
INHOUDSOPGAVE
De achterbrugscharnierpunten
smeren ...................................... 6-24
Voorvork controleren .................... 6-24
Controle van stuursysteem ........... 6-25
Controleren van wiellagers ........... 6-25
Accu ............................................. 6-26
Zekeringen vervangen .................. 6-27
Koplampgloeilamp vervangen ...... 6-28
Achterlicht/remlichtunit ................. 6-29
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen ................................. 6-30
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen ................................. 6-30
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen ................................. 6-31
Voorwiel ........................................ 6-32
Achterwiel ..................................... 6-33
Problemen oplossen ..................... 6-34
Storingzoekschema ...................... 6-35
VERZORGING EN STALLING VAN
DE MOTORFIETS.............................. 7-1
Matkleur, let op ............................... 7-1
Verzorging ......................................7-1
Stalling ............................................7-3
SPECIFICATIES ................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE.............. 9-1
Identificatienummers ......................9-1
U5WMD5D0.book Page 2 Wednesday, December 5, 2007 9:49 AM

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-28
6
LET OP:
DCA10640
Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-den.
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU23792
Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen.
2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp. Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering achterlichtcircuit:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
15.0 A
Backup-zekering:
7.5 A1. Schroef
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1. Gloeilamphouder
U5WMD5D0.book Page 28 Wednesday, December 5, 2007 9:49 AM

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-29
6
WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit nietis afgekoeld.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.LET OP:
DCA10660
Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders kan
de doorzichtigheid van het glas, de lich-
tintensiteit en de levensduur nadelig
worden beïnvloed. Wrijf eventuele ver-
ontreinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een doekjegedrenkt in alcohol of thinner.5. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
6. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
7. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU24181
Achterlicht/remlichtunit Dit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
U5WMD5D0.book Page 29 Wednesday, December 5, 2007 9:49 AM

INDEXAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-21
Accu ...................................................... 6-26
Achterbrugscharnierpunten, smeren..... 6-24
Achterlicht/remlichtunit .......................... 6-29
Antidiefstal-alarmsysteem (optie)............ 3-8BBagageriembevestiging ........................ 3-20
Banden.................................................. 6-14
Bougies, controleren ............................... 6-8
Brandstof............................................... 3-13
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ... 5-3CClaxonschakelaar ................................... 3-9
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-3
Controlelampje startblokkering ............... 3-4
Controlelijst voor gebruik ........................ 4-2DDimlichtschakelaar .................................. 3-9EEXUP-systeem...................................... 3-20GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-22
Gereedschapsset .................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-30
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-30HHelmbevestiging ................................... 3-15
IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren............. 6-22
Klepspeling ........................................... 6-13
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-28
Koppelingshendel ........................ 3-10, 6-17LLichtsignaalschakelaar ........................... 3-9
Locaties van onderdelen ........................ 2-1
Luchtfilterelement en aftapslang,
vervangen en reinigen........................ 6-12MMatkleur, let op ....................................... 7-1
Middenbok en zijstandaard,
controleren en smeren ....................... 6-23
Modelinformatiesticker............................ 9-2
Motorolie en oliefilterelement.................. 6-9
Multifunctioneel display .......................... 3-5NNiveaus rem- en koppelingsvloeistof,
controleren ......................................... 6-18
Noodstopschakelaar ............................... 3-9OOpbergcompartiment ............................ 3-15PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-7
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-31
Parkeren ................................................. 5-4
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema.............................. 6-2
Problemen oplossen ............................. 6-34
RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ........................ 6-23
Rem- en koppelingsvloeistof,
verversen ............................................ 6-19
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren ........................................... 6-22
Remhendel ............................................ 3-11
Remlichtschakelaar, afstellen ............... 6-17
Rempedaal ............................................ 3-12
Richtingaanwijzerschakelaar................... 3-9SSchakelaar alarmverlichting .................... 3-9
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal....................................... 3-11
Schokdemperunits, afstellen ................. 3-17
Sleutelnummer ........................................ 9-1
Snelheidsmeter ....................................... 3-5
Spanning aandrijfketting........................ 6-20
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Startblokkeersysteem.............................. 3-1
Starten van de motor............................... 5-1
Startknop ................................................. 3-9
Startspersysteem .................................. 3-21
Storingzoekschema............................... 6-35
Stuurschakelaars .................................... 3-9
Stuursysteem, controleren .................... 6-25TTankbeluchtingsslang ........................... 3-14
Tankdop ................................................ 3-12
Toerenteller ............................................. 3-5UUitlaatkatalysatoren............................... 3-14
U5WMD5D0.book Page 1 Wednesday, December 5, 2007 9:49 AM