Page 45 of 254

44DASHBOARD EN BEDIENING
START-/CONTACTSLOT
De sleutel kan in 3 standen (fig. 15) worden gedraaid:
❍STOP: motor uit, sleutel uitneembaar, stuur geblok-
keerd. Enkele elektrische installaties werken (bijv. au-
toradio, elektrische ruitbediening enz.).
❍MAR: contact aan. Alle elektrische installaties wer-
ken
❍AVV: starten van de motor.
Het contactslot is uitgerust met een veiligheidsmechanis-
me dat, als de motor niet start, de gebruiker verplicht om
de sleutel op STOP te zetten alvorens het starten te her-
halen.STUURSLOT
Inschakelen
Zet de sleutel in stand STOP, trek de sleutel uit het start-
/contactslot en draai het stuur totdat het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur iets heen en weer, terwijl u de sleutel in
stand MAR draait.
WAARSCHUWING In sommige parkeerstanden (bijv. met
gedraaide wielen) kan de benodigde kracht voor het uit-
schakelen van de stuurslot aanzienlijk zijn.
fig. 15L0E0107m
Verwijder de sleutel nooit als de auto nog in
beweging is. Het stuur blokkeert in dat ge-
val bij de eerste stuurbeweging automatisch.
Dit geldt altijd, ook als de auto gesleept wordt. Het
is streng verboden om de-/montagewerkzaamheden
uit te voeren waarvoor wijzigingen in de stuurin-
richting of de stuurkolom vereist zijn (bijv. bij mon-
tage van een diefstalbeveiliging). Hierdoor kunnen
de prestaties van het systeem, de garantie en de vei-
ligheid in gevaar worden gebracht en voldoet de au-
to niet meer aan de typegoedkeuring.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 44
Page 46 of 254
DASHBOARD EN BEDIENING45
1
ZITPLAATSEN
ZITPLAATSEN VOOR
Verstellen in lengterichting fig. 16
Trek hendel A omhoog en schuif de stoel naar voren of
naar achteren: als u rijdt, moeten de armen licht gebo-
gen zijn en de handen op de rand van het stuur rusten.
Verstel de zitplaatsen alleen als de auto stil-
staat.
Laat de hendel los en controleer of de stoel
goed geblokkeerd is door deze naar voren en
naar achteren te schuiven. Als de stoel niet is
geblokkeerd, kan de stoel plotseling verschuiven
waardoor u de controle over de auto zou kunnen ver-
liezen.
Rugleuning verstellen fig. 16
Draai knop B.
fig. 16L0E0008m
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 45
Page 47 of 254
46DASHBOARD EN BEDIENING
Hoogteverstelling fig. 16
Bedien de hendel C en verplaats de zitting omhoog of om-
laag totdat de gewenste zithoogte is bereikt.
Lendensteun verstellen (bestuurdersstoel) fig. 16
U kunt het steunvlak van de rugleuning aanpassen door
aan knop D te draaien.ZITPLAATSEN ACHTER fig. 18
Ontgrendelen van de rugleuning
Trek de hendel A (een per zijde) omhoog om respectie-
velijk het rechter en linker deel van de rugleuning te ont-
grendelen.
Verschuifbare achterbank
De zitplaatsen op de achterbank kunnen in de lengte wor-
den versteld (max. 80 mm. naar voren of naar achteren).
Bedien de hendel B (een per zijde) om de zitplaatsen naar
voren of naar achteren te schuiven.
fig. 18L0E0010m
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 46
Page 48 of 254

DASHBOARD EN BEDIENING47
1
HOOFDSTEUNEN
VOOR fig. 19
De hoofdsteunen zijn in hoogte verstelbaar.
❍Omhoog: trek de hoofdsteun omhoog totdat hij hoor-
baar vergrendelt.
❍Omlaag: druk op de knop A en duw de hoofdsteun om-
laag.
ACHTER (waar voorzien) fig. 19
De hoofdsteunen verwijderen:
druk de knoppen B en C aan de zijkant van de twee steunen
tegelijk in en trek de hoofdsteunen vervolgens omhoog. De
hoofdsteunen mogen alleen met losgehaakte rugleuning in
geheel neergeklapte stand worden verwijderd.
De hoofdsteunen mogen alleen worden ver-
steld als de auto stilstaat en de motor uit is.
De hoofdsteunen moeten zo ingesteld wor-
den dat ze het hoofd, en niet de nek, ondersteunen.
Alleen in dat geval bieden ze bescherming. Voor een
optimale bescherming, moet de rugleuning zo zijn
ingesteld dat u rechtop zit en dat uw hoofd zich zo
dicht mogelijk bij de hoofdsteun bevindt.
fig. 19L0E0011m
Om de hoofdsteun te kunnen gebruiken:
trek de hoofdsteun omhoog totdat hij hoorbaar vergren-
delt.
Om de hoofdsteun te verlagen:
druk op de knop B. De hoofdsteunen hebben een speciaal
op de rugleuning aansluitende vorm die de passagiers op
de achterbank dwingt ze correct in te stellen.
WAARSCHUWING Als de zitplaatsen achter gebruikt
worden, moeten de hoofdsteunen altijd volledig zijn uit-
getrokken.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 47
Page 49 of 254

