109
STARTEN
EN RIJDEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
TYPEN LAMPEN fig. 19
Op de auto zijn verschillende typen gloei-
lampen gemonteerd:
A Glasfittinglampen: geklemd ge-
monteerd. Trek aan de lamp om de
lamp te verwijderen.
B Lampen met bajonetfitting: ver-
wijder de lamp uit de houder door
hem iets in te drukken en linksom te
draaien.
C Buislampen: verwijder de lamp door
hem uit de veercontacten los te ma-
ken.
D Halogeenlampen: verwijder de
lamp door de borgveer los te haken
uit de zitting.
E Halogeenlampen: verwijder de
lamp door de borgveer los te haken
uit de zitting.
F0S092Abfig. 19
WAARSCHUWING Aan de binnenzijde
kan de koplamp een beetje beslagen zijn:
dit duidt niet op een defect, maar is een
natuurlijk verschijnsel dat veroorzaakt
wordt door een lage temperatuur en de
luchtvochtigheidsgraad, en verdwijnt snel
als de koplampen worden ingeschakeld.
De aanwezigheid van druppels aan de bin-
nenzijde van de koplamp duidt daarente-
gen op het binnendringen van water:
wendt u tot het Abarth Servicenetwerk.
095-122 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:04 Pagina 109
113
STARTEN
EN RIJDEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
BUITENVERLICHTING/
DAG-DIMLICHT
Gloeilamp vervangen:
❒verwijder de rubber dop, zoals hier-
voor is beschreven;
❒draai de lamphouder B-fig. 25linksom
en verwijder de lamphouder;
❒verwijder de geklemd gemonteerde
lamp en vervang de lamp;
❒monteer de lamphouder Bdoor deze
rechtsom te draaien; controleer of de
lamphouder goed vastzit;
❒monteer de rubber dop.
MISTLAMPEN VOOR
(waar voorzien)
WAARSCHUWING Wendt u voor het
vervangen van de gloeilampen in de mist-
lampen tot het Abarth Servicenetwerk.
❒druk de lampjes iets in, draai ze links-
om en verwijder de lampjes.
De lampen zijn op de volgende wijze in de
lichtunit geplaatst:
C– Richtingaanwijzers
D– Remlicht
E– Buitenverlichting
F– Achteruitrijlicht (rechts) / mistach-
terlicht (links)
ACHTERLICHTUNITS
Gloeilamp vervangen:
❒open de bagageruimte;
❒draai de twee bevestigingsbouten A-fig.
26los en verwijder de lichtunit met een
rechte beweging zonder de unit te ver-
draaien;
❒maak de borglippen B-fig. 27los en
trek de lamphouder uit de zitting;
fig. 26F0S099Ab
fig. 27F0S100Ab
fig. 28F0S101Ab
095-122 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:04 Pagina 113
116
STARTEN
EN RIJDEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ZEKERINGEN
VERVANGEN
ALGEMEEN fig. 37
Het elektrische systeem wordt door ze-
keringen beveiligd: de zekering brandt
door bij een storing of bij oneigenlijk ge-
bruik van het systeem.
Als een elektrisch onderdeel niet werkt,
controleer dan eerst of de zekering niet is
doorgebrand: de verbindingsstrip Amag
niet onderbroken zijn. Is dit wel het geval,
dan moet u de zekering vervangen door
een exemplaar met dezelfde stroom-
sterkte (zelfde kleur).
Bzekering in goede staat.
Czekering met doorgebrande strip.
Raadpleeg de zekeringentabel in de vol-
gende pagina’s voor een overzicht van de
zekeringen.
❒open de lampbescherming B-fig. 36en
vervang de geklemd gemonteerde lamp
C;
❒sluit de lampbescherming Bop het lam-
penglas;
❒monteer de lichtunit in de zitting; door
de unit eerst aan een zijde en vervol-
gens aan de andere vast te drukken, tot-
dat de vergrendeling wordt waargeno-
men.
fig. 36F0S109Abfig. 37F0S110Ab
Vervang nooit een defecte ze-
kering door een metalen
draad of ander vervangend
materiaal.
