100
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
C(voor bepaalde uitvoeringen/ mark-
ten, waar voorzien) openen/sluiten ruit
linksachter; “continu automatische”
werking tijdens openen/sluiten van de
ruit;
D(voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien) ope-
nen/sluiten ruit rechtsachter; “continu
automatische” werking tijdens het ope-
nen/sluiten van de ruit.
E(voor bepaalde uitvoeringen/ mark-
ten, waar voorzien) in-/uitschakelen
van de ruitbediening achter (blokkeren
van de knoppen op het achterportier, op
de knop Egaat de LED branden en de
verlichting van de uitgeschakelde knop-
pen gaat uit)
Druk op de knoppen A,B,CofDom
de gewenste ruit te openen/sluiten.
Druk kort op een van de knoppen voor
het “stapsgewijs” openen/sluiten van
de ruit; als de knop langer wordt inge-
drukt, wordt de “automatisch continue”
werking ingeschakeld zowel tijdens het
openen als het sluiten.
De ruit stopt op de gewenste plaats als
de knop A,B,CofDnogmaals wordt
ingedrukt.Passagiersportier /
achterportieren
Op het passagiersportier en bij sommi-
ge uitvoeringen de achterportieren zijn de
bedieningsknoppen voor de betreffende
ruit geplaatst.
BEDIENINGSKNOPPEN
Bestuurdersportier
Op het portierpaneel van het bestuur-
dersportier zijn de knoppen fig. 93
aanwezig, die de volgende functies heb-
ben als de elektronische sleutel in het
startsysteem is geplaatst:
A– openen/sluiten ruit linksvoor; “con-
tinu automatische” werking tijdens het
openen/sluiten van de ruit;
B– openen/sluiten ruit rechtsvoor;
“continu automatische” werking tijdens
openen/sluiten van de ruit (alleen bij
uitvoeringen met 4 elektrisch bediende
ruiten);
A0E0051mfig. 93
Onzorgvuldig gebruik
van de elektrische ruit-
bediening kan gevaarlijk
zijn. Controleer voor en tijdens
het bedienen van de ruit altijd of
de passagiers niet gewond kun-
nen raken door de bewegende
ruiten, zowel direct door contact
met de ruit als door voorwerpen
die door de ruit worden meege-
sleept of geraakt. Verwijder al-
tijd de sleutel uit het contactslot
als u de auto verlaat om te
voorkomen dat de elektrische
ruitbediening per ongeluk wordt
ingeschakeld en gevaar oplevert
voor de achtergebleven passa-
giers.
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 100
101
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENAls de bagageruimte niet goed is ge-
sloten, wordt dit bij sommige uitvoerin-
gen aangegeven door het branden van
het lampje
´op het instrumentenpa-
neel; bij andere uitvoeringen wordt het
symbool
Rweergegeven samen met
een bericht op het display (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Als de bagageruimte is ontgrendeld, dan
kan deze vanaf de buitenzijde worden
geopend door op het elektrische logo
fig. 94te drukken, totdat u merkt dat
de bagageruimte is ontgrendeld.
BAGAGERUIMTE
De bagageruimte wordt elektrisch ont-
grendeld, maar dat is alleen mogelijk als
het voertuig stilstaat.
Met behulp van het “Setup-menu” (of
bij sommige uitvoeringen met behulp
van het radio-/navigatiesysteem) kan
de ontgrendeling van de bagageruimte
worden ingesteld door de optie “Baga-
geruimte onafhankelijk” te activeren
(zie de paragraaf “Instelbaar multi-
functioneel display” in dit hoofdstuk);
als deze functie is geactiveerd, wordt al-
leen de bagageruimte ontgrendeld als
de knop
`op de elektronische sleu-
tel wordt ingedrukt.
A0E0498mfig. 94
Het openen van de bagageruimte wordt
makkelijker gemaakt door de gasdem-
pers aan de zijkant.
Als de bagageruimte wordt geopend,
gaat er een interieurlampje branden: de
verlichting gaat automatisch uit als de
bagageruimte wordt gesloten. Als u ver-
geet de bagageruimte te sluiten, gaat
de verlichting na enkele minuten auto-
matisch uit.
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 101
102
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
OPENEN MET DE
AFSTANDSBEDIENING
Druk op de knop op de elektronische
sleutel. Bij het openen gaan de rich-
tingaanwijzers twee keer branden.
Als de bagageruimte wordt geopend ter-
wijl het alarm (voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten, waar voorzien) is in-
geschakeld, worden de volgende func-
ties uitgeschakeld:
❒de volumetrische beveiliging;
❒de kantelbeveiliging;
❒de signaleringssensor voor geopen-
de bagageruimte.
