166
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
De remvloeistof is giftig en
zeer corrosief. Als per onge-
luk remvloeistof wordt gemorst, moe-
ten de betreffende delen onmiddellijk
worden gewassen met water en neu-
trale zeep en daarna met veel water
worden afgespoeld. Bij inslikken dient
onmiddellijk een arts te worden ge-
raadpleegd.
ATTENTIE!
Het symbool πop het re-
servoir geeft aan dat synthe-
tische remvloeistof en geen minerale
vloeistof moet worden gebruikt. Het
gebruik van minerale vloeistoffen
moet absoluut worden vermeden,
omdat de rubbers in het remsysteem
door deze vloeistoffen worden be-
schadigd.
ATTENTIE!
OLIE VAN DE
STUURBEKRACHTIGING
Draai de dop A-fig. 8los: controleer of
de olie tussen het MIN- en MAX-merk-
teken op het oliereservoir staat. Bij zeer
warme olie kan het olieniveau boven het
MAX-merkteken staan.
Zo nodig kan het niveau worden bijgevuld
met olie, die dezelfde specificaties moet
hebben als de reeds in het systeem aan-
wezige olie.
fig. 8F0T0081m
Voorkom dat de olie van de
stuurbekrachtiging in con-
tact komt met warme delen van de
motor: de olie is licht ontvlambaar.
ATTENTIE!
Het olieverbruik van de stuur-
bekrachtiging is zeer laag; als
na het bijvullen de olie binnen
korte tijd weer moet worden
bijgevuld, moet het systeem door het
Fiat Servicenetwerk op eventuele lek-
kage worden gecontroleerd.
167
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
LUCHTFILTER/
POLLENFILTER
Laat het luchtfilter of het pollenfilter ver-
vangen door het Fiat Servicenetwerk.
ACCU
De accu van de auto is “onderhoudsarm”:
onder normale omstandigheden hoeft het
elektrolyt niet bijgevuld te worden met ge-
destilleerd water.
De werking moet echter regelmatig en uit-
sluitend door het Fiat Servicenetwerk of
gespecialiseerd personeel gecontroleerd
worden.ACCU VERVANGEN
Als de accu vervangen wordt, moet een
originele accu met dezelfde specificaties
worden geïnstalleerd.
Als de accu vervangen wordt door een ac-
cu met andere specificaties, vervallen de
onderhoudsintervallen die in het “On-
derhoudsschema” staan aangegeven.
Voor het onderhoud van de nieuwe accu
dient u zich strikt te houden aan de aan-
wijzingen van de fabrikant van de accu.
De vloeistof in de accu is gif-
tig en corrosief. Voorkom
contact met de huid en de ogen.
Houd open vuur en vonkvormende
apparaten verwijderd van de accu:
brand- en ontploffingsgevaar.
ATTENTIE!
Als de accu werkt met een
zeer laag vloeistofniveau,
ontstaat onherstelbare schade aan de
accu en kan de accu openbarsten.
ATTENTIE!
Onoordeelkundige montage
van elektrische en elektroni-
sche apparatuur kan ernstige
schade toebrengen aan de au-
to. Als u na aanschaf van uw auto ac-
cessoires wilt monteren die constante
voeding nodig hebben (diefstalalarm,
mobiele telefoon enz.), raden wij u aan
contact op te nemen met het Fiat Ser-
vicenetwerk. Deze kan u de meest ge-
schikte installaties aanraden en contro-
leren of het noodzakelijk is een accu
met een grotere capaciteit te monteren.
168
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
Accu’s bevatten zeer schade-
lijke stoffen voor het milieu.
Het verdient aanbeveling een
defecte accu door het Fiat
Servicenetwerk te laten vervangen, om-
dat deze beschikt over de uitrusting
voor het op milieuvriendelijke wijze en
conform de wettelijke bepalingen, ver-
werken van defecte accu’s.
Bij werkzaamheden aan de
accu of in de buurt van de
accu, moet u uw ogen altijd bescher-
men met een speciale bril.