Vervang de zekering nooit
door een zekering met een
hoger ampèrage; BRANDGEVAAR.
Als een hoofdzekering (MEGA-FUSE,
MIDI-FUSE, MAXI-FUSE) doorbrandt,
wendt u dan tot het Abarth Service-
netwerk.
Controleer voordat de zekering wordt
vervangen of de contactsleutel niet in
het contactslot zit en of alle verbrui-
kers zijn gedoofd en/of uitgeschakeld.
OPGELET
Wendt u tot het Abarth Ser-
vicenetwerk als de zekering
opnieuw doorbrandt.
OPGELET
095-122 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:04 Pagina 116
121
STARTEN
EN RIJDEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ACCU OPLADEN
WAARSCHUWING De beschrijving voor
het opladen van de accu dient slechts ter in-
formatie. Wendt u bij voorkeur tot het
Abarth Servicenetwerk om deze werk-
zaamheden uit te laten voeren.
We raden u aan de accu langzaam en met
een lage stroomsterkte (ampère) gedu-
rende ca. 24 uur op te laden. Als u de ac-
cu langer oplaadt, kan de accu beschadi-
gen.
Ga voor het opladen als volgt te werk:
❒maak de klem los van de minpool op de
accu;
❒sluit de kabels van het laadapparaat aan
op de accupolen; let hierbij op de po-
lariteit;
❒schakel de acculader in;
❒aan het einde van het opladen: schakel
eerst de acculader uit en koppel dan de
accu los;
❒sluit de klem weer aan op de minpool
van de accu.
De vloeistof in de accu is giftig
en corrosief. Vermijd het con-
tact met de huid en de ogen. Het op-
laden van de accu moet worden uitge-
voerd in een goed geventileerde ruimte,
ver verwijderd van open vuur en vonk-
vormende apparaten: brand- en ont-
ploffingsgevaar.
OPGELET
Probeer een bevroren accu
niet op te laden: eerst moet
de accu ontdooid worden, anders
loopt u het risico dat de accu ont-
ploft. Als de accu bevroren is geweest,
moet door deskundig personeel wor-
den gecontroleerd of de cellen niet
beschadigd zijn en of de bak geen
scheuren vertoont, waardoor de gif-
tige en corrosieve vloeistof kan weg-
lekken.
OPGELET
OPKRIKKEN VAN
DE AUTO
Vanwege het sportieve karakter is de auto
aan de onderzijde voorzien van aerodyna-
mische schilden en aan de zijkant van sides-
kirts. Als de auto opgekrikt moet worden,
moet u zich tot het Abarth Servicenetwerk
wenden. Deze beschikt over een garagekrik
of hefbrug.
Plaats de armen van de krik
of de hefbrug zodanig, dat de
aerodynamische schilden en
de sideskirts niet worden be-
schadigd.
fig. 41a
169,5 mm 150,7 mm
F0S139Ab
095-122 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:04 Pagina 121
124
STARTEN
EN RIJDEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
WAARSCHUWING De servicebeurten
van het Geprogrammeerd Onderhoud zijn
door de fabrikant voorgeschreven. Het
niet uitvoeren van deze servicebeurten
kan het vervallen van de garantie tot ge-
volg hebben.
Het Geprogrammeerd Onderhoud kan
door alle bedrijven van het Abarth Servi-
cenetwerk op vooraf bepaalde momenten
worden uitgevoerd.
