt het ge-
luidsniveau in stappen. Als u de toets inge-
drukt houdt, is de wijziging sneller.
Selecteer de waarde “
÷o˜” als u
de audio-uitgangen rechts en links op de-
zelfde waarde wilt instellen.
FUNCTIE MUTE/PAUZE
(volume op nul zetten)
Druk voor het inschakelen van de Mute-func-
tie kort op de toets MUTE. Het volume
neemt geleidelijk af en op het display ver-
schijnt het opschrift “MUTE” (bij gebruik van
de radio) of “PAUSE” (bij gebruik van de
cd-speler of cd-wisselaar).
Druk voor het uitschakelen van de Mute-
functie nogmaals op de toets MUTE. Het vo-
lume wordt geleidelijk verhoogd tot op het
niveau dat daarvoor was ingesteld.
Als u het volumeniveau wijzigt met de daar-
voor bestemde toets, wordt de Mute-func-
tie uitgeschakeld en het volume ingesteld
op het nieuwe geselecteerde niveau.
Bij ingeschakelde Mute-functie:
❒wordt bij verkeersinformatie (als de TA-
functie is ingeschakeld) of bij ontvangst
van een alarmbericht, de Mute-functie ge-
negeerd. Na beëindiging van het bericht,
wordt de functie weer ingeschakeld.
293-318 Alfa 159 NL 31-03-2009 10:12 Pagina 304
305
AUTORADIO
Functie PRESET/USER*/-
CLASSIC/ROCK/JAZZ (in-/
uitschakelen van de equalizer)
(uitgezonderd uitvoeringen met
Bose HI-FI systeem)
De geïntegreerde equalizer kan worden in-
of uitgeschakeld. Als de functie equalizer
niet is ingeschakeld, kunnen van de audio-
instellingen alleen de bassen (“BASS”) en
de hoge tonen (“TREBLE”) geregeld wor-
den, terwijl als de functie is ingeschakeld
ook het volume van frequentiebanden gewij-
zigd kan worden.
Selecteer voor het uitschakelen van de equa-
lizer de functie “PRESET” met de knop
÷of˜.
Selecteer voor het inschakelen van de equa-
lizer via de knop
÷of˜een van de
instellingen:
❒“USER” (afstellen van de 7 banden van
de equalizer door de gebruiker);
❒“CLASSIC” (vooraf vastgestelde instelling
van de equalizer voor optimale weerga-
ve van klassieke muziek);
❒“ROCK” (vooraf vastgestelde instelling
van de equalizer voor optimale weerga-
ve van rock- en popmuziek);
❒“JAZZ” (vooraf vastgestelde instelling van
de equalizer voor optimale weergave van
jazzmuziek).
Als een van de instellingen van de equalizer
ingeschakeld is, verschijnt op het display het
opschrift “EQ”.*Functie USER EQ SETTINGS
(instellingen van de equalizer,
alleen als de instelling USER is
geselecteerd) (uitgezonderd
uitvoeringen met Bose HI-FI
systeem)
Selecteer voor een persoonlijke instelling
van de equalizer met toets
NofOUSER
en houd toets
Oeven ingedrukt.
Op het display verschijnt een diagram met
7 staafjes. Ieder staafje geeft een frequen-
tiebereik aan. Selecteer het gewenste
staafje met de toets
÷of“; het geselec-
teerde staafje begint te knipperen en kan
worden geregeld met de toets
NofO.
Druk voor het opslaan van de instelling
opnieuw op de knop AUDIO. Op het display
verschijnt opnieuw het opschrift “USER EQ
SETTINGS”.
DIEFSTALBEVEILIGING
Zie het hoofdstuk “CD-SPELER”.
FADERREGELING
Ga als volgt te werk:
❒Selecteer met de knop NofOde in-
stelling “FADER” in het AUDIO-menu;
❒ druk op de knop ÷om het geluid uit
de luidsprekers achter of op de knop
˜om het geluid uit de luidsprekers
voor te versterken.
Als u de toets kort indrukt, wijzigt het ge-
luidsniveau in stappen. Als u de toets inge-
drukt houdt, is de wijziging sneller.
Selecteer de waarde “
÷0˜” als u
de audio-uitgangen voor en achter op de-
zelfde waarde wilt instellen.
