BESCHRIJVING
2-2
2
DAU10420
Aanzicht rechterzijde1. Bagageriembevestiging (pagina 3-25)
2. Helmbevestiging (pagina 3-20)
3. Zekeringenkastje 1 (pagina 6-32)
4. Hoofdzekering (pagina 6-32)
5. Zekering brandstofinjectiesysteem (pagina 6-32)
6. Accu (pagina 6-30)
7. Luchtfilterelement (pagina 6-18)
8. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-24)9. Radiatorvuldop (pagina 6-15)
10.Koelvloeistofreservoir (pagina 6-15)
11.Olievuldop (pagina 6-12)
12.Aftapplug koelvloeistof (pagina 6-16)
13.Motoroliepeilstok (pagina 6-12)
14.Rempedaal (pagina 3-15)
15.Remlichtschakelaar (pagina 6-23)
16.Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-24)
U13SD1D0.book Page 2 Friday, July 4, 2008 6:38 PM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
LET OP
DCA10021
Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.OPMERKING
Bij machines met een of meer radiator-
koelvinnen schakelt de radiatorkoelvin
automatisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur in de radia-
tor.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-41 nadere instructies ver-meld.
U13SD1D0.book Page 5 Friday, July 4, 2008 6:38 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-16
6
3. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimumni-
veau bevindt, verwijder dan paneel B.
(Zie pagina 6-7.)
4. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwijder alleen
de dop van het koelvloeistofreser-
voir. Probeer nooit om de radiator-
vuldop te verwijderen als de motor
koud is.
[DWA15161]
LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezig is, gebruik
dan in plaats daarvan gedistilleerd
water of onthard leidingwater. Ge-
bruik geen hard water of zout water,dit is schadelijk voor de motor. Als
er in plaats van koelvloeistof water
is gebruikt, vervang dit dan zo snel
mogelijk door koelvloeistof, anders
is het systeem niet beschermd te-
gen vorst en corrosie. Als er water
aan de koelvloeistof is toegevoegd,
laat dan een Yamaha dealer zo snel
mogelijk het antivriesgehalte van
de koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
de koelvloeistof afneemt.
[DCA10472]
5. Monteer het paneel.
DAU39003
Om de koelvloeistof te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder de stroomlijnpanelen B en
C. (Zie pagina 6-7.)
3. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
4. Verwijder de radiatorvuldop.
WAARSCHUWING! Probeer nooit
om de radiatorvuldop te verwijde-
ren als de motor warm is.
[DWA10381]
5. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof om het koelsysteem af te tappen.
6. Verplaats de slangklem in de getoon-
de richting, en ontkoppel dan de radia-
torslang om de radiator te legen.
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1. Dop koelvloeistofreservoirInhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1. Radiatorvuldop
U13SD1D0.book Page 16 Friday, July 4, 2008 6:38 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
7. Verwijder het koelvloeistofreservoir
door de bouten los te halen.
8. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir en keer dan het koelvloei-
stofreservoir ondersteboven om het
leeg te maken.9. Spoel het koelsysteem nadat alle koel-
vloeistof is uitgestroomd grondig door
met schoon leidingwater.
10. Monteer het koelvloeistofreservoir
door de bouten aan te brengen.
11. Sluit de radiatorslang aan, en zet de
slangklem daarna weer terug in de
oorspronkelijke positie.
12. Breng de aftapplug voor koelvloeistof
aan en zet deze dan vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
OPMERKINGControleer of de ring beschadigd is en ver-vang indien nodig.13. Giet de aanbevolen koelvloeistof in het
reservoir tot aan de merkstreep voor
maximumniveau en breng dan de dop
van het koelvloeistofreservoir aan.
14. Giet de aanbevolen koelvloeistof in de
radiator totdat deze vol is.
15. Breng de radiatorvuldop aan, start de
motor, laat deze een paar minuten sta-
tionair draaien en zet hem dan uit.
