59
Rijden met uw auto
ACC (Accessoires)
Met automatische transmissie
Druk de toets ENGINE START/STOP als
deze in stand OFF staat in zonder het
rempedaal in te trappen.
Het stuurwiel wordt ontgrendeld en de
elektrische accessoires kunnen bediend
worden.
Als de toets ENGINE START/STOP
langer dan 1 uur in stand ACC staat,
wordt de toets automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de
accu leegraakt.
ON
Met automatische transmissie
Druk de toets ENGINE START/STOP als
deze in stand ACC staat in zonder het
rempedaal in te trappen.
Voordat de motor wordt gestart, gaan de
waarschuwingslampjes ter controle
branden. Laat de toets ENGINE
START/STOP niet lang in stand ON
staan. De batterij kan leegraken, omdat
de motor uitgeschakeld is.
OPMERKING
U kunt de motor (START/RUN) of hetcontact (ON) alleen uitschakelen
wanneer de auto stilstaat. In eennoodsituatie kunt u, terwijl de autorijdt, de motor uitschakelen en het contact in stand ACC draaien door de
toets ENGINE START/STOP langerdan 2 seconden ingedrukt te houdenof 3 keer na elkaar in te drukken
binnen 3 seconden. Als de auto nog rijdt, kunt u de motor opnieuw startenzonder dat u het rempedaal ingetrapthoudt door de toets ENGINE
START/STOP in te drukken met deselectiehendel in stand N (vrijstand).
Oranje
controlelampjeBlauw
controlelampje
Rijden met uw auto
10
5
START/RUN
Met automatische transmissie
Om de motor te starten trapt u het
rempedaal in drukt u de toets ENGINE
START/STOP in met de selectiehendel in
stand P (parkeren) of N (vrijstand). Start
de motor, voor uw eigen veiligheid, met
de selectiehendel in stand P (parkeren).
✽✽
AANWIJZING
Als u bij een auto met automatische
transmissie de startknop indrukt zonder
het rempedaal in te trappen, zal de motor
niet starten en wijzigt de stand van het
contact als volgt:
OFF ➔
➔
ACC ➔➔
ON ➔➔
OFF or ACC ✽
✽
AANWIJZING
Als u de toets ENGINE START/STOP
lang in stand ACC of ON laat staan, zal
de accu ontladen raken.
WAARSCHUWING
Druk de toets ENGINE START/STOP nooit in terwijl de
auto rijdt. Hierdoor kunt u de
controle over de auto verliezen
en neemt de remkracht af, wat tot
een ongeval kan leiden.
Het stuurslot dient niet ter vervanging van de parkeerrem.
Controleer altijd of stand P is
ingeschakeld, trek de parkeerrem
volledig aan en zet de motor uit
voordat u de auto verlaat. Als
deze voorzorgsmaatregelen niet
worden opgevolgd, kan de auto
onverwacht en plotseling in
beweging komen.
(Continued)
(Continued)
Steek nooit tijdens het rijden uwhand door het stuurwiel om de
toets ENGINE START/STOP of
andere bedieningsorganen te
bedienen. Hierdoor kunt u de
controle over de auto verliezen,
wat kan leiden tot een ongeval enernstig letsel.
Plaats geen losse voorwerpen rondom de bestuurdersstoel.
Deze kunnen tijdens het rijden
gaan bewegen en de bestuurder
hinderen, wat kan leiden tot een
ongeval.
Niet verlicht
511
Rijden met uw auto
Starten van de motor
✽✽AANWIJZING
- Kickdown-mechanisme (indien van toepassing)
Het kickdown-mechanisme in het
gaspedaal voorkomt dat er onbedoeld
met volgas wordt gereden door het
gaspedaal extra weerstand te geven. Als
het gaspedaal echter voor meer dan
80% wordt ingetrapt, wordt er mogelijk
al met volgas gereden en zal het
gemakkelijker zijn om het pedaal
verder in te trappen. Dit duidt niet op
een storing.
