30
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in
het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie onderneme n.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingsl ampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een
melding op het multifunctionele display wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk.
Controlelampje brandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
STOP
permanent, in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje, een geluidssignaal en een melding op het display. Dit waarschuwingslampje brandt
bij een lekke band, een storing met
betrekking tot het remsysteem,
de stuurbekrachtiging, de
motoroliedruk of bij een te hoge
koelvloeistoftemperatuur. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op
met het PEUGEOT-netwerk.
Service tijdelijk.
Er is een kleine storing
opgetreden waarbij geen
s p e c i fi e k c o n t r o l e l a m p j e g a a t
branden. I d e n t i fi c e e r d e s t o r i n g m e t b e h u l p v a n d e
melding op het display, bijvoorbeeld:
- het sluiten van de portieren,
achterklep of motorkap,
- het motorolieniveau,
- het niveau van de ruitensproeiervloeistof,
- de batterij van de afstandsbediening,
- de bandenspanning,
- v e r v u i l i n g v a n h e t r o e t fi l t e r ( d i e s e l ) .
Raadpleeg in andere gevallen het
PEUGEOT-netwerk.
permanent. Er is een ernstige storing
opgetreden waarbij geen
s p e c i fi e k c o n t r o l e l a m p j e g a a t
branden. I d e n t i fi c e e r d e s t o r i n g m e t b e h u l p v a n d e
melding op het display en raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk.
Elektrische
parkeerrem knippert. De elektrische parkeerrem
wordt niet automatisch
aangetrokken. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Parkeer de auto op een horizonale
ondergrond, zet het contact af en
raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
34
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als bij draaiende motor de wijzer zich
bevindt in:
- zone A , is de temperatuur in orde,
- zone B , is de temperatuur te hoog.
Het verklikkerlampje te hoge koel-
vloeistoftemperatuur 1 gaat branden
in combinatie met het verklikker-
lampje STOP , een geluidssignaal
en een melding op het multifunctio-
nele display. De temperatuur en de druk in het koel-
circuit beginnen na enkele minuten rij-
den te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
wacht tot de motor is afgekoeld,
draai de dop twee omwentelingen
los om de druk te laten dalen,
verwijder vervolgens de dop,
vul bij tot aan het merkteken "MAXI".
Stop zo snel mogelijk op een veilige
plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de mo-
tor afzet.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Controlelampje brandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
+
R o e t fi l t e r
(Diesel) permanent, tijdelijk
brandt ook het
controlelampje Service. G e e f t a a n d a t h e t r o e t fi l t e r
verstopt begint te raken. Ga als de omstandigheden het toelaten
h e t r o e t fi l t e r r e g e n e r e r e n d o o r m e t e e n
snelheid van meer dan 60 km/h te rijden
tot het lampje Service dooft.
permanent, in
combinatie met
het controlelampje Service. Geeft aan dat het
minimumniveau van het
brandstofadditief is bereikt.
Laat het additiefreservoir zo snel
mogelijk door het PEUGEOT-netwerk
bijvullen.
34
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als bij draaiende motor de wijzer zich
bevindt in:
- zone A , is de temperatuur in orde,
- zone B , is de temperatuur te hoog.
Het verklikkerlampje te hoge koel-
vloeistoftemperatuur 1 gaat branden
in combinatie met het verklikker-
lampje STOP , een geluidssignaal
en een melding op het multifunctio-
nele display. De temperatuur en de druk in het koel-
circuit beginnen na enkele minuten rij-
den te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
wacht tot de motor is afgekoeld,
draai de dop twee omwentelingen
los om de druk te laten dalen,
verwijder vervolgens de dop,
vul bij tot aan het merkteken "MAXI".
Stop zo snel mogelijk op een veilige
plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de mo-
tor afzet.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Controlelampje brandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
+
R o e t fi l t e r
(Diesel) permanent, tijdelijk
brandt ook het
controlelampje Service. G e e f t a a n d a t h e t r o e t fi l t e r
verstopt begint te raken. Ga als de omstandigheden het toelaten
h e t r o e t fi l t e r r e g e n e r e r e n d o o r m e t e e n
snelheid van meer dan 60 km/h te rijden
tot het lampje Service dooft.
permanent, in
combinatie met
het controlelampje Service. Geeft aan dat het
minimumniveau van het
brandstofadditief is bereikt.
Laat het additiefreservoir zo snel
mogelijk door het PEUGEOT-netwerk
bijvullen.
37
Een controle van het olieni-
veau is alleen betrouwbaar
als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de
motor minstens 15 minuten niet heeft
gedraaid.
Motorolieniveaumeter
De motorolieniveaumeter geeft aan of
het motoroliepeil in orde is. Bij het aanzetten van het contact wordt
eerst de onderhoudsindicator weerge-
geven en vervolgens gedurende enkele
seconden het motorolieniveau.
Olieniveau correct
Te weinig olie Storing motorolieniveaumeter
Oliepeilstok
Als de aanduiding "OIL" knippert in
combinatie met het verklikkerlampje
service, een geluidssignaal en een mel-
ding op het multifunctionele display, is
het motorolieniveau te laag.
Controleer het olieniveau met de peil-
stok. Als blijkt dat het olieniveau te laag
is, moet olie worden bijgevuld om te
voorkomen dat ernstige motorschade
ontstaat. Als de aanduiding
"OIL --" knippert,
duidt dit op een storing in de mo-
torolieniveaumeter. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk.
Raadpleeg het hoofdstuk "Controles"
voor de plaats van de peilstok en het
bijvullen van motorolie voor het motor-
type van uw auto.
