175
VEILIGHEID
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STORING EBD
(rood) (geel)
Als de motor draait en tege-
lijkertijd de lampjes
>en
x(bij enkele uitvoeringen
wordt ook een bericht op het
display weergegeven) bij draaiende mo-
tor gaan branden, geeft dit een storing
van het EBD aan; als in deze situatie
krachtig wordt geremd, kunnen de ach-
terwielen vroegtijdig blokkeren, waar-
door de auto kan gaan slippen.
Rijd zeer voorzichtig onmiddellijk naar
het dichtstbijzijnde bedrijf in het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk om het systeem te
laten controleren.
VDC
(waar voorzien)
(geel)
Als u de sleutel in het startsysteem
plaatst, gaat het lampje branden. Na en-
kele seconden moet het lampje doven.
Het lampje knippert als het VDC ingrijpt,
om de bestuurder te waarschuwen dat
het systeem zich aanpast aan de grip op
het wegdek.
VDC uitschakelen
Als het VDC handmatig wordt uitge-
schakeld (door gedurende 2 seconden
op de ASR/VDC-knop te drukken) (zie
de paragraaf “VDC” in het hoofdstuk
“Dashboard en bediening), gaat het
lampje op het instrumentenpaneel bran-
den (bij enkele uitvoeringen wordt ook
een bericht op het display weergege-
ven).
Storing in VDC
Bij een eventuele storing van het VDC,
wordt het systeem automatisch uitge-
schakeld en gaat op het instrumenten-
paneel het lampje
ácontinu branden
(bij enkele uitvoeringen verschijnt ook
een bericht op het display). Wendt u
zich in dat geval zo snel mogelijk tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
STORING ABS
(geel)
Als u de sleutel in het start-
systeem plaatst, gaat het lampje bran-
den. Na enkele seconden moet het
lampje doven.
Het lampje gaat branden (bij enkele uit-
voeringen verschijnt ook een bericht op
het display) als het systeem een storing
vertoont. In dat geval blijft het remsys-
teem normaal werken, maar zonder de
mogelijkheden van het ABS. De auto
kan worden gebruikt, maar wendt u zo
snel mogelijk tot het Alfa Romeo Servi-
cenetwerk.
>
>
xá
165-180 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:56 Pagina 175
ASR
(ANTIDOORSLIPREG
ELING) (geel)
Als u de sleutel in het startsysteem
plaatst, gaat het lampje branden. Na en-
kele seconden moet het lampje doven.
Het lampje knippert als het ASR ingrijpt,
om de bestuurder te waarschuwen dat
het systeem zich aanpast aan de grip op
het wegdek.
ASR uitschakelen
Als het ASR handmatig wordt uitge-
schakeld (door op de ASR / VDC-knop
te drukken (zie de paragraaf “ASR” in
het hoofdstuk “Dashboard en bedie-
ning”) gaat de led op de ASR/VDC-knop
branden (bij uitvoeringen met “Instel-
baar multifunctioneel display” wordt ook
het symbool
Vweergegeven).
Storing in ASR
Bij een storing van de ASR wordt de ASR
automatisch uitgeschakeld en bij uit-
voeringen met een “Instelbaar multi-
functioneel display” wordt het symbool
Vweergegeven. Wendt u zich in dit
geval zo snel mogelijk tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
176
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
á
STORING
BUITENVERLICHTING
(geel)
Het lampje (waar voorzien) gaat bran-
den (bij enige uitvoeringen wordt een
mededeling op het display weergege-
ven) als een storing van de verlichting
wordt gesignaleerd:
– buitenverlichting
– richtingaanwijzers
– mistachterlicht
– kentekenverlichting.
De storing aan de verlichting kan zijn:
het doorbranden van een of meer lam-
pen, het doorbranden van de be-
treffende zekering of de onderbreking
van de elektrische verbinding.
W
STORING HILL
HOLDER
(waar voorzien)
(geel)
Als u de sleutel in het startsysteem
plaatst, gaat het lampje (waar voorzien)
branden. Na enkele seconden moet het
lampje doven.
