ONDERHOUD VAN DE AUTO
245
Gebruik de ruitensproei-
ers niet als het reservoir
leeg is om schade aan de
pompmotor te voorkomen.
BELANGRIJKDe rem- en koppelings-
vloeistof is hygroscopisch (trekt water
aan). Daarom verdient het aanbeveling,
als de auto overwegend wordt gebruikt in
gebieden met een hoge luchtvochtigheid,
de vloeistof vaker te vervangen dan in het
onderhoudsschema staat aangegeven.
RUITENSPROEIER-/KOPLAMP-
SPROEIERVLOEISTOF
(fig. 13)
Open de dop (A) en controleer visueel
het vloeistofniveau in het reservoir.
Als de vloeistof bijgevuld moet worden,
gebruik dan een mengsel van water en
TUTELA PROFESSIONAL SC 35 in
de volgende mengverhouding:
– 30% TUTELA PROFESSIONAL
SC 35 en 70% water in de zomer;
– 50% TUTELA PROFESSIONAL SC
35 en 50% water in de winter;
– bij temperaturen onder -20° TUTELA
PROFESSIONAL SC 35 onverdund
gebruiken.
fig. 13
A0A0242m
De rem- en koppelings- vloeistof is giftig en zeer
corrosief. Als per ongeluk remvloei- stof wordt gemorst, moeten debetreffende delen onmiddellijk wor-den gewassen met water en neu-trale zeep en daarna met veelwater worden afgespoeld. Bijinslikken dient onmiddellijk een artste worden geraadpleegd.
ATTENTIE
Het symbool pop het
reservoir geeft aan dat
synthetische remvloeistof en geen minerale vloeistof moet wordengebruikt. Het gebruik van minera-le vloeistoffen moet absoluutworden vermeden, omdat de rub-bers in het remsysteem door dezevloeistoffen worden beschadigd.
ATTENTIE
Enkele in de handel ver-krijgbare ruitensproeier-
vloeistoffen zijn licht ontvlambaar. In de motorruimte bevinden zichwarme onderdelen die bij contact devloeistof kunnen doen ontbranden.
ATTENTIE
Rijd niet met een leeg rui-tensproeierreservoir: de
ruitensproeiers zijn van funda- menteel belang voor een opti-maal zicht.
ATTENTIE
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 245
ONDERHOUD VAN DE AUTO
250
– Controleer de polariteit niet door mid-
del van vonken.
– Neem de stekkers van de regeleenhe-
den los voor het uitvoeren van laswerk-
zaamheden aan de carrosserie. Verwijder
zo nodig de regeleenheden als deze door
de werkzaamheden te warm kunnen wor-
den.
Als grote stroomverbruikers, zoals: fles-
senverwarmer, stofzuiger, mobiele tele-
foon enz. bij uitgezette motor of als
de motor stationair draait, van voedings-
spanning worden voorzien, dan zal de
accu sneller ontladen.
BELANGRIJK Als aan boord van de
auto extra systemen moeten worden geïn-
stalleerd, moet goed op de juiste aanslui-
tingen worden gelet. Niet correcte elektri-
sche verbindingen kunnen gevaarlijk zijn,
vooral voor de elementaire elektronische
systemen.
ELEKTRONISCHE
REGELEENHEDEN
Bij een normaal gebruik van de auto zijn
speciale voorzorgsmaatregelen niet nodig.
Het is echter nodig de volgende aanwij-
zingen nauwkeurig op te volgen bij werk-
zaamheden aan de elektrische installatie
of bij een noodstart:
– Zet de motor altijd uit voordat de accu
wordt losgekoppeld.
– Koppel de accu altijd los als de accu
moet worden opgeladen.
– Gebruik bij een noodstart altijd een
hulpaccu en geen acculader.
– Controleer de aansluiting van de polen
en de conditie van de verbinding tussen de
accu en de elektrische installatie.