FUNCTIE LOUDNESS
(uitgezonderd uitvoeringen met
Bose HI-FI systeem)
Met de loudness-functie verbetert de ge-
luidsweergave op een laag geluidsniveau,
omdat de bassen en hoge tonen versterkt
worden.
Selecteer voor het in-/uitschakelen met de
toets
NofOde instelling “LOUDNESS” in
het AUDIO-menu. De werking van de func-
tie (in- of uitgeschakeld) wordt enige se-
conden op de display aangegeven door het
opschrift “LOUDNESS ON” of LOUDNESS
OFF”.
293-318 Alfa 159 NL 31-03-2009 10:12 Pagina 305
306
AUTORADIO
GOLFBAND SELECTEREN
Druk bij ingeschakelde Radio herhaaldelijk
kort op de toets FM of AM om de gewenste
golfband te selecteren.
Telkens als u op de toets drukt, wordt de
volgende golfband geselecteerd in de vol-
gorde:
❒Na indrukken van de knop FM: “FM1”,
“FM2”, “FMT”;
❒Na indrukken van de knop AM: , “MW”
en “LW”.
Elke band wordt op het display door een bij-
behorende mededeling aangegeven.
Er wordt afgestemd op het laatst geselec-
teerde station op de betreffende golfband.
De FM-band is onderverdeeld in: FM1, FM2
en FMT; de FMT-golfband is gereserveerd voor
de stations die met de AutoSTore-functie au-
tomatisch worden opgeslagen.
VOORKEUZEKNOPPEN
De toetsen met de symbolen van 1 tot 6
maken de volgende voorkeuze-instellingen
mogelijk:
❒18 op de FM-golfband (6 op FM1, 6 op
FM2, 6 op FMT);
❒6 op de MW-band;
❒6 op de LW-band;
Kies voor het oproepen van een voorkeu-
zestation, de gewenste golfband en druk
vervolgens kort op de betreffende voorkeu-
zetoets (tussen 1 en 6).
Als langer dan 2 seconden de betreffende
voorkeuzeknop wordt ingedrukt, wordt het
geselecteerde station opgeslagen. Als het
station is opgeslagen, klinkt er ter bevesti-
ging een geluidssignaal.
LAATST BELUISTERDE STATION
OPSLAAN
De radio onthoudt automatisch naar welk
station op de diverse banden is geluisterd.
Op dit station wordt afgestemd als de ra-
dio wordt ingeschakeld of wanneer van
band wordt gewisseld.
INLEIDING
Als u de autoradio inschakelt, dan wordt de
audiobron ingeschakeld die vóór het uit-
schakelen beluisterd werd (Radio, cd of cd-
wisselaar).
Om de Radio te selecteren tijdens het be-
luisteren van een andere audiobron, moet u
kort op de knop FM of AM drukken,
afhankelijk van de gewenste band.
Als de Radio is ingeschakeld, verschijnen op
het display de naam (alleen RDS-stations),
de frequentie van het geselecteerde station,
de geselecteerde golfband (bijv. FM1) en
het nummer van de voorkeuzetoets (bijv.
P1).
R R
A A
D D
I I
O O
( (
T T
U U
N N
E E
R R
) )
293-318 Alfa 159 NL 31-03-2009 10:12 Pagina 306
308
AUTORADIO
ONTVANGST VAN
ALARMBERICHTEN
De autoradio is bij ingeschakeld RDS voor-
bereid op de ontvangst van alarmberichten
in geval van uitzonderlijke omstandigheden
of gebeurtenissen die gevaar kunnen ople-
veren (aardbevingen, overstromingen enz.).
Deze berichten worden uitgezonden op het
station waarop is afgestemd.
Deze functie wordt automatisch inge-
schakeld en kan niet worden uitgeschakeld.
Tijdens het uitzenden van een alarmbericht
verschijnt op het display het opschrift
“ALARM”. Tijdens het bericht wijzigt het vo-
lume van de autoradio op dezelfde wijze als
bij het weergeven van verkeersinformatie
(zie paragraaf “FUNCTIE TA”).
EON
(Enhanced Other Network)
In enkele landen zijn netwerken geformeerd
van meerdere stations die verkeersinforma-
tie uitzenden. Als dit het geval is, wordt het
programma van het station waarnaar u lui-
stert tijdelijk onderbroken voor:
❒verkeersinformatie (alleen bij inge-
schakelde TA-functie);
❒regionale programma’s, iedere keer als
deze worden uitgezonden door een sta-
tion van hetzelfde netwerk.