Als de bagageruimte wordt gesloten,
worden al deze functies weer inge-
schakeld en gaan de richtingaanwijzers
ongeveer 1 seconde branden. WAARSCHUWINGAls de accu los-
gekoppeld is geweest of als er een ze-
kering is doorgebrand, moet het ont-
/vergrendelmechanisme van de baga-
geruimte worden geïnitialiseerd. Ga hier-
voor als volgt te werk:
❒sluit alle portieren en de bagage-
ruimte;
❒druk op de knop Áop de afstands-
bediening of op de knop
qop de
middenconsole;
❒druk op de knop Ëop de afstands-
bediening of op de knop
qop de
middenconsole.
BAGAGERUIMTE IN
NOODGEVALLEN VANUIT
HET INTERIEUR OPENEN
(alleen bij de
sedanuitvoering met
aparte bagageruimte)
Als de accu is losgekoppeld, kan de ba-
gageruimte worden geopend door aan
de handgreep A-fig. 95links onder
de achterbank te trekken.
Plaats na gebruik de handgreep terug
onder de zitting.
A0E0228mfig. 95
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 102
103
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
BAGAGERUIMTE SLUITEN
Zet de achterklep omlaag en druk op het
slot totdat de achterklep is vergrendeld.
WAARSCHUWING Als de functie
“Bagageruimte onafhankelijk” is inge-
schakeld, controleer dan voordat de ba-
gageruimte wordt gesloten of de sleu-
tel niet in de auto aanwezig is; de ba-
gageruimte wordt automatisch ver-
grendeld.
Als er accessoires op de
hoedenplank of achter-
klep worden gemon-
teerd (luidsprekers, spoiler
enz.), met uitzondering van
door de fabrikant goedgekeur-
de accessoires, dan kan dit de
juiste werking van de gasdem-
pers negatief beïnvloeden.
Als de bagageruimte
wordt gebruikt, mag
het maximale laadvermogen
van de auto nooit worden
overschreden (zie het hoofd-
stuk “Technische gegevens”).
Controleer bovendien of de ba-
gageruimte goed is geladen
om te voorkomen dat een
voorwerp bij bruusk remmen
naar voren schiet en letsel ver-
oorzaakt.
OPGELET
Rijd niet met losse
voorwerpen op de hoe-
denplank: bij een ongeval of
bruusk remmen kunnen ze de
passagiers verwonden.
OPGELET
❒zet de borghendel A-fig. 96 van
de rugleuning omhoog en klap de
rugleuning naar voren. Als de hen-
del omhoog is geplaatst, is er een
“rode band” Bzichtbaar.
WAARSCHUWING Controleer voor-
dat de rugleuning op de zitting wordt
geklapt of de gordelriemen in de hou-
ders zijn opgeborgen.
A0E0085mfig. 96
BAGAGERUIMTE
VERGROTEN
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten, waar voorzien)
Ga als volgt te werk om de bagage-
ruimte te vergroten:
❒verwijder de hoofdsteunen van de
achterbank;
❒doe de veiligheidsgordel opzij en
controleer of de gordel niet gespan-
nen is of gedraaid zit;
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 103
104
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENBAGAGE VASTZETTEN
In de bagageruimte bevinden zich 4 ha-
kenA-fig. 97voor het vastzetten van
de kabels, zodat de lading stevig in de
auto kan worden vastgezet.
A0E0131mfig. 97
Bagage die niet goed is
vastgezet, kan bij een
ongeluk de passagiers ernstig
verwonden.
OPGELET
Als u in een gebied rijdt
waar brandstof moei-
lijk verkrijgbaar is en u daar-
om reservebrandstof in een
jerrycan wilt vervoeren, dan
moet u zich aan de geldende
wetgeving houden. Gebruik al-
leen een goedgekeurde jerry-
can en bevestig deze op de
juiste wijze. Toch is de kans op
brand bij een ongeval groter.
OPGELET
Controleer of de rugleu-
ning aan beide zijden
goed is vergrendeld (“rode
band” B-fig. 96 niet zichtbaar)
om te voorkomen de rugleuning
bij bruusk remmen naar voren
klapt en de passagiers gewond
raken.
OPGELET
ACHTERBANK
TERUGPLAATSEN
Doe de veiligheidsgordels opzij en con-
troleer of de gordels niet gespannen zijn
of gedraaid zitten.
Zet de rugleuning omhoog door deze
naar achteren te drukken totdat u merkt
dat beide borgmechanismen worden ver-
grendeld, controleer visueel of de “rode
band”Bop de zijkant van de hendel
Aniet meer zichtbaar is. Als de “rode
band”Bzichtbaar is, is de rugleuning
niet goed vergrendeld.
WAARSCHUWING Controleer al-
tijd of de hoofdsteun juist is geplaatst.
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 104
105
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Als de bagageruimte niet goed is geslo-
ten, gaat er bij sommige uitvoeringen een
lampje
(voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien) op het in-
strumentenpaneel branden of wordt het
symbool
Ssamen met een bericht op
het display (zie het hoofdstuk “Lampjes
en berichten”) weergegeven.