– Neem de stekkers van de regeleenhe-
den nooit los en sluit ze nooit aan als de
contactsleutel in stand MARstaat.
Accu van
50 Ah
60 Ah
70 Ah Maximum stroomverbruik
bij stilstaande motor
30 mA
36 mA
42 mA
Het totale energieverbruik van deze
accessoires (standaard en achteraf
gemonteerde accessoires) moet minder
zijn dan 0,6 mA x Ah (van de accu), zoals
in de volgende tabel staat vermeld:
Modificaties of reparaties
aan de elektrische installa-
tie die niet correct worden uitge- voerd en waarbij geen rekeningwordt gehouden met de technischespecificaties van het systeem,kunnen storingen in de werking enzelfs brand veroorzaken.
ATTENTIE
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 250
ONDERHOUD VAN DE AUTO
254
KOPLAMPSPROEIERS
Controleer regelmatig of de koplamp-
sproeiers schoon en in goede staat zijn
(fig. 22).
Wendt u tot de Alfa Romeo-dealer voor
het afstellen van de ruitensproeierstraal.
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN ATMOS-
FERISCHE INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
– luchtverontreiniging
– zoutgehalte in de lucht en luchtvoch-
tigheid (gebieden aan zee, warm en voch-
tig klimaat)
– omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elemen-
ten, zoals stoffige omgeving, opwaaiend
zand, modder en steenslag op de lak en
de onderzijde moet niet worden onder-
schat.
Alfa Romeo heeft voor de
Alfa 147de beste technologische
oplossingen toegepast om de carrosserie effi-
ciënt tegen roest te beschermen.
fig. 22
A0A1013m
De belangrijkste zijn:
– De toepassing van aangepaste spuittech-
nieken en lakproducten die de auto de beno-
digde weerstand tegen roest en schurende
elementen verlenen.
– Het gebruik van verzinkte (of voorbe-
handelde) plaatdelen met een hoge corrosie-
bestendigheid.
– Het aanbrengen van een gespoten
beschermende waslaag op de onderzijde, in
de wielkuipen, in de motorruimte en verschil-
lende holle ruimtes, met een hoog bescher-
mend vermogen.
– Het aanbrengen van een beschermende
kunststof laag op kwetsbare delen: onderzij-
de van de portieren, binnenzijde van de spat-
borden, naden, randen enz.
– Toepassing van “open” holle ruimtes om
condensvorming te voorkomen en binnen-
dringend water af te voeren, waardoor roest
van binnenuit wordt voorkomen.
CARROSSERIEGARANTIE
Bij de Alfa 147is de carrosserie tegen
doorroesten van alle originele componenten
van de carrosserie en van alle dragende delen
gegarandeerd. Voor de specifieke voorwaar-
den van deze garantie wordt verwezen naar
de “Service- en garantiehandleiding”.
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 254
ONDERHOUD VAN DE AUTO
255
Schoonmaakmiddelen
verontreinigen het water.
Daarom moet de motor-
ruimte bij voorkeur wor-
den uitgespoten op een plaats
waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd.
TIPS VOOR HET BEHOUD VAN
DE CARROSSERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische
functie ook een beschermende functie.
Daarom moeten beschadigingen van de
laklaag, zoals krassen, onmiddellijk wor-
den bijgewerkt om roestvorming te voor-
komen. Het bijwerken dient met de origi-
nele lak te worden uitgevoerd (zie het
“Plaatje met informatie over de carrosse-
rielak” in het hoofdstuk “Technische gege-
vens”).
Het normale onderhoud van de auto
beperkt zich tot wassen, waarbij de fre-
quentie afhankelijk is van het gebruik van
de auto en van de omgeving. Het is raad-
zaam de auto vaker te wassen bij sterke
luchtverontreiniging of bij het rijden over
wegen met strooizout. Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de rui-
ten een daarvoor geschikt schoonmaakmid-
del. Gebruik een schone, zachte doek om
krassen en beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken
van de binnenzijde van de achterruit op, dat
de elektrische weerstandsdraden van de ach-
terruitverwarming niet worden beschadigd.