Starten van de benzinemotor (indien van toepassing)
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij u hebt of laat deze in de auto.
2. Controleer of de parkeerrem goed is geactiveerd.
3. Zet de selectiehendel in stand P. Trap het rempedaal volledig in.
De motor kan ook worden gestart met
de selectiehendel in stand N.
4. Druk de toets ENGINE START/STOP in.
5. Laat bij extreme kou (lager dan -18ºC) of wanneer de auto een aantal dagen
niet is gebruikt, de motor warmdraaien
zonder het gaspedaal in te trappen.
Of de motor nu warm is of koud, hij dient
gestart te worden zonder het gaspedaal
in te trappen.
Starten van de dieselmotor (indien van toepassing)
Om de dieselmotor te starten bij koude
motor moet deze voorgegloeid worden
voordat de motor wordt gestart, en
vervolgens opgewarmd worden voordat
u gaat rijden.
1. Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
2. Zet de selectiehendel in stand P. Trap het rempedaal volledig in.
De motor kan ook worden gestart met
de selectiehendel in stand N.
WAARSCHUWING
Draag altijd geschikte schoenen
tijdens het rijden. Ongeschikte
schoenen (hoge hakken,
skischoenen, enz.) kunnen het
bedienen van het rempedaal, hetgaspedaal.
Rijden met uw auto
12
5
3. Druk de toets ENGINE START/STOP
in terwijl u het rempedaal ingetrapt houdt.
4. Houd het rempedaal ingetrapt totdat het controlelampje voorgloeien dooft.
(ongeveer 5 seconden)
5. De motor start wanneer het controlelampje voorgloeien dooft.
✽✽
AANWIJZING
Als u de toets ENGINE START/STOP
nogmaals indrukt terwijl de motor
voorgegloeid wordt, kan de motor
aanslaan.
Starten en afzetten van een motor met
turbo/intercooler
1 Voer het toerental van de motor niet te hoog op en accelereer niet direct na
het starten van de motor.
Laat een koude motor enkele
seconden stationair draaien voordat u
wegrijdt om ervoor te zorgen dat de
turbocompressor voldoende smering
krijgt.
2. Na het rijden met hoge snelheid of een lange rit met een zware motorbelasting
dient de motor voor het afzetten
ongeveer 1 min stationair te draaien. Door de motor stationair te laten
draaien zal de turbo afkoelen voordat
de motor wordt afgezet. Zelfs als de Smart Key zich in de auto
bevindt, maar op enige afstand van u,zal de motor mogelijk niet aanslaan.
Wanneer de toets ENGINE START/ STOP in stand ACC of daarboven
staat, controleert het systeem of de
Smart Key aanwezig is wanneer een
van de portieren geopend wordt. Als
de Smart Key zich niet in de auto
bevindt, zal het controlelampje
" " gaan knipperen of de
waarschuwing 'Smart Key bevindt zich
niet in auto' op het LCD-scherm
branden. En wanneer alle portieren
gesloten worden, zal de zoemer 5
seconden klinken. Het controlelampje
of de waarschuwing dooft wanneer de
auto rijdt. Zorg dat u altijd de Smart
Key bij u hebt.
W-60
Glow indicator light
WAARSCHUWING
De motor zal alleen aanslaan
wanneer de Smart Key zich in de
auto bevindt. Laat kinderen of anderen die niet
vertrouwd zijn met de auto nooit de
toets ENGINE START/STOP of
aanverwante onderdelen aanraken.
OPMERKING
Zet de motor nooit direct af nadat hij zwaar belast is geweest. Dit kanzware schade veroorzaken aan demotor of de turbocompressor.
513
Rijden met uw auto
✽✽
AANWIJZING
Als de batterij bijna leeg is of de Smart Key niet goed werkt, kunt u de
motor starten door de Smart Key in
de Smart Key-houder te plaatsen.
