79
STUURWIEL-
HENDELS
LINKER HENDEL
Met de linker hendel wordt het
grootste deel van de buitenverlichting
bediend. Als de contactsleutel is ver-
wijderd, wordt met een geluidssignaal
aangegeven dat de buitenverlichting
is ingeschakeld.
De buitenverlichting werkt als het
contactslot in stand Mstaat.
Buitenverlichting (fig. 84)
Dit wordt ingeschakeld als de draai-
schakelaar Avan stand 0in stand
wordt gezet.Dimlichten (fig. 85)
Deze worden ingeschakeld als de
draaischakelaar Avan stand in
stand
wordt gedraaid.
Op het instrumentenpaneel gaat het
lampje
branden.Follow me home
(indien aanwezig - fig. 86)
Met deze functie wordt een bepaalde
periode ingesteld (45 seconden)
waarin de ruimte voor de auto wordt
verlicht; de functie worden ingescha-keld door bij contactslot in stand Sof bij
verwijderde sleutel de linker hendel in
de richting van het dashboard te
drukken. Deze functie wordt ingesteld
door de hendel binnen 2 minuten na
het uitschakelen van de motor te be-
dienen.
Als de auto is voorzien van automa-
tische inschakeling van de buitenver-
lichting en de dimlichten, dan wordt
de “follow me home”-functie auto-
matisch ingeschakeld als de portieren
worden geopend.
fig. 84
L0B0416b
fig. 85
L0B0417b
fig. 86
L0B0418b
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:03 Pagina 79
96
IN HET INTERIEUR
ONDERSTE
DASHBOARDKASTJE (fig. 109)
Trek aan handgreep Aom het kastje
te openen.
Door de sleutel te verdraaien wordt
het slot van het kastje ont- of ver-
grendeld.Met deze aansluiting kunnen eerder
opgenomen beelden direct op het dis-
play van het systeem worden weerge-
geven.
BOVENSTE “VERBORGEN”
DASHBOARDKASTJES
(fig. 111 - 112)
Druk op knop Aom de kastjes te
openen.
Rijd niet met een ge-
opend kastje: hierdoor zou
bij een ongeval een passa-
gier gewond kunnen raken.Rijd nooit met geopende
kastjes: hierdoor zou bij
een ongeval een passagier
gewond kunnen raken.
fig. 109
L0B0088b
fig. 111
L0B0459b
fig. 112
L0B0460b
AUDIO-VIDEO-AANSLUITING
(indien aanwezig - fig. 110)
In het dashboardkastje bevindt zich
de AUDIO-VIDEO-aansluiting A,
waarmee een camera op het infotele-
matica-systeem CONNECT Nav+
aangesloten kan worden (deze func-
tie is op dit moment niet beschik-
baar).
fig. 110
L0B0293b
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 96
103
Zonneklepverlichting (fig. 131)
Als het contactslot in de stand M
staat en het klepje Bvan de zonneklep
wordt geopend, gaan de lichtunits A
naast de spiegel branden. Dankzij
deze verlichting kan het spiegeltje ook
worden gebruikt als het omgevings-
licht zwak is.Verlichting dashboardkastje
(fig. 132)
Als het contactslot in de stand M
staat, gaat de verlichting Aautoma-
tisch branden als het kastje wordt ge-
opend.Instapverlichting (fig. 133)
Lichtunit Abevindt zich in de voor-
portieren en gaat automatisch bran-
den als het betreffende portier wordt
geopend, ongeacht de stand van het
contactslot.
fig. 131
L0B0086b
fig. 132
L0B0258b
fig. 133
L0B0259b
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 103
119
Als de sensoren signaleren dat de
auto kan gaan slippen, grijpt het ESP
in op de motorwerking en de remmen
waardoor een stabiliserend koppel
ontstaat.
De mogelijkheden van
het systeem wat betreft de
actieve veiligheid, mogen
er nooit toe leiden dat de bestuur-
der onnodige risico’s neemt. Het
rijgedrag moet altijd worden aan-
gepast aan de omstandigheden
(het wegdek, het zicht en het ver-
keer). De verantwoordelijkheid
voor de verkeersveiligheid ligt al-
tijd en overal bij de bestuurder
van de auto.
Het ESP ondersteunt de bestuurder
om de auto onder controle te houden
als de banden de grip verliezen. De
krachten die door het ESP worden ge-
leverd om de stabiliteit van de auto te
bewaren zijn altijd afhankelijk van de
grip van de banden op de ondergrond. WERKING VAN HET ESP
Het ESP wordt automatisch inge-
schakeld als de motor wordt gestart;
de functie kan handmatig worden in-
en uitgeschakeld door knop A
(fig. 156) op het dashboard in te
drukken.
