35
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
RUITEN REINIGEN
De rechter hendel fig. 32bedient de rui-
tenwissers/-sproeiers en de achterruit-
wisser en -sproeier.
RUITENWISSERS / -SPROEIERS
De functie kan alleen werken met het con-
tactslot in de stand MAR.
De hendel kan in vijf verschillende standen
worden gezet (4 snelheden):
Aruitenwissers uitgeschakeld.
Bwissen met interval.
Ccontinu langzaam wissen.
Dcontinu snel wissen.
Etijdelijk snel wissen (onvergrendelde
stand).
De functie “tijdelijk snel wissen” blijft in-
geschakeld zolang de hendel in deze stand
wordt gehouden. Als de hendel wordt los-
gelaten, keert deze terug naar de begin-
stand Aen stoppen de ruitenwissers au-
tomatisch.“Intelligente wis-/wasregeling”
Als u de hendel naar het stuur trekt (on-
vergrendelde stand), schakelen de ruiten-
sproeiers in.
Als u de hendel langer dan een halve se-
conde aangetrokken houdt, dan worden
in één beweging de ruitenwissers/-sproei-
ers ingeschakeld. Als u de hendel loslaat,
stoppen de ruitensproeiers onmiddellijk
terwijl de ruitenwissers nog enkele slagen
maken. Na enkele seconden volgt nog een
extra reinigingsslag. “FOLLOW ME HOME”
Met dit systeem kan de ruimte voor de au-
to een bepaalde tijd worden verlicht.
Inschakeling
U schakelt deze functie in door de con-
tactsleutel in stand STOPte draaien of
uit te nemen en de linker hendel binnen
2 minuten na het uitzetten van de motor
naar het stuur te trekken.
Telkens als de hendel wordt bediend
wordt de verlichtingsduur met 30 secon-
den verlengd, tot maximaal 210 seconden;
na afloop van deze periode wordt de ver-
lichting automatisch uitgeschakeld.
Elke keer als de hendel wordt bediend gaat
het waarschuwingslampje
3op het in-
strumentenpaneel branden en verschijnt
op het display de resterende tijd die de
functie actief blijft.
Het controlelampje gaat branden bij de
eerste inschakeling en blijft branden tot de
functie automatisch wordt uitgeschakeld.
Elke bediening van de hendel verlengt al-
leen de inschakeltijd van de lichten.
Uitschakelen
Houd de hendel langer dan 2 seconden
naar het stuur getrokken.
F0S032Abfig. 32
Gebruik de ruitenwisser niet
om lagen sneeuw of ijs van de
voorruit te verwijderen. In die
omstandigheden grijpt, als de
ruitenwissers te zwaar worden belast,
de beveiliging in, die ervoor zorgt dat
de ruitenwissers enkele seconden wor-
den uitgeschakeld. Als hierna de wer-
king niet wordt hervat, wendt u dan tot
het Abarth Servicenetwerk.
023-045 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 35
38
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
Als u na een ongeval een
brandstoflucht ruikt of merkt
dat het brandstofsysteem lekt, druk
dan de schakelaar niet weer terug,
zodat brand wordt voorkomen.
OPGELET
BRANDSTOFNOOD-
SCHAKELAAR
Deze treedt in werking bij een botsing en
veroorzaakt:
❒de onderbreking van de brandstoftoe-
voer met als gevolg de uitschakeling
van de motor;
❒de ontgrendeling van de portieren;
❒de inschakeling van de interieurverlich-
ting.
Als de brandstofnoodschakelaar is inge-
schakeld, verschijnt de melding “Brand-
stofnoodschakelaar ingeschakeld, zie in-
structieboekje” op het display.
Controleer de auto zorgvuldig op brand-
stoflekkage, bijvoorbeeld in de motor-
ruimte, onder de auto of in de nabijheid
van de brandstoftank.
Draai na een ongeval de contactsleutel in
stand STOPom te voorkomen dat de ac-
cu ontlaadt.Herstel de correcte werking van de auto
als volgt:
❒draai de start-/contactsleutel in stand
MAR;
❒inschakeling rechter richtingaanwijzer;
❒uitschakeling rechter richtingaanwijzer;
❒inschakeling linker richtingaanwijzer;
❒uitschakeling linker richtingaanwijzer;
❒inschakeling rechter richtingaanwijzer;
❒uitschakeling rechter richtingaanwijzer;
❒inschakeling linker richtingaanwijzer;
❒uitschakeling linker richtingaanwijzer;
❒draai de start-/contactsleutel in stand
STOP. MISTACHTERLICHTEN fig. 34
Druk op knop D. De mistachterlichten
werken alleen als het dimlicht is ingescha-
keld.
