Page 108 of 274

107
F0V0041mfig. 105
ENERGY SAVING”-FUNCTIE
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als na een automatische start van de motor de bestuur-
der 3 minuten geen enkele actie onderneemt, dan zet het
Start&Stop-systeem de motor definitief uit om brandstof
te besparen. In dat geval kan de motor alleen gestart wor-
den met de contactsleutel.
Opmerking: Het is in alle gevallen mogelijk de motor draai-
end te houden door het Start&Stop-systeem uit te scha-
kelen.
STORINGEN
Bij een storing schakelt het Start&Stop-systeem uit. De
storing wordt aan de bestuurder getoond door het bran-
den van het lampje A-fig. 105 en, indien aanwezig, het ver-
schijnen van een melding en een symbool B-fig. 105 op het
instrumentenpaneel.
Wendt u in dit geval tot het Fiat Servicenetwerk.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0V0042mfig. 106
ALS DE AUTO LANGERE TIJD
NIET WORDT GEBRUIKT
Uitvoeringen met secundaire pool fig. 106
Als de auto langere tijd niet wordt gebruikt, dan moet er
in het bijzonder op worden gelet dat de elektrische voe-
ding van de accu wordt losgemaakt. Hiervoor moet de
minklem met de snelspanner A worden losgekoppeld van
de secundaire minpool B, omdat minpool C van de accu is
voorzien van een sensor D voor de controle van de ac-
cuconditie, die nooit mag worden losgekoppeld (behalve
als de accu wordt vervangen).
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:22 Pagina 107
Page 109 of 274

108
F0V0043mfig. 107
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN
fig. 107
Als een noodstart wordt uitgevoerd met een hulpaccu mag
de minkabel (–) vanaf de hulpaccu nooit met de minpool
C van de accu van de auto worden verbonden, maar moet
de minkabel of met secundaire minpool B of met een mas-
sapunt op de motor of versnellingsbak worden verbonden.
BELANGRIJKE TIPS
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Wendt u voor het vervangen van de accu
altijd tot het Fiat Servicenetwerk. Als de
accu vervangen wordt, moet een originele accu
met dezelfde specificaties worden geïnstalleerd.
ATTENTIE!Controleer voordat u de motorkap opent
of de motor is uitgeschakeld en de con-
tactsleutel in stand STOP staat. Houdt u aan het-
geen beschreven staat op de sticker op de front-
traverse. Het is raadzaam de contactsleutel uit te
nemen als er in de auto nog inzittenden zijn.
ATTENTIE!
F0V0218mfig. 106a
Uitvoeringen zonder secundaire pool fig. 106a
Als de auto langere tijd niet wordt gebruikt, dan moet er bij-
zonder op worden gelet dat de elektrische voeding van de
accu wordt losgemaakt. Hiervoor moet de aansluiting (door
bediening van knop B) worden losgekoppeld van de accu-
conditiesensor C, die op de minpool D van de accu is ge-
monteerd. Deze sensor mag nooit worden losgekoppeld van
de accu, behalve als de accu wordt vervangen.
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:22 Pagina 108
Page 184 of 274

183
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STA R TEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BEVEILIGD SYSTEEM ZEKERING AMPÈRE FIGUUR
Regeleenheid Body Computer BCM F01 60 175
Ruitbediening achter aan bestuurderszijde met handgeschakelde
versnellingsbak (uitvoeringen Doblò/Doblò Combi) F02 20 175
Start-/contactslot F03 20 175
Regeleenheid remsysteem BSM (elektropomp) F04 40 175
Extra verwarming PTC 2 (dieseluitvoeringen) F05 50 175
Elektroventilateur motorkoelsysteem (lage snelheid) F06 30 175
Elektroventilateur motorkoelsysteem (hoge snelheid, 187/300/350 W) F07 40 175
Elektroventilateur motorkoelsysteem (hoge snelheid, 500 W) F07 60 175
Aanjager F08 40 175
Relais achterklepontgrendeling (Cargo-uitvoering) F09 10 175
Eentonige claxon F10 10 175
Secundaire verbruikers motormanagementsysteem F11 10 175
Grootlicht F14 15 175
Extra verwarming PTC 1 (dieseluitvoeringen) F15 30 175
Regeleenheid motormanagement ECM, startrelais 1
met Start&Stop-systeem F16 7,5 175
155-190 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 10:07 Pagina 183
Page 189 of 274

188
ACCU OPLADEN
BELANGRIJK De beschrijving voor het opladen van de ac-
cu dient slechts ter informatie. Wendt u bij voorkeur tot
het Fiat Servicenetwerk om deze werkzaamheden uit te
laten voeren.
We raden u aan de accu langzaam en met een lage stroom-
sterkte (ampèrage) gedurende ca. 24 uur op te laden. Als
u de accu langer oplaadt, kan de accu worden beschadigd.
Ga voor het opladen als volgt te werk:
ZONDER START&STOP-SYSTEEM
❒maak de klem los van de minpool op de accu;
❒sluit de kabels van het laadapparaat aan op de accupo-
len; let hierbij op de polariteit;
❒schakel de acculader in;
❒schakel aan het einde van het opladen eerst de accu-
lader uit en koppel dan de accu los;
❒sluit de klem weer aan op de minpool van de accu.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STA R TEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0V0209mfig. 177b
BIJ AANWEZIGHEID VAN HET
START&STOP-SYSTEEM
Uitvoeringen met secundaire pool (fig. 177b)
❒koppel de minklem met de snelspanner A los van de
secundaire minpool B, omdat minpool C van de accu is
voorzien van een sensor D voor de controle van de ac-
cuconditie, die nooit mag worden losgekoppeld (behal-
ve als de accu wordt vervangen);
❒verbind de kabel van de pluspool van de acculader met
de pluspool van de accu en de minkabel met de se-
cundaire minpool B;
❒schakel de acculader in;
❒schakel aan het einde van het opladen eerst de accu-
lader uit en koppel dan de accu los;
❒sluit, na het loskoppelen van het laadapparaat, de min-
klem met de snelspanner A weer aan op de secundai-
re minpool B.
Uitvoeringen zonder secundaire pool (fig. 177c)
❒Koppel de aansluiting A (door bediening van knop B)
los van de accuconditiesensor C, die op de minpool
D van de accu is gemonteerd;
❒verbind de pluskabel van de acculader met de pluspool
E van de accu en de minkabel met de aansluiting op sen-
sor F zoals in figuur 177c is aangegeven;
❒schakel de acculader in;
❒schakel aan het einde van het opladen de acculader uit;
❒sluit, na het loskoppelen van het laadapparaat, de aan-
sluiting A weer aan op sensor C zoals in figuur 177c
is aangegeven.
155-190 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 10:07 Pagina 188