2010 YAMAHA FZ1-N Instructieboekje (in Dutch)

Page 57 of 100

YAMAHA FZ1-N 2010  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-11
6
OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.6. Smeer een dun laagje schone motoro-
lie op de o-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.OPMERKI

Page 58 of 100

YAMAHA FZ1-N 2010  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
10. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan

Page 59 of 100

YAMAHA FZ1-N 2010  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
bruik geen hard water of zout water,
dit is schadelijk voor de motor. Als
er in plaats van koelvloeistof water
is gebruikt, vervang dit dan zo snel
mogelijk

Page 60 of 100

YAMAHA FZ1-N 2010  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-14
6
4. Licht de brandstoftank aan de voorzij-
de op en kantel de tank dan voorzich-
tig naar achteren bij het luchtfilterhuis
vandaan, maar zonder de brand-
stof

Page 61 of 100

YAMAHA FZ1-N 2010  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-15
6
rens de brandstoftank in de oor-
spronkelijke positie terug te
plaatsen of de brandstofslangen
niet beschadigd zijn. Als een brand-
stofslang beschadigd is,

Page 62 of 100

YAMAHA FZ1-N 2010  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-16
6
DAU34301
Afstellen van het stationair toe-
rental Het stationair toerental moet als volgt wor-
den gecontroleerd en eventueel afgesteld
volgens de intervalpe

Page 63 of 100

YAMAHA FZ1-N 2010  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
DAU21401
Klepspeling De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toenee

Page 64 of 100

YAMAHA FZ1-N 2010  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
Inspectie van banden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op het
midden van de band de vermelde limiet
heeft berei