Page 25 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU12870
Schakelpedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de 5-
traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
DAU33851
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
De remhendel is voorzien van een stelknop
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de stuur-
greep af te stellen, wordt de stelknop ge-
draaid terwijl de hendel van het stuur
vandaan wordt gehouden. Als de gewenste
positie is bereikt, stel deze dan in door een
groef op de stelknop uit te lijnen met het
merkteken“” op de remhendel.
DAU12941
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
1. Schakelpedaal
1. Remhendel
2. Stelknop voor afstelpositie van remhendel
3. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
4.“”-merkteken
1. Rempedaal
U5YUD3D0.book Page 11 Friday, September 21, 2007 9:16 AM
Page 26 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
DAU13072
Tankdop Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de sleu-
tel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING:De tankdop kan alleen worden gesloten met
de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-deld is.
WAARSCHUWING
DWA11090
Controleer voor u gaat rijden of detankdop correct is afgesloten.
DAU13220
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Steek om te tan-
ken het mondstuk van de pompslang in de
vulopening van de brandstoftank en vul tot
onderaan de vulpijp, zoals getoond in de af-
beelding.
WAARSCHUWING
DWA10880
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
Mors geen brandstof op een heetmotorblok.
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
U5YUD3D0.book Page 12 Friday, September 21, 2007 9:16 AM
Page 27 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
LET OP:
DCA10070
Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onderde-len.
DAU33500
LET OP:
DCA11400
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt ern-
stige schade aan inwendige motoron-
derdelen als kleppen en zuigerveren enook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Alsde motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskosten
beperkt.
DAU34072
Tankbeluchtingsslang/overloop-
slang Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de tank-
beluchtingsslang/overloopslang.
Controleer de tankbeluchtings-
slang/overloopslang op scheuren of
beschadiging en vervang indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de tank-
beluchtingsslang/overloopslang niet
verstopt is en reinig indien nodig.
Zorg dat het uiteinde van de tankbe-
luchtingsslang/overloopslang buiten
het stroomlijnpaneel geplaatst is. Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE LOOD-
VRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
15.0 L (3.96 US gal) (3.30 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof (als
het waarschuwingslampje brandstof-
niveau gaat branden):
3.0 L (0.79 US gal) (0.66 Imp.gal)
1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
2. Stroomlijnpaneel
U5YUD3D0.book Page 13 Friday, September 21, 2007 9:16 AM
Page 28 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
DAU13442
Uitlaatkatalysatoren Dit voertuig is uitgerust met uitlaatkatalysa-
toren in het uitlaatsysteem.
WAARSCHUWING
DWA10860
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Controleer of het uit-
laatsysteem is afgekoeld alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voe-ren.LET OP:
DCA10700
De volgende voorzorgsmaatregelen
moeten worden genomen om brand of
andere schaderisico’s te voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Bij gebruik van loodhoudende
benzine zal onherstelbare schade
worden toegebracht aan de uitlaat-
katalysator.
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlamvat.
Laat de motor niet te lang aaneenstationair draaien.
DAU36692
Zadel Verwijderen van het zadel
1. Steek de sleutel in het zadelslot en
draai rechtsom.
2. Trek het zadel los.
Aanbrengen van het zadel
1. Steek de uitsteeksels in de zadelbe-
vestiging zoals afgebeeld.2. Druk het zadel in het midden omlaag
om het te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING:Controleer of het zadel stevig is vergrendeldalvorens te gaan rijden.
1. Zadelslot
2. Ontgrendelen.
1. Zadelbevestiging
2. Uitsteeksel
U5YUD3D0.book Page 14 Friday, September 21, 2007 9:16 AM
Page 29 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
DAU36932
Afstellen van de voorvork Deze voorvork is voorzien van stelbouten
voor veervoorspanning, stelschroeven voor
uitveerdemping en stelbouten voor inveer-
demping.
WAARSCHUWING
DWA10180
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolgzijn.
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).
OPMERKING:Breng de gewenste groef op het stelmecha-
nisme in lijn met het bovenvlak van de voor-vorkbus.Uitveerdemping
Draai om de uitveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten in de richting
(a). Draai om de uitveerdemping te verla-
gen en zo de vering zachter te maken de
stelschroef op beide vorkpoten in de richting
(b).
