123
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Als de oorspronkelijke situatie is hersteld
na gebruik van de bandenreparatieset
Fix&Go automatic en de lekke band
blijft aangegeven op het instrumenten-
paneel, wendt u dan tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
De bandenspanning kan variëren af-
hankelijk van de buitentemperatuur. Het
TPMS kan tijdelijk een te lage banden-
spanning signaleren. Controleer in dat
geval de bandenspanning bij koude ban-
den en herstel zo nodig de spanning. Voor het TPMS-systeem is speciale uit-
rusting nodig. Raadpleeg het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk voor de accessoi-
res die geschikt zijn voor het systeem
(wielen, wieldoppen, enz.). Het gebruik
van andere accessoires kan de norma-
le werking van het systeem verhinde-
ren. Omdat er gebruik wordt gemaakt
van speciale ventielen kunnen er uit-
sluitend door Alfa Romeo goedgekeur-
de afdichtvloeistoffen worden gebruikt
voor de reparatie van de band; het ge-
bruik van andere vloeistoffen zou de nor-
male werking van het systeem kunnen
belemmeren.
Als de auto is uitgerust met het TPMS-
systeem, moet bij het demonteren van
een band ook het rubber van het ven-
tiel en de bevestigingsmoer van de sen-
sor worden vervangen. Wendt u hiervoor
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.Als de auto is uitgerust met het TPMS,
moeten er speciale voorzorgsmaatre-
gelen bij het monteren/demonteren van
de banden en/of velgen in acht worden
genomen. De banden en/of de velgen
mogen uitsluitend door gespecialiseerd
personeel worden vervangen om te
voorkomen dat de sensoren beschadigd
raken of verkeerd worden gemonteerd.
Wendt u tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 123
130
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Druk tijdens het rijden
niet op de knop C.
Via de oprolautomaat wordt de lengte
van de gordel automatisch aangepast
aan het postuur van de drager en heeft
hij/zij toch voldoende bewegingsvrij-
heid.
Als de auto op een steile helling staat,
kan de rolautomaat blokkeren; dit is een
normaal verschijnsel. Bovendien blok-
keert de rolautomaat als u de gordel snel
uittrekt. Hij blokkeert ook bij hard rem-
men, botsingen en bij hoge snelheden in
bochten.
VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
Ga goed rechtop zitten, steun tegen de
rugleuning en leg dan de gordel om.
Trek de gordel uit en maak de gordel
vast door de gesp A-fig. 1in de slui-
tingBte drukken, totdat hij hoorbaar
klikt.
Als de rolautomaat tijdens het uittrek-
ken van de gordel blokkeert, laat dan
de gordel een stukje teruglopen en trek
de gordel vervolgens weer geleidelijk
uit.
Druk om de gordel los te maken op de
knopC. Begeleid de gordel tijdens het
teruglopen, zodat de gordelband niet
draait.
OPGELET
A0E0083mfig. 1A0E0055mfig. 2
De achterbank is voorzien van drie-
puntsgordels met rolautomaat op de zij-
zitplaatsen en de zitplaats in het mid-
den.
De gordels voor de achterste zitplaatsen
moeten worden omgelegd volgens het
schema in fig. 2.
129-148 Alfa 159 NL:129-150 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:22 Pagina 130
149
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
S S
T T
A A
R R
T T
E E
N N
E E
N N
R R
I I
J J
D D
E E
N N
MOTOR STARTEN .............................................. 150
PARKEREN ....................................................... 155
GEBRUIK VAN DE VERSNELLINGSBAK.................... 156
BRANDSTOF BESPAREN ..................................... 157
TREKKEN VAN AANHANGERS .............................. 159
WINTERBANDEN ............................................... 162
SNEEUWKETTINGEN.......................................... 163
AUTO LANGERE TIJD STALLEN ............................. 164
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 149
157
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Airconditioning
De airconditioning gebruikt zeer veel
energie: gebruik wanneer de buiten-
temperatuur het toelaat, bij voorkeur de
functies van het ventilatiesysteem.
Aerodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde
aerodynamische accessoires kan de
aerodynamica negatief beïnvloeden,
waardoor het brandstofverbruik zal toe-
nemen. Overbodige bagage
Rijd niet met een overbeladen bagage-
ruimte. Het gewicht van de auto (voor-
al in stadsverkeer) en de wieluitlijning
hebben grote invloed op het brandstof-
verbruik en de stabiliteit.
Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of skidrager als
u deze niet meer gebruikt. Ze vermin-
deren de aerodynamica van de auto,
waardoor het brandstofverbruik toe-
neemt. Gebruik voor het vervoer van vo-
lumineuze voorwerpen bij voorkeur een
aanhanger.
Stroomverbruikers
Gebruik elektrische accessoires uitslui-
tend als u ze nodig hebt. De achterruit-
verwarming, extra koplampen, de rui-
tenwissers en de aanjager van het ven-
tilatie-/verwarmingssysteem vragen
veel stroom, waardoor het brandstof-
verbruik toeneemt (tot aan 25% in
stadsverkeer).BRANDSTOF
BESPAREN
Hierna volgen enkele nuttige tips, waar-
door het brandstofverbruik zo laag mo-
gelijk blijft en de uitstoot van schadelij-
ke uitlaatgassen zoveel mogelijk be-
perkt wordt.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
Zorg voor een goed onderhoud van de
auto door de controles en afstellingen
die in het “Onderhoudsschema” staan
vermeld, te laten uitvoeren.
Banden
Controleer regelmatig, ten minste een
keer per maand, de spanning van de
banden: als de spanning te laag is,
wordt de weerstand groter en neemt het
verbruik toe.
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 157
159
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Schakel een lage versnelling in tijdens
het afdalen om te voorkomen dat u con-
stant moet remmen.
Het gewicht van de aanhanger dat op
de trekhaak rust, moet worden afge-
trokken van het laadvermogen van de
auto. Om er zeker van te zijn dat u het
maximum toelaatbaar aanhangerge-
wicht (vermeld op het kentekenbewijs)
niet overschrijdt, moet u er rekening
mee houden dat het maximum betrek-
king heeft op het totale gewicht van de
aanhangwagen of caravan, inclusief ac-
cessoires en bagage.
Houdt u aan de snelheidsbeperkingen
die voor auto’s met aanhanger gelden.
U mag in geen geval harder rijden dan
100 km/h.TREKKEN VAN
AANHANGERS
BELANGRIJKE TIPS
Voor het trekken van aanhangwagens
of caravans moet de auto uitgerust zijn
met een trekhaak van een goedgekeurd
type en een adequate elektrische in-
stallatie. De montage van de trekhaak
moet door gespecialiseerd personeel
worden uitgevoerd. Ook moet docu-
mentatie worden overhandigd m.b.t. het
rijden met een aanhanger.
Monteer zo nodig speciale en/of extra
achteruitkijkspiegels, waarmee u vol-
doet aan de geldende verkeerswetge-
ving.
Let er op dat het maximum klimver-
mogen van de auto door het gewicht
van een aanhanger wordt beperkt. Ook
de remweg wordt langer en u heeft lan-
ger de tijd nodig om in te halen.
Het ABS waarmee de
auto is uitgerust,
werkt niet op het remsysteem
van de aanhanger. Wees daar-
om extra voorzichtig op glad-
de wegen.
OPGELET
Wijzig beslist op geen
enkele wijze het rem-
systeem van de auto. Het rem-
systeem van de aanhanger
moet geheel onafhankelijk van
het hydraulisch remsysteem
van de auto worden bediend.
OPGELET
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 159
160
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Voor de elektrische aansluiting moet ge-
bruik worden gemaakt van een stan-
daard stekker, die op een goedgekeur-
de beugel wordt gemonteerd op de trek-
haak.
De elektrische verbinding moet tot stand
worden gebracht met een 7-polige stek-
ker die wordt voorzien van een 12V-voe-
dingsspanning (CUNA/UNI en ISO/DIN
normen); bij de montage moet rekening
worden gehouden met de aanwijzingen
van de fabrikant van de auto en/of van
de fabrikant van de trekhaak.
De eventueel aanwezige elektrisch ge-
regelde rem of ander systeem (bijv. een
lier) moet rechtstreeks op de accu wor-
den aangesloten met een kabel met een
diameter van minimaal 2,5 mm
2. Naast
de voorgeschreven elektrische aanslui-
tingen, mogen slechts een eventuele
elektrisch geregelde rem en een 15W-
gloeilamp voor de binnenverlichting van
de aanhanger op de elektrische instal-
latie van de auto worden aangesloten.Montageschema fig. 4
De trekhaak moet op de punten aan-
gegeven met
Øworden bevestigd met
2 M10-bouten en 4 M12-bouten.
De bevestigingspunten (1) moeten
voorzien zijn van afstandsstukken van
Ø 25x6 mm.
De verstevigingsplaten (2) moeten ten
minste 4 mm dik zijn.