Op het instrumentenpaneel gaat het con-
trolelampje 4branden. De lichten scha-
kelen uit als u de knop nogmaals indrukt.
123456AUD
F0S034Abfig. 34
023-045 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 38
52
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
KOPLAMPVERSTELLING fig. 57
De stand kan worden geregeld als de con-
tactsleutel in stand MARstaat en de dim-
lichten zijn ingeschakeld.
Als de auto is beladen, helt de auto ach-
terover en daardoor gaat de lichtbundel
omhoog.
De stand van de koplampen moet nu wor-
den gecorrigeerd d.m.v. de knoppen +en
–.
Het display op het instrumentenpaneel
toont de stand gedurende de koplampaf-
stelling.MISTLAMPEN VOOR
AFSTELLEN (waar voorzien)
Wendt u voor controle of afstelling tot
het Abarth Servicenetwerk.
KOPLAMPAFSTELLING IN HET
BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik
in het land waarin de auto is verkocht. In
landen waar op de andere weghelft wordt
gereden, moeten, om tegenliggers niet te
verblinden, delen van de koplamp worden
afgedekt zoals bepaald door het ver-
keersreglement van het land waarin men
zich bevindt.
fig. 57
M E N UE S C
F0S057Ab
Correcte standen op basis
van de beladingsgraad
Stand 0- een of twee personen op de
voorstoelen.
Stand 1- vijf personen.
Stand 2- vier inzittenden en bagage in de
bagageruimte.
Stand 3- bestuurder + toegestane maxi-
mum lading volledig in de bagageruimte.
046-062 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 52
53
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Als het ABS in werking treedt, merkt de
bestuurder dit aan een trilling in het rem-
pedaal, die gepaard gaat met enig geluid: dit
geeft aan dat het nodig is de snelheid aan te
passen aan het type weg waarop wordt ge-
reden.ABS
(waar voorzien)
Het ABS dat geïntegreerd is in het rem-
systeem, voorkomt dat tijdens het remmen
de wielen blokkeren, ongeacht de condi-
tie van het wegdek en de pedaaldruk, en
verhindert daarmee het doorslippen van
een of meerdere wielen. Hierdoor blijft de
auto bestuurbaar, zelfs bij noodstops.
De installatie wordt gecompleteerd met
het EBD-systeem (Electronic Braking For-
ce Distribution) waarmee de remkracht
tussen de voor- en de achterwielen ver-
deeld wordt.
WAARSCHUWING Voor een maximale
werking van het remsysteem is een inrij-
periode nodig van ongeveer 500 km: tij-
dens deze periode moet bruusk, herhaal-
delijk of langdurig remmen worden voor-
komen.
Als het ABS in werking
treedt, merkt u dat aan een
trilling in het rempedaal. Verlaag de
remdruk niet maar houd het rempe-
daal juist goed ingetrapt; op deze ma-
nier hebt u de kortste remweg in re-
latie tot de conditie van het wegdek.
OPGELET
Als het ABS in werking
treedt, dan is de grip van de
banden op het wegdek beperkt: u
dient uw snelheid te verlagen en aan
te passen aan de beschikbare grip.
OPGELET
Het ABS maakt zoveel mo-
gelijk gebruik van de be-
schikbare grip maar kan deze niet
verhogen. Daarom moet op gladde
weggedeelten altijd voorzichtig wor-
den gereden en mogen er geen on-
nodige risico’s worden genomen.
OPGELET
STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Bij een storing brandt het waarschu-
wingslampje
>op het instrumentenpa-
neel en verschijnt er een bericht op het
instelbare multifunctionele display (waar
voorzien), zie het hoofdstuk “Lampjes en
berichten”.
In dat geval blijft het remsysteem normaal
werken, maar zonder de mogelijkheden
van het ABS. Rijd voorzichtig naar het
dichtstbijzijnde Abarth Servicenetwerk om
het systeem te laten controleren.
046-062 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 53
54
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
Als alleen het waarschu-
wingslampje xop het ins-
trumentenpaneel gaat branden en op
het instelbare multifunctionele dis-
play verschijnt ook een bericht, stop
dan onmiddellijk en wendt u tot het
dichtstbijzijnde Abarth Servicenet-
werk. Als er vloeistof lekt uit het hy-
draulische systeem, wordt de werking
van zowel het conventionele remsys-
teem als het ABS in gevaar gebracht.
OPGELETESP (Electronic Stability
Program)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de
auto als de wielen hun grip verliezen,
waardoor de auto beter op koers blijft.
De werking van het ESP is uitermate nuttig
als de grip op het wegdek wisselt.