WAARSCHUWINGControleer altijd
of de motorkap goed is gesloten om te
voorkomen dat deze tijdens het rijden
opengaat.
MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de hendel A-fig. 98omhoog
totdat u merkt dat de motorkap
wordt ontgrendeld;
❒druk het hendeltje B-fig. 99van
het beveiligingsmechanisme om-
hoog en til de motorkap op.
WAARSCHUWING Het optillen van
de motorkap wordt makkelijk gemaakt
door de twee gasdempers aan de zij-
kant. Deze gasdempers mogen niet wor-
den gerepareerd of gewijzigd; begeleid
de motorkap tijdens het openen.
WAARSCHUWING Controleer voor
het optillen van de motorkap of de rui-
tenwisserarmen op de voorruit liggen en
of de ruitenwissers zijn uitgeschakeld.
A0E0122mfig. 98
A0E0470mfig. 99
SLUITEN
Laat de motorkap tot op ongeveer 20
centimeter van de motorruimte zakken
en laat de motorkap vallen; controleer
vervolgens door de motorkap op te til-
len of de motorkap goed is gesloten en
niet alleen vastzit aan de veiligheids-
vergrendeling. Druk in dit laatste geval
de motorkap niet dicht, maar til hem op-
nieuw op en herhaal de handeling.
Voer deze handelingen
uit terwijl de auto stil-
staat.
OPGELET
Om veiligheidsredenen
moet de motorkap tij-
dens de rit altijd goed zijn ge-
sloten. Controleer daarom al-
tijd of de motorkap goed is
vergrendeld. Als u tijdens het
rijden merkt dat de motorkap
niet goed is vergrendeld, stop
dan onmiddellijk en sluit de
motorkap op de juiste wijze.
OPGELET
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 105
106
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
IMPERIAAL/
SKIDRAGER
De auto is voorzien van een inbouw-
voorbereiding voor een imperi-
aal/skidrager.
De voorste bevestigingen van de in-
bouwvoorbereiding bevinden zich op de
puntenA-fig. 100.
De achterste bevestigingspunten van de
inbouwvoorbereiding bevinden zich op
de punten B.
A0E0097mfig. 100
KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn be-
langrijk voor het comfort en de veilig-
heid van uzelf en de overige wegge-
bruikers. Voor optimaal zicht en zicht-
baarheid moeten de koplampen goed
zijn afgesteld. Wendt u voor de contro-
le en de eventuele instelling tot het Al-
fa Romeo Servicenetwerk.
KOPLAMPVERSTELLING
Deze werkt als de sleutel in het start-
systeem is geplaatst en de dimlichten
branden.
Als de auto is beladen en achterover
helt, schijnt de lichtbundel meer om-
hoog. De koplampen moeten dan juist
worden afgesteld.
Verdeel de lading gelijk-
matig en houd tijdens de
rit rekening met een ver-
hoogde zijwindgevoeligheid.
WAARSCHUWINGControleer of de
bevestigingen goed vastzitten nadat u
enkele kilometers met de auto hebt ge-
reden.
WAARSCHUWING Overschrijd nooit
het maximale draagvermogen (zie het
hoofdstuk “Technische gegevens”).
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 106
107
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENU kunt de stand van de koplampen met
behulp van de knop A-fig. 101op het
paneel naast het stuur afstellen.
Als de auto is voorzien van bi-xenon kop-
lampen, worden de koplampen elek-
tronisch afgesteld en is knop Aniet aan-
wezig.De knop kan in vier standen worden ge-
zet; de standen komen overeen met de
hieronder aangegeven belastingen:
❒positie0: een of twee inzittenden
op de voorstoelen, volle brandstof-
tank, auto in rijklare staat;
❒positie1: vijf inzittenden;
❒positie2: vijf inzittenden en volle ba-
gageruimte (ongeveer 50 kg);
❒positie3: bestuurder en 300 kg la-
ding in de bagageruimte.
WAARSCHUWING Controleer altijd
de stand van de koplampen als het ge-
wicht van de vervoerde lading wijzigt.
MISTLAMPEN VOOR
AFSTELLEN
Wendt u voor de controle en de even-
tuele instelling tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk.
A0E0226mfig. 101
KOPLAMPAFSTELLING IN
HET BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik
in het land waarin de auto is verkocht.
In landen waar op de andere weghelft
wordt gereden, moet om tegenliggers
niet te verblinden als volgt te werk wor-
den gegaan:
❒verwijder de beschermdop van de
koplamp (zie de paragraaf “Dim-
licht” in het hoofdstuk “In noodge-
vallen”);
❒zet de hendel A-fig. 102opzij;
A0E0050mfig. 102
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 107