Veeg voorzichtig in de richting van de draden.
Motorruimte
Het verdient aanbeveling de motorruimte
na het winterseizoen zorgvuldig te laten uit-
spuiten. Hierbij mag de waterstraal niet direct
op de elektronische regeleenheden worden
gericht. Laat dit verzorgen door een gespe-
cialiseerd bedrijf.
Schoonmaakmiddelen
verontreinigen het water.
Daarom moet de auto bij
voorkeur worden gewassen op een
plaats waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd.
2) Spoel de auto eerst met een water-
straal onder lage druk af.
3) Was de auto met een zachte spons
met een oplossing van neutrale zeep;
spoel daarbij de spons regelmatig uit.
4) Spoel de auto af met schoon water
en droog de auto met warme lucht of een
schone, zachte zeem.
De minder zichtbare delen zoals de ran-
den van de portieren, achterklep, motor-
kap en de koplampranden moeten tijdens
het drogen niet vergeten worden, omdat
daar water kan blijven staan. Het verdient
aanbeveling de auto na het wassen niet
onmiddellijk binnen te zetten, maar de
auto nog even buiten te laten staan, zodat
waterresten buiten kunnen verdampen.
Was de auto nooit in de zon of als de
motorkap nog warm is: de glans van de
lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op
dezelfde wijze worden gewassen als de
gespoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aan-
gezien harsdruppels bij langere inwerking
de lak kunnen beschadigen, waardoor de
kans op roestvorming wordt vergroot.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen
zo snel en zo goed mogelijk van de lak ver-
wijderd te worden, omdat door de agressie-
ve bestanddelen de lak kan beschadigen.
De juiste wasmethode:
1) Verwijder de antenne van het dak als
u de auto in een wastunnel wast, om te
voorkomen dat deze beschadigt. BELANGRIJK
Voor het uitspuiten van
de motorruimte moet de contactsleutel in
stand STOP staan en de motor koud zijn.
Controleer na het reinigen of de verschil-
lende beschermingen (rubber kappen,
deksels enz.) nog op hun plaats zitten en
niet beschadigd zijn.
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 255
ONDERHOUD VAN DE AUTO
256
INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de vloer-
bedekking geen water is blijven staan
(dooiwater van sneeuwresten aan schoe-
nen, lekkende paraplu’s enz.), waardoor
roestvorming op de bodem veroorzaakt
zou kunnen worden.
STOELEN EN STOFFEN BEKLE-
DING SCHOONMAKEN
– Verwijder stof met een zachte borstel
of een stofzuiger. Voor een nog betere rei-
niging van de stoffen bekleding raden wij
u aan de borstel vochtig te maken.
– Reinig de zittingen met een vochtige
spons en een oplossing van neutrale zeep.
MET LEER BEKLEDE STOELEN
SCHOONMAKEN
– Verwijder droog vuil met een zeem-
leer of een iets vochtige doek, zonder
hard te drukken.
– Dep een vochtige vlek of vet met een
droge en absorberende doek en wrijf daar-
bij niet. Behandel de plek vervolgens met
een doek of zeem bevochtigd met water
en een neutrale zeep. Als de vlek nog niet
verwijderd is, behandel de vlek dan met
een speciaal schoonmaakmiddel, waarbij
de instructies op de verpakking strikt moe-
ten worden opgevolgd.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol.
Controleer bovendien of de gebruikte
schoonmaakmiddelen geen alcohol of
daarvan afgeleide producten bevatten,
ook niet in geringe hoeveelheden.
Gebruik nooit ontvlamba-
re producten zoals petro-
leum of wasbenzine voor het rei- nigen van de interieurdelen vande auto. De elektrostatischelading die tijdens het reinigendoor het wrijven ontstaat, kanbrand veroorzaken.