Als het lampje blijft branden (bij enke-
le uitvoeringen verschijnt een bericht op
het display) geeft dit een storing in het
Hill Holder systeem aan. Wendt u zich
in dit geval tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
*
165-180 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:56 Pagina 176
BRANDSTOF-
RESERVE –
BEPERKTE
ACTIERADIUS
(geel)
Het lampje gaat branden als in de brand-
stoftank nog ongeveer 10 liter brand-
stof aanwezig is. Als de actieradius min-
der dan ongeveer 50 km (of 31 mijl)
bedraagt, wordt op het display bij en-
kele uitvoeringen een waarschuwings-
bericht weergegeven.
CRUISE-CONTROL
(waar voorzien)
(groen)
Het lampje (bij enkele uitvoeringen ver-
schijnt ook een bericht op het display)
gaat branden als de draaiknop van de
cruise-control in de stand
Üwordt ge-
draaid.
STORING SCHEMER-
SENSOR
(waar voorzien)
(geel)
Het lampje (of in plaats daarvan bij en-
kele uitvoeringen een symbool en een
bericht op het display) gaat branden als
een storing van de schemersensor wordt
gesignaleerd.
STORING
PARKEERSENSOREN
(waar voorzien)
(geel)
Het lampje (of in plaats daarvan bij en-
kele uitvoeringen een symbool en een
bericht op het display) gaat branden als
een storing van de parkeersensoren
wordt gesignaleerd.
STORING REGEN-
SENSOR
(waar voorzien)
(geel)
Het lampje(waar voorzien)gaat bran-
den (bij enkele uitvoeringen verschijnt
een bericht op het display) als een sto-
ring van de regensensor wordt gesig-
naleerd.
178
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
1
u
t
K
Ü
ROET- FILTER
VERSTOPT
(dieseluitvoeringen)
(geel)
Het lampje (of in plaats daarvan bij en-
kele utvoeringen, een symbool en een
bericht op het display) gaat branden als
het roetfilter is verstopt en door het rij-
gedrag de automatische regeneratie-
procedure niet gestart kan worden.
Om de regeneratie en daarmee de rei-
niging van het filter mogelijk te maken,
moet met de auto gereden blijven wor-
den, totdat het lampje dooft (of bij en-
kele uitvoeringen, het symbool
h
op het display verdwijnt).
h
AlslampjeKtijdenshet
rijdenknippert,moetu
zichtothetAlfaRomeo
Servicenetwerkwenden.
165-180 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:56 Pagina 178
179
VEILIGHEID
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STORING ANTI-
BEKLEMMINGSFUNC
TIE RUITEN
(geel)
Het lampje (of in plaats daarvan bij en-
kele uitvoeringen een symbool en een
bericht op het display) gaat branden als
een storing van de anti-beklemmings-
functie wordt gesignaleerd.
Wendt u zich in dit geval tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
Voer voordat u zich tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk richt eerst de initialisa-
tieprocedure van de ruiten uit (zie de pa-
ragraaf “Elektrisch bediende ruiten” in
het hoofdstuk “Dashboard en bedie-
ning”). Wendt u tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk als het probleem blijft be-
staan.
TE LAAG
RUITENSPROEIERVL
OEISTOFNIVEAU
(geel)
Het lampje (waar voorzien) gaat bran-
den (bij enkele uitvoeringen verschijnt
ook een bericht op het display) als het
ruitensproeiervloeistofniveau lager wordt
dan de minimale waarde.
5
)
SNELHEIDSLIMIET
OVERSCHREDEN
Als met de auto sneleer wordt
gereden dan de m.b.v. het “Setup-
menu” ingestelde snelheid (bijvoorbeeld
120 km/h) (zie de paragraaf “Multi-
functioneel display” of “Instelbaar mul-
tifunctioneel display” in het hoofdstuk
“Dashboard en bediening”), verschijnt
op het display een waarschuwingsbe-
richt + een rood symbool en klinkt een
geluidssignaal.
