
9
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Hieronder worden alle met de sleutel in te schakelen functies samengevat (met en zonder afstandsbediening):
Type sleutel
Mechanische sleutel
Sleutel met
afstandsbediening
Zichtbare signaleringx
Knipperen
richtingaanwijzers
(alleen met sleutel
met afstandsbediening)
Bewakingslampje
Ontgrendelen
sloten
Sleutel linksom
draaien
(bestuurderszijde)
Sleutel linksom
draaien
(bestuurderszijde)
Knop
Q/Ëkort indrukken
2 x knipperen
DovenSloten van
buitenaf
vergrendelen
Sleutel rechtsom
draaien
(bestuurderszijde)
Sleutel rechtsom
draaien
(bestuurderszijde)
KnopÁkort indrukken
1 x knipperen
3 seconden
continu branden
en vervolgens
knipperen
bewakingslampjeDead lock
inschakelen
(*)
–
–
KnopÁtwee keer
indrukken
3 x knipperen
2 x knipperen
en vervolgens
knipperen
bewakingslampjeSlot
laadruimte
ontgrendelen
–
–
KnopPkort indrukken
2 x knipperen
Knipperen
bewakingslampje
(*) Voor bepaalde uitvoeringen/markten.
BELANGRIJK Het openen van de ruiten is gekoppeld aan het commando voor ontgrendeling van de portieren; het sluiten van
de ruiten is gekoppeld aan het commando voor vergrendeling van de portieren.
Ruiten sluiten
(*)
–
–
Langer indrukken (meer dan
2 seconden)
van knop
Á
1 x knipperen
Knipperen van
bewakingslampje Ruiten openen
(*)
–
–
Langer indrukken(meer dan
2 seconden)
van knop
Q
2 x knipperen
Doven
001-036 DUCATO LUM NL 7ed.qxd 29-07-2010 16:17 Pagina 9

F0N0800mfig. 115
PORTIEREN
CENTRALE PORTIERVER-/ONTGRENDELING
Portiervergrendeling van buitenaf
Druk bij gesloten portieren/deuren op de knop
Áop de
afstandsbediening fig. 115-116 of steek de metalen baard A in
het slot van het bestuurdersportier en draai de sleutel
rechtsom. Alleen als alle portieren/deuren gesloten zijn,
kunnen ze centraal worden vergrendeld.
Druk op de knop B voor het uitklappen van de metalen
baard.
Als een of meerdere portieren/deuren niet vergrendeld zijn
na het indrukken van de knop
Áop de afstandsbediening,
gaan de richtingaanwijzers en het lampje op de knop A-fig.
118 ongeveer 3 seconden snel knipperen. Als de
portiervergrendeling is ingeschakeld, zijn de knoppen A en B
fig. 118 uitgeschakeld. Als u de knop
Áop de
afstandsbediening twee keer kort indrukt, schakelt het dead
lock-systeem in (zie de paragraaf “Dead lock-systeem”).
SPEED BLOCK
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De auto is uitgerust met een snelheidsbegrenzer die op
verzoek van de gebruiker kan worden ingesteld op een van
de volgende 4 waarden: 90,100,110,130 km/h. Wendt u tot
het Fiat Servicenetwerk om deze functie te laten
in-/uitschakelen. Na de instelling zal er op de voorruit een
sticker worden aangebracht waarop de ingestelde maximum
snelheid staat aangegeven.
ATTENTIE De snelheidsmeter kan vanwege wettelijke
voorschriften een hogere snelheid aangeven dan de werkelijke
maximum snelheid, die door de dealer is ingesteld.
102
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 102

Het lampje gaat in de volgende gevallen branden:
❒iedere keer nadat met de knop D of met de knop Áop
het dashboard het commando voor vergrendeling is
gegeven;
❒als het instrumentenpaneel wordt ingeschakeld;
❒als een van de voorportieren wordt geopend;
❒als de portieren/deuren bij 20 km/h worden vergrendeld
(indien ingeschakeld in het menu).
Het lampje dooft als een van de deuren van de laadruimte
wordt geopend of als het commando voor
portierontgrendeling wordt gegeven (laadruimte of centraal),
of als via de afstandsbediening of het portierslot het
commando voor ontgrendeling wordt gegeven.
DEAD LOCK-SYSTEEM
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit veiligheidssysteem verhindert de werking van:
❒de binnenhandgrepen
❒de ont-/vergrendelknoppen A-B fig. 118
hierdoor kunnen de portieren niet van binnenuit worden
geopend bij een inbraakpoging (bijvoorbeeld bij het inslaan
van een ruit).
Het dead lock-systeem biedt dus de beste bescherming tegen
inbraakpogingen. Daarom raden wij u aan om iedere keer als
u de auto verlaat, het systeem in te schakelen.
105
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERAls het dead lock-systeem is ingeschakeld,
kunnen de portieren/deuren op geen enkele
wijze van binnenuit worden geopend. Controleer
daarom, voordat u de auto verlaat, of er geen
personen meer aan boord zijn. Als de batterij van de
sleutel met afstandsbediening leeg is, kan het
systeem alleen worden uitgeschakeld door de
metalen baard van de sleutel in beide portiersloten
te steken en te draaien, zoals hiervoor is beschreven:
in dat geval blijft het systeem alleen op de deuren
van de laadruimte ingeschakeld.
ATTENTIE!
Systeem inschakelen
Het systeem schakelt op alle portieren/deuren automatisch in
als de knop
Áop de sleutel met afstandsbediening
fig. 115 twee keer snel wordt ingedrukt.
Als het systeem is ingeschakeld, knipperen de
richtingaanwijzers 3 keer en knippert het lampje op de knop
A-fig. 118 op het schakelaarpaneel op het dashboard.
Het systeem schakelt niet in als een of meerdere portieren
niet goed gesloten zijn: zo wordt voorkomen dat een
persoon via het geopende portier/de deur het interieur van
de auto kan betreden en, als het portier/de deur vervolgens
wordt gesloten, de auto niet meer kan verlaten.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:40 PM Page 105