De belangrijkste componenten van
het ESP zijn:
– een elektronische regeleenheid, die
in staat is om de signalen van de sen-
soren te verwerken en de beste wer-
king in te stellen;
– een hoeksensor die de stand van
het stuur signaleert;
– vier sensoren die de draaisnelheid
van alle wielen signaleren;
– een remdruksensor;
fig. 156
L0B0112b
– een gierhoeksensor waarmee de
draaiing van de auto om de verticale
as wordt gesignaleerd;
– een dwarsversnellingssensor (cen-
trifugale kracht).
Het hart van het systeem is de ESP-
regeleenheid; deze ontvangt de gege-
vens van de sensoren in de auto en be-
rekent de centrifugale krachten die
worden opgewekt als de auto in een
bocht rijdt. De gierhoeksensor meet de
draaiing van de auto om de verticale
as. De centrifugale krachten die wor-
den opgewekt als de auto in een bocht
rijdt, worden echter gemeten door een
zeer gevoelige dwarsversnellingssen-
sor.
De stabiliserende werking van het
ESP is afhankelijk van de door de
elektronische regeleenheid van het
systeem uitgevoerde berekeningen;
deze verwerkt de signalen die worden
ontvangen van de stuurhoeksensor, de
dwarsversnellingssensor en de draai-
snelheid van elk wiel. Met behulp van
deze signalen kan de regeleenheid de
gewenste uitkomst van de bestuurder
herkennen als de bestuurder het stuur
verdraait.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 119
125
– in het dashboard en met een gro-
ter kussen voor de voorpassagier.
De frontairbags (bestuurder en pas-
sagiers) zijn ontworpen om de inzit-
tenden te beschermen bij een middel-
zware frontale botsing door een kus-
sen tussen de inzittende en het stuur-
wiel of het dashboard te plaatsen.
Bij een frontale botsing verwerkt een
elektronische regeleenheid de signa-
len van de vertragingssensoren en
laat, als dat nodig is, het kussen op-
blazen, afhankelijk van de ontvangen
informatie.
Het kussen wordt onmiddellijk op-
geblazen om te voorkomen dat het li-
chaam van de inzittenden voor tegen
de interieurcomponenten komen;
hierdoor kunnen verwondingen ont-
staan. Het kussen loopt onmiddellijk
leeg.
Bij een ongeval kan een inzittende
die de veiligheidsgordel niet heeft om-
gelegd in contact komen met de nog
niet volledig opgeblazen airbag. In dat
geval beschermt de airbag de inzit-
tende minder. De frontairbags (be-stuurder en passagier) vervangen de
veiligheidsgordels niet, maar zijn een
aanvulling op de gordels; draag dus
altijd gordels. Dit is bovendien wette-
lijk verplicht in Europa en in veel lan-
den buiten Europa.
Bij lichte frontale botsingen (waar-
bij het voldoende is dat alleen de vei-
ligheidsgordels de inzittenden be-
schermen) worden de airbags niet in-
geschakeld.
Bij botsingen tegen vervormbare of
bewegende objecten (zoals palen van
verkeersborden, ijs- of sneeuwhopen,
geparkeerde auto’s enz.), bij botsin-
gen van achteren (zoals een aanrij-
ding door een andere auto) en bij
flankbotsingen met een andere auto
of een veiligheidsbarrière (zoals onder
vrachtwagens of tegen de vangrail)
worden de airbag niet ingeschakeld,
omdat ze geen extra bescherming bie-
den; de veiligheidsgordels bieden in
dat geval bescherming en het is dus
niet van belang dat de airbags in-
schakelen.
De airbags worden in dit geval niet
ingeschakeld; dit duidt echter niet op
een onjuiste werking van het systeem.ZEER GEVAAR-
LIJK: De auto is
voorzien van een
airbag aan de passagierszijde.
Plaats geen kinderzitjes op de pas-
sagiersstoel voor. Als er geen an-
dere mogelijkheid is, moet altijd
de airbag aan passagierszijde wor-
den uitgeschakeld als het kinder-
zitje op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst. Ook als het niet
wettelijk verplicht is, moet voor
een betere bescherming van de
volwassenen, de airbag onmiddel-
lijk worden ingeschakeld als er
geen kinderen meer worden ver-
voerd.
FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
De frontairbag aan de passagiers-
zijde is ontworpen en afgesteld om de
bescherming te verhogen, van een in-
zittende die de veiligheidsgordel heeft
omgelegd.
Het volume van het maximaal opge-
blazen kussen is zodanig dat het
grootste deel van de ruimte tussen het
dashboard en de inzittende is gevuld.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 125
126
Handmatig uitschakelen van de
frontairbag passagierszijde
Als beslist een kind op de voorstoel
moet worden vervoerd, kan de front-
airbag aan passagierszijde worden
uitgeschakeld.
De airbag kan worden uitgeschakeld
met de contactsleutel in de sleutel-
schakelaar rechts aan de zijkant op
het dashboard (fig. 161). De schake-
laar kan alleen worden bereikt als het
portier is geopend.
