Page 1 of 90
HANDLEIDING
4B5-F8199-D1XP500A
Page 2 of 90

DECLARATION of CONFORMITY
General manager of quality assurance div.
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer
1
Version up the norm of EN60950 to EN60950-1
To change company name27 Feb. 2006
1 Mar. 2007
2
3Revision record
No. Contents Date
To change contact person and integrate type-designation. 9 Jun. 2005
1
Overgang van norm EN60950 naar EN60950-1
Om bedrijfsnaam te wijzigen
27 februari 20061 maart 2007 2
3 Overzicht van wijzigingen
Nr. Inhoud Datum
Om contactpersoon te wijzigen en typeaanduiding te integreren.
9 juni 2005
Date of issue: 1 Aug. 2002
Datum van afgifte: 1 augustus 2002
Place of issue: Shizuoka, Japan
Plaats van afgifte: Shizuoka, Japan
R&TTE Directive(1999/5/EC)
EN300 330-2 v1.1.1(2001-6), EN60950-1(2001)
Two or Three-Wheel Motor Vehicles Directive(97/24/EC: Chapter 8, EMC) is in compliance with following norm(s) or documents:
R&TTE richtlijn(1999/5/EC)
EN300 330-2 v1.1.1(2001-6), EN60950-1(2001)Richtlijn betreffende motorvoertuigen op twee of drie wielen(97/24/EC: Hoofdstuk 8, EMC)in overeenstemming is met de volgende norm(en) of documenten:
Kind of equipment: IMMOBILIZER
Type-designation: 5SL-00 Hereby declare that the product:
Type apparaat: STARTBLOKKERING
Typeaanduiding: 5SL-00 Verklaren hierbij dat het product:
Company: YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD.
Address: 1450-6, Mori, Mori-Machi, Shuchi-gun, Shizuoka-Ken, 437-0292 JapanWe
Bedrijf: YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD.
Adres: 1450-6, Mori, Mori-Machi, Shuchi-gun, Shizuoka-Ken, 437-0292 Japan Wij,
DAU26944
Page 3 of 90
INLEIDING
DAU10110
Welkom in de wereld van Yamaha rijders!
Als eigenaar van de XP500A profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabriceren van producten van
topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw XP500A. Deze
gebruikershandleiding geeft instructies over bediening, inspectie en onderhoud van de scooter, terwijl ook wordt beschreven hoe u uzelf
en anderen persoonlijk letsel en schade kunt besparen.
De vele tips in deze handleiding helpen u bovendien om uw scooter in optimale conditie te houden. Als er tenslotte toch nog vragen zijn,
aarzel dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
Page 4 of 90

BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAU34111
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:
OPMERKING:
Deze handleiding moet worden gezien als een permanent onderdeel van deze scooter en moet altijd bij de scooter blijven, ook als
deze later wordt verkocht.
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwaliteit. Om deze reden kan er soms sprake zijn
van kleine verschillen tussen uw scooter en de beschrijving ervan in deze handleiding, ook al bevat de handleiding de meest recente
productinformatie ten tijde van publicatie. Als u vragen heeft over deze handleiding, neem dan contact op met uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA12410
LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG HELEMAAL DOOR VOORDAT U DEZE SCOOTER GAAT GEBRUIKEN.
*Product en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
Het Safety Alert symbool betekent ATTENTIE! LET OP! HET GAAT OM UW VEILIGHEID!
Wanneer de instructies vermeld in een WAARSCHUWING niet worden opgevolgd, kan dit lei-
den tot ernstig of z
elfs dodelijk letsel
voor de bestuurder, omstanders of degene die de scoo-
ter inspecteert of repareert.
De aanduiding LET OP geeft aan dat er speciale voorzorgsmaatregelen moeten worden
getroffen om schade aan de scooter te voorkomen.
De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan vergemakkelijken of
verhelderen.