278
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
– elektrisch verstellen .......... 48
– ontwasemen/ontdooien ... 50
Buitenverlichting ...................... 74
– bediening .............................. 74
– gloeilamp achter
vervangen ............................. 192
– gloeilamp van
flankrichtingaanwijzer
vervangen ............................. 196
– gloeilamp
voor vervangen ................... 189
Carrosserie (uitvoering) ........ 232
Carrosserie
– code uitvoering .................. 233
– onderhoud ........................... 227
Carrosserie-uitvoeringen ....... 233
Centrale portierver-
/ontgrendeling ........................ 102
Chassisnummer ........................233
CO
2-emissie ............................. 271
Code-card ................................. 5
Cruise-control
(snelheidsregelaar) ................ 80
Dashboard ................................ 3
Dashboardkastjes ................. 90-91
Dead-lock (systeem) ............... 105
Derde remlicht ......................... 195
Diefstalalarm ............................. 10
Dimlicht (verlichting)
– bediening .............................. 74
– gloeilampen vervangen ...... 190
Dimlicht
– bediening .............................. 74
– gloeilamp vervangen .......... 190
Display, digitaal ......................... 18
Display, multifunctioneel ........ 24
Dop van brandstoftank ........... 128
Dubbele achterdeur ................ 107
EBD (systeem) .........................114
Elektrische ruitbediening ........ 109
Elektrische/elektronische
systemen (installatie) ............ 125
Elektrische/elektronische
systemen monteren .............. 125
EOBD-systeem ......................... 120
ESP-systeem .............................. 116Extra accessoires ..................... 124
Extra airconditioning achter ... 72
Extra autonome
verwarming............................. 67
Extra verwarming .................... 66
Fix & Go automatic (snelle
bandenreparatieset)............... 180
Follow me home (systeem) ... 76
Frontairbags ............................... 141
Geprogrammeerd
onderhoudsschema ....... 208-210
Gewichten ................................. 245
– bestel .................................... 245
– chassis ...................................259
– chassis/cabine ...................... 254
– combi .................................... 263
– dubbele cabine .................... 261
– Panorama ............................. 266
– pick-up .................................. 248
– platformchassis/cabine ...... 251
Gloeilampen (vervangen) ....... 185
– algemene aanwijzingen ...... 185
277-284 DUCATO LUM NL 9ed 15-04-2011 8:44 Pagina 278

282
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Sensor automatische
koplampen
(schemersensor) .................... 76
Skidrager..................................... 112
Slepen van de auto .................. 205
Sleutels ....................................... 5
– batterij vervangen .............. 8
– Code-card ........................... 5
– mechanische sleutel ........... 8
– sleutel met
afstandsbediening ................ 6
Smeermiddelen
(hoeveelheden
en producten) ................267-268
Sneeuwkettingen ...................... 159
Snelheid (maximum) ............... 244
Snelheidsmeter ......................... 15
Speed block ............................... 102
Start-/contactslot ..................... 12
– stuurslot ...............................13
Startblokkering
Fiat CODE .............................. 4
Starten en rijden................. 147
Stekkerdoos .............................. 95Stuurinrichting
– draaicirkel .............................236
– technische specificaties ..... 236
Stuurslot ....................................13
Stuurwiel (verstellen) .............. 47
Symbolen ................................... 4
Tachograaf ................................. 101
Tafel op bank ............................ 97
Tanken met de auto ................ 126
Tankluikje .................................. 127
Technische gegevens........ 231
Telepass
(inbouwvoorbereiding) ........ 126
Toerenteller .............................. 15
Transmissie (technische
specificaties) ............................ 235
Trekhaak (monteren) ............. 155
– montageschema ..........157-158
Trekken van aanhangers ........ 154
– belangrijke tips .................... 155
– trekhaak monteren ............ 155
Trekkrachtbegrenzers ............ 131
Tripcomputer ........................... 35
Veiligheid................................ 129
– “Isofix”-kinderzitje ............. 138
– kinderen veilig
vervoeren ............................... 134
– veiligheidsgordels ............... 129
Veiligheidsgordels .................... 129
– algemene
opmerkingen ........................... 132
– gordelspanners ................... 131
– onderhoud ........................... 133
– trekkrachtbegrenzers ........ 131
Velgen
– verklaring
van velgencodering ............ 239
Ventilatie .................................... 51
Verbruik
– brandstof .............................. 270
– motorolie ............................. 216
Verlichtingsunits
– achter (gloeilampen
vervangen) ...........................192
– voor (gloeilampen
vervangen) ...........................188
277-284 DUCATO LUM NL 9ed 15-04-2011 8:44 Pagina 282