De verstevigingsplaten (3) moeten ten
minste 6 mm dik zijn.
BELANGRIJKHet is verplicht om op
dezelfde hoogte als de trekkogel een
(goed zichtbaar) plaatje van voldoende
afmetingen en kwaliteit aan te brengen
met de volgende tekst:
MAXIMALE KOGELDRUK 75 kg
Na de montage van de trekhaak moe-
ten de boutgaten worden afgedicht om
te voorkomen dat uitlaatgassen in het
interieur kunnen dringen.
WAARSCHUWINGDe trekhaak
wordt aan de carrosserie bevestigd, boor
niet in de bumper.
TREKHAAK MONTEREN
De trekhaak moet door gespecialiseerd
personeel aan de carrosserie worden be-
vestigd waarbij de richtlijnen die hierna
zijn opgenomen, moeten worden aan-
gehouden. Deze richtlijnen worden even-
tueel aangevuld door extra informatie
van de fabrikant van de trekhaak.
De te installeren trekhaak moet voldoen
aan de huidige EU-normen 94/20 en
daarop volgende wijzigingen.
Voor iedere uitvoering moet een trek-
haak worden gebruikt die geschikt is
voor het maximale aanhangergewicht
van de auto waarop de trekhaak wordt
bevestigd.
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 160
AUTO LANGERE TIJD
STALLEN
Tref de volgende maatregelen als de au-
to enkele maanden niet wordt gebruikt:
❒zet de auto in een overdekte, dro-
ge en goed geventileerde ruimte;
❒schakel een versnelling in;
❒zorg ervoor dat de handrem niet is
aangetrokken;
❒maak de minklem los van de accu
en controleer de acculading. Gedu-
rende het stallen moet deze contro-
le iedere drie maanden worden her-
haald. Laad de accu op totdat de op-
tische meter (voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten, waar voorzien)
een donkere kleur zonder middelste
groen gebied laat zien (zie de pa-
ragraaf “Accu” in het hoofdstuk “On-
derhoud en zorg”);
❒maak de gespoten plaatdelen
schoon en behandel ze met een be-
schermende was;
❒reinig en conserveer de glimmende
metalen delen met daarvoor ge-
schikte middelen;
❒smeer de wisserrubbers van de rui-
tenwissers en achterruitwisser in met
talkpoeder en laat ze los van de ruit
staan;
❒zet de ruiten een klein stukje open;
❒dek de auto af met een stoffen of
een ademende kunststof hoes. Ge-
bruik geen dichte plastic hoes, om-
dat het in en op de auto aanwezi-
ge vocht dan niet kan verdampen;
❒breng de bandenspanning +0,5 bar
boven de normaal voorgeschreven
spanning en controleer deze regel-
matig;
164
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
❒als u de accukabels niet loskoppelt,
moet de lading iedere maand wor-
den gecontroleerd; laad de accu op
als de optische meter een donkere
kleur heeft zonder groen midden-
stuk;
❒tap het koelsysteem van de motor
niet af.
WAARSCHUWINGAls de auto is
voorzien van een alarmsysteem, scha-
kel dit dan uit met de afstandsbedie-
ning.
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 164
194
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
U moet absoluut aan-
geven dat de band is
gerepareerd met de snelle
bandenreparatieset. Overhan-
dig de informatiefolder aan het
personeel dat de band moet
repareren die behandeld is met
de bandenreparatieset.
OPGELET
A0E0215mfig. 21A0E0216mfig. 22
ALLEEN VOOR CONTROLE
EN HERSTELLEN SPANNING
De compressor kan ook worden gebruikt
voor het herstellen van de bandenspan-
ning.
Maak de snelkoppeling A-fig. 21los
en verbind de koppeling direct met het
ventiel van de band fig. 22; op deze ma-
nier wordt de spuitbus niet met de com-
pressor verbonden en wordt de afdicht-
vloeistof niet in de band gespoten.
Als de bandenspanning
onder 1,8 bar is ge-
daald, mag niet verder worden
gereden: de snelle reparatie-
set Fix & Go automatic kan de
vereiste wegligging niet ga-
randeren omdat de band te erg
beschadigd is. Wendt u tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
OPGELET
❒als een spanning van ten minste 1,8
bar wordt gemeten, herstel dan de
correcte bandenspanning (met draai-
ende motor en aangetrokken hand-
rem), waarna verder kan worden ge-
reden;
❒rijd zeer voorzichtig naar een bedrijf
uit het Alfa Romeo Servicenetwerk.
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed 31-03-2009 10:33 Pagina 194