KINDERSLOTEN
De achterportieren zijn voorzien van een
kinderveiligheidsslotfig. 91 ; hierdoor
kunnen de deuren niet meer vanuit het
interieur worden geopend.
Het systeem kan alleen worden in-/uit-
geschakeld (met de metalen baard in
de sleutel) bij een geopend portier:
❒stand 1: systeem ingeschakeld
(vergrendeld portier);
❒stand 2: systeem uitgeschakeld
(het portier kan vanuit het interieur
worden geopend).WAARSCHUWINGHet systeem
werkt alleen bij de deur waarop het sys-
teem zich bevindt.
WAARSCHUWING Schakel dit sys-
teem altijd in als kinderen in de auto
aanwezig zijn.
WAARSCHUWINGControleer nadat
u het veiligheidsslot bij beide achter-
portieren hebt ingeschakeld, of het slot
daadwerkelijk is ingeschakeld door aan
de handgreep aan de binnenzijde van
de portieren te trekken.
97
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Met het “Setup-menu” (of bij enige uit-
voeringen met het radio-/navigatiesys-
teem) van de auto kan het automatisch
vergrendelen van de portieren bij een
snelheid hoger dan 20 km/h worden
geactiveerd (zie de paragraaf “Instel-
baar multifunctioneel display” in dit
hoofdstuk).
De knop
qwordt uitgeschakeld als de
portieren met de afstandsbediening
wordt vergrendeld, met het vergrendel-
knopje op het bestuurdersportier of na
automatisch vergrendelen na 2,5 mi-
nuut en wordt weer ingeschakeld als de
portieren worden ontgrendeld m.b.v.
knop
Ëop de sleutel, door het ver-
draaien van de metalen baard in het be-
stuurdersportierslot of door het plaatsen
van de sleutel in het startsysteem.
WAARSCHUWING Als bij centraal
vergrendelde portieren een van de por-
tieren van binnenuit wordt geopend,
worden alle portieren ontgrendeld. Als
de elektrische voeding ontbreekt (ze-
kering doorgebrand, accu losgekoppeld
enz.), blijft het mogelijk de portieren
met de hand te vergrendelen.
A0E0155mfig. 91
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 97
101
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENAls de bagageruimte niet goed is ge-
sloten, wordt dit bij enkele uitvoeringen,
aangegeven door het branden van het
lampje
´op het instrumentenpaneel,
bij andere uitvoeringen wordt het sym-
bool
Rweergegeven en verschijnt
een bericht op het display (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Als de bagageruimte is ontgrendeld, dan
kan deze vanaf de buitenzijde worden
geopend door op het elektrische logo
fig. 94te drukken, totdat de ont-
grendeling wordt waargenomen.
BAGAGERUIMTE
De ontgrendeling van de bagageruimte
vindt elektrisch plaats en kan niet wor-
den uitgevoerd bij een rijdende auto.
M.b.v. het “Setup-menu” (of bij enke-
le uitvoeringen m.b.v. het radio-/navi-
gatiesysteem) kan de ontgrendeling van
de bagageruimte worden ingesteld door
de optie “Bagageruimte onafhankelijk”
te activeren (zie de paragraaf “Instel-
baar multifunctioneel display” in dit
hoofdstuk); als deze functie is geacti-
veerd, wordt alleen de bagageruimte
ontgrendeld als knop
`op de
elektronische sleutel wordt ingedrukt.
A0E0498mfig. 94
Het openen van de bagageruimte wordt
makkelijker gemaakt door de gasdem-
pers aan de zijkant.
Als de bagageruimte wordt geopend,
gaat een interieurlampje branden: de
verlichting gaat automatisch uit als de
bagageruimte gesloten wordt. Als wordt
vergeten de bagageruimte te sluiten,
gaat de verlichting na enkele minuten
automatisch uit.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 101
EXTRA ACCESSOIRES
Als u na aanschaf van uw auto accessoi-
res wilt monteren die constante voeding
nodig hebben (autoradio, anti-diefstalsa-
tellietbewaking enz.), of accessoires die
de elektrische installatie zwaar belasten,
wendt u dan tot het Alfa Romeo Service-
netwerk. Deze kan u de meest geschik-
te installaties aanraden uit het Lineacces-
sori Alfa Romeo en controleren of de elek-
trische installatie van de auto geschikt is
voor het extra stroomverbruik of dat het
noodzakelijk is een accu met een grote-
re capaciteit te monteren.
116
PLANCIA
E COMANDI
116
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
INBOUWVOORBEREI
DING AUTORADIO
(waar voorzien)
Als de auto niet is uitgerust met een au-
toradio, dan wordt de auto geleverd met
een twee opbergvakken in het dash-
board.
De inbouwvoorbereiding voor de auto-
radio bestaat uit:
❒voedingskabels voor de autoradio;
❒voedingskabels voor de luidsprekers
voor en achter;
❒voedingskabel voor de antenne;
❒ruimte voor de autoradio;
❒antenne op het dak van de auto.