2 merktekens op de peilstok:
- A = maxi; het oliepeil mag
nooit boven het niveau A
uitkomen (kans op scha-
de aan de motor),
- B = mini; als het oliepeil
niet boven het niveau B
uitkomt, moet het voor
de motor van uw auto
voorgeschreven type
motorolie worden bijge-
vuld via de vuldop.
ONDERHOUD
163
Vermijd langdurig huidcontact
met afgewerkte olie en andere
vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezond-
heid.
Gooi afgewerkte olie en ande-
re vloeistoffen niet in het riool,
in het water of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de daar-
voor bestemde containers bij het
PEUGEOT-netwerk.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt aange-
geven door het verklikkerlampje service
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het multifunctionele
display.
Afgewerkte producten
CONTROLES
Accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of
de accupolen en -klemmen
schoon zijn, vooral bij warm
weer en in de winter.
Raadpleeg voordat u de accukabels
losneemt het hoofdstuk "Praktische in-
formatie" voor meer informatie over de
te nemen voorzorgsmaatregelen.
Luchtfilter
L a a t d e fi l t e r s p e r i o d i e k v e r -
vangen volgens de in het on-
derhoudsboekje aangegeven
intervallen.
Als de omgeving (veel stof...)
en het gebruik (veel stadsverkeer...)
daartoe aanleiding geven, moeten de
fi l t e r s t w e e k e e r z o v a a k w o r d e n v e r -
vangen (zie paragraaf "Motoren"). Roetfilter (diesel)
H e t o n d e r h o u d v a n h e t r o e t fi l t e r m o e t
worden uitgevoerd door het PEUGEOT-
netwerk.
Oliefilter Laat bij het olie verversen te-
v e n s h e t o l i e fi l t e r v e r v a n g e n .
Raadpleeg het onderhouds-
boekje voor het vervangings-
interval. Als langdurig met zeer lage
snelheid wordt gereden of
de motor langdurig stationair
draait, kan bij gasgeven soms rook
uit de uitlaat waargenomen worden.
Dit heeft geen invloed op de presta-
ties en heeft geen gevolgen voor het
milieu.
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk.
Stoffilter/geurfilter (actieve kool)
U w a u t o i s v o o r z i e n v a n e e n fi l t e r d a t
voorkomt dat stof en stank via de ven-
tilatie en de airconditioning het interieur
binnenkomen.
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor
het vervangingsinterval.
H e t i s r a a d z a a m h e t fi l t e r t e v e r v a n g e n
wanneer u stank in het interieur waar-
neemt. Raadpleeg het PEUGEOT-net-
werk.
E e n v e r v u i l d i n t e r i e u r fi l t e r k a n d e p r e s t a -
ties van de airconditioning verminderen
en ongewenste geuren veroorzaken.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de
bladzijden in het onderhoudsboekje die
betrekking hebben op de motoruitvoering
van uw auto voor het laten controleren van
bepaalde onderdelen volgens het onder-
houdsschema van de constructeur.
Laat de controles eventueel uitvoeren
door het PEUGEOT-netwerk.
ONDERHOUD
163
Vermijd langdurig huidcontact
met afgewerkte olie en andere
vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezond-
heid.
Gooi afgewerkte olie en ande-
re vloeistoffen niet in het riool,
in het water of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de daar-
voor bestemde containers bij het
PEUGEOT-netwerk.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt aange-
geven door het verklikkerlampje service
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het multifunctionele
display.
Afgewerkte producten
CONTROLES
Accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of
de accupolen en -klemmen
schoon zijn, vooral bij warm
weer en in de winter.
Raadpleeg voordat u de accukabels
losneemt het hoofdstuk "Praktische in-
formatie" voor meer informatie over de
te nemen voorzorgsmaatregelen.
Luchtfilter
L a a t d e fi l t e r s p e r i o d i e k v e r -
vangen volgens de in het on-
derhoudsboekje aangegeven
intervallen.
Als de omgeving (veel stof...)
en het gebruik (veel stadsverkeer...)
daartoe aanleiding geven, moeten de
fi l t e r s t w e e k e e r z o v a a k w o r d e n v e r -
vangen (zie paragraaf "Motoren"). Roetfilter (diesel)
H e t o n d e r h o u d v a n h e t r o e t fi l t e r m o e t
worden uitgevoerd door het PEUGEOT-
netwerk.
Oliefilter Laat bij het olie verversen te-
v e n s h e t o l i e fi l t e r v e r v a n g e n .
Raadpleeg het onderhouds-
boekje voor het vervangings-
interval. Als langdurig met zeer lage
snelheid wordt gereden of
de motor langdurig stationair
draait, kan bij gasgeven soms rook
uit de uitlaat waargenomen worden.
Dit heeft geen invloed op de presta-
ties en heeft geen gevolgen voor het
milieu.
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk.
Stoffilter/geurfilter (actieve kool)
U w a u t o i s v o o r z i e n v a n e e n fi l t e r d a t
voorkomt dat stof en stank via de ven-
tilatie en de airconditioning het interieur
binnenkomen.
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor
het vervangingsinterval.
H e t i s r a a d z a a m h e t fi l t e r t e v e r v a n g e n
wanneer u stank in het interieur waar-
neemt. Raadpleeg het PEUGEOT-net-
werk.
E e n v e r v u i l d i n t e r i e u r fi l t e r k a n d e p r e s t a -
ties van de airconditioning verminderen
en ongewenste geuren veroorzaken.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de
bladzijden in het onderhoudsboekje die
betrekking hebben op de motoruitvoering
van uw auto voor het laten controleren van
bepaalde onderdelen volgens het onder-
houdsschema van de constructeur.
Laat de controles eventueel uitvoeren
door het PEUGEOT-netwerk.