308
AUTORADIO
ONTVANGST VAN
ALARMBERICHTEN
De autoradio is bij ingeschakeld RDS voor-
bereid op de ontvangst van alarmberichten
in geval van uitzonderlijke omstandigheden
of gebeurtenissen die gevaar kunnen ople-
veren (aardbevingen, overstromingen enz.).
Deze berichten worden uitgezonden op het
station waarop is afgestemd.
Deze functie wordt automatisch inge-
schakeld en kan niet worden uitgeschakeld.
Tijdens het uitzenden van een alarmbericht
verschijnt op het display het opschrift
“ALARM”. Tijdens het bericht wijzigt het vo-
lume van de autoradio op dezelfde wijze als
bij het weergeven van verkeersinformatie
(zie paragraaf “FUNCTIE TA”).
EON
(Enhanced Other Network)
In enkele landen zijn netwerken geformeerd
van meerdere stations die verkeersinforma-
tie uitzenden. Als dit het geval is, wordt het
programma van het station waarnaar u lui-
stert tijdelijk onderbroken voor:
❒verkeersinformatie (alleen bij inge-
schakelde TA-functie);
❒regionale programma’s, iedere keer als
deze worden uitgezonden door een sta-
tion van hetzelfde netwerk.
UITZENDINGEN IN STEREO
Als het ontvangstsignaal te zwak is, wordt
de weergave automatisch veranderd van Ste-
reo in Mono.
MENU
Functies toets MENU
Druk voor het inschakelen van de Menu-
functie kort op de toets MENU. Op het di-
splay verschijnt het opschrift “MENU”.
De menufuncties kunnen worden doorlopen
met toets
NofO. De instelling van de ge-
selecteerde functie kan worden gewijzigd
met de knop
÷of˜.
Op het display verschijnt de huidige status
van de geselecteerde functie.
De menufuncties zijn:
❒AF SWITCHING (ON/OFF)
❒TRAFFIC INFO (ON/OFF)
❒REGIONAL MODE regionale programma’s
(ON/OFF);
❒MP3 DISPLAY (instelling display van MP3
cd-speler);
❒Automatische volumeregeling afhankelijk
van de voertuigsnelheid (SPEED VOLU-
ME) (uitgezonderd uitvoeringen met Bo-
se HI-FI-systeem)
❒EXTERNAL AUDIO VOL (wijze waarop de
externe audiobronnen worden geregeld)
❒RADIO OFF (uitschakelwijze).
❒RESTORE DEFAULT
Druk om het menu te verlaten opnieuw op
de toets MENU.
293-318 Alfa 159 NL 31-03-2009 10:12 Pagina 308
PROGRAMMEREN
WAARSCHUWINGControleer of er
tijdens het programmeren van het sys-
teem geen personen in de buurt van de
garagedeur of de toegangspoort aan-
wezig zijn: door de beweging van de
deur of poort kunnen zij letsel oplopen.
WAARSCHUWINGTrek de hand-
rem aan, plaats de sleutel in het start-
systeem, maar start de motor niet.Ga als volgt te werk:
1) druk op de buitenste knoppen (Aen
C) en houd deze ingedrukt: na onge-
veer 20 seconden begint de LED Dte
knipperen; laat dan beide knoppen los;
OPMERKINGHiermee worden de
door de fabrikant geprogrammeerde
standaardcodes gewist. Dit hoeft niet te
worden herhaald als de knoppen later
opnieuw worden geprogrammeerd.
2) druk de gewenste HomeLink-knop
A,BofCin en houd deze ingedrukt.
Laat de knop pas los als handeling 4
is uitgevoerd;
3) als de LED Dvan het HomeLink-sys-
teem langzaam begint te knipperen (na
ongeveer 20 seconden), houd dan de
afstandsbediening zo dicht mogelijk in
de buurt van het HomeLink-systeem
(houd daarbij de knop ingedrukt waar-
onder de functie moet worden opgesla-
gen).