STORING TPMS
(waar voorzien)
Bij enkele uitvoeringen ver-
schijnt op het display een bericht + een
geel symbool als een storing van het
bandenspanningcontrolesysteem
(TPMS) wordt gesignaleerd: wendt u
zich in dit geval zo snel mogelijk tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
Als bij een of meer wielen geen sensor
gemonteerd wordt, toont het display
een waarschuwingsmededeling, totdat
de oorspronkelijke situatie weer is her-
steld.
CONTROLE VAN DE
BANDENSPANNING
(waar voorzien)
Bij enkele uitvoeringen verschijnt op het
display een bericht + een geel symbool
om aan de te geven dat de banden-
spanning lager is dan de aanbevolen
waarde, om de optimale levensduur van
de band en een optimaal brandstofver-
bruik te garanderen en/of om een lang-
zaam spanningsverlies te signaleren.
Als twee of meer banden zich in een van
de hiervoor genoemde situaties bevinden,
zal het display achtereenvolgens de aan-
duidingen tonen die op elk van de ban-
den betrekking hebben. Herstel in dat ge-
val de juiste bandenspanning (zie hoofd-
stuk “Technische gegevens”).
X
n
n
165-180 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:56 Pagina 179
180
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
TE LAGE
BANDENSPANNING
(waar voorzien)
Bij enkele uitvoeringen wordt op het dis-
play een bericht + een rood symbool
weergegeven, om aan te geven dat de
spanning van één of meer banden lager
is dan de aanbevolen waarde. Op deze
manier waarschuwt het TPMS-systeem
de bestuurder op het mogelijk gevaarlijk
leeglopen van de band(en) en dus op
een band die waarschijnlijk lek is.
WAARSCHUWINGRijd niet verder
met een of meerdere zachte banden om-
dat de rijveiligheid van de auto in gevaar
kan worden gebracht. Stop de auto en
vermijd bruusk remmen of sturen. Ver-
vang de wiel onmiddellijk door het re-
servewiel (indien aanwezig) of voer de
reparatie met de betreffende set (zie
“Wiel verwisselen” in hoofdstuk “In
noodgevallen”) en wendt u zo snel mo-
gelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
BANDENSPANNING
NIET AANGEPAST
AAN SNELHEID
(waar voorzien)
Als waarschijnlijk harder gereden gaat
worden dan 160 km/h moet de ban-
denspanning worden verhoogd naar de
waarde voor volledige belading (zie de
paragraaf “Bandenspanning bij koude”
in het hoofdstuk “Technische gegevens”).
Bij enkele uitvoeringen verschijnt, als het
TPMS een bandenspanning signaleert bij
één of meer banden die niet geschikt is
voor de snelheid waarmee wordt gere-
den, op het display een bericht + een geel
symbool), die aanwezig blijven, totdat
de voertuigsnelheid weer onder de drem-
pelwaarde zakt.
WAARSCHUWINGVerlaag in dat ge-
val onmiddellijk de snelheid om overver-
hitting van de banden te voorkomen;
door oververhitting kan de band onher-
stelbaar beschadigen en wordt de le-
vensduur aanzienlijk korter. WAARSCHUWINGAls u de reis met
een hoge snelheid wilt voortzetten (snel-
ler dan 160 km/h) en het symbool op
het display gaat branden, dan moet de
auto tot stilstand worden gebracht en de
bandenspanning worden aangepast (zie
de paragraaf “Bandenspanning bij kou-
de” in het hoofdstuk “Technische gege-
vens”).
nn
165-180 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:56 Pagina 180
181
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
II I
N N
N N
O O
O O
D D
G G
E E
V V
A A
L L
L L
E E
N N
In noodgevallen kan gebruik worden gemaakt van het gratis nummer dat in de
Service- en garantiehandleiding staat. Bovendien is het mogelijk om via de site
www.alfaromeo.com naar de dichtstbijzijnde geautoriseerde
dealer in het Servicenetwerk te zoeken.
