
31
Verklikkerlampje status Oorzaak Oplossing, opmerkingen
+ Storing
elektrische
parkeerrem blijft branden.
Er is een storing in de
elektrische parkeerrem. Raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk.
De rem kan handmatig worden losgezet.
Raadpleeg voor meer informatie over
de elektrische parkeerrem het hoofdstuk
"Rijden".
Remsysteem blijft branden.
Het remvloeistofniveau is te
laag. Vul het niveau bij met een vloeistof
voorzien van een artikelnummer van
PEUGEOT.
+
brandt continu, in
combinatie met het
verklikkerlampje storing
in de elektrisch bediende handrem terwijl deze niet is aangetrokken.
Er is een storing in het
remsysteem. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en
raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
+ blijft branden, in
combinatie met het
verklikkerlampje ABS. Er is een storing in
de elektronische
remdrukregelaar (REF).
Antiblokkeersysteem
(ABS) blijft branden. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden,
echter zonder bekrachtiging.
Rijd voorzichtig met lage snelheid
en raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk.
Dynamische
stabiliteitscontrole (ESP/ASR)
knippert. De ESP/ASR-regeling is
actief. Deze functie verbetert de aandrijving en
zorgt voor een betere koersstabiliteit.
blijft branden. Storing in de ESP/ASR-
regeling, tenzij deze is
uitgeschakeld en het lampje
op de knop brandt. Controleer de bandenspanning.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.

118
ELEKTRONISCH STABILITEITSPROGRAMMA (ESP)
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
dat de volgende systemen omvat:
- het antiblokkeersysteem (ABS) en de elektronische remdrukregelaar
(REF),
- de noodremassistentie (AFU),
- de antispinregeling (ASR),
- de dynamische stabiliteitscontrole (CDS).
Begrippen Antispinregeling (ASR)
De ASR past de aandrijfkracht aan om
het doorspinnen van de wielen te voor-
komen via de remmen van de aange-
dreven wielen en de motor. De ASR
zorgt ook voor meer koersstabiliteit bij
het accelereren.
Dynamische stabiliteitscontrole
(CDS)
De CDS houdt de vier wielen in de ga-
ten en grijpt, als de koers van de auto
afwijkt van de door de bestuurder ge-
wenste richting, automatisch in via de
remmen van een of meerdere wielen
en het motorkoppel om de auto voor
zover mogelijk weer in de juiste koers
te brengen.
Noodremassistentie (AFU)
Dit systeem zorgt ervoor dat in nood-
gevallen de optimale remdruk sneller
wordt bereikt, zodat de remafstand klei-
ner wordt.
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt
ervoor dat de benodigde bedienings-
kracht wordt verminderd en de effectivi-
teit van het remmen wordt vergroot.
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(REF)
Deze systemen zorgen tijdens het rem-
men voor een betere stabiliteit en be-
stuurbaarheid van uw auto en voor een
betere controle in scherpe bochten,
vooral op een slecht of glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de
wielen in het geval van een noodstop.
De REF verdeelt de remdruk over de
wielen.
Als dit verklikkerlampje gaat bran-
den in combinatie met een ge-
luidssignaal en een melding op
het multifunctionele display, duidt
dit op een storing in het ABS sy-
steem, waardoor u tijdens het remmen de
controle over uw auto zou kunnen verliezen.
Als dit verklikkerlampje gaat
branden in combinatie met het
verklikkerlampje verplicht stop-
pen STOP , een geluidssignaal
en een melding op het multifunctionele
display, duidt dit op een storing in de
elektronische remdrukregelaar waar-
door u tijdens het remmen de controle
over uw auto zou kunnen verliezen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg in beide gevallen het PEUGEOT-
netwerk.
Zorg er bij vervanging van de
wielen (banden en velgen)
voor dat er gehomologeerde
wielen worden gemonteerd.
De normale werking van het antiblok-
keersysteem kan merkbaar zijn door
het trillen van het rempedaal.
Trap het rempedaal bij een
noodstop krachtig en volle-
dig in en laat het niet los.
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(REF)

118
ELEKTRONISCH STABILITEITSPROGRAMMA (ESP)
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
dat de volgende systemen omvat:
- het antiblokkeersysteem (ABS) en de elektronische remdrukregelaar
(REF),
- de noodremassistentie (AFU),
- de antispinregeling (ASR),
- de dynamische stabiliteitscontrole (CDS).
Begrippen Antispinregeling (ASR)
De ASR past de aandrijfkracht aan om
het doorspinnen van de wielen te voor-
komen via de remmen van de aange-
dreven wielen en de motor. De ASR
zorgt ook voor meer koersstabiliteit bij
het accelereren.
Dynamische stabiliteitscontrole
(CDS)
De CDS houdt de vier wielen in de ga-
ten en grijpt, als de koers van de auto
afwijkt van de door de bestuurder ge-
wenste richting, automatisch in via de
remmen van een of meerdere wielen
en het motorkoppel om de auto voor
zover mogelijk weer in de juiste koers
te brengen.
Noodremassistentie (AFU)
Dit systeem zorgt ervoor dat in nood-
gevallen de optimale remdruk sneller
wordt bereikt, zodat de remafstand klei-
ner wordt.
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt
ervoor dat de benodigde bedienings-
kracht wordt verminderd en de effectivi-
teit van het remmen wordt vergroot.
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(REF)
Deze systemen zorgen tijdens het rem-
men voor een betere stabiliteit en be-
stuurbaarheid van uw auto en voor een
betere controle in scherpe bochten,
vooral op een slecht of glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de
wielen in het geval van een noodstop.
De REF verdeelt de remdruk over de
wielen.
Als dit verklikkerlampje gaat bran-
den in combinatie met een ge-
luidssignaal en een melding op
het multifunctionele display, duidt
dit op een storing in het ABS sy-
steem, waardoor u tijdens het remmen de
controle over uw auto zou kunnen verliezen.
Als dit verklikkerlampje gaat
branden in combinatie met het
verklikkerlampje verplicht stop-
pen STOP , een geluidssignaal
en een melding op het multifunctionele
display, duidt dit op een storing in de
elektronische remdrukregelaar waar-
door u tijdens het remmen de controle
over uw auto zou kunnen verliezen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg in beide gevallen het PEUGEOT-
netwerk.
Zorg er bij vervanging van de
wielen (banden en velgen)
voor dat er gehomologeerde
wielen worden gemonteerd.
De normale werking van het antiblok-
keersysteem kan merkbaar zijn door
het trillen van het rempedaal.
Trap het rempedaal bij een
noodstop krachtig en volle-
dig in en laat het niet los.
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(REF)