HOMELINK
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten, waar voorzien)
BESCHRIJVING
HomeLink is een in de auto gemonteerd
systeem, waarmee maximaal drie ver-
schillende systemen kunnen worden be-
diend voor het openen van een gara-
gedeur of toegangshek, het in-/uit-
schakelen van verlichtingssystemen en
het in-/uitschakelen van een alarmsys-
teem in huis of kantoor.
89
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
A0E0311mfig. 86
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 89
102
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
OPENEN MET DE
AFSTANDSBEDIENING
Druk op de knop op de elektronische
sleutel. Bij het openen gaan de rich-
tingaanwijzers twee keer branden.
Als de bagageruimte wordt geopend ter-
wijl het alarm (voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten, waar voorzien) is in-
geschakeld, worden de volgende func-
ties uitgeschakeld:
❒de volumetrische beveiliging;
❒de kantelbeveiliging;
❒de signaleringssensor voor geopen-
de bagageruimte.
Als de bagageruimte wordt gesloten,
worden al deze functies weer inge-
schakeld en gaan de richtingaanwijzers
ongeveer 1 seconde branden. WAARSCHUWINGAls de accu los-
gekoppeld is geweest of als er een ze-
kering is doorgebrand, moet het ont-
/vergrendelmechanisme van de baga-
geruimte worden geïnitialiseerd. Ga hier-
voor als volgt te werk:
❒sluit alle portieren en de bagage-
ruimte;
❒druk op de knop Áop de afstands-
bediening of op de knop
qop de
middenconsole;
❒druk op de knop Ëop de afstands-
bediening of op de knop
qop de
middenconsole.
BAGAGERUIMTE IN
NOODGEVALLEN VANUIT
HET INTERIEUR OPENEN
(alleen bij de
sedanuitvoering met
aparte bagageruimte)
Als de accu is losgekoppeld, kan de ba-
gageruimte worden geopend door aan
de handgreep A-fig. 95links onder
de achterbank te trekken.
Plaats na gebruik de handgreep terug
onder de zitting.
A0E0228mfig. 95
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 102
AUTO LANGERE TIJD
STALLEN
Tref de volgende maatregelen als de au-
to enkele maanden niet wordt gebruikt:
❒zet de auto in een overdekte, dro-
ge en goed geventileerde ruimte;
❒schakel een versnelling in;
❒zorg ervoor dat de handrem niet is
aangetrokken;
❒maak de minklem los van de accu
en controleer de acculading. Gedu-
rende het stallen moet deze contro-
le iedere drie maanden worden her-
haald. Laad de accu op totdat de op-
tische meter (voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten, waar voorzien)
een donkere kleur zonder middelste
groen gebied laat zien (zie de pa-
ragraaf “Accu” in het hoofdstuk “On-
derhoud en zorg”);
❒maak de gespoten plaatdelen
schoon en behandel ze met een be-
schermende was;
❒reinig en conserveer de glimmende
metalen delen met daarvoor ge-
schikte middelen;
❒smeer de wisserrubbers van de rui-
tenwissers en achterruitwisser in met
talkpoeder en laat ze los van de ruit
staan;
❒zet de ruiten een klein stukje open;
❒dek de auto af met een stoffen of
een ademende kunststof hoes. Ge-
bruik geen dichte plastic hoes, om-
dat het in en op de auto aanwezi-
ge vocht dan niet kan verdampen;
❒breng de bandenspanning +0,5 bar
boven de normaal voorgeschreven
spanning en controleer deze regel-
matig;
164
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
❒als u de accukabels niet loskoppelt,
moet de lading iedere maand wor-
den gecontroleerd; laad de accu op
als de optische meter een donkere
kleur heeft zonder groen midden-
stuk;
❒tap het koelsysteem van de motor
niet af.
WAARSCHUWINGAls de auto is
voorzien van een alarmsysteem, scha-
kel dit dan uit met de afstandsbedie-
ning.