48DASHBOARD EN BEDIENING
STUUR
Het stuurwiel kan zowel axiaal als verticaal worden ver-
steld.
Ga voor het verstellen als volgt te werk: trek de hendel fig.
20 omhoog in stand 1, plaats het stuur in de gewenste
stand en vergrendel de hendel door deze naar voren te
drukken (stand 2).
SPIEGELS
BINNENSPIEGEL fig. 21
De binnenspiegel is voorzien van een beveiligingsmechanis-
me, waardoor de spiegel bij een krachtig contact met een in-
zittende losschiet. Met het hendeltje A kan de spiegel in twee
standen worden gezet: normale of anti-verblindingsstand.
ELEKTROCHROOM BINNENSPIEGEL
(waar voorzien)
Bepaalde uitvoeringen zijn voorzien van een elektrochroom
spiegel met automatische bescherming tegen verblinding.
Onderaan de spiegel bevindt zich ON/OFF toets voor het in-
/uitschakelen van deze functie. Bij het inschakelen van de
functie gaat een led op de spiegel branden.
Bij het inschakelen wordt de achteruitkijkspiegel altijd
tegen fel inschijnend licht gedimd.
Het stuur mag alleen worden versteld als de
auto stilstaat.
fig. 21L0E0013mfig. 20L0E0012m
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 48
Page 50 of 254
DASHBOARD EN BEDIENING49
1
BUITENSPIEGELS fig. 22
Ga voor het verstellen als volgt te werk:
❍met schakelaar B kiest u welke spiegel (links of rechts)
u wilt verstellen;
❍met bedieningstoets A kunt u de spiegel in 4 richtin-
gen afstellen.Inklappen fig. 23
Indien nodig (bijv. bij nauwe doorgangen) kunnen de bui-
tenspiegels worden ingeklapt door ze van stand 1 (open)
in stand 2 (gesloten) te zetten.
Bij sommige uitvoeringen kunnen de buitenspiegels via
een bedieningsknop elektrisch worden ingeklapt.
fig. 22L0E0014mfig. 23L0E0015m
Tijdens het rijden moeten de spiegels altijd
in stand 1 staan. De spiegel aan bestuur-
derszijde is bol, waardoor de afstandswaar-
neming enigszins wordt beïnvloed.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 49
Page 51 of 254
50DASHBOARD EN BEDIENING
KLIMAATREGELING
UITSTROOMOPENINGEN EN LUCHTROOSTERS fig. 24
1. Vaste luchtroosters voor ontwaseming/ontdooiing van de voorruit – 2. Verstelbare uitstroomopeningen in het mid-
den – 3. Verstelbare uitstroomopeningen aan de zijkanten – 4. Vaste luchtroosters voor ontwasemen of ontdooien zij-
ruiten – 5. Onderste luchtroosters – 6. Verstelbaar luchtrooster onder voor zitplaatsen achter.
L0E0016mfig. 24
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 50
Page 52 of 254
DASHBOARD EN BEDIENING51
1
KLIMAATREGELING, HANDBEDIEND
L0E0017mfig. 25
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 25
A. Draaiknop voor regeling luchttemperatuur (rood-
warm/blauw-koud)
B. Draaiknop voor in-/uitschakeling klimaatregelaar en
regeling aanjagersnelheid. Als u de draaiknop indrukt
wordt de klimaatregeling ingeschakeld en gaat de led
op de draaiknop branden; hiermee kan het interieur
snel worden afgekoeld. C. Draaiknop voor instelling luchtverdeling
μop het lichaam en de zijruiten
∑op het lichaam, de zijruiten en de beenruimte
∂alleen op de beenruimte
∏op de beenruimte en de voorruit
-alleen op de voorruit.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 51