2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
4
!
ALVORENS DE MOTOR TE STARTEN
WAARSCHUWING: (ALEEN DIESELMOTOR)
Om zorg te dragen voor voldoende
vacuum voor de rembekrachtiging bij een koude start, is het noodzakelijk de motor na het starten even stationair te latenlopen.
8. Schakel verlichting en accessoires
uit die niet benodigd zijn.
9. Controleer met de contactsleutel in de stand "ON" of de betreffendecontrolelampen branden en of ervoldoende brandstof in de tank aanwezig is.
C020A01CM-GXT Voer alvorens de motor te starten altijd de volgende controles uit:
1. Controleer de wagen op lekke
banden, olie- of koelvloeistofle- kkage of andere tekenen van mogelijke problemen.
2. Controleer of alle ruiten en lampen schoon zijn.
3. Controleer na het instappen of de handrem is aangetrokken.
4. Controleer de stand van de
achteruitkijkspiegel en de buitens- piegels en controleer of ze schoon zijn.
5. Controleer of de stoel, rugleuning en hoofdsteun in de juiste stand staan.
6. Controleer of alle portieren gesloten zijn.
7. Gesp uw veiligheidsgordel om en controleer of alle inzittenden deveiligheidsgordel hebben omge-gespt.
!WAARSCHUWING
Zorg altijd voor degelijk schoeisel tijdens het rijden met de auto. Het wordt afgeraden schoenen te dragen met hoge hakken ofschoenen met een groot loopoppervlak zoals "moon" en "snowboots" om te voorkomen datde pendalen niet goed bediend kunnen worden.
!WAARSCHUWING
Wanneer u de auto wilt parkeren of
stilzetten terwijl de motor draait, zorg er dan voor dat u het gaspedaal niet gedurende langere tijd ingetrapt houdt. Anders kan demotor of het uitlaatsysteem oververhit raken en brand ontstaan.
CM holl-2.p65 5/20/2008, 8:42 AM
4