UITZENDINGEN IN STEREO
Als het ontvangstsignaal te zwak is, wordt
de weergave automatisch veranderd van Ste-
reo in Mono.
MENU
Functies toets MENU
Druk voor het inschakelen van de Menu-
functie kort op de toets MENU. Op het di-
splay verschijnt het opschrift “MENU”.
De menufuncties kunnen worden doorlopen
met toets
NofO. De instelling van de ge-
selecteerde functie kan worden gewijzigd
met de knop
÷of˜.
Op het display verschijnt de huidige status
van de geselecteerde functie.
De menufuncties zijn:
❒AF SWITCHING (ON/OFF)
❒TRAFFIC INFO (ON/OFF)
❒REGIONAL MODE regionale programma’s
(ON/OFF);
❒MP3 DISPLAY (instelling display van MP3
cd-speler);
❒Automatische volumeregeling afhankelijk
van de voertuigsnelheid (SPEED VOLU-
ME) (uitgezonderd uitvoeringen met Bo-
se HI-FI-systeem)
❒EXTERNAL AUDIO VOL (wijze waarop de
externe audiobronnen worden geregeld)
❒RADIO OFF (uitschakelwijze).
❒RESTORE DEFAULT
Druk om het menu te verlaten opnieuw op
de toets MENU.
293-318 Alfa 159 NL 31-03-2009 10:12 Pagina 308
311
AUTORADIO
EXTERNAL AUDIO VOL
Met deze functie kan het volume van een ex-
terne audiobron worden geregeld (instelling van
0 tot 40) of uitgeschakeld (instelling OFF).
De functie kan worden in-/uitgeschakeld
met de knop
÷of˜.
Op het display verschijnt de huidige status
van de functie:
❒“EXTERN FUNCTION OFF”: functie uit-
geschakeld.
❒“EXTERN VOLUME: 23”: functie inge-
schakeld en volume ingesteld op 23.
Functie RADIO OFF
(in- en uitschakelwijze)
Met deze functie kan de uitschakelwijze van
de radio op twee manieren worden inge-
steld. De functie kan worden ingeschakeld
met de knop
÷of˜.
Op het display verschijnt de gekozen wij-
ze:
❒“00 MIN ”: uitschakelen afhankelijk van
sleutel; de radio wordt automatisch uit-
geschakeld als de sleutel uit het startsy-
steem wordt verwijderd;
❒“20 MIN”: uitschakeling onafhankelijk
van sleutel; de radio blijft gedurende
maximaal 20 minuten werken nadat de
sleutel uit het startsysteem is verwijderd.WAARSCHUWING Als de radio automatisch
wordt uitgeschakeld als de sleutel uit het
startsysteem wordt verwijderd (bij onmid-
dellijk uitschakelen of met een vertraging
van 20 minuten), dan wordt de radio au-
tomatisch ingeschakeld als de sleutel weer
in het startsysteem wordt geplaatst. Als de
radio daarentegen wordt uitgeschakeld met
de knop ON/OFF en de sleutel wordt in het
startsysteem geplaatst, blijft de radio uit.
Functie RESTORE DEFAULT
Met deze functie kunt u alle oorspronkelijke
fabrieksinstellingen herstellen. De moge-
lijkheden zijn:
❒NO: geen restorewerkzaamheden;
❒YES: alle fabrieksinstellingen worden her-
steld. Tijdens deze bewerking verschijnt
“RESTORING”. Na deze bewerking wij-
zigt de bron niet en zal de oorspronke-
lijke situatie worden weergegeven. Functie SPEED VOLUME
(snelheidsafhankelijke
volumeregeling) (uitgezonderd
uitvoeringen met Bose HI-FI
systeem)
Met deze functie wordt automatisch het vo-
lume verhoogd als de snelheid toeneemt,
waardoor het volumeniveau wordt aange-
past aan het achtergrondgeluid in het inte-
rieur.
De functie kan worden in-/uitgeschakeld
met de knop
÷of˜. Op het display
verschijnt de huidige status van de functie:
❒OFF: functie uitgeschakeld.
❒LOW: functie ingeschakeld
(lage ontvangstgevoeligheid)
❒HIGH: functie ingeschakeld
(hoge ontvangstgevoeligheid).