De sleutelschakelaar kan in twee
standen worden gezet:
stand 1 (ON): frontairbag passa-
gierszijde ingeschakeld, lampje §ge-
doofd; het is beslist verboden om kin-
deren op de voorstoel te vervoeren;stand 2 (OFF): frontairbag passa-
gierszijde uitgeschakeld, lampje §
brandt; kinderen kunnen op de voor-
stoel worden vervoerd als zij be-
schermd worden met een daarvoor
bestemd systeem.
Het lampje §blijft branden, totdat
de passagiersairbag weer wordt inge-
schakeld.
Als de frontairbag aan de passa-
gierszijde wordt uitgeschakeld, wordt
de werking van de zij-airbags niet ge-
wijzigd.
Als het portier is geopend, kan de
sleutel in beide standen uit de sleutel-
schakelaar worden gehaald of in wor-
den gestoken.ZIJ-AIRBAGS
(SIDEBAG - HEADBAG)
De zij-airbags verhogen de bescher-
ming van de inzittenden bij een mid-
delzware flankbotsing.
Ze bestaan uit een zich onmiddellijk
opblazend kussen:
– de sidebag bevindt zich in de rug-
leuning van de voorste stoelen (eerste
rij); door deze oplossing staat het kus-
sen altijd in de optimale stand ten op-
zichte van de inzittende, ongeacht de
stand van de stoel;
– de headbag bestaat uit een “gor-
dijn” en bevindt zich in de zijbekle-
ding van het dak onder een speciale
kap, waardoor het kussen naar
beneden uitvouwt. Deze oplossing is
gekozen om het hoofd te beschermen
en biedt aan de inzittenden van alle
drie de rijen zitplaatsen de maximale
bescherming bij een flankbotsing. De
gordijnvorm biedt de beste prestaties
door het grote oppervlak en het zelf-
richtende effect ook als het niet wordt
ondersteund.
fig. 161
L0B0113b
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 126
129
Plaats geen stickers of
andere objecten op het
stuur, op het deksel van de
airbag aan passagierszijde of de
zijkant van de hemelbekleding.
Plaats geen voorwerpen op het
dashboard aan de passagierszijde
(bijv. een mobiele telefoon), omdat
deze het correct openen van de
airbag aan passagierszijde kunnen
hinderen en de inzittenden ernstig
kunnen verwonden.
Rijd niet met voorwerpen
op schoot, of voor de buik
en rijd vooral niet met
bijv. een pijp of potlood in de
mond; als de airbag wordt geacti-
veerd, kunnen hierdoor ernstige
verwondingen ontstaan.Als het contactsleutel is
ingestoken en het contact-
slot in stand M staat, kun-
nen de airbags worden geacti-
veerd, ook bij uitgeschakelde mo-
tor en stilstaande auto, als de auto
wordt aangereden door een rij-
dende auto. Daarom mogen, ook
bij een stilstaande auto, beslist
geen kinderen op de voorstoel
worden geplaatst.
De airbags worden echter niet bij
een stilstaande auto ingeschakeld
als de sleutel is uitgenomen of het
contactslot is uitgeschakeld; als de
airbags in deze situatie niet in-
schakelen, duidt dit niet op een
storing in het systeem.Als de auto onderworpen
is geweest aan diefstal of
een diefstalpoging, bij opzet-
telijke beschadigingen, overstro-
mingen waarbij de auto onder wa-
ter is geweest, laat dan het air-
bagsysteem door de Lancia-dealer
controleren.
Was de rugleuning van
de voorstoelen niet met
water of stoom m.b.v. een
automatisch wasapparaat.
Bedek de rugleuning van
de zitplaatsen voor en ach-
ter nooit met bekleding of
hoezen, die niet geschikt zijn voor
het gebruik in combinatie met een
zijairbag.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 129
161
Lamp
Buitenverlichting voor
Dimlicht:
– halogeenlamp
– Xenon gasontladingslamp
Grootlicht
Mistlampen voor
Richtingaanwijzers:
– voor
– op flank
– achter
Remlichten en buitenverlichting achter
Derde remlicht
Achteruitrijlicht
Mistachterlicht
Kentekenverlichting
Plafondverlichting interieur
Bagageruimteverlichting
Verlichting dashboardkastje
Verlichting zonneklepspiegels
Dorpelverlichting
Wattage
5W
55W
35W
55W
55W
21W
5W
21W
21W/5W
5W
21W
21W
5W
5W
5W
5W
5W
5W
Type
W5W
H7
D15
H7
H3
PY21W
WY5W
PY21W
P21/5W
W5WF14
P21W
P21W
W5W
W5W
W5W
W5W
W5W
W5W
Figuur 11
A
C
E
C
D
B
A
B
B
A
B
B
A
A
A
A
A
A
152-182 Phedra OLA 5-06-2008 11:14 Pagina 161
152-182_Phedra_OLA.pdf 1030-07-2008 08:50:25