De autoradio dient geïnstalleerd te wor-
den in de daarvoor bestemde ruimte,
dat verwijderd wordt door op de twee
lippen in de ruimte te drukken: de voe-
dingskabels zijn nu bereikbaar.
Alsunaaanschafvande
autoeenautoradiowilt
installeren,wendtudan
eersttothetAlfaRomeoS Servi-
cenetwerk,datu
kaninformeren
overdebestekeuze,zodatdele-
vensduurvandeaccunietna ade-
ligwordtbeïnvloed.Dooreen
overmatig
stroomopnamealsde
motornietdraait,kandeaccu
beschaadigenenkandegarantie
opdeaccuvervallen.
Letopbijdemontage
vanextraspoilers,
lichtmetalenvelgenenniet
standaardwieldoppen:hier-
do oorkandeventilat
ievande
remmenwordenverminderd,
waardoordewerkingvande
remmennakrachtigenher-
haaldelijkremmenofbijrem-
me
ntijdenseenlangeafdaling
terugloopt.Controleerboven-
dienofdoorobstakels(matten
enz.)deslagvandepedalen
b
eperken.
OPGELET
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 116
INSTALLATIE VAN
ELEKTRISCHE/ELEKTR
ONISCHE SYSTEMEN
De elektrische/elektronische systemen
die na aankoop van de auto gemonteerd
worden, moeten voorzien zijn van het
merkteken:
Fiat Auto S.p.A. geeft toestemming dat
zenders/ontvangers worden gemon-
teerd, op voorwaarde dat dit professio-
neel door een gespecialiseerd bedrijf en
volgens de aanwijzingen van de fabri-
kant wordt uitgevoerd.
117
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
radiozendapparatuur (mobiele telefoons,
27 mc en dergelijke) mogen alleen in
de auto worden gebruikt met een apar-
te antenne aan de buitenkant van de au-
to.
WAARSCHUWINGHet gebruik van
dergelijke apparaten in de auto (zonder
buitenantenne) kan mogelijk schadelijk
zijn voor de gezondheid van de inzit-
tenden en de werking van de elektroni-
sche systemen in de auto negatief beïn-
vloeden. Hierdoor kan de veiligheid in
gevaar worden gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ont-
vangstkwaliteit aanzienlijk beperkt door
de isolerende eigenschappen van de car-
rosserie.
Houdt u bij het gebruik van mobiele te-
lefoons (GSM, GPRS, UMTS) met het of-
ficiële keurmerk, strikt aan de in-
structies die door de fabrikant van de mo-
biele telefoon zijn bijgeleverd.
WAARSCHUWINGDe montage van
apparatuur die wijzigingen van de spe-
cificaties van de auto tot gevolg heeft,
kan inname van het kentekenbewijs
door de verantwoordelijke autoriteiten
tot gevolg hebben en het eventueel ver-
vallen van de garantie die defecten dek-
ken die zowel direct als in direct ver-
oorzaakt zijn door de genoemde wijzi-
ging.
Fiat Auto S.p.A. wijst elke verantwoor-
delijkheid af voor schade die veroorzaakt
is door de installatie van accessoires die
niet geleverd of aanbevolen zijn door Fiat
Auto S.p.A. en niet gemonteerd zijn vol-
gens de bijgeleverde voorschriften.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 117
122
PLANCIA
E COMANDI
122
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
De auto kan zijn uitgerust met een con-
trolesysteem voor het meten van de
bandenspanning TPMS (Tyre Pressure
Monitoring System) dat de bestuurder
van de auto informeert over de ban-
denspanning door de waarschuwingen
“bandenspanning controleren” en “On-
voldoende bandenspanning”. Zie voor
een uitgebreid beschrijving van de twee
waarschuwingen het hoofdstuk “Lamp-
jes en berichten”. Dit systeem bestaat
uit een sensor die op radiogolven werkt,
op de velg van elk wiel. Deze sensor
stuurt informatie over de spanning van
iedere band naar de regeleenheid.
WAARSCHUWINGEN
Storingsmeldingen worden niet opge-
slagen en worden dus niet aangegeven
als de motor wordt uitgezet en vervol-
gens weer wordt gestart. Als de storin-
gen blijven bestaan, stuurt de rege-
leenheid de betreffende meldingen pas
naar het instrumentenpaneel als de au-
to een korte tijd rijdt.
BANDENSPANNINGSCONTROLESYSTEEM
TPMS (Tyre Pressure Monitoring System)
(optional voor bepaalde uitvoeringen/
markten waar voorzien)
Deaanwezigheidvan
hetTPMSontslaatde
bestuurdernietvandeplicht
omregelmatigdebanden-
span nning(ookvanhetre
ser-
vewiel)tecontroleren(waar
voorzien).
OPGELET
De bandenspanning moet worden ge-
controleerd bij een tijdje niet gebruikte en
koude banden; als om wat voor reden
dan ook de spanning bij warme banden
moet worden gecontroleerd, verlaag dan
niet de spanning als deze te hoog blijkt
te zijn, maar herhaal de controle bij kou-
de banden.(zie de paragraaf “Banden”
in het hoofdstuk “Technisch gegevens”).