Eventuele reparaties die nodig blijken tij-
dens het uitvoeren van de diverse inspec-
ties en controles van het geprogrammeerd
onderhoud, worden uitsluitend na toe-
stemming van de klant uitgevoerd.WAARSCHUWING Het is raadzaam
eventuele kleine defecten onmiddellijk
door het Abarth Servicenetwerk te laten
verhelpen en daarmee niet te wachten tot
de volgende servicebeurt.GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is een belangrijke factor
voor een lange levensduur, de beste pres-
taties en een zo zuinig mogelijk gebruik
van de auto.
Voor deze Abarth is een aantal controles
en onderhoudswerkzaamheden vastge-
steld die elke 30.000 km moeten worden
uitgevoerd.
Onthoud echter dat het geprogrammeerd
onderhoud niet volledig toereikend is om
de auto in optimale staat te houden: zo-
wel in de beginperiode voor de service-
beurt bij 30.000 kilometer als daarna, tus-
sen twee servicebeurten in, moet regel-
matig wat aandacht aan de auto worden
geschonken. Controleer bijvoorbeeld re-
gelmatig de bandenspanning en de vloei-
stofniveaus en vul deze laatste zo nodig bij.
123-140 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:05 Pagina 124
126
STARTEN
EN RIJDEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
30 60 90 120 150 180
●●●●● ●
●●●●● ●
●●
●
●●●●● ●
●●●●● ●
●●
●●●●● ●
●●●
●●●●● ●
●●●●● ●
Als de auto overwegend in de stad wordt gebruikt wordt en daardoor jaarlijks minder dan 10.000 km wordt
gereden, moet de motorolie en het oliefilter iedere 12 maanden worden vervangen.
(❍) Voor de juiste werking en om ernstige schade te voorkomen, is het uiterst belangrijk om:
- uitsluitend speciaal voor de 1.4 TB BZ Abarth motor geschikte bougies te gebruiken van hetzelfde type
en hetzelfde merk (zie de paragraaf “Motor”);
- houd u zorgvuldig aan de vervangingstermijn voor de bougies, zoals in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema is
aangegeven;
- Het is raadzaam u hiervoor tot het Abarth Servicenetwerk te wenden.
x 1000 km
Luchtfilterelement vervangen
Vloeistofniveaus herstellen (koelvloeistof,
remvloeistof, ruitensproeiers, accu enz.)
Getanden distributieriem controleren
Distributieriem vervangen (*)
Bougies vervangen(❍)
Inspuiting/ontsteking controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Olieniveau in handgeschakelde versnellingsbak controleren
Motorolie en oliefilter vervangen (of om de 24 maanden)
Remvloeistof vervangen (of elke 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of elk jaar)
Uitlaatgasemissie controleren
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koude klimaten, gebruik in
stadsverkeer, langdurig stationair draaien, stoffige omgeving) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
123-140 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:05 Pagina 126
129
STARTEN
EN RIJDEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
Motorolieverbruik
Als richtlijn geldt een maximaal motoro-
lieverbruik van ongeveer 400 gram per
1000 km.
De motor van een nieuwe auto moet
nog worden ingereden. Dit betekent dat
het motorolieverbruik pas na de eerste
5000 ÷ 6000 km stabiliseert.
WAARSCHUWING Het motoroliever-
bruik hangt af van de rijstijl en de ge-
bruiksomstandigheden van de auto.
WAARSCHUWING Na het bijvullen of
het verversen van de olie, moet u de mo-
tor enige seconden laten draaien, vervol-
gens de motor uitzetten en na enige mi-
nuten het oliepeil controleren. MOTOROLIE fig. 1
Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat en enige minuten
(circa 5) na het uitzetten van de motor.
Neem voor controle de peilstok uit; het
niveau van de olie moet zich tussen het
MIN- en MAX-merkteken op de peilstok
Bbevinden.
Het verschil tussen het MIN- en MAX-
merkteken komt overeen met ongeveer
1 liter.
Als het olieniveau dicht bij of onder het
MIN-merkteken staat, moet via de olie-
vulopening Amotorolie tot aan het MAX-
merkteken worden bijgevuld.