ATTENTIE
De stoffen bekleding van
uw auto is langdurig
bestand tegen slijtage die
ontstaat bij een normaal gebruik
van de auto. Hevig en/of langdu-
rig wrijven met kledingaccessoi-
res zoals metalen gespen, sier-
knopen en klittenbandsluitingen,
moet echter absoluut worden
vermeden omdat hierdoor grote
druk ontstaat op een bepaalde
plek op de bekleding, waardoor
deze plek kan slijten en de bekle-
ding beschadigd wordt.
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 256
TECHNISCHE GEGEVENS
259
PLAATJE MET INFORMATIE
OVER DE CARROSSERIELAK
Het plaatje (fig. 4) is aangebracht op de
linker binnenrand van de achterklep. Het
plaatje bevat de volgende gegevens:
A .Fabrikant van de lak.
B . Kleurbenaming.
C . Kleurcode.
MOTORNUMMER
Het motornummer is ingeslagen in het
motorblok aan de zijde van de versnel-
lingsbak nabij het uitlaatspruitstuk.
MOTORCODES - CARROSSERIE-UITVOERINGEN
fig. 4
A0A0248m
Carrosserie-uitvoering
1.6 T.SPARK (105 pk)
1.6 T.SPARK (120 pk)
2.0 T.SPARK
2.0 T.SPARK Selespeed
JTDM(120 pk)
JTDM(115 pk)
JTDM(150 pk)
JTDM(136 pk)
(*) Bepaalde markten
3-deurs
937AXA1A 00G
937AXA1A 00H (*)
937AXB1A 01G
937AXB1A 01H (*)
937AXC1A 03G
937AXC1A 03E (*)
937AXC11 02G
937AXC11 02H (*)
937AXU1A 32B
937AXV1A 34 (*) 937AXN1B 30C
937AXS1B 27C (*) 5-deurs
937BXA1A 05G
937BXA1A 05H (*)
937BXB1A 06G
937BXB1A 06H (*)
937BXC1A 09G
937BXC1A 09H (*)
937BXC11 07G
937BXC11 07H (*)
937BXU1A 33B
937BXV1A 35 (*) 937BXN1B 31C
937BXS1B 28C (*)
Motorcode
AR37203
AR32104
AR32103 (*)
AR32310
AR32310
937A3000
939A7000 (*)
937A5000
192B1000 (*)
258-273 Alfa 147 Q2 NL 06-11-2006 14:21 Pagina 259
TECHNISCHE GEGEVENS
261
BRANDSTOFSYSTEEM
JTDM(136 pk - 150 pk)
Met zes gesynchroniseerde
versnellingen vooruit en een gesynchroniseerde achteruit
Enkelvoudige droge plaat met hydraulische bediening
Voor
TRANSMISSIE
Versnellingsbak
Koppeling
Aandrijving
Modificaties of reparaties aan het brandstofsysteem die niet correct wor\
den uit-
gevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met de technischespecifi\
ca-
ties van het systeem, kunnen storingen in de werking en zelfs brandveroo\
rzaken.AT TENTIE
Inspuiting
2.0 T.SPARK
Elektronische multipoint inspui-
ting
2.0 T.SPARK Selespeed
2.0 T.SPARK Easy Speed
Elektronisch bediend met vijf ver-
snellingen vooruit en een versnel- ling achteruit
Enkelvoudige droge plaat met elektrohydraulische bediening
Voor
1.6 T.SPARK (105 pk)
Elektronische multipoint inspui-
ting
1.6 T.SPARK (120 pk)
Elektronische multipoint inspui-ting
JTDM(120 pk)
JTDM(136 pk-150 pk)
Directe Multijet inspuiting met turbodrukvulling
1.6 T.SPARK (105 pk-120 pk) 2.0 T.SPARK
Vijf gesynchroniseerde versnellin-
gen vooruit en een versnelling ach- teruit
Enkelvoudige droge plaat met hydraulische bediening
Voor
JTDM(120 pk)
Met vijf gesynchroniseerde versnel-
