WAARSCHUWING Laat de elektronische
sleutel niet vallen: dit kan beschadigingen ver-
oorzaken.
WAARSCHUWINGDe frequentie van de
afstandsbediening kan gestoord worden door
radiogolven van niet aan de auto gebonden ap-
paratuur (bijv. mobiele telefoons, 27 MC-ap-
paratuur enz.). In dat geval kan de afstands-
bediening onjuist werken.
In de elektronische sleutel Afb. 6 bevindt zich
bovendien een metalen baard A; deze kan wor-
den uitgeklapt door op knop B te drukken.
Met de metalen baard kunnen worden bediend:
❒het centraal ver-/ontgrendelen van de por-
tieren via het bestuurdersportierslot (als de
accu leeg is, wordt alleen het bestuurder-
sportier ontgrendeld);
❒de ruiten openen/sluiten;
❒de schakelaar (voor uitvoeringen/markten,
waar voorzien) voor het uitschakelen van
de airbag voor en voor de knieën (voor uit-
voeringen/markten, waar voorzien) aan
de passagierszijde;
❒het safe lock-systeem (voor uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien);
❒de noodontgrendeling van de elektronische
sleutel van het startsysteem.Batterij van de elektronische sleutel
vervangen
Als op een van de knoppen
Ë,Áof`
wordt gedrukt en het commando wordt gewei-
gerd of niet uitgevoerd, kan het nodig zijn de bat-
terij door een nieuwe gelijkwaardige, in de nor-
male handel verkrijgbare, batterij te vervangen.
Druk, om er zeker van te zijn dat de batterij moet
worden vervangen, op de knoppen
Ë,Áof
`van een andere elektronische sleutel.
Als de bagageruimte wordt vergrendeld, wor-
den de controlefuncties weer uitgevoerd en
knipperen de richtingaanwijzers 1 keer.
12
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
A0G0022mAfb. 6
Laat de elektronische sleu-
tel nooit onbeheerd achter.
Hiermee voorkomt u dat iemand (dit
geldt in het bijzonder voor kinderen)
per ongeluk op de knop B-Afb. 6
drukt.
OPGELET
A0G0021mAfb. 7
SAFE LOCK-SYSTEEM
(voor uitvoeringen/markten, waar voorzien)
Dit is een veiligheidssysteem dat de werking
van de binnenhandgrepen van de auto verhin-
dert.
Het safe lock-systeem biedt de best mogelijke
bescherming tegen inbraakpogingen. Daarom
raden wij u aan om iedere keer als u de auto
verlaat, het systeem in te schakelen.
14
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Als het safe lock-systeem
wordt ingeschakeld, is het
niet meer mogelijk de portieren van-
uit de auto op welke wijze ook te
openen. Controleer, voordat u uit de
auto stapt, of er geen personen in
de auto achterblijven.
OPGELET
Als de batterij van de elek-
tronische sleutel leeg is,
kan het systeem alleen worden uit-
geschakeld door de metalen baard
in het bestuurdersportierslot te
draaien of de elektronische sleutel
in het startsysteem te plaatsen.
OPGELET
Als de accu leeg is, kan het
systeem alleen worden
uitgeschakeld door de metalen
baard van de elektronische sleutel
in het bestuurdersportierslot te
draaien: in deze situatie blijft de
functie wel bij het passagierspor-
tier ingeschakeld.