ATTENTIE!
Als u de auto langere tijd stalt
in extreem koude omstandig-
heden moet, om bevriezing te
voorkomen, de accu worden
verwijderd en op een verwarmde plaats
worden bewaard.
PRAKTISCHE TIPS
OM DE LEVENSDUUR VAN DE
ACCU TE VERLENGEN
Om het snel ontladen van de accu te voor-
komen en de levensduur te verlengen,
dient u de volgende aanwijzingen nauw-
keurig op te volgen:
❒wanneer u de auto parkeert, controleer
dan of de portieren, deuren en de mo-
torkap goed gesloten zijn. Hiermee
wordt voorkomen dat de interieurver-
lichting blijft branden;
❒schakel de interieurverlichting uit: de
auto is in ieder geval uitgerust met een
systeem voor automatische uitschake-
ling van de interieurverlichting;
❒voorkom zoveel mogelijk het gebruik
van stroomverbruikers als de motor
uitstaat (autoradio, waarschuwings-
knipperlichten enz.);
❒maak voordat werkzaamheden aan de
elektrische installatie van de auto wor-
den uitgevoerd eerst de minpool van de
accu los;
❒de klemmen moeten altijd goed zijn be-
vestigd.Ook is de accu dan gevoeliger voor be-
vriezing (reeds bij temperaturen van
–10°C). Als u de auto langere tijd niet ge-
bruikt, zie dan “Auto langere tijd stallen”
in het hoofdstuk “Starten en rijden”.
Als u na aanschaf van uw auto accessoires
wilt monteren die constante voeding no-
dig hebben (diefstalalarm enz.), of acces-
soires die de elektrische installatie zwaar
belasten, raden wij u aan contact op te ne-
men met het Fiat Servicenetwerk. Dat kan
u de meest geschikte installaties uit het
Fiat Lineaccessori-programma aanraden
en controleren of de elektrische installa-
tie van de auto geschikt is voor het extra
stroomverbruik of dat het noodzakelijk
is een accu met een grotere capaciteit te
monteren.
Enkele van deze stroomverbruikers blij-
ven continu stroom verbruiken ook bij
een uitgezette motor, waardoor de accu
geleidelijk ontlaadt.
169
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
WIELEN EN BANDEN
De spanning van de banden, inclusief het
noodreservewiel, moet regelmatig, om de
twee weken en voor een lange rit, wor-
den gecontroleerd: de bandenspanning
moet bij koude banden worden gecon-
troleerd.
Tijdens het rijden neemt de bandenspan-
ning toe; zie voor de juiste waarde van de
bandenspanning de paragraaf “Wielen” in
het hoofdstuk “Technische gegevens”.
Een onjuiste bandenspanning veroorzaakt
een onregelmatige slijtage van de banden
fig. 9:
Ajuiste spanning: gelijkmatige slijtage van
het loopvlak;
Bte lage spanning: te grote slijtage aan
de zijkanten van het loopvlak;
Cte hoge spanning: te grote slijtage in
het midden van het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen als de
profieldiepte van het loopvlak minder is
dan 1,6 mm. Houdt u echter altijd aan de
bepalingen van het land waarin u rijdt.BELANGRIJKE TIPS
❒Voorkom bruusk remmen, met spin-
nende wielen optrekken, harde con-
tacten tussen banden en stoepranden,
kuilen en andere obstakels. Het lang-
durig rijden op een slecht wegdek kan
de banden beschadigen;
❒controleer de banden regelmatig op
scheuren in de wangen en bulten of slijt-
plekken op het loopvlak. Als u deze ge-
breken constateert, wendt u dan tot
het Fiat Servicenetwerk;
❒rijd nooit met een te zwaar beladen au-
to: hierdoor kunnen de banden en de
velgen ernstig beschadigd worden;❒stop zo snel mogelijk bij een lekke band
en verwissel het wiel om beschadiging
van de band, de velg, de wielophanging
en de stuurinrichting te voorkomen;
❒banden verouderen, ook als zij weinig
of nooit gebruikt zijn. Scheurtjes in het
loopvlak en op de wangen geven aan dat
de band verouderd is. Banden die lan-
ger dan zes jaar onder een auto ge-
monteerd zijn, moeten dan ook door
een specialist worden gecontroleerd.