Het ESP beschikt over ASR (tractieregeling
die werkt op de remmen en de motor) en
Hill Holder (systeem om weg te rijden op
een hellend wegdek, zonder gebruik te ma-
ken van het rempedaal) en daarnaast over
MSR (regeling van het afremmen op de mo-
tor tijdens het terugschakelen), HBA (au-
tomatisch verhogen van de remdruk tijdens
een noodstop) en TTC (overbrengen van
het motorkoppel op de wielen)
ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Als het systeem in werking treedt, gaat het
lampje
áop het instrumentenpaneel knip-
peren, om de bestuurder er op te wijzen
dat de auto de stabiliteit en de grip dreigt
te verliezen. Storing in EBD
Bij een storing branden de lampjes
>enxop het instrumentenpaneel en ver-
schijnt er een bericht op het instelbare
multifunctionele display (waar voorzien),
zie het hoofdstuk “Lampjes en berichten”.
In dit geval kunnen bij krachtig remmen de
achterwielen vroegtijdig blokkeren waar-
door de auto kan slippen. Rijd zeer voor-
zichtig naar het dichtstbijzijnde Abarth
Servicenetwerk om het systeem te laten
controleren.
046-062 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 54
55
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
De prestaties van het ESP-
systeem mogen de bestuur-
der er niet toe verleiden onnodige en
onverantwoorde risico’s te nemen.
Het rijgedrag dient altijd aangepast
te worden aan de conditie van het
wegdek, het zicht en het verkeer. De
verantwoordelijkheid voor de ver-
keersveiligheid ligt altijd en overal bij
de bestuurder.
OPGELET
Inschakeling van het systeem
Het ESP schakelt automatisch in tijdens
het wegrijden en kan niet worden uitge-
schakeld.
Storingssignalering
Eventuele storingen in het ESP worden
aangegeven door het vast branden van het
lampje
áen het verschijnen van een be-
richt op het instelbare multifunctionele
display (waar voorzien). Wendt u in dat
geval zo snel mogelijk tot het Abarth Ser-
vicenetwerk.HILL HOLDER
Dit in het ESP geïntegreerde systeem
helpt bij het wegrijden op een helling.
Het systeem schakelt automatisch in als:
❒op een stijgende helling: als de auto stil-
staat op een helling van meer dan 2%
met draaiende motor, ingetrapt rem-
pedaal en versnellingsbak in vrij of in
een versnelling behalve de achteruit;
❒op een dalende helling: als de auto stil-
staat op een afdaling van meer dan 2%
met draaiende motor, ingetrapt rem-
pedaal en ingeschakelde achteruit.
Tijdens het wegrijden zorgt de regeleen-
heid van het ESP ervoor dat de wielen ge-
remd blijven, totdat het noodzakelijke mo-
torkoppel is bereikt om weg te rijden (of
maximaal 2 seconden zodat de rechter
voet van het rempedaal naar het gaspedaal
kan worden verplaatst).
Als u na 2 seconden niet bent weggere-
den, schakelt het systeem automatisch uit
en wordt de remdruk geleidelijk verlaagd.
Tijdens deze fase kunt u een typisch geluid
horen. Dit geluid betekent dat de auto ie-
der moment in beweging kan komen.Storingsmeldingen
Bij een eventuele storing gaat het lampje
áop het instrumentenpaneel branden en
verschijnt er een bericht op het instelba-
re multifunctionele display (zie het hoofd-
stuk “Lampjes en berichten”).
WAARSCHUWING Het Hill Holder-sys-
teem is geen handrem; verlaat dus nooit
de auto zonder de handrem aan te trek-
ken, de motor uit te zetten en de eerste
versnelling in te schakelen.
Als eventueel met het
noodreservewiel wordt gere-
den, dan blijft het ESP ingeschakeld.
Blijf er echter rekening mee houden
dat het noodreservewiel kleiner is dan
de normale band en dat daarom de
grip lager is dan bij de andere banden
van de auto.
Voor de juiste werking van het ESP-
en ASR-systeem is het noodzakelijk
dat de banden van alle wielen van
hetzelfde merk en type zijn. De ban-
den moeten in perfecte conditie zijn
en de voorgeschreven afmetingen
hebben.
