18
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Voorbeeld:
DagMaand
TürkçeNederlands
Español
Português
Français
Polski
Italiano
Deutsch
BUZZ GORDELSREGEN- SENSOR
(voor versies/markten
waar voorzien)
DATUM INSTELLEN
EERSTE PAGINA
ZIE RADIO
AUTOCLOSE
MEETEENHEID TAAL VOLUME
WAARSCHUWINGEN VOLUME TOETSEN
MENU ESC
knop kort
indrukken
MENU ESC
knop kort
indrukken
fig. 19
SERVICE
F0M2007g
TIJD INSTELLEN BEEP SNELHEID
MENU VERLATEN
BAG PASSAGIER
English
Om vanuit het beginscherm te kunnen navigeren, moet u kort op de knop
MENU ESCdrukken. Druk op de knop +of –om in het menu te na-
vigeren. OpmerkingAls de auto rijdt is om veiligheidsredenen alleen
een beperkt menu toegankelijk: instellingen “Verl.” en “Beep snelheid”.
Als de auto stilstaat is het uitgebreide menu toegankelijk.
GEGEVENS TRIP B
Jaar
24
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Service
(Geprogrammeerd onderhoud)
Met deze functie kan worden weergege-
ven hoeveel kilometers nog resteren
voordat een servicebeurt moet worden
uitgevoerd.
Ga voor het raadplegen van deze aanwij-
zingen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert de afstand in km of mijl,
afhankelijk van de instelling (zie de paragraaf
“Meeteenheid afstand”);
– druk kort op de knop MENU ESCom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm.
OpmerkingHet “Geprogrammeerd on-
derhoudsschema” voorziet elke 30.000
km (18.000 mijl); deze weergave verschijnt
automatisch als de sleutel in stand MAR
staat, vanaf 2.000 km (of gelijke waarde
in mijl). De weergave wordt elke 200 km
(of gelijke waarde in mijl) opnieuw weer-
gegeven. Onder de 200 km wordt de
weergave met kleinere intervallen weer-
gegeven. De weergave in km of mijl is af-
hankelijk van de ingestelde meeteenheid.
Als u dicht bij de volgende servicebeurt
bent en u de contactsleutel in stand MAR
draait, verschijnt op het display het op-
schrift “Service” gevolgd door het aantal
kilometers/mijlen dat resteert tot de vol-
gende servicebeurt. Wendt u tot het Abarth Servicenetwerk
voor het uitvoeren van de werkzaamhe-
den van het “Onderhoudsschema” en
voor het op nul zetten van deze weerga-
ve (reset).
Bag passagier
Inschakeling/Uitschakeling
van de frontairbag en zij-airbag
(sidebag) (voor versies/markten
waar voorzien) aan passagierszijde
Met deze functie kan de passagiersairbag
worden in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
– druk op de knop MENU ESCen druk,
na het verschijnen op het display van het
bericht (Bag pass: Off) (voor uitschakelen)
of het bericht (Bag pass: On) (voor in-
schakelen) door op de knop +of –te
drukken, nogmaals op de knop MENU
ESC;
– op het display verschijnt het bericht om
de instelling te bevestigen;
– selecteer door het indrukken van de
knop +of –(Ja) (voor bevestiging van de
inschakeling/uitschakeling) of (Nee) (om
te annuleren);– druk kort op de knop MENU ESC; er
verschijnt een bevestiging van de gekozen
instelling en er wordt teruggekeerd naar
het menuscherm of, wanneer de knop
even ingedrukt wordt gehouden, naar het
beginscherm zonder op te slaan.
MENU ESC
F0M2010g
F0M2008g
F0M2009g
MENU ESC
+
–
+
–
39
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD VAN HET
SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning 1
keer per maand gedurende 10 minuten in.
Laat voor het zomerseizoen de werking
van de airconditioning door het Abarth
Servicenetwerk controleren.
De airconditioning maakt ge-
bruik van het koelmiddel
R134a. Bij lekkage is dit mid-
del niet schadelijk voor het
milieu. Gebruik in geen geval andere
middelen, zoals R12, omdat anders de
componenten van het systeem be-
schadigd kunnen worden.BELANGRIJK Met de recirculatiefunctie
kunnen, afhankelijk van de werking van het
systeem (“verwarming” of “koeling”), de
gewenste omstandigheden sneller bereikt
worden.