lingen vooruit en een gesynchro- niseerde versnelling achteruit
Enkelvoudige droge plaat met hydraulische bediening
Voor
VOORWIELAANDRIJVING MET ZELFSPERREND DIFFERENTIEEL
(optional voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De specificaties van de Alfa Q2garanderen nog betere rij-eigenschappen onder alle omstandigheden. De vo\
orwielaandrijving beschikt over een mechanisch
zelfsperrend voordifferentieel LSD (Limited Slip Differential). De verdeling v\
an het koppel over het rechter en linker wiel wordt gemoduleerd
in relatie tot de wrijving in het TORSEN B voordifferentieel. De mechanische modulatie is continu en traploos, waar\
door de tractie onder alle rij-omstandig-
heden verbetert en een uitstekende wendbaarheid en stabiliteit wordt gegarandeerd zonder concessies aan het rijcomf\
ort. Door dit type differentieel kan ook
onder omstandigheden met weinig grip optimaal gebruik worden gemaakt van de auto: dit ontslaat de bestuurder niet van de v\
erplichting de
normale gedragsregels voor de eigen veiligheid en die van andere weggebruikers te respecteren.
258-273 Alfa 147 Q2 NL 06-11-2006 14:21 Pagina 261
TECHNISCHE GEGEVENS
263
WIELEN
BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND
1.6 T.SPARK IMPRESSION - PROGRESSION
(105 pk - 120 pk) -JTDMIMPRESSION -
PROGRESSION (120 pk) -
JTDMPROGRESSION
6J x 15” (staal)
185/65 R15” 88H
4J x 15”
125/80 R15” 95M
6,5J x 15” (lichtmetaal)
6,5J x 16” (lichtmetaal) 7J x 17” (lichtmetaal)
195/60 R15” 88V
205/55 R16” 91V
(•)
215/45 R17” 87W (•)
185/65 R15” 88Q (M+S) 205/55 R16” 91T (M+S)
1.6 T.SPARK DISTINCTIVE (105 pk - 120 pk)-JTDMDISTINCTIVE
6,5J x 15” (lichtmetaal)
195/60 R15” 88V
4J x 15”
125/80 R15” 95M
6,5J x 16” (lichtmetaal) 7J x 17” (lichtmetaal)
205/55 R16” 91V
(•)215/45 R17” 87W (•)
195/60 R15” 88Q (M+S) 205/55 R16” 91T (M+S)
Banden
195/60 R15”
voor achter
2,2 2,2
2,5 2,5 Banden
215/45 R17”
voor achter
2,4 2,3
2,7 2,6 Noodreservewiel
125/80 R15”
4,2
Banden
215/45 R17”
voor achter
2,4 2,3
2,7 2,6
(•) Bandenmaat ongeschikt voor sneeuwkettingen - (?) Als alternatief leverbare banden. Ongeschikt voor sneeuwkettingen
Banden
205/55 R16”
voor achter
2,3 2,3
2,6 2,6
bij geringe belading bar
volbeladen bar
Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de voorgeschreve\
n waarde
Bij winterbanden moet de in de tabel aangegeven waarde van de bandenspan\
ning met 0,2 bar verhoogd worden
2.0 T.SPARK -
2.0 T.SPARK Selespeed -
JTDMDISTINCTIVE
6,5J x 16” (lichtmetaal)
205/55 R16” 91V
(?)205/55 R16” 91W (?)
4J x 15”
125/80 R15” 95M
6,5J x 15” (lichtmetaal) 7J x 17” (lichtmetaal)
195/60 R15” 88V
215/45 R17” 87W
(•)
205/55 R16” 91T (M+S)
215/45 R17” 87H (M+S)
StandaarduitrustingV elgen
Banden
Noodreserve- velgwiel:
band
Optional
V elgen
Banden
Winterbanden
258-273 Alfa 147 Q2 NL 06-11-2006 14:21 Pagina 263