OPGELET
046-062 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 55
57
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
WAARSCHUWING Na het verhelpen
van de storing moet het Abarth Service-
netwerk zorgen voor een complete con-
trole van het systeem, tests uitvoeren op
een testbank en, zo nodig, een proefrit
maken die eventueel een langere afstand
kan omvatten.EOBD-SYSTEEM
Met het EOBD-systeem (European On
Board Diagnosis) kan een doorlopende
diagnose worden uitgevoerd op die com-
ponenten op de auto die van invloed zijn
op de emissie. Bovendien meldt het sys-
teem, door het branden van het lampje
Uop het instrumentenpaneel en het ver-
schijnen van een bericht op het instelba-
re multifunctionele display dat de be-
treffende componenten defect zijn (zie
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Het doel is:
❒de werking van het systeem controle-
ren;
❒signaleren wanneer door een storing de
emissies boven de wettelijk vastgestel-
de drempelwaarde uitkomen;
❒de noodzaak van het vervangen van
componenten met een slechte conditie
aangeven.
Het systeem beschikt verder nog over een
diagnosestekker die het mogelijk maakt,
na het aansluiten van speciale apparatuur,
de door de regeleenheid opgeslagen sto-
ringscodes en de specifieke parameters
voor de diagnose en werking van de mo-
tor te lezen.
Deze controle kan ook worden uitge-
voerd door de verkeerspolitie.Als u de contactsleutel in stand
MAR draait en het lampje
Ugaat niet branden of het gaat
branden of knipperen tijdens
het rijden (en er verschijnt ook een be-
richt op het instelbare multifunctione-
le display), wendt u dan zo snel moge-
lijk tot het Abarth Servicenetwerk. De
werking van het lampje
Ukan met spe-
ciale apparatuur door de verkeerspoli-
tie gecontroleerd worden. Houdt u aan
de wetgeving van het land waarin u rijdt.
046-062 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 57
58
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
STORINGSMELDINGEN
Bij een eventuele storing van de elektri-
sche stuurbekrachtiging gaat het lampje
gop het instrumentenpaneel branden en
verschijnt er een bericht op het instelba-
re multifunctionele display (zie het hoofd-
stuk “Lampjes en berichten”).
Bij een storing in het systeem blijft de au-
to mechanisch bestuurbaar.
WAARSCHUWING Onder bepaalde
omstandigheden kan het waarschuwings-
lampje
gop het instrumentenpaneel bran-
den door oorzaken die niet afhangen van
de elektrische stuurbekrachtiging.
Het is streng verboden om
de-/montagewerkzaamheden
uit te voeren, waarvoor wijzigingen in
de stuurinrichting of de stuurkolom
vereist zijn (bijv. bij montage van een
diefstalbeveiliging). Hierdoor kunnen
de prestaties van het systeem, de ga-
rantie en de veiligheid in gevaar wor-
den gebracht en voldoet het voertuig
niet meer aan de typegoedkeuring.
OPGELET
Zet altijd de motor uit en
verwijder de contactsleutel
uit het contactslot, waardoor het
stuurwiel wordt vergrendeld, voordat
er onderhoudswerkzaamheden wor-
den uitgevoerd, vooral als de auto
met de wielen los van de grond staat.
Als dit niet mogelijk is (als de sleutel
in stand MAR moet staan of de mo-
tor moet draaien), moet de hoofdze-
kering van de elektrische stuurbe-
krachtiging worden verwijderd.
OPGELET
Stop in dat geval onmiddellijk de auto (in-
dien in beweging) en schakel de motor ca.
20 seconden uit alvorens opnieuw te star-
ten. Als het lampje
gblijft branden en het
bericht op het instelbare multifunctione-
le display blijft zichtbaar, wendt u dan zo
snel mogelijk naar het Abarth Servicenet-
werk.
WAARSCHUWING De benodigde stuur-
kracht kan toenemen bij langdurige par-
keermanoeuvres; dit is een normaal ver-
schijnsel om oververhitting van de motor
voor de stuurbekrachtiging te voorkomen,
in deze situatie zijn er geen reparaties ver-
eist. Als u de auto een volgende keer weer
gebruikt, zal de stuurbekrachtiging weer
normaal werken.
ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING
“DUALDRIVE”
De auto is voorzien van elektrische stuur-
bekrachtiging, die alleen werkt als de con-
tactsleutel in stand MARstaat en de mo-
tor draait; dit systeem wordt “Dualdrive”
genoemd. Dankzij de elektrische stuurbe-
krachtiging is minder kracht op het stuur-
wiel nodig; dit is vooral handig als in de be-
bouwde kom wordt gereden of tijdens
parkeermanoeuvres.
WAARSCHUWING Als de contactsleu-
tel snel wordt gedraaid, kan de volledige
werking van de stuurbekrachtiging na 1-2
seconden worden bereikt.
Als de functie SPORT wordt ingeschakeld
(zie de paragraaf “Bedieningsorganen” in
dit hoofdstuk) wordt de elektrische stuur-
bekrachtiging gewijzigd, waardoor de ge-
voeligheid groter wordt en een nauwkeu-
riger stuurgevoel ontstaat.
046-062 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 58