OPGELET
Elektronische
sleutel
Metalen
baard
Knipperen
richting-
aanwijzers
Led portier
bestuurderszijde
Hierna worden de belangrijkste functies van de elektronische sleutel of de metalen baard aangegeven:
16
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Ontgrendelen
portieren,
bagageruimte
en tankluikje
Kort drukken
op de knop Ë(*)
Elektronische sleutel
rechtsom draaien
(*)
2 x knipperen
Bewakings-led uitVergrendelen
portieren,
bagageruimte
en tank-luikje
KnopÁkort
indrukken
Elektronische sleutel
linksom draaien
1 x knipperen
3 seconden continu
branden en vervol-
gens knipperen
bewakingslampjeOpenen ruiten
Langer drukken
(langer dan 2 secon-
den) op de knop Ë
Elektronische sleutel
langer dan
2 seconden rechtsom
draaien
2 x knipperen
Doven bewakings-
lampjeSluiten ruiten
Langer drukken
(langer dan 2 secon-
den)op de knop Á
Elektronische sleutel
langer dan 2 secon-
den linksom draaien
1 x knipperen
Permanent branden
gedurende 3 secon-
den en vervolgens
knipperen bewa-
kingsledSafe lock
(voor uitvoeringen/
markten, waar
voorzien)
Twee keer drukken
(binnen 1 seconde)
op de knop Á
Elektronische sleutel
twee keer binnen
1 seconde linksom
draaien
3 x knipperen
Twee keer
knipperen en
vervolgens
knipperen
bewakingsledOntgrendelen
bagageruimte
Kort drukken op de
knop
`
–
2 x knipperen
–
(*) Het is mogelijk de functie „Bestuurdersportier onafhankelijk ontgrendelen” met behulp van het „Setup-menu” van de auto in te stellen (zie de paragraaf
„Instelbaar multifunctioneel display” in dit hoofdstuk). Als er in dat geval op de knop Áwordt gedrukt of de metalen baard van de elektronische sleutel
linksom wordt gedraaid, wordt alleen het bestuurdersportier ontgrendeld. Om alle portieren te ontgrendelen moet twee maal binnen 1 seconde op de
knop
Ëworden gedrukt of moet de metalen baard van de elektronische sleutel twee maal linksom worden gedraaid.
WAARSCHUWINGHet openen van de ruiten kan een gevolg zijn van het ontgrendelen van de portieren. Het sluiten van de ruiten kan een gevolg zijn
van het vergrendelen van de portieren.
253
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Prestaties ....................................... 240
Radiogolf-afstandsbediening:
ministeriële goedkeuring ................. 247
Radiozendapparatuur en
mobiele telefoons ......................... 107
Regensensor.................................... 68
Remlichten ..................................... 185
Remmen......................................... 233
Richtingaanwijzers
– bediening.................................... 64
– lampen vervangen ............182-183-186
Roetfilter (DPF)............................... 116
Rubber slangen ............................... 220
Ruitbediening, elektrisch.................... 92
Ruiten (reinigen).............................. 224
Ruiten reinigen ............................... 67
Ruitensproeiers
– bediening.................................... 67
Ruitenwissers
– bediening.................................... 67
– ruitensproeiers ............................. 221
– wisserbladen.........................220-221Safe-lock (systeem)......................... 14
SBR-systeem .................................. 118
Slepen van de auto .......................... 200
Sneeuwkettingen............................. 145
Snelheid (maximum)........................ 240
Snelle bandenreparatieset
Fix&Go automatic ......................... 172
Spiegels ........................................ 45
Standlichten
– bediening.................................... 64
– lampen vervangen ..................182-185
Starten en rijden........................ 133
Stuurinrichting ................................ 233
Stuurslot........................................ 21
Stuurwiel (verstellen)....................... 44
Symbolen ...................................... 9
Technische gegevens................. 227
TPMS (systeem) ............................ 111
Transmissie..................................... 232
Trekken van aanhangers.................... 143
Trekkrachtbegrenzers....................... 119
Tripcomputer.................................... 37 – verbruik ..................................... 210
Motorruimte (schoonmaken) ............. 224
MSR (systeem)............................... 105
Niveaus controleren......................... 208
Noodgevallen............................ 165
Onderhoud en zorg................... 203
– geprogrammeerd onderhoud .......... 204
– Onderhoudsschema...................... 205
– periodieke controles ...................... 207
– zwaar gebruik van de auto ............ 207
Opbergvakken................................ 78
Opkrikken van de auto ..................... 200
Parkeerlichten
– bediening.................................... 66
Parkeersensoren ............................. 108
Parkeren......................................... 139
Plafondverlichting voor
– bediening.................................... 74
– lampen vervangen ....................... 187
Plafondverlichting............................. 74
Portieren......................................... 90