Druk op de Smart Key om de Smart
Key uit de Smart Key-houder te
nemen. (Vervolg)(Vervolg)
Wanneer de remlichtzekering is
doorgebrand, kunt u de motor niet
normaal starten. Vervang de zekering
door een nieuwe. Als het niet mogelijk
is, kunt u de motor starten door de
toets ENGINE START/STOP in stand
ACC 10 seconden ingedrukt te
houden. De motor kan aanslaan
zonder dat het rempedaal ingetrapt
wordt. Trap voor uw eigen veiligheid
echter altijd het rempedaal in voordat
u de motor start.
OPMERKING
Druk de toets ENGINE START/STOP
nooit langer dan 10 seconden in,behalve wanneer de remlichtzekering
is doorgebrand.
OPMERKING
Probeer de selectiehendel niet instand P te zetten wanneer de motor
tijdens het rijden afslaat. Als deverkeersomstandigheden hettoelaten kunt u de selectiehendel in stand N (vrijstand) zetten terwijl de
auto nog rijdt en vervolgens de toetsENGINE START/STOP indrukken omte proberen de motor opnieuw te
starten.
OCM050006
Rijden met uw auto
34
5
Laat de auto controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer als de
parkeerrem niet of niet helemaal in de
vrijstand terugkeert.
Controleer of het waarschuwingslampje
van het remsysteem werkt door het
contact in stand ON te zetten (start de
motor niet). Dit lampje gaat branden
wanneer het contact in stand START of
ON wordt gezet en de parkeerrem is
geactiveerd.
Zorg ervoor dat de parkeerrem voor het
wegrijden vrij is en controleer of het
waarschuwingslampje van het
remsysteem niet brandt.
Als het waarschuwingslampje van het
remsysteem blijft branden nadat de
parkeerrem vrij is en de motor draait, kan
er een storing in het remsysteem zijn. Laatdit direct controleren. Breng de auto indien mogelijk direct tot
stilstand. Als dat niet mogelijk is, rijdt dan
erg voorzichtig door naar een plaats waar
u wel kunt stoppen.E070300AFD
Antiblokkeersysteem (ABS)
WAARSCHUWING
Gebruik stand P niet in plaats van de parkeerrem om de auto op zijn
plaats te houden. Activeer de
parkeerrem EN zet de
versnellingspook in de 1e
versnelling of de
achteruitversnelling
(handgeschakelde transmissie)
of zet de selectiehendel in stand
P (automatische transmissie).
Laat kinderen en personen die niet bekend zijn met de auto niet
aan de parkeerrem komen. Als de
parkeerrem per ongeluk wordt
gedeactiveerd, kan er ernstigletsel ontstaan.
Bij het parkeren van de auto moet altijd de parkeerrem worden
geactiveerd om te voorkomen dat
de auto zich onbedoeld in
beweging zet, waardoor de
inzittenden of voetgangers letselop zouden kunnen lopen.
W-75
WAARSCHUWING
ABS (of ESP) kan geen ongelukken
voorkomen die het gevolg zijn van
gevaarlijk rijgedrag. Hoewel de autobij een noodstop beter onder
controle gehouden kan worden, is
het toch noodzakelijk voldoende
afstand tot uw voorligger te
bewaren. U moet uw rijsnelheidaltijd aanpassen aan deomstandigheden en zo nodig uw
snelheid verlagen.
De remweg van auto’s met ABS (of
ESP) kan in de volgende situaties
langer zijn dan van auto’s zonder
een dergelijk systeem.
Rijd in dergelijke situaties met een
gereduceerde snelheid:
Op slechte wegen, wegen met steenslag of wegen die met sneeuw bedekt zijn.
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn.
(Vervolg)
Onderhoud
62
7
Omschrijving Stroomsterkte
zekering Beveiligd onderdeel
PDM #2 15A PDM, module Smart Key, Start/Stoptoets, Sleutelhangerhouder, sleutelsolenoid
HAZARD 15A Relais alarmknipperlichten, schakelaar alarmknipperlichten, BCM, instrumentenpaneel (IND.)