Dit geldt in het bijzonder voor het re-
servewiel;
❒monteer nooit gebruikte banden of
banden, waarvan de herkomst onbe-
kend is;
❒bij de montage van een nieuwe band
moet ook het ventiel vernieuwd wor-
den;
❒om een gelijke slijtage van de banden op
de vooras en de achteras te verkrijgen,
is het raadzaam de banden om de
10.000 / 15.000 km van as te verwisse-
len. Hierbij moeten de banden aan de-
zelfde zijde van de auto gemonteerd
blijven, zodat een omkering van de
draairichting wordt voorkomen.
fig. 9F0T0013m
173
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
❒luchtverontreiniging;
❒zoutgehalte in de lucht en luchtvoch-
tigheid (gebieden aan zee, warm en
vochtig klimaat);
❒omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elementen,
zoals stoffige omgeving, opwaaiend zand,
modder en steenslag op de lak en de on-
derzijde moet niet worden onderschat.
Fiat heeft voor uw auto de beste techno-
logische oplossingen toegepast om de car-
rosserie efficiënt tegen roest te bescher-
men.De belangrijkste zijn:
❒de toepassing van aangepaste spuit-
technieken en lakproducten die de au-
to de benodigde weerstand tegen roest
en schurende elementen verlenen;
❒het gebruik van verzinkte (of voorbe-
handelde) plaatdelen met een hoge cor-
rosiebestendigheid;
❒het aanbrengen van een gespoten be-
schermende waslaag op de onderzijde,
in de wielkuipen, in de motorruimte en
verschillende holle ruimtes, met een
hoog beschermend vermogen;
❒het aanbrengen van een beschermende
kunststof laag op kwetsbare delen: on-
derzijde van de portieren, binnenzijde
van de spatborden, naden, randen enz.;
❒toepassing van “open” holle ruimtes om
condensvorming te voorkomen en bin-
nendringend water af te voeren, waar-
door roest van binnenuit wordt voor-
komen.CARROSSERIEGARANTIE
Bij de auto is de carrosserie tegen door-
roesten van alle originele componenten
van de carrosserie en van alle dragende
delen gegarandeerd.
Voor de specifieke voorwaarden van deze
garantie wordt verwezen naar de “Service-
en garantiehandleiding”.
193
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD ENBEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
Als bij dieselmotoren in geval van nood geen originele producten beschikbaar zijn, moeten de smeermiddelen minimaal voldoen
aan de specificaties ACEA C2; in dit geval zijn de optimale prestaties van de motor niet gegarandeerd en is het raadzaam de olie zo
snel mogelijk bij het Fiat Servicenetwerk te laten vervangen door het voorgeschreven smeermiddel.
Het gebruik van producten die niet voldoen aan de specificaties ACEA A1/B1 en ACEA C2 kan beschadigingen aan de motor ver-
oorzaken die niet door de garantie gedekt worden.
Vraag bij gebruik onder extreem koude klimatologische omstandigheden het Fiat Servicenetwerk om het juiste product uit de
Selenia-lijn.
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN
SPECIFICATIES EN AANBEVOLEN PRODUCTEN
Gebruik Specificaties van de vloeistoffen en smeermiddelen Smeermiddelen Vervangings-
voor een correct functioneren van de auto en vloeistoffen (originele) interval
Motorolie SAE 5W-30 op synthetische basis,
ACEA A1/B1, met kwalificatie FIAT 9.55535-G1.
Synthetische olie SAE 5W-30
met kwalificatie FIAT 9.55535- S1 Smering voor
benzinemotoren
Smering voor
dieselmotorenSELENIA
MULTIPOWER
Contractual Technical
Reference N° F315.B04
SELENIA WR P.E.