Het is echter niet raadzaam deze functie
in te schakelen op regenachtige of koude
dagen, omdat dan de ruiten aan de bin-
nenzijde aanzienlijk sneller kunnen beslaan. LUCHTRECIRCULATIE
INSCHAKELEN
Druk op de knop
•zodat het lampje
op de knop gaat branden.
Het verdient aanbeveling om de luchtre-
circulatie in te schakelen in de file of in tun-
nels. Hiermee wordt voorkomen dat ver-
vuilde lucht het interieur bereikt. Het is
niet raadzaam dit systeem langdurig te la-
ten werken, omdat anders, vooral als u
met meerdere personen in de auto zit, de
kans aanzienlijk toeneemt dat de ruiten
beslaan.
51
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ACHTERRUITWISSER/-SPROEIER
fig. 38
Deze werken uitsluitend als de contact-
sleutel in stand MARstaat.
De werking stopt als de hendel wordt los-
gelaten.
Als u de draaiknop van stand Oin stand
'zet, dan werkt de achterruitwisser als
volgt:
❒in intervalstand als de ruitenwissers
voor niet zijn ingeschakeld;
❒synchroon (met de helft van de fre-
quentie van de ruitenwissers voor) als
de ruitenwissers voor zijn ingeschakeld;
❒continu als de achteruit is ingeschakeld.Gebruik de achterruitwisser
niet om opgehoopte sneeuw
of ijs van de achterruit te ver-
wijderen. In die omstandighe-
den grijpt, als de achterruitwisser te
zwaar wordt belast, de beveiliging in, die
ervoor zorgt dat de wisser enkele se-
conden wordt uitgeschakeld. Als hier-
na de werking niet wordt hervat (ook na
een herstart van de auto met de con-
tactsleutel), wendt u dan tot het Abarth
Servicenetwerk.
Als u bij ingeschakelde ruitenwissers voor
de achteruit inschakelt, gaat automatisch
ook de achterruitwisser continu wissen.
Als u de hendel naar het dashboard duwt
(onvergrendelde stand), schakelt de ach-
terruitsproeier in.
Als u de hendel langer dan een halve se-
conde naar het dashboard geduwd houdt,
schakelt ook de achterruitwisser in.
Als u de hendel loslaat, wordt het intelli-
gente wis-/wasprogramma ingeschakeld,
zoals bij de ruitenwissers voor.
fig. 38F0M0218m
53
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
OPGESLAGEN SNELHEID
OPROEPEN
Als het systeem is uitgeschakeld door bij-
voorbeeld het intrappen van het rem- of
koppelingspedaal, kan de opgeslagen snel-
heid op de volgende manier worden op-
geroepen:
❒geef geleidelijk gas, totdat de snelheid
ongeveer gelijk is aan de opgeslagen
snelheid;
❒schakel de versnelling in die ingescha-
keld was op het moment van het op-
slaan van de snelheid;
❒druk op de knop RES B-fig. 39.
OPGESLAGEN SNELHEID
VERHOGEN
Dit kan op twee manieren:
❒trap het gaspedaal in en sla vervolgens
de nieuwe snelheid op;
of
❒plaats de hendel omhoog (+).
Telkens als de hendel wordt bediend,
wordt de snelheid iets verhoogd (onge-
veer 1 km/h). Als de hendel omhoog
wordt gehouden, verandert de snelheid
traploos. OPGESLAGEN SNELHEID
VERLAGEN
Dit kan op twee manieren:
❒schakel het systeem uit en sla vervol-
gens de nieuwe snelheid op;
of
❒plaats de hendel omlaag (–) totdat de
nieuwe snelheid is bereikt die automa-
tisch wordt opgeslagen.
Telkens als de hendel wordt bediend,
wordt de snelheid iets verlaagd (ongeveer
1 km/h). Als de hendel omlaag wordt ge-
houden, verandert de snelheid traploos.
SYSTEEM UITSCHAKELEN
Het systeem kan als volgt door de be-
stuurder worden uitgeschakeld:
❒draai de draaiknop Ain stand OFF;
❒zet de motor uit;
❒trap het rempedaal in;
❒trap het koppelingspedaal in;
❒trap het gaspedaal in; in dit geval wordt
het systeem niet werkelijk uitgescha-
keld, maar heeft het acceleratie-ver-
zoek voorrang op het systeem; de crui-
se-control blijft ingeschakeld en het sys-
teem stelt, na de acceleratie, de hier-
voor opgeslagen snelheid weer in, zon-
der dat de knop RES B-fig. 39hoeft
te worden bediend.