Multifunctionele schakelaar (verlichting), achterlichtunit (OUT) links/rechts Elektrisch verstelbare buitenspiegel
links/rechts, koplamp links/rechts
RR WIPER 15A Relais ruitenwisser achter, motor achterruitenwisser
A/CON SW 10A Module klimaatregeling voor (automatisch)
CLUSTER 10A Dynamo, zoemer parkeerhulp achter, instrumentenpaneel (IND.) BCM, module bandenspanningscontrole,
module, Smart Key A/V- en navigatiesysteem, PIO-unit
BCM #1 10A Module Smart Key, PDM, BCM
FUEL LID 15A Schakelaar tankdopklep
B/ALARM HORN 10A Relais claxon alarmsysteem
RR A/CON 15A ICM-relaiskast (aircorelais achter)TPMS 10A Module bandenspanningscontrole, initiator links/rechts voor, Initiator links achter
AUDIO #2 10A Audiosysteem, A/V- en navigatiesysteem, PIO-unit, BCM, PDM Module Smart Key, digitale klok,
schakelaar elektrisch verstelbare buitenspiegel
BLOWER 10A Aanjagerrelais, aanjager, schakelaar airconditioner 10 A STOP LP 15A Remlichtschakelaar PDM #1 20A PDM
BCM #3 10A BCM, RF ontvanger, schakelaar contactslotverlichting en waarschuwingsschakelaar portier Schakelaar elektrisch
verstelbare buitenspiegel, controlelampje beveiliging
CLOCK 15A Module klimaatregeling voor, diagnosestekker, digitale klok
AUDIO #1 15A Audiosysteem, A/V- en navigatiesysteem, PIO-unit ATM 10A Toets Sport Mode, sleutelsolenoid
S/WARMER 15A Module stoelverwarming bestuurders-/passagiersstoel BCM #2 10A Dimmer, BCM, PDM, instrumentenpaneel (MICOM)POWER CONNECTOR Zekering - ROOM LP 15 A, CLOCK 15 A, AUDIO #1 15 A, BCM #3 10 A
763
Onderhoud
OmschrijvingStroomsterkte
zekering Beveiligd onderdeel
ALT 175A Draadzekering - BLR, B+ 2, P/WDW, ABS 1, ABS 2 Zekering - DEICER, RR HTD, A/CON, FR FOG, H/LP LO LH H/LP LO RH
IGN 1 40A Contactslot (ACC, IG 1), Relaiskast PDM (relais IGN 1)
ABS 1 40A Multifunctionele servicestekker, ABS-module ESP-module
CON FAN 2 50A Relais condensorventilator (High)
ABS 2 20A ABS-module, ESP-moduleBLR 40A Zekering - BLR
P/WDW 40A Relais elektrisch bedienbare ruiten, zekering - klembeveiliging
B+2 50A Zekering - B/ALARM HORN, P/SEAT, TPMS, RR A/CON S/WARMER, S/ROOF, RR FOG, PDM #2,
P/AMP H/LP WASHER
IGN 2 40A Contactslot (START, IG 2), startrelais Relaiskast PDM (relais IGN 1)
B+ 1 50A FUSE - DR/LOCK, HAZARD, ATM, PDM #1, FUEL LID STOP,
POWER CONNECTOR (BCM #3, CLOCK ROOM LP, AUDIO #1)
CON FAN 1 40A Relais condensorventilator (LOW) ECU MAIN 40A Motorrelais
1 DEICER 15A Relais ruitenwisserontdooier voor
2 RR HTD 30A Relais achterruitverwarming
3- - -
4 H/LP LO RH 15A Relais dimlicht rechts
5 HORN 15A Claxonrelais
6 H/LP LO LH 15A Relais dimlicht links
7 H/LP HI IND 10A Instrumentenpaneel (grootlicht IND.)
8 ALT DSL 10A -
9 A/CON 10A Aircorelais
10 ATM 15A Motor-ECU 4WD (G4KE/G6DC/D4HB handgeschakeld), relais achteruitrijlicht
Motorruimte