WAARSCHUWING
LET OP:OPMERKING:
Page 5 of 90
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAU36390
XP500A
HANDLEIDING
©2007 door Yamaha Motor Co., Ltd.
1e uitgave, November 2007
Alle rechten voorbehouden.
Elke vorm van herdruk of onbevoegd gebruik
zonder schriftelijke toestemming van
Yamaha Motor Co., Ltd.
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Nederland.
Page 6 of 90

INHOUDSOPGAVE
VEILIGHEIDSINFORMATIE
...............1-1
Andere aandachtspunten voor
veilig motorrijden ..........................1-4
BESCHRIJVING
.................................2-1
Aanzicht linkerzijde ...........................2-1
Aanzicht rechterzijde ........................2-2
Bedieningen en instrumenten ...........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN
BEDIENINGEN
....................................3-1
Startblokkeersysteem ......................3-1
Contactslot/stuurslot ........................3-2
Controle- en
waarschuwingslampjes ................3-3
Snelheidsmeter ................................3-4
Brandstofniveaumeter .....................3-4
Temperatuurmeter koelvloeistof ......3-5
Multifunctioneel display ...................3-6
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ..3-10
Stuurschakelaars ...........................3-10
Voorremhendel ..............................3-11
Achterremhendel ...........................3-12
Achterremblokkeerhendel ..............3-12
ABS (voor modellen met ABS) ......3-13
Tankdop .........................................3-14
Brandstof .......................................3-15
Uitlaatkatalysator ...........................3-15
Zadel ..............................................3-16
Helmbevestiging ............................3-16
Opbergcompartimenten .................3-17Achteruitkijkspiegels ...................... 3-19
Schokdemper ................................ 3-19
Zijstandaard .................................. 3-19
Startspersysteem .......................... 3-20
CONTROLES VOOR HET
STARTEN
............................................ 4-1
Controlelijst voor gebruik ................. 4-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE
............................... 5-1
Starten van de motor ....................... 5-1
Wegrijden ........................................ 5-2
Sneller en langzamer rijden ............ 5-2
Remmen .......................................... 5-3
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ......................... 5-3
Inrijperiode ...................................... 5-4
Parkeren .......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
KLEINERE REPARATIES
.................. 6-1
Boordgereedschapsset ................... 6-1
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema ..................... 6-3
Panelen verwijderen en
aanbrengen .................................. 6-7
Controleren van de bougies .......... 6-10
Motorolie en oliefilterpatroon ......... 6-11
Kettingkastolie ............................... 6-13
Koelvloeistof .................................. 6-15Het luchtfilterelement
vervangen .................................. 6-16
Afstellen van het stationair
toerental .................................... 6-17
Controleren van de vrije slag
gaskabel .................................... 6-18
Klepspeling ................................... 6-18
Banden ......................................... 6-18
Gietwielen ..................................... 6-20
Vrije slag voor- en
achterremhendel ........................ 6-20
Kabel van achterremblokkeerhendel
afstellen ..................................... 6-21
Controleren van voor- en
achterremblokken ...................... 6-22
Controleren van
remvloeistofniveau ..................... 6-23
Verversen van remvloeistof .......... 6-24
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel ............... 6-24
Smeren van voor- en
achterremhendels ...................... 6-24
Controleren en smeren van
middenbok en zijstandaard ....... 6-25
Voorvork controleren ..................... 6-26
Controle van stuursysteem ........... 6-26
Controleren van wiellagers ........... 6-27
Accu .............................................. 6-27
Zekeringen vervangen .................. 6-28
Koplampgloeilamp vervangen ....... 6-30
Achterlicht/remlichtunit .................. 6-31
Page 7 of 90
INHOUDSOPGAVE
Gloeilamp in voorste richtingaanwijzer
vervangen .................................. 6-31
Gloeilamp achterste
richtingaanwijzer ......................... 6-32
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen .................................. 6-32
Vervangen van een
parkeerlichtgloeilamp ................. 6-33
Problemen oplossen ...................... 6-33
Storingzoekschema’s .................... 6-34
VERZORGING EN STALLING VAN DE
SCOOTER
........................................... 7-1
Matkleur, let op ................................ 7-1
Verzorging ....................................... 7-1
Stalling ............................................. 7-3
SPECIFICATIES
................................. 8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE
............... 9-1
Identificatienummers ....................... 9-1
Page 8 of 90

1-1
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
DAU10261
SCOOTERS ZIJN TWEEWIELIGE VOER-
TUIGEN. HUN VEILIG GEBRUIK EN
WERKING ZIJN AFHANKELIJK VAN JUIS-
TE RIJTECHNIEKEN EN VAN DE DES-
KUNDIGHEID VAN DE BESTUURDER.