1. Stelbout veervoorspanning
1. Huidige instelling
2. Voorvorkbus
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
0
Standaard:
2
Maximum (hard):
5
1. Stelschroef voor uitveerdemping
Afstelling uitveerdemping:
Minimum (zacht):
17 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
15 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid
in de richting (a)
U5YUD3D0.book Page 15 Friday, September 21, 2007 9:16 AM
Page 30 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
3
Inveerdemping
Draai om de inveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stelbout
op beide vorkpoten in de richting (a). Draai
om de inveerdemping te verlagen en zo de
vering zachter te maken de stelbout op bei-
de vorkpoten in de richting (b).
LET OP:
DCA10100
Probeer nooit een stelmechanisme voor-
bij de maximum- of minimuminstelwaar-den te verdraaien.OPMERKING:Door geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan tepassen.
DAU36752
Afstellen van de schokdemperu-
nit Deze schokdemperunit is uitgerust met een
stelmoer voor de veervoorspanning, een
stelknop voor de uitveerdemping en een
stelschroef voor de inveerdemping.LET OP:
DCA10100
Probeer nooit een stelmechanisme voor-
bij de maximum- of minimuminstelwaar-den te verdraaien.
Veervoorspanning
Stel de veervoorspanning als volgt af.
1. Draai de borgmoer los.
1. Stelbout voor inveerdempingAfstelling inveerdemping:
Minimum (zacht):
16 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
7 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelbout volledig gedraaid in
de richting (a)
1. Borgmoer
2. Stelmoer veervoorspanning
U5YUD3D0.book Page 16 Friday, September 21, 2007 9:16 AM
Page 31 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
2. Draai om de veervoorspanning te ver-
hogen en zo de vering stugger te ma-
ken de stelmoer in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te ver-
lagen en zo de vering zachter te ma-
ken de stelmoer in de richting (b).OPMERKIN
G:
Verricht de afstelling met de speciale
sleutel in de boordgereedschapsset.
De afstelling voor veervoorspanning
wordt gecontroleerd door de afstand A
te meten, zoals getoond in de afbeel-
ding. Hoe langer de afstand A, hoe la-
ger de veervoorspanning; hoe korter
de afstand A, hoe hoger de veervoor-spanning.3. Draai de borgmoer vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
LET OP:
DCA10120
Draai de borgmoer altijd vast tegen de
stelmoer, en draai dan de borgmoer vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-ment.
Uitveerdemping
Draai om de uitveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stelknop
in de richting (a). Draai om de uitveerdem-
ping te verlagen en zo de vering zachter te
maken de stelknop in de richting (b).
1. Speciale sleutel
1. Afstand A
Veervoorspanning:
Minimum (zacht):
Afstand A = 155.0 mm (6.10 in)
Standaard:
Afstand A = 150.0 mm (5.91 in)
Maximum (hard):
Afstand A = 145.0 mm (5.71 in)
Aanhaalmoment:
Borgmoer:
42 Nm (4.2 m·kgf, 30 ft·lbf)
1. Stelknop voor uitveerdemping
U5YUD3D0.book Page 17 Friday, September 21, 2007 9:16 AM
Page 32 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
3
Inveerdemping
Draai om de inveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stel-
schroef in de richting (a). Draai om de in-
veerdemping te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelschroef in de rich-
ting (b).
OPMERKING:Door geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan tepassen.
WAARSCHUWING
DWA10220
Deze schokdemper is gevuld met stik-
stofgas onder hoge druk. Lees en be-
grijp de volgende informatie alvorens de
schokdemper te gebruiken. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteldvoor schade aan eigendommen of voor
persoonlijk letsel als dit voortvloeit uit
verkeerd gebruik.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemper niet bloot aan
open vuur of aan andere hittebron-
nen, anders kan deze door de op-
lopende druk exploderen.
Vervorm of beschadig de gascilin-
der op geen enkele wijze, de dem-
pende werking zal dan
achteruitgaan.
Laat onderhoud aan de schokdem-
per altijd uitvoeren door eenYamaha dealer. Afstelling uitveerdemping:
Minimum (zacht):
20 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
3 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
1. Stelschroef voor inveerdemping
Afstelling inveerdemping:
Minimum (zacht):
12 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
10 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid
in de richting (a)
U5YUD3D0.book Page 18 Friday, September 21, 2007 9:16 AM