Het olieniveau mag nooit het MAX-merk-
teken overschrijden.
Wees bij het uitvoeren van
werkzaamheden in de mo-
torruimte extra voorzichtig als de mo-
tor nog warm is: gevaar voor brand-
wonden. Onthoud dat bij een warme
motor de elektroventilateur onver-
wacht kan inschakelen: kans op ver-
wonding. Pas op met sjaals, dassen of
loszittende kledingstukken: deze kun-
nen door de bewegende onderdelen
worden gegrepen.
OPGELET
Vul nooit olie bij met andere
specificaties dan de olie waar-
mee de motor is gevuld.
Afgewerkte motorolie en het
vervangen motoroliefilter be-
vatten stoffen die schadelijk
zijn voor het milieu. Het is
raadzaam om het verversen van de olie
en het vervangen van het oliefilter door
het Abarth Servicenetwerk te laten uit-
voeren. De Servicenetwerk beschikt
over de uitrusting voor het op milieu-
vriendelijke wijze en conform de wet-
telijke bepalingen verwerken van afge-
werkte olie en oliefilters.
123-140 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:05 Pagina 129
130
STARTEN
EN RIJDEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
RUITENSPROEIERVLOEISTOF
fig. 1
Trek voor het bijvullen van de vloeistof de
dop Dvan het reservoir totdat u een klik
hoort.
Giet vervolgens langzaam een mengsel van
water en TUTELA PROFESSIONAL SC
35 in het reservoir, in de volgende meng-
verhouding:
30% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en
70% water in de zomer.
50% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en
50% water in de winter.
Bij temperaturen onder –20°C TUTELA
PROFESSIONAL SC 35 onverdund ge-
bruiken.
Controleer visueel het niveau van de vloei-
stof in het reservoir.
Sluit de dop Ddoor hem in het midden in
te drukken. MOTORKOELVLOEISTOF
fig. 1
Het niveau van de koelvloeistof moet ge-
controleerd worden bij een koude motor
en moet tussen het MIN- en MAX-merk-
teken op het expansiereservoir staan.
Een te laag niveau bijvullen door een
mengsel van gedemineraliseerd water en
50% PARAFLU UP van FL Selenia lang-
zaam via de vulopening Cvan het expan-
siereservoir te gieten.
Een mengsel van 50 % PARAFLU UP en
50 % gedemineraliseerd water beschermt
tot een temperatuur van –35°C.
Onder uitzonderlijk strenge klimatologi-
sche omstandigheden, verdient het aan-
beveling mengsel van 60% PARAFLU UP
en 40% gedemineraliseerd water te ge-
bruiken.Het motorkoelsysteem ge-
bruikt PARAFLU UP-koel-
vloeistof. Gebruik voor het
eventueel bijvullen vloeistof
met dezelfde specificaties als waarmee
het motorkoelsysteem is gevuld.
PARAFLU UP-koelvloeistof kan niet
worden gemengd met welke andere
koelvloeistof dan ook. Als dit toch ge-
beurt, mag de motor absoluut niet wor-
den gestart en moet u zich tot het
Abarth Servicenetwerk wenden.
Het koelsysteem staat onder
druk. Vervang de dop zono-
dig alleen door een exemplaar van
hetzelfde type, anders kan de werking
van het systeem in gevaar worden ge-
bracht. Draai bij een warme motor de
dop van het expansiereservoir nooit
los: gevaar voor brandwonden.
OPGELET
Rijd niet met een leeg rui-
tensproeierreservoir: de wer-
king van de ruitensproeiers is zeer be-
langrijk voor een goed zicht.
Enkele in de handel verkrijgbare rui-
tensproeiervloeistoffen zijn licht ont-
vlambaar. In de motorruimte bevin-
den zich warme onderdelen die bij
contact de vloeistof kunnen doen ont-
branden.
OPGELET
123-140 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:05 Pagina 130