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 164
165
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
L L
A A
M M
P P
J J
E E
S S
E E
N N
B B
E E
R R
I I
C C
H H
T T
E E
N N
TE LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU/AANGETROKKEN
HANDREM........................................................ 166
VERSLETEN REMBLOKKEN................................... 167
NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDELS ............... 167
STORING AIRBAGSYSTEEM................................. 168
AIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD ............. 168
TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR............... 169
TE HOGE MOTOROLIETEMPERATUUR..................... 169
MINIMAAL MOTOROLIEPEIL................................. 170
TE LAGE MOTOROLIEDRUK
ONVOLDOENDE MOTOROLIE-/OLIEKWALITEIT ........ 170
ACCU WORDT NIET VOLDOENDE OPGELADEN ......... 170
NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN ........................ 171
GEOPENDE MOTORKAP....................................... 171
GEOPENDE BAGAGERUIMTE................................. 171
STORING INSPUITING/STORING EOBD.................. 171
STORING BEVEILIGINGSSYSTEEM/
UITSCHAKELING STUURSLOT .............................. 172
STORING ALARM/INBRAAKPOGING/
ELEKTRONISCHE SLEUTEL NIET HERKEND .............. 172
KANS OP GLADHEID........................................... 173
VOORGLOEIEN/STORING VOORGLOEISYSTEEM ...... 173
WATER IN BRANDSTOFFILTER .............................. 174
BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR GEACTIVEERD ....... 174
STORING ABS................................................... 175
STORING EBD................................................... 175
VDC-SYSTEEM.................................................. 175
STORING HILL HOLDER....................................... 176
ASR (ANTIDOORSLIPREGELING) ........................... 176DEFECTE BUITENVERLICHTING ............................. 176
STORING REMLICHTEN....................................... 177
MISTACHTERLICHTEN......................................... 177
MISTLAMPEN VOOR........................................... 177
BUITENVERLICHTING/FOLLOW ME HOME ............. 177
DIMLICHT......................................................... 177
GROOTLICHT..................................................... 177
RICHTINGAANWIJZER LINKS ............................... 177
RICHTINGAANWIJZER RECHTS.............................. 177
STORING SCHEMERSENSOR................................... 178
STORING REGENSENSOR........................................ 178
STORING PARKEERSENSOREN.............................. 178
BRANDSTOFRESERVE - BEPERKTE ACTIERADIUS ...... 178
CRUISE CONTROL............................................. 178
VERSTOPT ROETFILTER ...................................... 178
STORING ANTIBEKLEMMINGSFUNCTIE RUITEN ....... 179
TE LAAG RUITENSPROEIERVLOEISTOFNIVEAU ......... 179
SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN...................... 179
STORING IN TPMS-SYSTEEM ............................... 179
BANDENSPANNING CONTROLEREN ....................... 179
ONVOLDOENDE BANDENSPANNING ..................... 180
BANDENSPANNING NIET AANGEPAST
AAN SNELHEID.................................................. 180
165-180 Alfa 159 NL:165-180 Alfa 159 1ed 31-03-2009 9:40 Pagina 165
STORING BEVEILI-
GINGSSYSTEEM
VOERTUIG
(ambergeel)
UITSCHAKELING
STUURSLOT(ambergeel)
Storing beveiliging
Het brandende lampje (waar voorzien)
(bij enkele uitvoeringen wordt een be-
richt op het display weergegeven) geeft
een storing in het beveiligingssysteem
aan: Wendt u zich in dit geval zo snel
mogelijk tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Uitschakeling stuurslot
Het lampje (waar voorzien) gaat bran-
den (bij enkel uitvoering verschijnt een
bericht op het display) als de elektroni-
sche sleutel uit het startsysteem wordt
verwijderd bij een rijdende auto.