293-318 Alfa 159 NL 31-03-2009 10:12 Pagina 311
312
AUTORADIO
CD-SPELER SELECTEREN
Ga voor het inschakelen van de geïnte-
greerde cd-speler als volgt te werk:
❒plaats een cd, bij ingeschakeld apparaat:
de weergave start vanaf het eerste mu-
ziekstuk;
of
❒schakel als er al een cd in de speler zit,
de autoradio in en druk vervolgens kort
op de knop CD om de cd-speler te selec-
teren: de weergave start vanaf het laat-
st beluisterde muziekstuk.
Voor een optimale weergave raden wij aan
originele cd’s te gebruiken. Als u een CD-
R/RW gebruikt, dan moet deze van goe-
de kwaliteit zijn en tijdens het opnemen op
de laagst mogelijke snelheid zijn beschre-
ven.
LADEN/UITWERPEN VAN DE
CD
Steek de cd voorzichtig in de opening, zo-
dat de cd automatisch en op de juiste wij-
ze in de speler wordt geladen.
Druk bij ingeschakeld apparaat op de knop
ıvoor het automatisch uitwerpen van de
cd. Na het uitwerpen wordt de audiobron in-
geschakeld die beluisterd werd voordat de
cd werd weergegeven.
Als de cd niet uit de speler wordt verwijderd,
dan wordt de cd na ongeveer 20 seconden
automatisch weer geladen en wordt afge-
stemd op de Tuner (Radio).
De cd kan niet worden uitgeworpen bij uit-
geschakelde autoradio.
Als u de uitgeworpen cd weer in de speler
plaatst zonder dat hij volledig uit de opening
is verwijderd, dan schakelt de radio niet over
op de cd-speler.
INLEIDING
Dit hoofdstuk bevat de specifieke instructies
voor de werking van de cd-speler: zie voor
de werking van de autoradio het hoofdstuk
“FUNCTIES EN INSTELLINGEN“.
C C
D D
- -
S S
P P
E E
L L
E E
R R
293-318 Alfa 159 NL 31-03-2009 10:12 Pagina 312
313
AUTORADIO
EVENTUELE
FOUTMELDINGEN
Als de geladen cd niet kan worden gelezen
(bijvoorbeeld als er een CD-ROM is geladen,
als een cd verkeerd is geplaatst of er een
leesfout is), verschijnt op het display onge-
veer 2 seconden het opschrift “CD ERROR”.
Vervolgens wordt de cd uitgeworpen en
hoort u de audiobron die ingeschakeld was
voordat de cd-speler werd geselecteerd.
INFORMATIE OP HET DISPLAY
Als de cd-speler is ingeschakeld, verschijnen
op het display de volgende meldingen:
“T05”: het nummer van het muziekstuk op
de cd;
“03:42”: de verstreken speelduur vanaf het
begin van het muziekstuk (als de betref-
fende menufunctie is ingeschakeld).
MUZIEKSTUK SELECTEREN
(voor-/achteruit)
Druk kort op de knop
÷om het vorige
muziekstuk op de cd te beluisteren en op de
knop
˜om het volgende muziekstuk
te beluisteren. De muziekstukken worden
cyclisch geselecteerd: na het laatste mu-
ziekstuk wordt het eerste muziekstuk ge-
selecteerd en omgekeerd.
Als het muziekstuk al meer dan 3 seconden
wordt weergegeven en op knop
÷wordt
gedrukt, wordt het muziekstuk vanaf het be-
gin herhaald. Als u in dat geval het vorige
muziekstuk wilt beluisteren, moet de toets
tweemaal na elkaar worden ingedrukt.
MUZIEKSTUKKEN SNEL
VOORUIT-/
ACHTERUITSPOELEN
Houd knop ˜ingedrukt om het gekozen
muziekstuk versneld vooruit te spoelen of
houd knop
÷ingedrukt om het gekozen
muziekstuk versneld achteruit te spoelen.
Het snel vooruit-/ terugspoelen wordt on-
derbroken als u de knop loslaat.
PAUZEFUNCTIE
Druk om de cd-speler in de pauzestand te
zetten op toets MUTE. Op het display ver-
schijnt het opschrift “PAUSE”.
Druk om de weergave te hervatten opnieuw
op de knop MUTE.
Als een andere audiobron wordt gekozen,
wordt de pauzefunctie uitgeschakeld.
293-318 Alfa 159 NL 31-03-2009 10:12 Pagina 313