16. Verwijder de radiatorvuldop om het
koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig koelvloei-
1. Aftapplug koelvloeistof
2. Slangklem
3. Radiatorslang
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofreservoir
3. Bout
Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol anti-
vries met corrosieremmers voor alu-
minium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Inhoud radiator (inclusief alle leidin-
gen):
2.30 L (2.43 US qt, 2.02 Imp.qt)
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan
de merkstreep voor maximumni-
veau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
U13SD1D0.book Page 17 Friday, July 4, 2008 6:38 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
stof bij tot het niveau boven in de radia-
tor staat en breng dan de
radiatorvuldop aan.
17. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
18. Breng de stroomlijnpanelen aan.
DAU36762
Luchtfilterelement Het luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vraag een Yamaha dealer het luchtfil-
terelement te vervangen.
DAU44733
Stationair toerental controleren Controleer het stationair toerental en laat
het indien nodig door een Yamaha dealer
afstellen.
Stationair toerental:
1250–1350 tpm
U13SD1D0.book Page 18 Friday, July 4, 2008 6:38 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
DAU23705
Zekeringen vervangen De hoofdzekering, de zekering van de
brandstofinspuiting en zekeringenkastje 1
zitten onder het bestuurderszadel. (Zie pa-
gina 3-19.)
Zekeringenkastje 2 bevindt zich onder pa-
neel A. (Zie pagina 6-7.)Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstigeschade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Hoofdzekering
2. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Zekeringenkastje 1
5. Backup-zekering (voor kilometerteller, klok
en startblokkeersysteem)
6. Zekering ETV (elektronische smoorklep)
7. Reservezekering
1. Zekeringenkastje 2
2. Zekering linker radiatorkoelvin
3. Zekering rechter radiatorkoelvin
4. Zekering signaleringssysteem
5. Zekering ontstekingssysteem
6. Zekering achterlichtcircuit
7. Koplampzekering
8. Reservezekering
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
15.0 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 A × 2
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering achterlichtcircuit:
7.5 A
Koplampzekering:
15.0 A
U13SD1D0.book Page 32 Friday, July 4, 2008 6:38 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-42
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1040
Verwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen
de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze links-om en verwijder de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U13SD1D0.book Page 42 Friday, July 4, 2008 6:38 PM
SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2040 mm (80.3 in)
Totale breedte:
705 mm (27.8 in)
Totale hoogte:
1100 mm (43.3 in)
Zadelhoogte:
850 mm (33.5 in)
Wielbasis:
1380 mm (54.3 in)
Grondspeling:
130 mm (5.12 in)
Kleinste draaicirkel:
3600 mm (141.7 in)Gewicht:Incl. olie en brandstof:
185.0 kg (408 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling:
4-cilinder, parallel vooroverhellend
Slagvolume:
599.0 cm³
Boring × slag:
67.0 × 42.5 mm (2.64 × 1.67 in)
Compressieverhouding:
13.10 :1
Startsysteem:
Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Type:
SAE 10W-40 of SAE 10W-50 of SAE 15W-
40 of SAE 20W-40 of SAE 20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie:
Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon:
2.40 L (2.54 US qt, 2.11 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
2.60 L (2.75 US qt, 2.29 Imp.qt)Koelsysteem:Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen):
2.30 L (2.43 US qt, 2.02 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:
Papieren element met oliecoatingBrandstof:Aanbevolen brandstof:
Uitsluitend loodvrije superbenzine
Inhoud brandstoftank:
17.3 L (4.57 US gal, 3.81 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
3.5 L (0.92 US gal, 0.77 Imp.gal)Brandstofinjectie:Gasklephuis:
Fabrikant:
MIKUNI
Type/hoeveelheid:
41EIDW/1
Bougie(s):Fabrikant/model:
NGK/CR10EK
Elektrodenafstand:
0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)Koppeling:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellingsbak:Primair reductiesysteem:
Recht tandwiel
Primaire reductieverhouding:
85/41 (2.073)
Secundair reductiesysteem:
Kettingaandrijving
Secundaire reductieverhouding:
45/16 (2.813)
Type versnellingbak:
Constant mesh, 6 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
Overbrengingsverhoudingen:
1e:
31/12 (2.583)
2e:
32/16 (2.000)
3e:
30/18 (1.667)
4e:
26/18 (1.444)
5e:
27/21 (1.286)
6e:
23/20 (1.150)
U13SD1D0.book Page 1 Friday, July 4, 2008 6:38 PM