STARTEN MET EEN HULPACCU............................. 182
WIEL VERWISSELEN ......................................... 183
BANDENREPARATIESET
FIX&GO automatic............................................ 190
LAMP VERVANGEN ............................................ 196
LAMP BUITENVERLICHTING VERVANGEN ............... 199
LAMP INTERIEURVERLICHTING VERVANGEN ........... 205
ZEKERINGEN VERVANGEN .................................. 209
ACCU OPLADEN ................................................ 219
OPKRIKKEN VAN DE AUTO .................................. 220
SLEPEN VAN DE AUTO ....................................... 221
181-222 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:33 Pagina 181
WAARSCHUWINGVerbind de min-
klemmen van de twee accu’s niet direct
met elkaar: eventuele vonken kunnen
het explosieve gas ontsteken dat uit de
accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu
is geïnstalleerd aan boord van een an-
dere auto, mogen tussen deze auto en
de auto met de lege accu niet per on-
geluk metalen delen met elkaar in ver-
binding staan.
STARTEN MET EEN
HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor wor-
den gestart met een hulpaccu, die ten
minste dezelfde capaciteit moet hebben
als de lege accu.
Ga voor het starten te werk zoals in
fig. 1is aangegeven:
❒verbind de pluspolen (+teken na-
bij de pool) van de beide accu’s met
een startkabel;
❒sluit een tweede startkabel aan op
de minpool –van de hulpaccu en op
de massa-aansluiting
Eop de mo-
tor van de auto die gestart moet wor-
den;
❒start de motor;
❒als de motor is aangeslagen, maak
dan de startkabels in de omgekeer-
de volgorde los.
182
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
Als na enige pogingen de motor niet
aanslaat, stop dan met starten en wendt
u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.STARTEN EN
RIJDEN
Gebruikvooreennood-
startbeslistnooiteenac-
cusnellader:hierdoor
kunnendeelektrischesysteemen
enderegelee
nhedenvoorhet
motormanagementsysteemwor-
denbeschadigd.
Dezestartprocedure
magalleenwordenuit-
gevoerddoordaartoeopgeleid
personeel,omdatonjuisteh han-
delingenvo
nkenkunnenver-
oorzaken.Devloeistofinde
accuisgiftigencorrosief.Ver-
mijdhetcontactmetdehuiden
deogen.Kom
ooknietdichtbij
eenaccumetopenvuurofeen
brandendessigaretenveroor-
zaakgeenvonken.
OPGELET
A0E0201mfig. 1
181-222 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:33 Pagina 182
❒als de band op de juiste spanning is
gebracht (zie de paragraaf “Ban-
den” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”), vertrek dan onmiddel-
lijk;
❒als niet binnen 5 minuten een span-
ning van ten minste 1,5 bar wordt
bereikt, maak dan de compressor los
van het ventiel en de stekkerdoos,
verplaats de auto ongeveer 10 me-
ter vooruit om de afdichtkit in de
band te verdelen en herhaal het op-
pompen;
❒als ook in dit geval niet binnen 5 mi-
nuten na het inschakelen van de
compressor een spanning van ten
minste 1,8 bar is bereikt, rijd dan
niet verder met de te zwaar be-
schadigde band; de snelle banden-
reparatieset is niet in staat om het
lek te dichten; wendt u tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk;
❒controleer of de schakelaar A-
fig. 19van de compressor in stand
0(uit) staat, start de motor, plaats
de stekker A-fig. 20in de stek-
kerdoos op de tunnel voor en scha-
kel de compressor in door de scha-
kelaarA-fig. 19in de stand I
(aan) te zetten;
❒pomp de banden op op de voorge-
schreven spanning (zie de paragraaf
“Banden” in het hoofdstuk “Techni-
sche gegevens”). Controleer de ban-
denspanning op de drukmeter B-
fig. 19 . Voor een nauwkeurige af-
lezing moet de compressor worden
uitgeschakeld;
193
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
A0E0213mfig. 19A0E0217mfig. 20Plaatsdestickerop
eenvoordebestuurder
goedzichtbareplaatsomaan
tegevendatdebandbehan- -
deldismetdesnelleb
anden-
reparatieset.Rijdvoorzichtig
vooralinbochten.Rijdniet
harderdaan80km/h.Vermijd
bruuskaccelererenen
remmen.
OPGELET
❒stop na ongeveer 10 minuten en
controleer opnieuw de bandenspan-
ning;vergeet niet de handrem
aan te trekken;
181-222 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:33 Pagina 193