Contractual Technical
Reference N° 510.D07Volgens het Ge-
programmeerde
Onderhouds-
schema
Volgens het Ge-
programmeerde
Onderhouds-
schema
BEPALINGEN VOOR HET VERWERKEN VAN DE AUTO AAN HET EINDE VAN
ZIJN LEVENSDUUR
Al jaren werkt Fiat Group Automobiles hard aan de bescherming van het milieu door de doorlopende verbetering van de produc-
tieprocessen en de ontwikkeling van producten die steeds milieuvriendelijker zijn. Om de cliënten de best mogelijke service te ga-
randeren in overeenstemming met de milieunormen en conform de verplichtingen die voortvloeien uit de 2000/53/EU-richtlijn
voor auto’s die aan het einde van hun levensduur zijn, biedt Fiat aan haar cliënten de mogelijkheid de eigen auto (*) aan het einde
van zijn levensduur in te leveren zonder extra kosten.
De Europese richtlijn voorziet er namelijk in dat de auto kan worden ingeleverd zonder kosten voor de laatste houder en/of eige-
naar als de auto geen of een negatieve marktwaarde heeft. In vrijwel alle landen van de EU konden tot 1 januari 2007 alleen auto’s
zonder kosten worden teruggegeven die vanaf 1 juli 2002 op kenteken waren gezet; vanaf 2007 is het zonder kosten teruggeven van
de auto niet meer afhankelijk van het jaar waarin de auto op kenteken is gezet, “indien het betrokken voertuig voorzien is van de es-
sentiële voertuigonderdelen, met name motor en carrosserie, en geen afval bevat dat aan het afgedankte voertuig is toegevoegd”.
Voor de afgifte van uw auto aan het einde van zijn levensduur kunt u zich zonder aanvullende verplichtingen tot het Fiat Service-
netwerk wenden of tot een van de inzamelings- en verwerkingsbedrijven die door Fiat zijn goedgekeurd. Dergelijke bedrijven zijn
zorgvuldig uitgekozen en bieden een kwaliteitservice voor de inzameling, de verwerking en het hergebruik van onderdelen van bui-
ten gebruik gestelde auto’s met respect voor het milieu.
Voor informatie over de inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u terecht bij het Fiat Servicenetwerk of bel het gratis nummer
00800 3428 0000 of raadpleeg de Fiat internetsite.
(*) Auto met maximaal 9 zitplaatsen voor personenvervoer en een maximaal toelaatbaar gewicht van 3,5 t.
MOTOROLIE VERVERSEN
1.4-1.3 Multijet
Tankinhoud45
Reserve6÷7
De benzinemotoren zijn uitsluitend geschikt voor loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON.
De dieselmotoren zijn uitsluitend geschikt voor dieselbrandstof voor motorvoertuigen (specificatie EN590).
BRANDSTOFTANK (liters)
Fiat Group Automobiles S.p.A. - Customer Services - Technical Services - Service Engineering - Largo Senatore G. Agnelli, 5 - 10040 Volvera - Torino (Italia)
Druknummer 530.02.054 - 12/2008 - 1eeditie
Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de voorgeschreven waarde. Controleer de bandenspanning nogmaals als de banden koud zijn.
Bij winterbanden moet de in de tabel aangegeven waarde van de standaard gemonteerde banden met 0,2 bar verhoogd worden.
Bij rijden met snelheden boven 160 km/h moet de bandenspanning worden verhoogd tot de waarden voor volle belading.
1.4 1.3 Multijetliter kg liter kg
Carter 2,7 2,4 3,0 2,6
Motorcarter en filter 3,0 2,6 3,2 2,8
BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar)
175/70 R14 84 T 2,3 2,2 2,3 2,3 2,5 2,5
185/65 R15 88 T 2,3 2,1 2,3 2,1 2,3 2,3 Bandenmaat STANDAARD BANDEN
Onbelast Bij gemiddelde belading Volbeladen
Voor Achter Voor Achter Voor Achter