ELKE BESTUURDER MOET BEKEND
ZIJN MET DE VOLGENDE VEREISTEN
ALVORENS MET DEZE SCOOTER TE
GAAN RIJDEN.
HIJ OF ZIJ MOET:
DOOR EEN COMPETENTE INFOR-
MATIEBRON GRONDIG ZIJN INGE-
LICHT OVER ALLE ASPECTEN VAN
SCOOTERRIJDEN.
ZICH HOUDEN AAN DE WAAR-
SCHUWINGEN EN ONDERHOUD-
SEISEN VERMELD IN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING.
GRONDIG GETRAIND ZIJN IN VEILI-
GE EN CORRECTE RIJTECHNIE-
KEN.
GEBRUIKMAKEN VAN PROFESSIO-
NELE TECHNISCHE SERVICE, ZO-
ALS AANGEGEVEN IN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING EN/OF
WANNEER DE MECHANISCHE
CONDITIES DIT VEREISEN.
Veilig rijden
Controleer de machine altijd voor u
gaat rijden. Een zorgvuldige controle
kan een ongeval helpen voorkomen.
Deze scooter is gebouwd voor het ver-
voer van de bestuurder plus een pas-
sagier.
Het niet opmerken en herkennen van
scooters door andere weggebruikers
vormt de belangrijkste oorzaak van
auto-/scooter ongevallen. Vaak wor-
den ongevallen veroorzaakt doordat
een autobestuurder de scooter niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt, dat
blijkt het meest effectief om het risico
op een dergelijk type ongeval te ver-
minderen.
Dus:
Draag een jack in felle kleuren.
Wees extra voorzichtig bij het nade-
ren en passeren van kruisingen,
daar doen ongelukken met scooters
zich namelijk het meest voor.
Ga daar rijden waar andere wegge-
bruikers u kunnen zien. Ga niet rij-
den in de dode zichthoek van een
andere weggebruiker.
Bij veel ongevallen zijn onervaren be-
stuurders betrokken. Vaak waren bij
een ongeval betrokken bestuurders
zelfs niet in het bezit van een geldig rij-bewijs.
Zorg dat u bekwaam bent om te rij-
den en leen uw scooter alleen uit
aan ervaren scooterrijders.
Weet wat u wel en niet aankunt.
Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
We raden aan om het scooterrijden
te oefenen op plekken waar geen
verkeer is, totdat u grondig bekend
bent met de scooter en zijn bedie-
ning.
Ongelukken worden vaak veroorzaakt
door een fout van de scooterbestuur-
der. Veel bestuurders houden bij het
ingaan van een bocht een TE HOGE
RIJSNELHEID aan of rijden te lang
rechtop (onvoldoende schuinliggen bij
de bewuste rijsnelheid), zodat de
bocht dan te wijd wordt genomen.
Neem altijd de maximum snelheid
in acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.
Geef altijd richting aan voordat u af-
slaat of van rijstrook wisselt. Zorg
dat andere weggebruikers u kunnen
zien.
De zithouding van de bestuurder en de
passagier is belangrijk voor een goede