STORING ALARM
(ambergeel)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
INBRAAKPOGING
(ambergeel)
ELEKTRONISCHE SLEUTEL
NIET HERKEND (geel)
Storing alarm
Het brandende lampje (waar voorzien)
(bij enkele uitvoeringen wordt een bericht
op het display weergegeven) geeft een
storing in het diefstalalarm aan. Wendt
u zich zo snel mogelijk tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Inbraakpoging
Het brandende lampje (waar voorzien)
(bij enkele uitvoeringen wordt een bericht
op het display weergegeven) geeft een
inbraakpoging aan. Wendt u zich zo snel
mogelijk tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk. – knipperend: duidt op een mogelij-
ke beschadiging van de katalysator (zie
“EOBD-systeem” in het hoofdstuk
“Dashboard en bediening”). Als het
lampje knippert, moet het gaspedaal
worden losgelaten (hierdoor gaat de
motor met lage toerentallen draaien),
totdat het lampje niet meer knippert; u
kunt met niet te hoge snelheid doorrij-
den, waarbij rij-omstandigheden moe-
ten worden vermeden die kunnen leiden
tot het opnieuw gaan knipperen van het
lampje. Wendt u zo snel mogelijk tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
172
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Als, als de sleutel in het
startsysteem is ge-
plaatst, het lampje
U
niet gaat branden of als tijdens
de rit het lampje continu of knip-
perend gaat branden, wendt u
dan zo snel mogelijk tot het Al-
fa Romeo Servicenetwerk. De
werking van het lampje
Ukan
met speciale apparatuur door de
verkeerspolitie worden gecon-
troleerd. Houd u aan de wetge-
ving van het land waarin u rijdt.
>Y
165-180 Alfa 159 NL:165-180 Alfa 159 1ed 31-03-2009 9:41 Pagina 172
225
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
35 70 105 140 175
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●
●●
●
●
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
x 1000 km
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel
herstellen
Werking van verlichting controleren (koplamp- en achterlichtunits,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte-, dashboardkastje- en
interieurverlichting en lampjes op instrumentenpaneel enz.)
Werking van de ruitenwissers/-sproeiers controleren en eventueel
sproeiers afstellen
Stand wisserbladen voor/achter controleren en wisserbladen op slijtage
controleren
Remblokken van schijfremmen voor op conditie en slijtage controleren
en werking van remblokslijtagesensor controleren
Remblokken achter (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie,
bodemplaatbescherming, uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen
(stofkappen, hoezen, bussen enz.), en rubber slangen van het rem-
en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep/kofferdeksel
op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen
(hydraulisch rem-/koppelingssysteem, stuurbekrachtiging, ruitensproeiers,
accu, motorkoelsysteem enz.)
Handrem controleren en eventueel afstellen
Conditie van aandrijfriem(en) voor hulporganen visueel controleren
(behalve 1.8 140 pk-uitvoeringen)
Conditie van aandrijfriem(en) voor hulporganen visueel controleren
(1.8 140 pk-uitvoeringen)
Conditie van getande distributieriem (1.8 140 pk-uitvoeringen)
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 225
238
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
ACCU VERVANGEN
Als de accu vervangen wordt, moet een
originele accu met dezelfde specificaties
worden geïnstalleerd.
Als de accu vervangen wordt door een
accu met andere specificaties, vervallen
de onderhoudsintervallen die in het “Ge-
programmeerd Onderhoudsschema”
staan aangegeven.
Voor het onderhoud van de accu dient u
zich strikt te houden aan de aanwijzin-
gen van de fabrikant van de accu.
Onoordeelkundige mon-
tage van elektrische en
elektronische apparatuur
kan ernstige schade toebrengen
aan de auto. Als u na aankoop
van de auto accessoires (diefsta-
lalarm, telefoon enz.) wilt in-
stalleren, wendt u dan tot het Al-
fa Romeo Servicenetwerk, dat u
kan informeren over de geschik-
te systemen en u vooral advies
kan geven over de noodzaak om
een accu met een grotere capa-
citeit toe te passen.
Als u de auto langere
tijd stalt in extreem
koude omstandigheden moet,
om bevriezing te voorkomen,
de accu worden verwijderd en
op een verwarmde plaats
worden bewaard.
OPGELET
Bij werkzaamheden
aan de accu of in de
buurt van de accu, moet u uw
ogen altijd beschermen met
een speciale bril.
OPGELET
Accu’s bevatten zeer
schadelijke stoffen voor
het milieu. Het verdient
aanbeveling een defecte accu
door het Alfa Romeo Service-
netwerk te laten vervangen,
omdat dit beschikt over de uit-
rusting voor het op milieuvrien-
delijke wijze en conform de
wettelijke bepalingen, verwer-
ken van defecte accu’s.
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 238