Het TPMS is niet in staat om te waar-
schuwen voor een plotselinge vermin-
dering van de bandenspanning (bij-
voorbeeld bij een klapband). Breng in
dit geval de auto tot stilstand door voor-
zichtig te remmen en zonder heftige
stuurbewegingen uit te voeren.
Storingen door een radiofrequentie kun-
nen de juiste werking van het TPMS ver-
hinderen. Om de bestuurder te infor-
meren verschijnt een mededeling op het
display. Deze melding verdwijnt auto-
matisch zodra de storing het systeem
niet meer hindert.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 122
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRAGE FIGUUR
Voeding brandstofpomp F21 20 60
Verbruikers elektronisch inspuitsysteem F22 20 60
Voeding autoradio / radio-/navigatiesysteem / Blue&Me F23 15 60
+ vanaf startsysteem voor spoelen relais in zekeringen-/
relaiskast motorruimte/dashboardzekeringenkast, Bodycomputer F31 7,5 56
Knooppunt bestuurdersportier / knooppunt passagiersportier /
startsysteem F32 15 56
Ruitbediening linksachter / knooppunt bagageruimte F33 20 56
Ruitbediening rechtsachter / knooppunt bagageruimte F34 20 56
Waterdetectiesensor brandstoffilter / luchtkwantummeter /
Remlichtschakelaar / paneel op tunnel /
Cruise-control / AQS-sensor F35 7,5 56
Voeding knooppunt bagageruimte / slotactuatoren F36 20 56
Plus via startsysteem voor remlichten, derde remlicht,
instrumentenpaneel, koplampverstelling F37 7,5 56
Ontgrendeling bagageruimte F38 15 56
+ vanaf accu voor klimaatregeling, interieurverlichting,
bewegingsdetectie, EOBD-diagnosestekker F39 10 56
216
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
181-222 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:33 Pagina 216
217
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRAGE FIGUUR
Achterruitverwarming F40 30 56
Buitenspiegelverwarming / spoel van relais voorruitverwarming F41 7,5 56
Voeding knooppunt remsysteem (ABS/VDC) –
Knooppunt stuurhoeksensor – Gierhoeksensor F42 7,5 56
Ruitenwissers/-sproeiers F43 30 56
Sigarenaansteker voor op middenconsole F44 10 56
Voeding stekkerdoos in bagageruimte F45 15 56
Opendak F46 20 56
Vermogensvoeding knooppunt bestuurdersportier F47 20 56
Vermogensvoeding knooppunt passagiersportier F48 30 56
+ vanaf startsysteem voor knooppunt stuur /
Opendakregeleenheid / Plafondlampje voor en achter / CVS /
Knooppunt Blue&Me /Bewegingsdetectie / Stoel links en rechts F49 7,5 56
Airbagsysteem F50 7,5 56
Voeding vanaf startsysteem voor Knooppunt Infotelematica /
Knooppunt automaat / Extra verwarming /Paneel links /
START/STOP-knop,Regeleenheid parkeersensoren /
Dimbare spiegel / Knooppunt Blue&Me /
Inbouwvoorbereiding autoradio / AQS / Cruise-control F51 7,5 56
181-222 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:33 Pagina 217
239
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN EN ONDERHOUD
AAlsudeautolangere
tijdstaltinextreem
koudeomstandighedenmoet,
ombevriezingtevoorkomen,
deaccuwordenverwij
derden
opeenverwarmdeplaats
wordenbewaard.
OPGELET
Bijwerkzaamheden
aandeaccuofinde
buurtvandeaccu,moetuuw
ogenaltijdbeschermenmet
eensspecialebril.
OPGELET
PRAKTISCHE TIPS OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU
TE VERLENGEN
Om het snel ontladen van de accu te
voorkomen en de levensduur te verlen-
gen, dient u de volgende aanwijzingen
nauwkeurig op te volgen:
❒als u de auto parkeert, controleer
dan of de portieren, de motorkap en
de achterklep goed gesloten zijn.
Hiermee wordt voorkomen dat de in-
terieurverlichting blijft branden;
❒schakel de interieurverlichting uit: de
auto is in ieder geval voorzien van
een systeem voor het automatisch
uitschakelen van de interieurverlich-
ting;
❒voorkom zoveel mogelijk het ge-
bruik van stroomverbruikers als de
motor uitstaat (autoradio, waar-
schuwingsknipperlichten, enz.);
❒maak voordat werkzaamheden aan
de elektrische installatie van de au-
to worden uitgevoerd eerst de min-
pool van de accu los;
❒de klemmen moeten altijd goed zijn
bevestigd.WAARSCHUWINGEen accu die ge-
durende langere tijd minder dan 50%
geladen is (hydrometer met optische in-
dicatie is donker, zonder groen gebied
in het midden), raakt door sulfatering
beschadigd. Hierdoor lopen de capaci-
teit en het startvermogen terug.
223-248 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:49 Pagina 239