Het systeem schakelt in de volgende ge-
vallen automatisch uit:
❒als het ABSof ESPin werking treedt;
❒als de snelheid van de auto onder de
vastgestelde limiet komt;
❒als er een storing in het systeem is.
Als de cruise-control tijdens
het rijden is ingeschakeld, zet
dan nooit de versnellingspook in de
vrijstand.
ATTENTIE
Bij een storing of een afwij-
kende werking van de cruise-
control, moet de draaiknop A in stand
OFF worden gezet. Laat het systeem
door het Abarth Servicenetwerk con-
troleren.
ATTENTIE
74
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk
voor het comfort en de veiligheid van uzelf
en de overige weggebruikers. Voor opti-
maal zicht en zichtbaarheid moeten de
koplampen op de juiste wijze zijn afgesteld.
Wendt u voor controle of afstelling tot
het Abarth Servicenetwerk.
KOPLAMPVERSTELLING
De stand kan worden geregeld als de con-
tactsleutel in stand MARstaat en de dim-
lichten zijn ingeschakeld. Als de auto be-
laden is, helt hij achterover. Het gevolg is
dat de lichtbundel meer naar boven
schijnt. De stand van de koplampen moet
nu worden gecorrigeerd.Koplampen afstellen fig. 93
De koplampen kunnen worden versteld
met de knoppen Òen op het schake-
laarpaneel.
Op het display van het instrumentenpa-
neel wordt de stand aangegeven.
Stand 0- een of twee personen op de
voorstoelen.
Stand 1- vijf personen.
Stand 2- vijf personen + bagage.
Stand 3- bestuurder + toegestane maxi-
mum lading volledig in de bagageruimte.
BELANGRIJK Controleer de afstelling van
de koplampen telkens als het gewicht van
de lading wijzigt.
MISTLAMPEN VOOR
AFSTELLEN (voor versies/
markten waar voorzien)
Wendt u voor controle of afstelling tot
het Abarth Servicenetwerk.
fig. 93F0M0103m
75
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
KOPLAMPEN AANPASSEN AAN
HET BUITENLAND fig. 94-95
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik
in het land waarin de auto is verkocht. In
die landen waarin aan de andere zijde van
de weg wordt gereden, moet om het te-
gemoetkomende verkeer niet te verblin-
den, de vorm van de lichtbundel worden
gewijzigd door het aanbrengen van een
speciaal daarvoor ontwikkelde sticker.
Deze sticker is opgenomen in het Abarth
Lineaccessori-programma en verkrijgbaar
bij het Abarth Servicenetwerk.
De afbeelding heeft betrekking op de
overgang van een land waar links wordt
gereden naar een land waar rechts wordt
gereden.
fig. 94F0M0105m
fig. 95F0M0106m
77
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Bij een storing brandt het waarschu-
wingslampje
>op het instrumentenpa-
neel en verschijnt er een melding op het
multifunctionele display (voor versies/
markten waar voorzien), (zie het hoofd-
stuk “Lampjes en berichten”).
In dat geval blijft het remsysteem normaal
werken, maar zonder de mogelijkheden
van het ABS. Rijd voorzichtig naar de
dichtstbijzijnde werkplaats van het Abarth
Servicenetwerk om het systeem te laten
controleren.Storing in EBD
Bij een storing branden de waarschu-
wingslampjes
>en xop het instru-
mentenpaneel en verschijnt er een mel-
ding op het instelbare multifunctionele dis-
play (zie hoofdstuk “Lampjes en berich-
ten”).
In dit geval kunnen bij krachtig remmen de
achterwielen vroegtijdig blokkeren waar-
door de auto kan slippen. Rijd zeer voor-
zichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats
van het Abarth Servicenetwerk om het
systeem te laten controleren.Als alleen het waarschu-
wingslampje xop het ins-
trumentenpaneel gaat branden (op
het instelbare multifunctionele dis-
play verschijnt ook een melding), stop
dan onmiddellijk en wendt u tot het
Abarth Servicenetwerk. Als er vloei-
stof lekt uit het hydraulische systeem,
wordt de werking van zowel het con-
ventionele remsysteem als het ABS in
gevaar gebracht.
ATTENTIE